40
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 25 Maart 1869.
van den 11 en 26 Maart 1857, gewijzigd den 7 en 26 No
vember 1857, den 4 en 27 September I860, en den 16 Mei
en 22 Junij 1863, respectievelijk goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten vau Friesiand bij resolution van den 6 April en den 7
December 1857, den 2 October 1860 en den 13 Julij 1863
nos. 30, 30, 2 en 64, worden vervangeu door de volgende be
paling
die van Sint Jacobi Parochie des Maandags en Donder
dags middags twaalf uur aldaar en des Dingsdags middags twaalf
uur en des Vrijdags namiddags een uur van Leeuwarden.
23. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, aangaande een door den hoofdonderwij
zer der normaalschool voor jongens alhier, aan de Raadscommissie
voor de gymnastiek, gcrigt schrijven, het verzoek bevattende, dat
de leerlingen dier inrigling minstens twee uren per week gym
nastisch onderwijs van den onderwijzer Schmidt in tstads ge
bouw mogen ontvangen, waarvoor van 's Rijks wege eene som van
7 100 'sjaars beschikbaar wordt gesteld.
Op voorstel van den Vooriztter wordt tot de dadelijke be
handeling hiervan overgegaan.
De heer Westenberg brengt in herinnering dat toen in der
tijd dc le onderwijzer aan de gemeeutelijke gymnastiekschool is
benoemd, is te kennen gegeven dat de jaarwedde hoogstwaar
schijnlijk met eene toelage voor het geven van onderwijs aan de
leerlingen van de normaalschool kon worden vermeerderd.
Op grond hiervan acht Spr. het billijk, dat de door den onder
wijzer in dezen te betalen vergoeding voor het gebruik van lo
kaal en toestellen, zoo laag mogelijk worde gesteld.
Dc heer Bloembergeü is het, in opzigt tot het stellen van
een laag bedrag voor vergoeding, met vorigen Spr. eens, in aan
merking genomen de geringe som die aan den onderwijzer voor
het geven van particuliere les aan de leerlingen der noraaal-
school wordt toegekend.
Hij neemt echter de vrijheid onder de aandacht te brengen
•lat het onbillijk zoude zijn, do toekenning van het leergeld voor
particuliere lessen alleen tot den lsten onderwijzer te bepalen.
Aan de inrigling toch zijn werkzaam 2 onderwijzers, een eerste
en een tweede, zonder dat van hulponderwijzer sprake is, die
ieder eene bij de verordening geregelde bezoldiging genieten,
voor zooveel hunne werkzaamheden ten behoeve van het onder
wijs der leerlingen van de daarvoor aangewezene scholen betreft.
Waar men nu aan de inrigtiug eene wijdere strekking geeft en
ze ook ten dienste van de kweekelingen der normaalschool doet
strekken, en daarvoor eenige vergoeding kan doen genieten, is
het zijns inziens billijk, dat ook beide onderwijzers zoo mogelijk
in dat voordeel deelen in evenredigheid hunner bezoldiging.
Wil men toch de onderwijzers duurzaam aan de school verbin
den dan dient men evenzeer het belang van den 2den, als dat
van den lsten onderwijzer op het oog te houden.
Spr. merkt ten slotte op, dat hij hieromtrent geen bepaald
voorstel wil doen, maar alleen zijne zienswijze aan de vergade
ring kenbaar maken.
De heer Asman merkt vorigen Spr. op, dat in den brief van
den hoofdonderwijzer der normaalschool wordt verzocht, dat het
onderwijs door den heer Schmidt (le onderwijzer) worde gege
ven, en dat het dus moeijelijk is om in dit geval de opbrengst
onder de beide onderwijzers te doen verdeelenhij acht het
daarom beter dit aan hun zelf over te laten.
De heer Bloembergen geeft hierop te kennen, dat hem dit
uit het voorstel niet is gebleken doch, al was dit ook zoo, dan
nog mag men het belang van den 2en onderwijzer niet uit het
oog verliezen; wanneer toch de eerste onderwijzer zich, voor het
geven van particuliere lessen, veel inspanning moet gevenzal de
2e onderwijzer al ligt met een te grooter aandeel in de werk
zaamheden bij de gewone lessen moeten worden belast.
Het belang van de zaak geeft hem herhalve aanleiding de
commissie uit te noodige», dit punt in overweging te nemen.
De conclusie van het voorstel in stemming gebragt zijnde,
wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen en mitsdien be
sloten
Burgemeester en Wethouders te rcagtigen, om het gemeentelijk
gymnastieklokaal en de daarin aanwezige toestellen, tegen genot
van eene billijke door hen tc bepalen vergoeding, gedurende
twee uren 's weeks beschikbaar te stellen voer het ouderwijs der
leerlingen aan de normaalschool voor jongens, en zulks voorloo-
pig voor den tijd van een jaar.
De Voorzitter sluit hierop de vergadering.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN.
Zitting van Donderdag den 8 April 1869.
41
VERSLAG van het verhandelde ter vergadering van
den Gemeenteraad te Leeuwarden, op Donder
dag den 8 April 1869.
Aanvankelijk 13, later 16 leden tegenwoordig.
Afwezig de heeren de With, Westenberg, Oosterhoff, Buma
en Hommes.
Voorzitter de heer D. Zeper, die de vergadering op het daar
voor bepaalde tijdstip opent en mededeelt van de heeren de With,
Buma en Oosterhoff kennisgeving te hebben ontvangen, dat zij
verhinderd zijn deze vergadering bij te wonen.
1. Wordt gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde
van het verhandelde ter vergadering van den 25 Maart jl.
2. De Voorzitter, het noodig achtende dat de vergadering
voor eenigen tijd worde gesloten, wordt daartoe overgegaan.
3. De vergadering hierop weder geopend zijnde, brengt de
Voorzitter ter tafel een voorstel van Burgemeester en Wethou
ders, betrekkelijk de oprigting van eene schietbaan, ten behoeve
van de schietoefeningen der dienstdoende schutterij dezer Gemeente.
Ter visie, om in eene volgende vergadering tc worden behandeld.
4. Is ter tafel gebragt en gelezen een extract uit het register
der notulen van Burgemeester en Wethouders dezer Gemeente,
van den 31 Maart jl. no. 9/39, houdende voorstel aangaande
het bij besluit dezer vergadering van 14 Januarij te voren, om
berigt en raad in hunne handen gestelde adres van Oene Klazes
Sinnema, gewezen dienaar van politie der 2e klasse in deze
gemeente, van den 5 dier maand, verzoekende dat aan hem
cenig pensioen moge worden verleend.
Ter visie, als voren.
5. Is ter tafel gebragt en gelezen een extract uit het register
der notulen van Burgemeester en Wethouders dezer Gemeente,
van den 7 dezer, no. 5/75, houdende voorstel op een adres van
den hulponderwijzer Jacobus Theodorus Hoffman, thans als zoo
danig werkzaam in de armenschool no. 1 alhier, dd. 6 Maart jl.,
daarbij verzoekende met den 1 Junij e. k. uit die betrekking
te mogen worden ontslagen.
Ter visie, als voren.
6. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van Jan Hieben
Klinkenberg, pachter van het 5e perceel grasgewas, loopende
van de Oldehoofster waterpoort af tot aan het Zomerhuis van
den Stads- of Prinsentuin alhier, dd. 5 April jl., houdende ver
zoek, hem wegens geledene schade tengevolge het dempen van
de gracht, geloopen hebbende van de Doelepijp tot aan dc Olde
hoofster waterpoort en het aanleggen van een riool uit den Bo
terhoek tot in de buitengracht, eene kwijtschelding op den nog
verschuldigden pachtsom te verleenen, tot een bedrag van twin
tig gulden.
In handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van be
rigt.en raad.
7. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van J. J. Swarts,
J. A. Swart, W. Zuidema en P. II. Olthuizen, allen ingezetenen
dezer Gemeente en eigenaars en bewoners van huizen en woningen
staande op het Zuidvliet, nabij de nieuw gebouwde school aldaar,
dd. 7 dezer, houdende verzoek, dat het adres van J. Ilania,
waarbij deze verzoekt, dat aan hem in grondpacht moge worden
afgestaan, den voor zijn huis, mede op het Zuidvliet staande,
gelegen bleekgrond, in eigendom toebehoorende aan de Gemeente
en hem te vergunnen op dien grond een huis te bouwen,
moge worden afgewezen en, voor 't geval de Raad de bedoelde
plek gronds aan particulieren wcnscht over te dragen, alsdan
aan adressanten de voorkeur te verleenen om dien grond in eigen
dom of op grondpacht over te nemen, ten einde denzelven on
bebouwd te laten.
Bijvoegsel tot dé Provinciale Friesche Courant.
In banden van Burgemeester en Wethouders, ten fine van be
rigt en raad.
8. Wordt mededceling gedaan dat bij resolutie van heeren
Gedeputeerde Staten dezer provincie van den 25 Maart jl. no.
40, is goedgekeurd het besluit dezer Vergadering van den 11
te voren no. 19a, waarbij is aangenomen eene schenking ad
ƒ1000 van het St. Anthonij Gasthuis alhier, ter tegemoetkoming
in de kosten van verpleging van behoeftige krankzinnigen.
Aangenomen voor notificatie.
9. Is ter tafel gebragt het op den 5 dezer opgemaakte pro
cesverbaal van verificatie der kas van den heer Jan David Simon,
Gemeente-ontvanger van Leeuwarden, aanwijzende
eene ontvangst van183,406.83/z
uitgaaf - 133,581.74
en een batig saldo vanf 49,825.09'/2
Ter visie van de leden.
10. Wordt mcdedeeling gedaan dat bij de op den 31 Maart
jl. plaats gehad hebbende opening van do bus, besterad voor de
inlevering van aanvragen ter bckoming van bouwterreinen, in die
bus eene aanvrage, ten bedoelden einde, is bevonden en wel van
de heeren N, L. Molenaar en H. A. Molenaar, om het perceel
aangeduid onder no. 34 van de ter zake vastgestelde lijst en situ-
atiekaartwelke aanvrage is toegewezen.
Aangenomen voor notificatie.
11. Wordt mcdedeeling gedaan dat op den 3 dezer heeft plaat3
gehad de openbare aanbesteding van de leverantie van 100.000
waal-straatklinkertsteenen, waarvan aannemer is geworden Petrus
Ilermannus Dopheide, aannemer van publieke werken te Gronin
gen, voor 1444.
Aangenomen voor notificatie.
12. De heer Bloembergen brengt ter tafel en doet voorlezing
van het door dc Commissie, in wier handen bij Raadsbosluit van
den 11 Maart jl, no. ten fine van onderzoek, is gesteld de
rekening en verantwoording van de Commissie van administratie
der Stads bank van leening alhier, over 1868, aangaande het
door haar gedane onderzoek opgemaakte rapport.
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden behandeld.
13. De heer Bruinsma brengt ter tafel en leest voor het rapport
van de Commissie, aan welke bij besluit dezer vergadering van
28 Maart jl., werd opgedragen, het onderzoek van de rekening
en verantwoording van het collegie brandmeesters alhier, wegens
de kosten van de brandweer, over 1868.
Ter visie, als voren.
14. De heer van Sloterdijck brengt ter tafel en leest voor
het rapport van de Commissie, aangaande de aan haar ter ver
gadering van 25 Maart jl. gerenvoijeerde missive van de Commis
sie van bestuur over het Stads ziekenhuis alhier, dd. 23 te voren,
houdende verzoek om raagtiging tot het doeu van af- en over
schrijvingen van- en op sommige posten der begrooting van
ontvangsten en uitgaven dier inrigÜDg, voor 1868.
Ter visie, als voren.
15. Wordt in behandeling genomen het in de vorige verga
dering ter tafel gebragte rapport van de Commissie aangaande
de aan haar ter vergadering van den 11 Maart jl. gerenvoijeerde
missive van heeren Voogden van het nieuwe stads weeshuis alhier,
van 27 Februarij te voren no. 9, daarbij verzoekende, dat aan
hen magtiging moge worden verleend, tot het doen van af- en
overschrijvingen van- en op posten der begrooting voor dat
gesticht, dienst 1868.
De Vergadering, zich met de conclusie van dit rapport ver-
eenigende, besluit buiten beraadslaging eenstemmig:
Heeren Voogden voornoemd de bij hunne bovenaangehaalde
missive verlangde magtiging te verleenen.
12