Artikel 27 Tegemoetkoming in de kosten en vergoeding van werkzaamheden
1. De leden van het bestuur kunnen een tegemoetkoming in de kosten en, voor zover zij
niet de functie van burgemeester, commissaris van de Koning, wethouder of
gedeputeerde vervulien, een vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen. Deze
tegemoetkoming en vergoeding wordt, met inachtneming van het in de wet bepaalde,
door het algemeen bestuur vastgesteld.
2. De ieden van commissies van advies die geen burgemeester, commissaris van de Koning,
wethouder, gedeputeerde of lid van de gemeenteraad of provinciale staten zijn, kunnen
een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie ontvangen. De
vergoeding wordt, met inachtneming van het in de wet bepaalde, bij verordening door
het algemeen bestuur vastgesteld.
Hoofdstuk 6 Archiefbescheiden
Artikel 28 Archief
1. Het dagelijks bestuur is belast met de zorg voor de archiefbescheiden van de organen
van De Marrekrite, overeenkomstig een door het algemeen bestuur, met inachtneming
van artikel 40 van de Archiefwet 1995, vast te stellen Archiefverordening. Deze
verordening moet aan gedeputeerde staten worden meegedeeld.
2. Bij opheffing van de gemeenschappelijke regeling wordt ten aanzien van de
archiefbescheiden een voorziening getroffen, overeenkomstig artikel 4, eerste lid, van de
Archiefwet 1995.
3. De archiefbewaarplaats, voor de bewaring van de op grond van artikel 12, eerste lid en
artikel 13 van de Archiefwet 1995 overte brengen archiefbescheiden, is de provinciale
archiefbewaarplaats.
4. De directeur is belast met het beheer van de archiefbescheiden, voor zover deze
archiefbescheiden niet zijn overgebracht naarde archiefbewaarplaats.
Hoofdstuk 7Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
Artikel 29 Toetreding
1. Een bestuursorgaan dat wenst toe te treden, dient hiertoe een verzoek in bij het
algemeen bestuur.
2. Toetreding kan geschieden nadat de colleges hiertoe eensluidend hebben besloten.
3. De toetreding gaat in op de eerste dag van het kaienderjaar volgende op het jaar waarin
het in het tweede lid bedoelde besluit in working is getreden. Het algemeen bestuur kan
in afwijking van de vorige volzin een andere termijn voor toetreding vaststellen.
4. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen omtrent de toetreding.
Artikel 30 Uittreding
1. Uittreding uit de regeling is mogelijk per 1 januari van enig jaar, na een periode van vijf
jaren nadat het besluit tot toetreding in werking is getreden en vervolgens telkens om de
vijf jaren. Daarbij wordt een opzegtermijn van ten minste een jaar in acht genomen.
12
WIJZIGING GR MARREKR1TE, VERSIE 3.0
7 maart 2016