2. Algemene kenmerken reserves en voorzieningen Bij reserves en voorzieningen gaat het om het beschikbaar hebben van middelen voor uitgaven in de toekomst. De uitgaven kunnen een vrijwillig (reserves) of een verplicht karakter hebben (voorzie ningen.) De regelgeving en het beleid voor reserves en voorzieningen is gericht op een zo goed mogelijke ondersteuning van een evenwichtige ontwikkeling van de financiele positie van de gemeente. De reserves en voorzieningen kunnen de volgende functies vervullen: Bufferfunctie; voor het opvangen van onverwachte tegenvallers. Bestedingsfunctie; de reserve wordt ingezet als dekkingsmiddel voor exploitatielasten, investering of kapitaalslasten. Egalisatiefunctie; voor afvlakking van pieken en dalen in de begroting. De term 'schommelfonds' wordt hier ook wel gebezigd. Begripsbepaling reserves Reserves vormen het eigen vermogen en zijn vrij te besteden. Voor zover het vermogen geen bestemming heeft gekregen, is er sprake van de algemene reserve. Dit is de belangrijkste component van het weerstandsvermogen. Het deel van het vermogen dat een bestemming heeft gekregen maakt onderdeel uit van de bestemmingsreserves. De algemene kenmerken van reserves zijn: Reserves staan aan de passivazijde van de balans en maken deel uit van de eigen vermogenspositie van de gemeente. Reserves worden uitsluitend gevormd en aangewend in het kader van de resultaatbestemming. De gemeenteraad kan vrij beschikken over de reserves en de bestemming bepalen. Voor de vorming en besteding van reserves is een financiele onderbouwing gewenst, maar niet verplicht. Een reserve kan ook gebruikt worden voor de egalisering van tarieven. In de laatste notitie van de commissie BBV over rioolheffing staat de aanbeveling om exploitatieoverschotten in een bestemmingsreserve te laten vloeien. Begripsbepaling voorzieningen Voorzieningen zijn onvermijdelijke verplichtingen, welke zijn ontstaan in het heden of het verleden. Het is, vanwege die onvermijdelijkheid, ook geen keus om een voorziening te vormen. Dit betekent dat de voorzieningen alleen ingezet worden voor het doel waarvoor zij zijn ingesteld. Omdat voorzieningen niet vrij besteedbaar zijn, worden ze tot het vreemd vermogen gerekend. De algemene kenmerken van voorzieningen zijn: Voorzieningen staan aan de passivazijde van de balans en maken onderdeel uit van het vreemd vermogen. Voorzieningen worden gevormd door stortingen vanuit de exploitatie. Een voorziening is niet vrij besteedbaar, maar is slechts inzetbaar voor het bestemde doel. Voorzieningen moeten financieel onderbouwd zijn. 4

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2016 | | pagina 36