136 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 23 Julij 1868. De Voorzitter zegt dat het in zijne bedoeling ligt bepaald het terrein aan te wijzen, want dat het ook mogelijk zou zijn dat men zou moeten onderheijen. De heer Wiersma brengt in 't midden dat de Architect te kennen heeft gegeven voor het bouwen van de bedoelde inrigting te kannen aanwijzen eeu terrein waar geene fundering noodig is, als zijnde oude grond. liet boven omschreven voorstel van den heer Duparc wordt daarop in rondvraag gebragt en verworpen met 10 tegen 8 st. (die van de hccren Bruinsma, Gorter, Wiersma, Oosterhoff, Plan ten ga, Westenberg, Duparc en Attema.) De Voorzitter wenscht nu het voorstel van 't collegie van dagelijksch bestuur in rondvraag te brengen. De heer Brunger wenscht eene kleine toevoeging aan dat voorstel, door de woorden „onder aanbod van het aanbod van de hoeren Menalda." De Voorzitter merkt op dat dit adres niet in het voorstel van B. en W. voorkomt, maar dat daarvan alleen sprake is bij de omschrijving van het betrekkelijk punt op den oproepingsbrief. Het le lid der conclusie van het voorstel wordt daarop uan- genomen met 15 tegen 3 stemmen, [die van dc heeren Gorter, Plantcnga en Attema], terwijl het 2e lid met algemeene stemmen is aangenomen, zoodat is besloten 10. B. en W. te magtigen tot de uitvoering van het werk der inrigting van 't gebouw, der zoogenaamde oude maucge en bijbehoorenden stal alhier tot lokaal \oor 't onderwijs in de gym nastiek over te gaan, overeenkomstig 't daarvoor door den ge meente-architect, bij schrijveu van den 20 Junij 1868, no. 92/1, aan de Raadscommissie voor de regeling van dat onderwijs in gezonden bestek, gewijzigd wat art. 3 der 3e afd. betreft, in den door de commissie bij hare aan B. en W. gerigte missive van den 26 Junij 1868, aangegeven zin. 2o. B. en W. uit te noodigen aan den Raad de uoodige voorstellen te doen tot aanwijzing der fondson waaruit de op 't sub lo. hiervoren bedoeld werk te vallen kosten zullen kunnen worden gehoed. l)e Voorzitter stelt nu voor om op het adres van de firma A. Menalda en Zonen eene afwijzende beschikking te nemen. Dienovereenkomstig wordt eenstemmig besloten. De lieer Westenberg stelt nu namens de commissie voor om den in deze vergadering benoemden tweeden onderwijzer in de gymnastiek, in functie te doen treden op 1 Oct. aanstaande. Hiertoe wordt eenstemmig besloten en voorts om aan dit be sluit vóór de resumtie der notulen uitvoering tc geven. 11. Op voorstel van den Voorzitter wordt eenstemmig be sloten, het voorstel van B. en W. dd. 27 Junij 1867, tot her stelling der vaocger bestaande kortere gemeenschap van de buurt de Oldegalilcen met de stad, tot eene volgende vergadering aan te houden. 12. Voorstel van B en W. betrekkelijk de op te rigtcn burger dag- en avoudschool, de strekking hebbende lo. B. en W. te magtigen om in afwachting dat de inrigting van het gebouw, bestemd voor burger dag- en avondschool zal zijn tot stand gebragt, de burger dagschool voorloopig ia hulp lokalen te openen. 2o. Daarvoor te besteramen de militiezaal boven de hoofd wacht en do lokalen van het gebouw in de Groote Hoogstraat, ten ware het aantal leerlingen meerdere lokaliteit noodig mogt maken, in welk geval B. en W. worden uitgenoodigd ten dezen nadere voorstellen aan den Raad te doen. Nadat op voorstel des Voorzitters was besloten dit voorstel onmiddellijk in behandeling te ncmcu, is voort3 dienovereenkom stig door de Vergadering besloten. Uit te voeren vóór de resumtie der notulen. 13. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van B.en W. betrekkelijk het in hunne handen gesteld adres van Johanna Dames, wed. Vossonberg, houdende verzoek om tegemoetkoming van wege de gemeente te erlangen in de haar berokkende bui tengewone onkosten aan de walbeschoeijing voorlangs hare hui- zinge. Ter visie om in eene volgende vergadering in behandeling ge nomen te worden. 14. De Voorzitter brengt ter tafel eene missive van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leeuwarden dd. 19 Julij 1868, no. 826 met betrekking tot het verzoek van het bestuur der schippersvercenigiog „Schuitevacr" te Zwolle, de strekking heb bende dat het Gemeentebestuur van Leeuwarden, naar aanleiding der bekende bezwaren die voor velen door de afsluitdijk bij Schel- lingwoude zullen ontstaan aan de Eerste Kamer der Statcn- Gcneraal een eerbiedig request imiicnc en daarin verzoeke dat het wets-ontwerp lot wijziging der concessie van iict Noordzec- kanaal dat door de Tweede Kumer is aangenomen door haar mag worden verworpen. Naar aanleiding van het in boven vermelde missive door de Kamer van Koophandel en Fabrieken gegeven advies, stelt de Voorzitter voor (lat de vergadering besluite zich te onthoudeu van dc indiening van een adres aan de Eerste Kamer der Staten- Generaal, in voege als door gezegde schippersvereniging wordt bedoeld. Hiertoe wordt eenstemmig besloten en wijders om aan dit be sluit voor de resumtie der notulen uitvoering tc geven. 15. Is ter tuful gebragt en gelezen eene missive van de com- missie voor do herziening van het reglement van orde voor dc vergaderingen van den Raad, daarbij terugzendende het door den Raad vastgesteld nieuw reglement van orde voor zijne vergade ringen, benevens eene afzonderlijke nota, waarin zijn aangewezen de verbeteringen van redactie, die alsnog door den Raad in het reglement zullen dienen te worden aangebragt. Ter visie oiu in eene volgende zitting in behandeling te worden genomen. 16. Is gelezen eene missive van den schuttersraad der dienst doende schutterij alhier, houdende inzending van de rekening cn verantwoording van de kosten der schutterij over het afgeloopeu jaar 1867. In handen van de commissie ad hoc ten fine van onderzoek cn rapport. 17. Is gelezen een aan den Raad gerigt adres van J. van der Fcen betrekkelijk de indiening van bescheiden behoorendc bij hare sollicitatie naar eene plaats als onderwijzeres. Gesteld in handen van B. en W. ten fine van beschikking. 18. Is gelezen en ten fine van berigt cn raad in handen van B. en W. gesteld een adres van Ouwe van der Veen, pach ter van de opbrengst der ijzeren brug bij de Harlinger vaart, het verzoek bevattende om vermindering van pacht, ter zake van de gestremde vaart langs de Zuidergracht. 19. Dc Voorzitter deelt der Vergadering mede dat steeds vacant waren de betrekkingen van commissaris uit liet gemeente bestuur en gecommitteerden over de Sneeker vaart; dat hij Voor zitter, tot dusver gecommitteerde, is benoemd geworden tot com missaris en dat alzoo nog in de vacerende betrekking van ge committeerde moet worden voorzien. Overeenkomstig het voorstel om de benoeming in de volger.de vergadering le doen, wordt besloten. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zittingen van Donderdag den 23 Julij cn Zaturdag den 1 Augustus 1868. 137 20. Ingevolge art. 219 der Gemeentewet wordt door den Voorzitter ter tafel gebragt de door den ontvanger ingediende rekeuing van de inkomsten en uilgaven der gemeente voor 1867, benevens de verantwoording deswege door B. cn W. Is besloten, die rekening cn verantwoording ter visie te leggen, zc op te nemen onder de bijlagen van 't verslag van 's Raads handelingen cn zc in de sectien tc onderzoeken. 21. Is gelezen cn ten fine van berigt en raad in handen van B. en W. gesteld een adres van den keurmeester van het vlcesch cn de visch in deze gemeente, J. O. Wijma het verzoek behel zende om met 1 Aug. e.k. uit gezegde betrekking te mogen worden ontslagen. 22. Is gelezen cn voor zoover noodig voor kennisgeving aan genomen, eene missive van de plaatselijke school-commissie al hier, dd. 9 Julij jl. no. 3266, houdende raedcdecling van dc tijdstippen waarop het gewoon jaarl. examen en dc prijsuildce- ling aan de stads armenscholen zal plaats vinden. 23. Is gelezen en voor notificatie aangenomen een schrijven van de hoofdcommissie van het Rottcrdamsch leeskabinet, dd. 5 Julij 1868, houdende dankbetuiging voor de ontvangst van het verslag van den toestand der gemeente Leeuwarden over 1867. 24. De Voorzitter liet woord tot dc Vergadering rigtendc, deelt het volgende mede De warme weersgesteldheid en aan- houdeudc droogte heeft sints geruimen tijd de zorg van het da gelijksch bestuur doen vestigen op het ten behoeve van de inge zetenen verkrijgbaar gestelde drinkwater, en al was het ook dat van die bernocijingcn in liet openbaar weinig werd bespeurd, toch hebben B. en W. zich daarmede onvermoeid bezig gehou den. Zij hebben door deskundigen een onderzoek doen instellen ten aanzien van het water dat nabij deze gemeente gevonden en ten gebruike ingevoerd wordt. Dut onderzoek gold derhalve het water in dc slooten, maar vooral dat in den stads verseh- watervijver, dc pompen bij dien vijver en die bij de kazerne. Dut onderzoek heeft gunstige resultaten aan 't licht gebragt; het bewees dat het water in den vijver en uit die pompen, goeu wa9 voor drinkwater cn ora tc wassehen, wat dan ook door de tevredenheid van dc ingezetenen daarover bevestigd werd. In- tusschen heeft het collegie gemeend zijn onderzoek daarbij niet tc moeten laten, maar in tijds maatregelen tc moeten nemen om bij voortdurende hitte en bestendiging van 't gebrek aan goed water, dadelijk gereed tc zijn om door water van buiten, voor de gezondheid onschadelijk, in dc bestaande behoefte tc kunnen voorzien, vooral ook omdat in de laatste dagen de rapporten om trent het water uit de pompen bij den vijver en de kazerne, minder gunstig waren. liet gevolg daarvan is geweest dat men zich heeft onledig gehouden met het onderzoek van het water dat van buiten af deze gemeente wordt binnengevoerd. Hoogst wcnschelijk zou het zijn dat een overvloedigen regen dc bemoei- jingen van 't collegie nutteloos deed zijn, maar voor 't geval dat dc droogte en 't gebrek voortduren, heeft het zich airede met de waterhaalders in betrekking gestold en bepaald dat het van bui ten en speciaal van uit de Merridobben aangebragt wordende water onder surveillcaucc van de politie zal worden gesteld. Dit zal eenige schadeloosstelling van de gemeente aan die lieden tengevolge moeten hebben, doch het collegie meende in het be lang der openbare gezondheid daarvoor niet tc moeten terug deinzen. Mogt later nog meerdere precautie noodig worden bevonden, het collegie zal gaarne alles willen aanwenden wat te dezen nuttig en noodig mogt geacht worden. De Voorzitter jnceude dit ter geruststelling van de leden, namens B. cn W. tc moeten mededcelcn. De Voorzitter sluit hierop de vergadering. Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Courant. VERSLAG van het verhandelde ter buitengewone vergadering van den gemeenteraad te Leeuwarden, gehouden op Zaturdag den 1 Augustus 1868. Tegenwoordig 15 leder., zijnde ufwezig de heeren mr. C. Wier sma, J. J. Brunger, P. T. Plantengn, mr. J. Minncma de With cn H. J. Westenberg. Voorzitter de heer D. Zeper die de ver gadering op het daarvoor bestemde tijdstip opent cn daarbij mede deelt (lat de heeren Wiersma eu Westenberg schriftelijk hebben berigt gedurende eenigen tijd buiten deze gemeente afwezig tc zul len zijn, en tevens dat hem mondeling is berigt (lat dc heer Plantenga, door afwezigheid verhinderd wordt de vergadering bij te wonen. 1. Op voorstel van den Voorzitter is eenstemmig besloten het genotuleerde wegeus dc op 23 Julij jl. gehoudene vergade ring in dc eerstvolgende gewone vergadering tc resumeren. 2. Aan de orde is de behandeling van de resolutie van heeren Ged. Staten dezer provincie, aangaande het kohier der directe be lasting op het inkomenten behoeve der gemeente over het dienstjaar 1S68 en de daartegen bij hun collegie ingediende bezwaar schriften. De Voorzitter het voor die behandeling noodig keurende dat de deuren tot het houden ecner beslotene zitting worden ge sloten, is daartoe overgegaan cn de openbare vergadering tijdelijk geschorst. Na het eindigen der beslotene vergadering, de openbare her opend zijnde, is ten aanzien van het boven omschreven punt van behandeling op voorstel des Voorzitters eenstemmig genomen het volgend besluit: Dc Raad der gemeente Leeuwarden, Gelet op het bepaalde in art. 266 der gemeentewet; Gelet mede op de resolutie van hoeven Ged. Staten dezer pro vincie van den 20 Julij 1868 no. 53, waarbij uitspraak is ge daan omtrent dc reclames bij (lat collegie ingediend tegen aan slagen op het kohier van de directe belasting op het inkomen ten behoeve dezer gemeente, dienst 1868; Besluit lo. dc door heeren Ged. Staten bij opgcmcldc resolutie be oogde wijzigingen in het kohier aan te brengen; 2o. dit kohier finaal vast te stellen gelijk geschiedt bij deze, in belastbaar kapitaal ter somma van ƒ2,810,542.08 cn in to taal van den aanslag ten bedrage van ƒ98,368.51. Uit te voeren vóór de resumtie der notulen. 3. Voorstel van B. en IV. met betrekking tot het verstrekken van onderwijs in de gymnastiek aan de leerlingen der rijks hoo- gere burgerschool met 5-;jarigen cursusvan welk voorstel de con clusie luidt uls volgt: lo. Met wijziging van het 4de lid van het raadsbesluit van den 13 Fcbr. 1868, no. 5, te bepalen hetgeen volgt: Do gemeente Leeuwarden verbindt zich om, tegen eene jaar- lijksche vergoeding van 550, te betalen in twee halfjaarlijksche termijnen ieder van 275, op declaratie van het geracentebestuu» de door haar te stichten school ten dienste van het onderwijs in de gymnastiek voor dc leerlingen der rijks hoogere burger school te Leeuwarden, gedurende 12 lesuren in de week beschik baar tc slellcn. Deze vevbindtenis vangt aan met de opening der school voor gymnastiek. Zij wordt aangegaan voor den tijd van vijf jaren, telkens wedev gelijken tijd voortdurende, tenzij door een der par tijen een jaar te voren opzegging is gedaan. De bepaling der lesuren cn (le verdecling der leerlingen casu quo in klassen, geschieden door of van wege het gemeentebestuur in overleg met cn met goedvinden van den directeur der rijks hoogere burgerschool. 37

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1868 | | pagina 1