124 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 25 Junij 1868. In handen van de commissie ad hoc ten fine van onderzoek en rapport. 12. Is ter tafel gebragt en ten fine van berigt en raad in handen van B. en W. gesteld een adres van J. Dames wed. Vos- senberg, houdende verzoek om van wege de gemeente tegemoet koming te erlangen in de haar berokkende buitengewone scha.Ie aan de walbeschoeijing voorlangs hare huizinge. 13. Als boven, een adres van H. J. Popkes, pachter van de opbrengst van de ijzeren brug over de Potmarge, het verzoek be- vatteude om kwijtschelding van pacht, zoolang de vaart langs de zuidergracht gestremd zal zijn. 14. Is gelezen een adres van den kolonist H. van der Geest te Veenhuizen, het verzoek bevattende om op kosten der ge meente met zijn gezin naar herwaarts over te komen. Op voorstel van den Voorzitter besloten ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van den dag als zijnde gesteld op ongezegeld papier. 15. Is gelezen en ten fine van berigt en raad in handen van B. en W. gesteld een adres van de directie der sociëteit Amicitia, daarbij verzoekende om de jaarlijksche erfpachtsom ad 25 in ééns te mogen afkoopen enz. 16. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B. en W., in zake den aankoop van eene strook gronds nabij het spoor weg-station ten behoeve van de gemeente. Ter visie om in eene volgende vergadering te behandelen. 17. Als boven, tot amotie van de onlangs in het Zaailand en de Zuiderwalsteeg aangekochte woningen, door openbare ver koop op afbraak. Ter visie, om in eene volgende vergadering te behandelen. 18. Als boven, met betrekking tot een voorstel van heeren kerkvoogden der Ned. Ilerv. Gemeente alhier nopens den aan maak van regen waterbakken bij de Groote Kerk. Ter visie alsvoren. 19. Zijn ter tafel gebragt en ten fine van berigt, considera- tiën en advies in handen van B. en W. gesteld de bij heeren Ged. Staten ingekomen bezwaarschriften tegen aanslagen op het, den 6 Junij jl. door den Raad vastgesteld kohier der directe be lasting op het irkomen over 1867. 20. Is gelezen eene missive van de voogden der stads armen- kamer alhier, houdende indiening ecner suppletoire begrooting hunner administratie voor het dienstjaar 1867. Gesteld in handen van de commissie ad hoe, ten fine van on derzoek en rapport. 21. Is gelezen eene missive van heeren curatoren van het stedelijk gymnasium, houdende mededeeling var. de tijdstippen waarop de zoraer-examina en prijsuitdeeling van de leerlingen aan die inrigting zullen plaats vinden. Zijnde deze missive, waarvan mededeeling aan de ltaads-com- missie voor de examina zal geschieden, wijders voor notificatie aangenomen. 22. Is ter tafel gebragt en voor kennisgeving aangenomen een schrijven van den heer ror. T. van He tt inga Tromp, houdende berigt dat hij de h;m opgedragen betrekking van lid der com missie van toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs in deze gemeente aanneemt. 23. Is ter tafel gebragt en voor notificatie aangenomen eene resolutie van heeren Ged. Staten, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tl cl. 11 dezer, betrekkelijk den afstand van gemeente grond aan den heer R. II. S. ti. J. van Burmania baron Reugers alhier. 24. Bij monde van den heer de With wordt namens de be trokken ruads-commissie rapport uitgebragt nopens dc ter fine van onderzoek in hare handen gestelde rekening en verantwoor ding van het Stads Ziekenhuis over 1867. Ter visie om in de volgende vergadering te behandelen. 25. De heer van Sloterdijck vraagt van de vergadering ver lof om ten aanzien eener zaak, vreemd aan de orde van den dag, eene vraag tot het collcgie van dagelijksch bestuur te rigtcn. De vergadering dat verlof verleend hebbende, vervolgt de heer van Sloterdijck Ik wensch van B. en W. te ver nemen of er door of van wege het gemeentebestuur ook onder handelingen zijn of worden gevoerd omtrent den afstand van private regten aan de gemeente tengevolge van de voorgenomen demping van het vaarwater van af de Gasthuissteeg tot aan de Langepijp, onderhandelingen die noodig zijn te worden gevoerd tot regeling van regten en toestanden ter verkrijging van eene vrije beschikking over dat terrein, en voor zoo ver met die on derhandelingen raogt zijn aangevangen, hoe ver of men daarmee gevorderd is. Dc Voorzitter geeft hierop in antwoord tc kennen dat tot dusver geene onderhandelingen als bedoeld zijn aangeknooptdat men het hier bedoelde en op de begrooting voor 1868 gebragte werk gaarne zou wenschen uitgevoerd te zien, doch dat do vele bemoeijingen aan dc uitvoering van andere belangrijke gemeente werken verbonden, de voorgenomen demping tot dus ver ver traagden en oorzaak zullen zijn dat dit werk dit jaar waarschijn lijk onuitgevoerd zal moeten blijven. De Voorzitter sluit hierop de vergadering. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 9 Julij 18G8. 125 VERSLAG van het verhandelde ter Vergadering van den Gemeenteraad van Leeuwarden gehouden op Donderdag den 9 Julij 1868. Aanvankelijk 11, later 14 leden tegenwoordig. Afwezig de heeren Brunger, Plantenga, de Haan, de With, Westenberg en Attema. Voorzitter, de heer D. Zeper, die, na de vergadering op het daarvoor bepaalde tijdstip geopend te hebben, aan de vergadering mededeelt dat de heer Westenberg, door ambtsbezigheden buiten de gemeente verhinderd wordt deze vergadering bij te wonen dat de heer Brunger wegens eene geringe ongesteldheid en de heer Plantenga uit anderen hoofde mede belet worden tegen woordig te zijn. 1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde wegens het verhandelde ter vergadering van den 25 Junij jl. 2. Aan de orde is de behandeling van het rapport der commissie aan welke is opgedragen geworden het onderzoek der rekening en verantwoording van de ontvangsten en uitgaven ten behoeve van het Stads Ziekenhuis dienst 1867. De Voorzitter stelt voor de behandeling van dit rapport lot later aan te houden, aangezien twee van de elf nu tegenwoordige leden als leden der commissie van bestuur zich gedurende die behandeling zullen moeten verwijderen en de vergadering dien tengevolge niet genoegzaam voltallig zoude wezen om te kunnen handelen. Daartoe wordt eenstemmig besloten. 3. Aan de orde is de tweede stemming over 't voorstel des Voor- zittersom in behandeling te nemen het voorstel van B. en Wtot het verleenen van remissie van pacht aan den pachter van het markt- geld wegens het gebruik van de veemarktin verband met een daar omtrent nader ingekomen adres van dien pachter. De Voorzitter zegt den leden niet te behoeven herinneren dat omtrent zijn voorstelde dadelijke behandeling van het voorstel van B. en W. ten doel hebbende, de stemmen ter vorige verga ring staakten dat gezegd doel daarmede niet bereikt, zijnde, de tweede stemming overeenkomstig art. 50 der Gemeentewet mede als vervallen is te beschouwen en dat hij daarom voorstelt het voorstel van B. en W'. zooals het ter vergadering van 25 Junij jl. is aangebragtalsnu in behandeling tc nemen. De Vergadering daartoe overgaande en zich met gedacht voor stel vereenigende, besluit dienovereenkomstig Aan Gerhard Hcinrich Hillebrand pachter van de opbrengst van het marktgeld, wegens het gebruik van de veemarkt voor het vee 't welk in de gemeente Leeuwarden van 1 Jan. 1866 toten met 31 December 1868 ter markt is of nog zal worden gebragt, remissie van de bedongen pacht te verleenen. a. over 1866 tot een bedrag van 73.343, b. over 1867 ten bedrage van - 366.72. 4. Aan de orde is de behandeling van hel voorstel van B. en W betrekkelijk de bij heeren Ged. Staten ingediende bezwaarschriften tegen aanslagen op het kohier der directe belasting op het inkomen ten behoeve der gemeentedienst 1868. De Voorzitter het voor die behandeling noodig keurende dat de deuren, tot, het houden eener beslotene vergadering, voor een oogenblik worden gesloten, is daartoe overgegaan en de openbare vergadering tijdelijk opgeheven. Na het eindigen der beslotene vergadering is de openbare ver gadering heropend en voortgezet. 5. De vergadering door het binnenkomen van de heerei; Su- ringar en Wiersma genoegzaam voltallig zijnde gaat alsnu over tot de behandeling van het rapport der commissieaan welke is Bijvoegsel tot de Provinciale Eeiesche Courant. opgedragen geworden het onderzoek der rekening en verantwoording van de ontvangsten en uitgaven ten behoeve van het stads-ziekenhuis, dienst 1867. De Vergadering zich vereenigende met dc conclusie van dit rapport besluit dienovereenkomstig De rekening en verantwoording van de ontvangsten en uitga ven van het stads-ziekenhuis over 1867, goed te keuren en van het bewijs dier goedkeuring voorzien, aan de commissie van Be stuur over die inrigting terug te zenden, onder dankbetuiging aan de commissie voor het door haar naauwkeurig gevoerd beheer. Uit te voeren voor de resumtie der notulen. Wordt opgemerkt dat dc heeren 1). Zeper en J. J. Bruinsma, president en lid der commissie van bestuur over het stads ziekenhuis, zich tijdens de behandeling dezer zaak, uit de zaal hadden verwijderd en dat het voorzitterschap inmiddels is waar genomen door den heer Bloembergen. 6. Voorstel van B. en TV. aangaande een adres van F. JPuler, qq. houdende verzoek om eenigen gemeentegrond in eigendom te mo gen erlangenm verband met een later van dien adressant ontvan gen schrijven. De Vergadering zich vereenigende met de conclusie van voor meld voorstel, besluit dienovereenkomstig. Het door P. Pater alhier, namens (den heer W'. A. Scholten, suikerraffinadeur le Groningen bij adres van 27 Junij 1867 gedaan verzoek te beschouwen als te zijn ingetrokken. 7. Voorstel van B. en IV. nopens de voortvaar den door hel departement van binnenl. zaken te verbinden aan de overdragt van rijksterrein in de nabijheid van het spoorwegstation aan de ge meente. De Vergadering zich met dc conclusie van voorzegd voorstel vereenigende, besluit dienovereenkomstig B. en W. te magtigen om, namens den Raad aan den heer Minister van Binnenlandsche Zaken, in antwoord op Zr. Excel lenties missive van den 15 Mei 1868, 11de Afd. no. 213, te berigten, dat door de gemeente Leeuwarden worden aangeno men de voorwaarden in die missive vermeld, ter zake den af stand aan de gemeente door het Rijk van eene plek gronds, gelegen tusschen de stads Buitengracht en het stationsgebouw van den staatsspoorweg, mits zij het regt en de bevoegdheid be- houde om den weg bij de voorwaarde sub lo. bedoeld, hetzij geheel of gedeeltelijk, zooveel tc verbrceden als in verband met de uitvoering van 's llaads besluit, dat tusschen den nieuw aan te leggen stationsweg en het stationsgebouw een breed en ruim plein worde aangelegd, later zal blijken noodig te zijn. Uit te voeren voor de resumtie der notulen. 8. Aan de orde is de behandeling van het ter vorige vergade ring aangebragt voorstel van B. en W. met betrekking tot het nader adres van de aannemers der stichting van 't gebouw bestemd voor de rijks lioogere burgerschool, houdende verzoek om algeheels kwijtschel ding der door hen beloopen boete wegens te late oplevering van dat werk. De Vergadering zich vereenigende met het door B. en W. voor gestelde besluit dienovereenkomstig Aan W. A. van Bloemen te Marssura en G. J. Peterson te Berlikum, als beschikking op hun, niet gedateerd, doch den 15 April 1868 ontvangen adres, te kennen te geven, dat de Raad geene termen heeft gevonden, op het daarbij gedaan verzoek om algeheele kwijtschelding van de beloopen boete ter zake te late oplevering der door hen aangenomen stichting van het gebouw der rijks hoogere burgerschool in deze gemeente, gunstig te be schikken en dat verzoek derhalve wijst van de hand. Mede uit te voeren vóór de resumtie der notulen. 9. Voorstel van B. en JV. tot verkoop op afbraak van de dooi de gemeente in de Zuiderwalsteeg aangekochte panden. 34

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1868 | | pagina 1