Artikel 30
1.
2.
3.
Voorstel
Artikel 30 Uittreding
1. Uittreding uit de regeling is mogelijk per 1 januari van enig jaar, na een periode van vijf jaren
nadat het besluit tot toetreding in werking is getreden en vervolgens telkens om de vijf jaren.
Daarbij wordt een opzegtermijn van ten minste een jaar in acht genomen.
2. Het voornemen tot uittreding wordt door het betreffende college bij aangetekende kennisgeving
aan het algemeen bestuur meegedeeld.
3. Na ontvangst van de in het tweede lid vermelde kennisgeving wordt door het dagelijks bestuur
een in overleg met de uittredende deelnemer aan te wijzen onafhankelijke derde opdracht
verleend een uittredingsplan op te stellen.
4. Op grand van het in het derde lid opgestelde plan besluit het college dat een kennisgeving als
bedoeld in het tweede lid heeft gedaan of daadwerkelijk tot uittreding wordt overgegaan.
5. Wanneer het betreffende college, na daartoe verkregen toestemming van de raad of provinciale
staten, besluit uit te treden, stelt het algemeen bestuur het uittredingsplan vast. De in het plan
omschreven financiele verplichtingen zijn voor de uittredende deelnemer bindend.
6. De kosten van het opstellen van het uittredingsplan komen voor rekening van de deelnemer die
het voornemen heeft om uit te treden.
Huidiee tekst
Artikel 34: Toetreding, uittreding
4. Uittreding van de provincie of van een of meer gemeenten uit deze regeling kan siechts
geschieden met ingang van 1 januari 1992 en vervolgens telkens om de vijf jaren, mits het
desbetreffende besluit tenminste een jaar tevoren aan het algemeen bestuur toegezonden is.
5. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van uitreding, zoals het aandee! van de uittredende
provincie/gemeente in de financiele verplichtingen van "De Marrekrite". De duur van deze
verplichtingen bedraagt ten hoogste 5 jaren.
transponeringstabel
nieuw
art. 30
oud
art. 34
type wijziging
ongewijzigd
nieuwe bepaling
redactioneel
X
van rechtswege
inhoudelijk
X
toelichting:
In de huidige regeling zijn toe- en uittreding in een artikel ondergebracht. In het voorstel zijn deze
onderwerpen gesplitst.
42