- 44. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 5 Maart 1868. deelen afzonderlijk zal behandelen. Met 13 tegen 4 stemmen (die van dc hecren Zeper, Bloembergen, Suringar en Oosterhoif.) beslist de vergadering iu ontkennenden zin. De Voorzitter brengt nu art. 5 in behandeling. De heer Bruinsma vraagt of het niet beter en meer in over eenstemming met art. 4 zal zijn, wanneer men in stede van het woord belast, opgedragen bezigt? De Voorzitter stelt hierop voor om de redactie der verschil lende artt. met elkander in overeenstemming te brengen en dit als punt van redactie aan B. en W. op te dragen. De heer Kengers merkt aan dat art. 5 een imperatief art. is en geheel op zich zelf slaat; daarom acht hij het niet noodig daarin wijziging aan te bnngen. De heer Bruinsma zegt dat hij daarmede vrede heeft, maar dat hij toch oordeelt dat het woord „tevens" zal moeten verval len. Daartoe wordt be9'loten. Art. 5 aldus geamendeerd wordt hierop eenstemmig aangeno men, en komt nu art. 6 in behandeling. De heer Attema stelt voor om, op grond van het vroeger be sprokene, in art. 6 te lezen in plaats van het woord beraamde, voorgenomene. Na ondersteund te zijn, wordt dit amendement buiten beraad slaging en rondvraag eenstemmig aangenomen, zoo;-.ede het in dier voege geamendeerd art. 6. Art. 7 is mede buiten discus sie en omvraag aangenomen en is daarna art. 8 in behandeling gebragt. De heer Attema wenscht naar aanleiding van dit artikel een enkel woord in 't midden te brengen. Ilij meent in den loop der discussie gehoord te hebben dat de gemeente-architect of in het geheel geene instructie heeft, of dat daarin althans geen be paald voorschrift is gegeven omtrent het geven van de van hem gevraagde advicsen in bouwzaken. Hij keert derhalve terug tot zijne primitieve opmerking dat wijziging dier instructie nood zakelijk is te achten in verband met dc verordening zoocven be handeld, waarbij die iustructie eigenaardig te pas moet komen. Hij zou die wijziging hebben voorgesteld, doch zal zich voor 't oogenblik bepalen tot de vraag aan B. en W., of het niet doel matig is .te achten dat dergelijke instructie tot stand komc, of, voor het geval deze reeds bestaat, dat daarin dc bewuste wijzi ging worde aangebragt. De Voorzitter geeft hierop le kennen dat die instructie wer kelijk bestaat, maar dat het hem op dezen oogenblik niet leven dig is, of en in hoever daarin wijziging, in verband met de zoo even behandelde verordening, moet worden aangebragt. Intus- schen zal hij dienaangaande het noodige onderzoek doen instellen. Art. 8 is daarop onveranderd aangenomen en daarna op ge lijke wijze de considerans van 't besluit. Daarna is de verordening in haar geheel in rondvraag gebragt en daarbij aangenomen met 15 tegen 2 stemmen (die der hceren Bloembergen en de Haan.) De aldus vastgestelde verordening luidt als volgt Dc Raad der gemeente Leeuwarden. Gehoord de voordragt van B. en W. tot het benoemen eener vaste commissie om het dagelijksch bestuur bij te staan in het beheer der takken van gemeentelijk bestuur, omschreven sub lit- leris g en f van art. 179 der gemeentewet. Gezien de artt. 54 alinea 2 en 3 en art. 55 dier wet. Besluit; lo. Er is cene vaste commissie, ten einde B. en W. bij te staan in het beheer der takken van gemeentelijk bestuur, omschre ven onder letters g en i van art. 179 der gemeentewet. Zij voert den naam van commissie van openbare werken. 2o. Vast te stellen de navolgende verordening, regelende den werkkring dier commissie. Art. 1. De commissie van openbare werken is zamengesteld uit een lid van het dagelijksch bestuur als Voorzitter en vier leden van den Raad. Dc Voorzitter heeft het regt van stemming. Art. 2. De vier leden worden jaarlijks in de maand September dooi den Raad benoemd, terwijl door B. en W. de Voorzitter wordt aangewezen. Bij ongesteldheid of afwezigheid van den Voorzitter, wordt hij door een ander lid van het dagelijksch bestuur vervangen. Art. 3. De commissie houdt maandelijks dóne vergadering en verder zoo mcnigmalcn als de meerderheid der leden of de Voorzitter het noodig acht. Geenc besluiten worden genomen zoo niet de grootste helft tegenwoordig is. Art. 4. Aan de commissie is opgedragen B. en VV. bij te staan: a. in het ontwerpen en vaststellen der plannen, en der voor waarden van aanbesteding, van alle openbare werken met de daarvoor benoodigde leverantien tot welker uitvoering, al3 buiten gewone werken, de Raad bij het vaststellen der begrooting heeft besloten b. het toezigt op de uitvoering daarvan. De bijstand der commissie kan door B. en W. worden ingeroepen: a. in het toezien op het beheer en onderhond van alle plaat selijke werken en eigendommen, naar aanleiding van art. 179 der gemeente-wet b. het ontwerpen en vaststellen der plannen en voorwaarden van aanbesteding van andere openbare werken bedoeld bij artikel 141 der gemeentewet. c. het ontwerpen der voorwaarden van verpachtingen, verhu ringen of op andere wijze in gebruik geven van gemeentelijke eigendommen d. in andere zaken van fabricage waarbij hare voorlichting dienstig kan zijn. Art. 5. De commissie is belast met het onderzoek der rekeningen van leveranciers, aannemers en werkbazen, voor zooverre tot boven omschreven werken betrekkelijk, die haar tot dat einde zullen worden toegezonden, en deelt den uitslag van dat onderzoek aan B. cn W. mede. Art. 6. De commissie houdt jaarlijks in dc maand Junij eene verga dering met B. en W. ten einde te beraadslagen over de nood zakelijkheid en doelmatigheid der voorgenomene openbare werken, zoomede over de verbeteringen die in de gemeente en aan have eigendommen behoorcu te worden aangebragt. Art. 7. De commissie is bevoegd om ten allen tijde aan B. en W. de vcrcischte voorstellen te doen omtrent alles wat tot haren boven omschreven werkkring behoort. Art. 8. De commissie kan zich, dit noodig achtende, door den gemeente- architect doen bijstaan en voorlichten. Genoemde ambtenaar woont tevens, daartoe uitgenoodigd de vergaderingen bij. 7. De Voorzitter stelt voor om, ter oorzake van het bereids vergevorderde uur, de behandeling \an de overige op den oproe pingsbrief vermelde punten tot later aan te houden en alsnu nog over te gaan tot de benoeming van leden van de bestaande vaste commissiën. Hiertoe wordt eenstemmig besloten. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 5 en 12 Maart 1868. 8. Overgegaan zijnde tot de benoeming van vier leden der commissie voor de gemeentelijke gasfabriek, is tengevolge van de plaatsgevonden stemmingen gebleken dat tot leden dier com missie zijn herbenoemd dc heeren J. J. Bruinsma A. Duparc, E. Attema en P. T. Plantenga. Zijnde voorts door den Voorzit ter medegedeeld dat de heer E. Bloembergen tot Voorzitter (le zer commissie door B. en VV. i3 aangewezen. 9. Overgegaan zijnde tot de benoeming van vier leden dei- commissie voor het stedelijk muzijkkorps, is uil dc gehouden stemmingen gebleken dat tot leden dier commissie zijn herbe noemd de heeren G. T. N. Suringar, K. Tigler Wijbrandi, rar. J. L. van Sloterdyck en mr. W. J. van Weideren narou Jien- gers. Zijnde tevens medegedeeld dat door B. en VV. tot Voor zitter dezer commissie is aangewezen de heer J. J. Bruinsma. 10. Overgegaan zijnde tot de benoeming van vijf leden der commissie uit deze vergadering belast inct liet ontwerpen van verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd, is uit de gehouden steramingeu gebleken dat tot leden dier commissie zijn herbenoemd de heeren mr. C. Wiersraa, D. Zeper, A. Duparc, mr. E. Jor.gsma eu mr. E. Attema. 11. Is ter tafel gebragt een voorstel van B. en W. aan gaande eene resolutie van hecreu Ged. Staten betrekkelijk den rente-standaard ten laste der pandgevers in de stads bank van leening. Ter visie, om in eene volgende vergadering in be handeling te worden genomen. 12. Alsboven, een voorstel van B. en W. nopens het nader inge diend adres door A. Hebbes wed. P. Vinken, houdende verzoek om met eene gratificatie te worden begiftigd. Ter visie, alsvoren. 13. Alsboven, een voorstel van B. en W. met betrekking tot een adres van J. L. OostcrhofF, houdende verzoek om wachtgeld over 1868. Ter visie, alsvoren. 14. Alsboven, een voorstel van B. en W. tot onderhandsche verpachting van een tweetal peroeelen grasgewas. Ter visie, alsvoren. 15. Alsboven, een voorstel van B. cn W. tot onderhandsche verhuring van de aan de gemeente toebehoorende huizinge letter I no. 36, aan P. W. Hngenbeimer. Ter visie, alsvoren. 16. De Voorzitter deelt mede dat door het plaats gehad hebbend overlijden van G. A. Leverland, weder eene vacature iu het personeel der lijkbezorgers bij de algemecne begraafplaats is ontstaan. Dientengevolge stelt hij namens B. en VV. voordat de Raad besluite te verklaren dat er noodzakelijkheid bestaat die opengevallen plaats weder te doen vervullen, waai toe buiten beraadslaging en stemming besloten wordt. 17. De Voorzitter brengt ter tafel een aan den Raad g«- rigt adres van eenige belanghebbenden, bevattende klagte om trent den slechten toestand van den straatweg van Leeuwarden naar dc Bontckoe, en ten slotte het verzoek om tot de verbete ring van dien weg te willen besluiten. Onder mededeeling van het een en ander ter zake betrekkelijk, stelt de Voorzitter voor dit adres ten line van afdoening, te stel len in handen van B. en W. Hiertoe wordt besloten. 18. Is ter tafel gebragt eene resolutie van heeren Ged. Staten, houdende toezending van het koninklijk besluit waarbij goedkeu ring wordt verleend dat aan den heer J. D. Simon, gedurende den duur van diens functie als gemeente-ontvanger, eene toelage wordt verstrekt van 200 's jaars. Aangenomen voor kennisgeving. 19. Dc Voorzitter doet mededeeling dat op den 29 Eebr. jl. heeft plaats gehad de verpachting van het grasgewas bij den verschwatervijver, op de gemeentelijke begraafplaats, aan de wal- Bijvoegsel tot de Provinciale Eriesciie Courant. 45 len en singels langs de buitengracht enz., waarvan 10 pcrceelen aan verschillende personen in pacht zijn gegund, gezamenlijk voor eene som van ƒ33 7, terwijl het 11e perceel, het grasgewas van af de Schaverneksbrug tot aan de Oldehoofsterwaterpoort is aan gehouden. Aangenomen voor notificatie. 20. Bij monde van den heer Snringar wordt namens dc be trokken commissie rapport uitgebragt omtrent eene aanvraag van de voogden van het nieuwe stads weeshuis, om 's Raads magti- ging te erlangen tot het doen van af- en overschrijvingen van cn op sommige artikelen der begrooting van die instelling dienst 1867. Ter visie, om in eene volgende vergadering in behandeling te worden genomen. 21. Bij monde van den heer Duparc wordt namens dc be trokken raadscommissie, rapport uitgebragt betrcffo nde het onder zoek van de rekening en verantwoording van dc commissie van toezigt over het stads werkhuis, over het dienstjaar 1867. Ter visie als voren. Dc Voorzitter sluit hierop de vergadering. VERSLAG van het verhandelde ter vergadering van den gemeenteraad van Leeuwarden gehouden op donderdag den 12 Maart 1868. Aanvankelijk 15 later 18 leden tegenwoordig. Afwezig de hecren Plantenga, de Haan en Verwijs. Voorzitter de heer D. Zeper die, na opening der vergadering op het daarvoor gestelde tijdstip mededeeling doet dat dc heeren Bloembergen en de Haan door ambtsbezigheden verhinderd worden de vergadering bij te wonen. 1. I* gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde wegens de op 5 Maart jl. gchoudene buitengewone vergadering. 2. Rapport van de betrokken raadscommissie aangaande het 071- derzoek van de rekening en verantwooi ding van de commissie van toezigt over het stads werkhuis over het dienstjaar 1867. De vergadering zich met dc conclusie van dit rapport verceni- gendc, besluit dienovereenkomstig lo. Voorschreven rekening goed te keuren. 2o. Der commissie van toezigt 's Raads dank te betuigen voor dc goede wijze, waarop ook in 1867 door haar beheer is gevoerd. Uit te voeren vóór de resumtie der notulen. 3. Rapport van de betrokken raadscommissie nopens ket on derzoek van de door voogden van het nieuwe stads weeshuis alhier aangevraagde magtiging tot het doen van af- en overschrijving van en op sommige posten der begrooting voor 1867 van gemeld gesticht. De vergadering zich met de conclusie van evenbedoeld rapport verecnigende, besluit dienovereenkomstig De gevraagde magtiging te verleenen in voege als deze in de missive van voogden is aangegeven. Uit te voeren vóór de re sumtie der notulen. 4. Voorstel van B. cn W. tot onderhandsche verhuring van het huis letter I no. 36, aan F. W. Ilagenbeimer De vergadering zich met de conclusie van dit voorstel verec nigende, besluit buiten beraadslaging en omvraag dienovereen komstig Voorbehoudens dc vereischte goedkeuring van heeren Ged. Staten van Friesland, met den 12 Mei 1868 voor den tijd van een jaar en alzoo tot den zelfden datum van hettjaar 1869, aan Philip Wilhelm Ilagenbeimer onderhands in huur af te staan de, aan de gemeente Leeuwarden toebehoorende huizinge op den hoek van den Eewal en de W'ortelhaven alhier, gekwoteerd lctter I no. 36, in de schrifturen van het kadaster bekend in die ge meente sectie A no. 548, tegen betaling eener som gerekend naar ƒ220 in het jaar en voorts onder daaraan te verbinden gewone voorwaarden. Uit tc voeren vóór de resumtie der notulen. 14

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1868 | | pagina 1