2
dan wel van degene die ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of
boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft
verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de
openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of
diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij
niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond heeft.
Artikel 4 Grondslag en maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar de maatstaven opgenomen in de bij deze verordening behorende
tarieventabel.
Artikel 5 Vrijstellingen
1De belasting wordt niet geheven voor:
a. voorwerpen, werken of inrichtingen die aan de gemeente toebehoren of bij haar in gebruik zijn;
b. voorwerpen of werken, welke door of vanwege het Rijk, de provincie en waterschap voor de
uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, zijn aangebracht of geplaatst;
c. voorwerpen of werken, welke in een uitsluitend algemeen belang voorzien, of welke uitsluitend
worden gebezigd voor goede doelen;
d. voorzieningen, aangebracht ten behoeve van mindervaliden voor zolang het gebruik door de
aanvrager duurt.
e. evenementen van buurt- en wijkverenigingen.
2. In afstemming met de betreffende portefeuillehouder van het college, is de heffingsambtenaar
bevoegd om voor een of meerdere jaren een vrijstelling van 25 of 50% op de reguliere tarieven
toe te passen, wanneer in een bijzondere situatie de vergunninghouder aantoonbaar minder
profijt van zijn vergunning heeft dan normaal gesproken mag worden verwacht.
Artikel 6 Tarieven
1De belasting wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende
tarieventabel, met inachtneming van het bepaalde in het tweede tot en met het vierde lid.
2. Bij het hebben van voorwerpen op of boven openbare gemeentegrond wordt de oppervlakte
bepaald op die, welke door de voorwerpen wordt overdekt.
3. Bij het hebben van voorwerpen onder openbare gemeentegrond wordt de oppervlakte bepaald
op die uitgaande van een horizontale projectie van de voorwerpen.
4. Bij het plaatsen of uithangen van letterreclame, wordt de ruimte tussen de letters mede geacht
in gebruik te zijn genomen.
Artikel 7 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het tijdvak als bedoeld in de bij deze verordening behorende
tarieventabel.
Artikel 8 Wijze van heffing
De precariobelasting waarvoor een jaartarief geldt, wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
1De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de
belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, bij de aanvang van de belasting
plicht.