12
Voorstel conclusie
De zienswijze van de gemeente Leeuwarden vormt geen aanleiding de Woonvisie aan te passen.
Waar nodig zal overleg plaatsvinden met de gemeente Leeuwarden.
2. Indiener 2
Indiener gaat in op diverse (deel)onderwerpen, gevolgd door conclusies en aanbevelingen,
waarbij veel opmerkingen betrekking hebben op de ontwikkeling van Stiens Oost. Voor Stiens
Oost zal een aparte procedure worden doorlopen, waarbij inspraak mogelijk is. Onderstaande
betreft dan ook een beknopte samenvatting van de zienswijze.
Zienswijze
a. Woningbehoefteonderzoek: er wordt aangegeven dat genoemde getallen niet kloppen of
niet overeenkomen met elders in het document genoemde getallen.
b. Concept Woonvisie: er wordt aangegeven dat in de Woonvisie diverse cijfers van diverse
bronnen worden genoemd. Op basis van de provinciale cijfers met betrekking tot de
(gewenste) woningvoorraad zouden er geen bouwplannen maar sloopplannen moeten
worden gemaakt. Indiener trekt Primos cijfers en de Primos systematiek in twijfel. Daarnaast
wordt opgemerkt dat het merkwaardig is dat alleen huurwoningen zijn gei'nventariseerd en
niet de koopwoningen. Oudere woningeigenaren gaan op een zeker moment huren, wordt
gesteld, de vraag wordt gesteld wie dan hun woningen gaat kopen.
c. De gewenste woningvoorraad in 2030 wordt door Provincie Fryslan en Primos anders
ingeschat. De verschillen zijn dermate groot dat indiener aangeeft dat het verschil te groot is
om de gok te nemen, dat het geen goede basis is voor een woningbouwprogramma. Er zou
eerder sprake moeten zijn van sloop van woningen.
Indiener gaat in op het aantal inwoners en aantal huishoudens in de gemeente en de
ontwikkeling daarvan op basis van de cijfers van de Provincie. Indiener geeft aan dat
gezinsverdunning in gemeente Leeuwarderadeel minder voorkomt dan elders, waardoor er
minder behoefte zal zijn aan woningen. Kortom, indiener vindt dat de huidige
woningvoorraad voldoende lijkt voor de eigen bevolking, waarbij in de toekomst de behoefte
aan woningen af zal nemen. De waarde van de woningen komt onder druk.
d. Indiener geeft aan dat senioren in de nabijheid van het centrum zouden willen wonen en dat
er een potentiele vraag is naar seniorenwoningen. Inbreidingslocaties zouden bij voorkeur
voor seniorenwoningen moeten worden ingezet.
e. Indiener gaat in op de Ladder van Duurzame verstedelijking, dat er al een aantal
bestemmingsplannen is gesneuveld op dit onderwerp.
f. Indiener geeft aan dat een bepaalde passage in de Woonvisie discriminerend over kan
komen, namelijk dat er gestreefd wordt naar een geschikte woning voor iedereen, ook voor
doelgroepen zoals ouderen, mensen met een beperking.
Reactie
a. Het Woningbehoefteonderzoek is opgesteld door Companen, een bedrijf dat gespecialiseerd
is in adviezen voor (ontwikkelingen op de woningmarkt. Er is bij de gemeente geen reden
de kwaliteit van het onderzoek in twijfel te trekken. Het klopt dat er verschillende bronnen
genoemd worden met betrekking tot de aangehaalde cijfers, dat verklaart dat de cijfers niet
overeenkomen. Immers, iedere bron hanteert zijn eigen uitgangspunten.