Samengevat in een tabel: Belangrijkste verschillen Reserve Voorzieningen Vermogenspositie Eigen vermogen Vreemd vermogen Vorming Resultaatbestemming Exploitatie Bestemming Voor raad vrij besteedbaar Alleen inzetbaar voor het desbetreffende doel Financiele onderbouwing Gewenst, maar niet verplicht Verplicht 3. Algemeen kader reserves en voorzieningen De wettelijke kaders voor de reserves en voorzieningen zijn vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Het BBV bevat afzonderlijke bepalingen voor reserves en voorzieningen. Zolang de raad de bestemming van geoormerkt geld kan veranderen, is er sprake van een (bestemmings)reserve. Zodra dit niet meer kan, is sprake van een voorziening. Dit betekent dat ook nog niet bestede, voor een specifiek doel ontvangen middelen van derden, die niet behoren tot de Europese en Nederlandse overheidslichamen, tot de voorzieningen behoren. Voorschotten die ontvangen zijn van Europese en Nederlandse overheidslichamen voor uitkeringen met een specifiek doel moeten op de balans worden opgenomen onder overlopende passiva. Kaders reserves De reserves hebben voor de gemeente verschillende functies. Alleen de raad kan beslissen over het instellen c.q. opheffen van een reserve en het storten c.q. onttrekken aan reserves. Negatieve reserves passen per definitie niet bij de spaarfunctie van reserves en verliezen daarmee hun doel. Indien een reserve uitgeput raakt, moet tijdig een voorstel worden ingediend bij de raad om te besluiten tot een extra storting, dan wel tot bijstelling van het beoogde doel of een andere wijze van dekking. Vanwege de doelmatigheid en transparantie verdient het aanbeveling het aantal reserves zo beperkt mogelijk te houden. Om hierin onszelf een beperking op te leggen zou bijvoorbeeld gewerkt kunnen worden met een minimale (beoogde) omvang van een reserve. De bestemming van een reserve kan alleen door de raad worden gewijzigd. Bij de instelling van een bestemmingsreserve is het belangrijk dat er een duidelijke doelstelling is met een goede onderbouwing van het bedrag en de besteding hiervan. Een bestemmingsreserve blijft alleen bestaan zolang het doel bestaat. Indien het doel vervalt, dan wordt de reserve toegevoegd aan de algemene reserve. Voorgesteld besluit nr. 1: a. De raad besluit expliciet over het instellen, opheffen en aanwenden van een reserve; b. Een reserve heeft een minimale (beoogde) omvang van 1 promille van de begroting, i.e. 22.000. Wordt hiervan afgeweken dan is een onderbouwde motivering nodig als onderdeel van het besluit van de raad. 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2016 | | pagina 37