13
betreft methodische handvatten voor outreachend werken ('er op afDit is uit de werkgroep
Transitie gekomen (zie verslagje hierboven)Het gaat dan b.v. om het leggen van contact met
volwassen 'zorgmijders' en/of kwetsbare inwoners die zichzelf niet zo gauw melden, maar wel zorg
nodig hebben (denk b.v. aan mensen met een Ivb, niet aangeboren hersenletsel of psychiatrische
aandoeningen). Netwerken/sleutelfiguren kunnen hierbij uiteraard een belangrijke (signalerende
rol spelen.
De punten op de i en de de opmerking over methodische handvatten voor outreachend werken in
het algemeen meegenomen in de tekst.
Peet Veldhuizen (Stichting Welzijn Middelsee)
Sluit mij bij de voorgangers aan.
Ik ben (vanuit de scoop van welzijn) voor al blij met voorstel 1 en 4.
Ik heb wel een kanttekening bij de opmerkingen over mantelzorg.
Ondanks dat er op dit punt nog veel moet gebeuren en verbetert moet worden heeft
Leeuwarderadeel met de POM werkgroep waarin diverse instellingen op het punt van mantelzorg
gezamenlijk optrekken een voorsprong op veel andere gemeenten. Er ligt dus een goede basis
waarop verder gebouwd kan worden. Voordeel van Leeuwarderadeel is ook dat de organisaties die in
de POM werkgroep vereniging zijn ook in het gebiedsteam vertegenwoordigd zijn.
Het feit dat er in Leeuwarderadeel een goede basis ligt op het gebied van mantelzorg meegenomen
in de tekst.
Marja Bouwmeester (GGD Fryslan)
Hierbij onze reactie op de notitie Eksperimenteare yn it sosjaal domein.
Allereerst ons compliment: de notitie is plezierig geschreven, als lezer worden we meegenomen in
wat hiervoor is gedaan/afgesproken en wat gedaan moet worden.
Wat wij graag anders zouden zien is dat meer inhoud wordt gegeven aan preventie. Gelet ook op de
doelen van de transitie/transformatie. Maar ook gezien de recente cijfers van de JGZ/GGD. Hieruit
blijkt dat de jeugd van Leeuwarderadeel in vergelijking met het Fries gemiddelde significant hoog
scoort op psychosociale problematiek, overgewicht, roken, mantelzorg geven, tv-kijken, geestelijke
mishandeling, zich onveilig voelen overdag. De gezondheidssituatie van volwassen en ouderen wijkt
nauwelijks af van het Fries gemiddelde, alleen in gunstige zin als het gaat om eenzaamheid en
mantelzorg geven.
In de notitie wordt genoemd dat er extra formatie en expertise op het gebied van jeugd aan het
gebiedsteam wordt toegevoegd (voorstel 7, pagina 8). Voor ons hierbij de kritische vraag of
voldoende gebruik gemaakt wordt van preventie? Wordt het JGZ-team bevraagd? Wordt de
preventief werkende pedagoog en/of de gezondheidsbevorderaar ingezet?
Specialistische (jeugd)hulp wordt veel genoemd. Is inzet van deze expertise werkelijk nodig? Of is het
wenselijk de preventie daadwerkelijkte versterken? In dit verband is het ook interessant te wijzen
op een pilot POH-JGGZ in Leeuwarden en Heerenveen, waarbij jeugdverpleegkundigen
samenwerken met JGGZ-verpleegkundigen in huisartsenpraktijken.
Op pagina 4 wordt als zwak punt aangegeven dat er door drukke werkzaamheden geen tijd overblijft
om specialistische kennis te delen etc. Hierin schuilt tevens het gevaar dat makkelijker/eerder wordt
doorverwezen. Belangrijke vraag hierbij: wordt ook verwezen naar preventieve activiteiten of wordt
voornamelijk de 2e lijn ingeschakeld?