174 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 14 November 1867. ningen voor bet kapitaal, dat volgens het amendement gevorderd zou worden, zal kunnen worden claargestcld en dat na die daar stelling de aanvraag tot het maken van de brug onmiddellijk zal volgen. Nu komt het hem voor dat al die woningen niet dade lijk zullen worden betrokken, omdat de ondernemers, naar hij vernomen heeft, bet voornemen hebben nog al vrij groote wo ningen te stichten, waarvan de huurprijs, voor den gewonen ar beider, alligt te hoog komt, een huur van 24 a 28 stuivers is voor den werkman in den regel te hoog. Het gevolg daarvan zou kunnen zijn dat de overige woningen zeer lang op hare daarstelling konden doen wachten. Inderdaad hij acht dc ge meente door het voorstel te zeer gebonden, en het is daarom dat hij zich niet met het punt 2o zal verecnigen. De heer Jongsma kan zich met het voorgedragen amendement wel vereenigen, aanvankelijk kwam hem dc helft te hoog voor en had hij het voornemen om voor te Stellen. Doch nu zijn er door de heeren Bruinsma en Gorter bezwaren geopperd om trent de uitvoering van de eventueele verbindtenis en de gevolgen daarvan voor de gemeente. Hij zal ook de eerste zijn om te waken voor hetgeen men cene eerlijke uitvoering kan noemen, doch naar zijne mecning zijn die bezwaren als zeer prematuur aan te merken omdat de spijker, waaraan ora zoo te spreken de gansche zaak hangt, de bepaling is dat de Raad tevens, ingevolge 't voorstel der Commissie aan deze zaak medewerking wil vcrleenen onder later te bepalen vooricaardeji." De heer Wiersaia kan zich met het 2e lid der conclusie zeer wei vereenigen ofschoon hij in beginsel geen voorstander is van een brug in dien omtrek, doch het plan van de Gebr. Romein verandert zijne openie in dat opzigt geheel en het is hem aan genaam dat hij hier ziet ontwikkelen de particuliere industrie die hij altijd op het oog heeft gehad, die in de behoefte aan ar beiders woningen had te voorzien. De ervaring toch heeft het geleerd hoe moeijelijk het valt voor den arbeidersstand geschikte woningen tc verkrijgen; tic huurprijzen toch zijn hoog en de be staande behoefte blijkt daaruit dat nieuw gebouwde woningen airede zijn betrokken alvorens ze naar behooren voltooid zijn. Wan neer nu een particulier met een plan voor den dag komt, 't welk ten doel heeft niet alleen om een deel der gemeente te versieren maar vooral om te gemoet tc komen aan eene bestaande behoefte, dan behoort de llaad tot de verwezenlijking van dat plan mede te werken. Bovendien het daarvoor gekozen terrein is geschikt te achten. In het zuidelijk deel der gemeente ja is nu terrein beschikbaar om woningen te stichten, maar Spr. gelooft dat dit een soort van gebouwen zal worden wegens te hooge huurprijzen ongeschikt voor den arbeider. Spr. stemt loe dat ook aan de zuidzijde der stad arbeiderswoningen noodig zijn, doch dan zou men daarvoor in de geheele stad gelegenheid moeten zoeken. Zijns inziens is hei geschikter zulke woningen buitenaf tc stich ten omdat ze in den regel van minder gehalte dan wel andere woningen kunnen zijn. Waarlijk er is veel goeds in het plan van de vaakgenoemde ondernemers en daarom zal Spr. zich er voor verklaren, zoomede voor de daarstelling eener brug ter be doelde plaatse. Daardoor zullen dan wel niet. alle adressanten bevredigd worden, maar een groot deel daarvan zal cr toeh wel door worden gebaat. Mede kan hij instemmen om het aan le wijzen waarborg-kapitaal in stede van op de helft op het een vierde te stellen. Wanneer een vierde deel der woningen gesticht is dan zal het niet ongemakkelijk vallen om voor de verdere uitvoering geld bij de maatschappij van grondcrediet te bekomen, 'men verlieze daarbij ook niet uit het oog de waarde van den grond waarop de stichting plaats vindt. Zijns inziens bestaan er voor den Raad geene vedenen die een afdoend bezwaar aan het voorgesteld besluit in den weg leggen, mogten er al mindere kleine voorwerpen van den kant der gemeente vereischt worden, welnu de Commissie heeft wijsselijk voorgesteld om de nadere voorwaarden later te regelen. De heer Rengers geeft met betrekking tot het amendement van den heer Attema te kennen, dat dc Commissie wel ecnigzins de bezwaren door den heer Bruinsma aangeroerd, heeft gedeeld en dat zij daarom van oordeel was de helft te moeten voorstellen, doch men vergete niet, zoo als ook bereids is opgemerkt, da t het lerrein waarop gebouwd zal worden reeds aanwezig is, het geen toch ook een deel van het kapitaal der onderming uit maakt; maar bovendien, men heeft plan tot het bouwen van 140 woningen, die naar een matige berekening door elkander elk 600 zullen kosten; daartoe zou dus benoodigd zijn een kapitaal van ƒ84000; nu komt het Spr. dan ook voor dat de helft wel wat veel gevorderd is vooral wanneer in aanmerking wordt ge nomen dat dc definitieve ondersteuning van den Raad nog afhan kelijk wordt gesteld van nadere te bepalen voorwaarden. Neemt men '/4 of ƒ21000 dan zal men reeds zekerheid hebben voor den aanbouw van 35 woningen hetgeen, naar Sprs. oordeel ge noegzame waarborg voor de geheele latere uitvoering der plan nen oplevert. De heer Bruinsma, met verlof der vergadering voor de 3e maal het woord voerende, wenscht den heer Jongsma nog beknop- telijk te beantwoorden. De Raad zal, wanneer de ondernemers het gevorderd bewijs hebben geleverd, gehouden zijn de brug te doen daarstellen en daarmede zal weder een groote finantieele last op de gemeente worden gelegd. Nu zegge rnen, ja maar be houdens nader vast te stellen voorwaarden; goed, maar het staat intusschen vast dat de gemeente die brug moet leggen, het ter rein bestraten en een huis amoveren, in één woord, de gemeente zal tot de uitvoering moeten overgaan. Maar nu wenscht Spr. te wijzen op het aanbod van Weslerhuis gedaan, waarbij hij tevens verklaart voor dat aanbod niet langer dan drie maanden in te staan; die drie maanden zijn intusschen verloopen en, neemt de Raad het voorstel der Commissie nu aan, dan zou het kun nen zijn dat Westerhuis andere voorwaarden zou willen bedingen. De heer Rengers maakt den heer Bruinsma indachtig dat Westerhuis bij later geschrifte heeft verklaard zijn aanbod ten allen tijde gestand te willen doen. De Voorzitter deelt hierop de inhoud van dat nader schrij den mede.Het voren bedoeld amendement van den heer Atte ma wordt alsnu ic rondvraag gebragt cn met 15 tegen 5 stem men (die van de heeren Bruinsma, Gorter, Suringar, Hommes en de With) aangenomen. De heer Suringar zegt met bevreemding te hebben opgemerkt dat men de waarde van 's Raails besluit, waarbij tot de herstel ling der gemeenschap werd besloten, tracht te verkleinen door te wijzen op de omstandigheid, dat het een uitvloeisel is van een motie van orde. Men schroomt niet, dat besluit te noemen on doordacht en niet rijpelijk overwogen. Daartegen tnoet hij opko men. Reeds in de eerste zittting werden daarover uitvoerige discussien gevoerd, en voor 't geval deze al niet doordacht ge noeg mogten zijn geweest bleef er waarlijk, gedurende het lange tijdverloop dat er plaats vond, ruimte van tijd le over, om daar over, dieper na tc deukenmaar zoowél bij de behandeling van het voorstel om in de onafgebroken gemeenschap door middel van een pontvecr te voorzien, als bij dc afwijzing van een plan tot het aanleggen van een voet- en kruipad, is het voldoende gebleken, dat de meerderheid van den raad niet was teruggeko men van haie meeming en vasthield aan het aangenomen beginsel. Ofschoon Spr. overigens het gebrek aan arbeiderswoningen in deze gemeente wel wat sterk gekleurd acht en hij wel meent te weten, er op de Oldegalilëen zelve nog wel eenige woningen ledig staan, erkent hij gaarne, dat er behoefte bestaat a'an ruime, gezonde en goed ingtrigte woningen voor dien stand, en juicht hij het plan van de hh. Romein, op zich zelve beschouwd, toe. Ilij acht echter de kans, om In dat plan wel en spoedig genoeg te slagen te gering, om daarvoor een besluit onuitgevoerd te later., dut, naar zijn oordeel, op wèl doordachte gronden van billijkheid GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 14 November 1867. 175 genomen i9. Zullen de woningen gebouwd worden zoé als men zich dit voorstelt, dan komen ze den daglooner te hoog in huur prijs, tenzij men eene verceniging of instelling van liefdadigheid wist te belezen, om zulke woningen tc laten bouwen en tegen geringe prijzen te verhuren. Stond zéédanig aanbod naast het voorstel van dc hh. Romein, waarbij nu alleen het terrein wordt aangeboden, men zou cene groote schrede verder zijn. Zonder dat wenscht hij een ander plan, dat in beginsel bij den Raad is aangenomen cn sedert zoolang op uitvoering wacht, niet ver drongen tc zien. Hij zal daarom zijne stem aan het aanhangige punt van conclusie niet kunnen geven. Het 2e lid van dc conclusie wordt alsnu, als voren geamen deerd, in rondvraag gebragt en aangenomen met 12 tegen 8 stemmen (die van dc heeren Bruinsma, Gorter, Suringar, Hommes, de With, Westenberg, Duparc en Buma). Dc Voorzitter brengt nu in behandeling het 3c lid der conclusie. Dc heer Wiersiua geeft in bedenking of dit punt nu wel in behandeling dient genomen tc worden en of het niet verkieslijker is om den bij het zooevcn genomen besluit gestelden termijn van lo April 1868 af te wachten en tc zien hoe Gebrs. Romein hunne verpligtingcn nakomen. Het naderend saisoen is niet geschikt om met bouwen aan te vangen. liet komt hem dus beter voor om dc verdere behandeling der zaak uit te stellen dan te beslissen aangaande een geval dat te pas zal komen wan neer een ander geval zal komen te bestaan. De heer Atteina stelt daarop voor deze motie „Inmiddels aan te houden de voorstellen van B. en W," als 2e lid van het heden genomen besluit. - Na ondersteund te zijn is deze motie eenstemmig aangenomen. Tengevolge nu van een en ander is besloten lo. Met intrekking, voor zoover noodig van 's llaads besluit van 26 Julij 1866, aan dc Gebr. Romein en P. H. Westerhuis, naar aanleiding van de respectievelijk door hen bij adressen dd. 12 en23 Febr. 1867 gedane aanbiedingen, mede te deelen dat de Raad, met belangstelling kennis genomen hebbende van het plan van eerstgenoemde adressanten, niet ongenegen is om, be houdens later te bepalen voorwaarden, door het stichten van een brug en door de amotie van eene aan de gemeente toebehoorende wo ning op Oldegalilëen, tot de uitvoering van dat plan mede te werken, mits véor lo April 1868 voldoende zekerheid voor de uitvoering van dat plan aan den Raad zal zijn verschaft, door het overleggen van de bewijzen dat het een vierde van het kapi taal tot den geheelen aanbouw benoodigd, door adressanten is bijeengebragt. 2o. Inmiddels aantehouden de voorstellen van B. en W. 4. De Voorzitter het noodig keurende dat de deuren tot het houden eener beslotene vergadering voor een oogenblik wor den gesloten, is daartoe overgegaan en de openbare vergadering mitsdien tijdelijk opgeheven. Na het eindigen dier zitting is de openbare vergadering heropend en voortgezet. 5. Aan de orde is de behandeling van het rapport der Com missie aan welke is opgedragen het onderzoek van de rekening en verantwoording der ontvangsten en uitgaven van de dienst doende schutterij, dienst 1866. De heer Tigler Wjjbrandi geeft tc kennen dat hij ontwaard heeft dat deze rekening met een voordeclig saldo sluit en stelt er prijs op dat men aan den schuttersraad raededecling doet dit voor het vervolg dient vermeden te worden. De Voorzitter zegt dat de gemaakte opmerking juist is, maar dat dit batig saldo zijn aanwezen heeft te dankcu aan de om standigheid dat in de voorgaande rekening een erreur was inge slopen van daar deze excepte over dit dienstjaar. Dc heer Tigler Wjjbrandi zegt van die omstandigheid niets in het rapport der Commissie aangetroffen te hebben. De heer Oosterhoff, lid der Commissie, zegt dat dc reden Bijvoegsel tot de Provinciale Fiuesclte Courant. waarom het rapport deswege geer.e vermelding maakt, gelegen is in de omstandigheid dat de begeleidende missive van den schuttersraad daaromtrent dc noodige aanwijzing bevatte en de mededeeling tevens dat men zoodanig saldo voor 't vervolg zou voorkomen, uit dien hoofde rekende de Commissie te dien opzigte het stil zwijgen te kunnen bewaren. Dc Vergadering zich voorts verecnigende met het voorstel der Commissie, besluit dien overeenkomstig: de rekening en ver antwoording van den schuttersraad der dienstdoende schutterij tc Leeuwarden, over het dienstjaar 1866, goed te keuren in ont vang ten bedrage van ƒ3231.57 en in uitgaaf 317D39, alzoo met een saldo in kas van ƒ52,18 en hiervan op dc gebruikelijke wijze, onder dankbetuiging voor het gehouden beheer, den schut tersraad kennis te geven. Zullende aan dit besluit uitvoering véét de resumtie der notulen worden gegeven. 6. Aan de orde is de benoeming van een lid der Commissie van administratie der stads bank van leening alhier, ter vervulling van de vacature welke met lo Januarij e. k. in die Commissie zal ontstaan, tengevolge van de periodieke aftreding van den heer Mr. Horatius Albarda. Tot de stemming overgegaan zijnde blijkt dat daarbij met 15 van de 18 uitgebragte stemmen tot lid der gemelde Commissie is herkozen de heer Mr. Horatius Al barda, notaris alhier. Op dc heeren R. Bloembergen, Mr. Johs. van der Veen en Mr. F. de Haan waren de overige stemmen uit- gebragt. Uit te voeren voor dc resumtie der notulen. 7. Aan de orde is de benoeming van een voogd en eene voogdes van het nieuwe stads weeshuis alhier, ter vervulling van de vacatures welke met lo Jan. aanstaande in het bcstuii"* over gemelde inrigting zullen ontslaan, tengevolge van de gewone aftreding van den heer Mr. W. W. Kutsch als voogd, en van Mevrouw van Bienema gcb. Muiier, als voogdes. Tot de benoeming van een voogd overgegaan zijnde blijkt uit de gehouden stemming, dat van de 18 uitgebragte stemmen 17 zich vereenigd hadden op den heer mr. W. W. Kutsch, zoodat deze als voogd van gemeld gesticht is herkozen. Op den heer mr. II. J. Albarda was ééne stem uitgebragt. Uit de stemming gehouden ter benoeming eener voogdes, blijkt dat van de 19 uit gebragte stemmen zich 18 hadden vereenigd op Mevr. van Bie nema geb. Muiier, zoodat deze als voogdes is herbenoemd. Op Mevr. Tromp, geb. Slichtenbrée was ééne stem uitgebragt. Zul lende aan dit besluit mede voor de resumtie der notulen uit voering gegeven worden. 8. Aan de orde is de benoeming van eene hulponderwijzeres aan de burgerschool voor meisjes alhier, op eene jaarwedde van 450, zulks ter voorziening in de vacature ontstaan door het aan Ulrica Wiarda verleend eervol ontslag als zoodanig. Tot die benoeming overgegaan zijnde blijkt dat van de 19 uitge bragte stemmen 11 waren vereenigd op Tjitskc Braining, hulp- onderwijzeres alhier, die mitsdien dc volstrekte meerderheid van stemmen erlangd hebbende, tot de vervulling der gemelde be trekking is benoemd. De overige 8 stemmen waren uitgebragt op Gcziena Nijhoiï, mede hulpondcrwijzeres alhier. Uit te voeren véér de resumtie der notulen. 9. Voorstel van B. en "W. met betrekking tot den afstand van het regt van gebruik der linkerhelft van den Kavalleriestal door liet Rijk ten behoeve van de gemeente. Het voorstel des Voorzitters om dit voorstel, 't welk met de overige stukken ter visie van de leden heeft gelegen, onmiddellijk in behandeling te nemen, is eenstemmig aangenomen. Dc vergadering zich wijders met het voorstel vail B. en IV. verecnigende besluit buiten be raadslaging en stemming dienovereenkomstig B. cn W. te mag- tigen om voor en namens dc gemeente, aan te nemen den af stand door het Rijk ten haren behoeve te doen van het regt van gebruik der linkerhelft van den Kavalleriestal aan den Arends- tuin alhier, in voege als in de overgelegde ontwerp-overeenkomst 45

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1867 | | pagina 3