8. De deelnemers betalen bij wijze van voorschot jaarlijks voor 1 april en voor 1 oktober
telkens de helft van de verschuldigde bijdrage.
9. Het bepaalde in het eerste, derde en vijfde lid is niet van toepassing op de volgende
categorieen van begrotingswijzigingen:
a. die verband houden met aanpassingen van de ramingen in verband met loon- en
prijsstijgingen;
b. die betrekking hebben op overboekingen van kredieten van een object naar een of
meer andere, dan wel nieuwe objecten;
c. die betrekking hebben op nieuwe investeringen c.q. lasten daarvan, voor zover de
post "onvoorzien" daartoe nog de ruimte biedt;
d. die betrekking hebben op overige lasten, voor zover de post "onvoorzien" daartoe
nog de ruimte biedt;
e. die betrekking hebben op bijdragen van derden dan wel andere baten.
10. Begrotingswijzigingen worden door het dagelijks bestuur toegezonden aan de colleges,
indien en voor zover een wijziging van invloed is op de bijdrage.
Artikel 25 Jaarrekening en Jaarverslag
1. Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening en het jaarverslag vast uiterlijk 1 juli in het
jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft.
2. Verrekening van het verschil tussen de begrote bijdrage en de werkelijk verschuldigde
bijdrage vindt plaats binnen twee maanden na vaststelling van de rekening.
3. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch in
ieder geval voor 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening
betrekking heeft, aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
4. De jaarrekening en het jaarverslag worden ter kennisname aan de colleges,
gemeenteraden en provinciale staten gezonden.
Artikel 26 De administratie en de controle
1. Het algemeen bestuur stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiele beleid,
alsmede voor het financiele beheer en voor de inrichting van de financiele organisatie
vast. De verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en
controle wordt voldaan.
2. Het algemeen bestuur stelt bij verordening regels vast voor de controle op het financieel
beheer en op de inrichting van de financiele organisatie. De verordening waarborgt dat
de rechtmatigheid van het financiele beheer en van de inrichting van de financiele
organisatie wordt getoetst.
3. Het algemeen bestuur wijst een accountant aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met de controle van de jaarrekening en het
daarbij verstrekken van een controleverklaring en het daarbij uitbrengen van een verslag
van de bevindingen. Artikel 217, derde tot en met vijfde lid, van de Provinciewet is van
overeenkomstige toepassing.
11
WMZIGING GR MARREKRITE, VERS1E 3.0
7 maart 2016