Artikel 24 Voorstel Artikel 24 Begroting 1. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting, alsmede een meerjarenraming voor drie aaneengesloten jaren, acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten. De ontwerpbegroting bevat een raming van de door de colleges verschuldigde bijdrage. 2. Het dienstjaar valt samen met het begrotingsjaar. 3. De ontwerpbegroting wordt door de zorg van deelnemende gemeenten en de provincie voor een ieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. 4. De raden van de deelnemende gemeenten en provinciale staten kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. 5. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast, uiterlijk 15 juli in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient. 6. Het dagelijks bestuur zendt de vastgestelde begroting zo nodig toe aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten, die ter zake bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hun zienswijze naar voren kunnen brengen. 7. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 8. De deelnemers betalen bij wijze van voorschot jaarlijks voor 1 april en voor 1 oktober telkens de helft van de verschuldigde bijdrage. 9. Het bepaalde in het eerste, derde en vijfde lid is niet van toepassing op de volgende categorieen van begrotingswijzigingen: a. die verband houden met aanpassingen van de ramingen in verband met loon- en prijsstijgingen; b. die betrekking hebben op overboekingen van kredieten van een object naar een of meer andere, dan wel nieuwe objecten; c. die betrekking hebben op nieuwe investeringen c.q. lasten daarvan, voor zover de post "onvoorzien" daartoe nog de ruimte biedt; d. die betrekking hebben op overige lasten, voor zover de post "onvoorzien" daartoe nog de ruimte biedt; e. die betrekking hebben op bijdragen van derden dan wel andere baten. 10. Begrotingswijzigingen worden door het dagelijks bestuur toegezonden aan de colleges indien en voor zover een wijziging van invloed is op de bijdrage. Huidige tekst Artikel 31: Begroting 1. De begroting gaat vergezeld van een verslag van werkzaamheden over het afgelopen jaar en een overzicht van activiteiten voor het komende jaar. 2. Het dienstjaar valt samen met het kalenderjaar. 3. In de begroting wordt op basis van de verdeelsleutel van art. 30 aangegeven de naar raming door de provincie en de gemeente verschuldigde bijdrage. 35

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2016 | | pagina 122