216 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zittingen van Zat ar dag den 18 en Donderdag den 23 December 1862. Burgemeester en Wethouders die, het beroep gegrond vindende, den directeur gelasten, het te veel betaalde terug te geven. Art. 9. De regten die, om welke reden ook, niet aan den directeur betaald zijn, worden door den gemeente-ontvanger, overeenkom stig de voorschriften van art. 258 tot 262 der gemeentewet, in gevorderd van hen, die tot de betaling daarvan verpligt zijn. An. 10. De directeur stort maandelijks de bij hem ontvangen regten bij den gemeente-ontvanger en doet jaarlijks rekening en ver antwoording van zijn beheer aan Burgemeester en Weihouders. Hierna de aan de orde gestelde punten behandeld zijnde en geen der leden verder iets hebbende voorlestellcn, wordt deze ver gadering door den Voorzitter gesloten. VERSLAG van 't verhandelde ter vergadering van den gemeenteraad te Leeuwarden, op Donderdag den 23 December 1869. Aanvankelijk 14, later 18 leden tegenwoordig. Afwezig de heeren Plantenga, Oosterhoff en Westenberg. Voorzitter de heer D. Zeper, die, na de vergadering op het daarvoor bepaald tijdstip te hebben geopend, mededeelt, van de heeren Oosterhoff cn Plantenga kennisgeving te hebben ontvan gen, dat zij, de eerste wegens eene ligte en de laatste wegens voortdurende ongesteldheid, verhinderd worden deze vergaderiug bij te wonen. 1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde van 't verhandelde ter buitengewone vergadering van den 18 December jl. 2. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge meester cn Wethouders tot wijziging van het reglement op het beurtvcer tusschcn. Leeuwarden en Ferwerderadcel. 'Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden be handeld. 3. I3 ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge meester en Wethouders, op het den 9 December te voren ten fine van berigt en raad in hunne handen gesteld adres van den heer J. H. Menkeraa, du. 7 December te voren, bet verzoek be vattende, om te worden benoemd tot directeur vau de algemeenc begraafplaats in deze gemeente. Ter visie, als voren. 4. Is» ter tafel gebragt en gelezen een adres van J. W. Kar- sten van Tuinen, c. s. ingezetenen dezer gemeente, dd. 21 De cember jl., houdende verzoek de gemeenschap bij de Vrouwenpoort voorloopig maar voldoende te herstellen cloor het leggen eener hulpbrug, geschikt voor de passage van rij- en voertuigen. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad. 5. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van ingezetenen viezer gemeente, bewoners van panden nchter de Hoven, dd. 20 December jl., houdende verzoek een voetpad van klinkertsteenen aan te leggen langs eene der beide zijden van den daar ter plaatse aanwezigen weg. In handen van Burgemeester en W'ethouders, ten fine van be rigt en raad. 6. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge meester en Wethouders, naar aanleiding van eene resolutie van heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie, dd. 10 December jl.r rov 2T* om den door den nieuw benoemden Gemeente-ontvanger li ttïilem zakclijken bargtogt te bepalen op 40i,Q0Q!. De Voorzitter geeft in overweging dit voorstel nog in deze vergadering, na de afdoening «Ier aan de orde gestelde zaken, in behandeling te nemen. De heer Attema wenscht, dat ook nog in «leze vergadering worde behandeld het zoo straks, om berigt en raad aan Burge meester en Wethouders geren voijcerd adres van J. W. Karsten van Tuinen c. s. -Hij acht het wenschelijk, opdat de adressanten hoe eer zoo beter te weten komen waaraan ze zich hebben te houden, 't geen door het genomen besluit nog al eenigen tijd zal kunnen aanhouden, dooi dien het bedoelde adres, volgens den gewonen regel, door Burgemeester en Wethouders in handen des architects zal worden gesteld. Met het oog op de in de vorige vergadering plaats gehad hebbende discussie» vertrouwt Spr., dat de leden van den Raad voldoende voorbereid zijn, om r'eeds dadelijk op het onderwerpc- lijk adres eene beschikking te nemen. De Voorzitter, ofschoon deelendc het gevoelen van den heer Attema, acht het niet wenschelijk, dat reeds nu op het adres worde beschikt. Hij meent in 't midden te moeten brengen, dat, heden morgen de deskundigen, die door Burgemeester cn Wethouders zijn uit- genoodigd, met het onderzoek der gebroken brug zijn aangevangen, zoodat binnen korten tijd het rapport daarvan kan worden tege moet gezien. Burgemeester en Wethouders meenen alvorens tot het nemen van maatregelen worde overgegaan, het rapport der commissie te moeten afwachten. Wel is Spr. het met den heer Attema eens, dat de leden genoegzaam op het nemen van een besluit voorbereid zijn, maar toch is het wenschelijk daarmede te wachten tot na het ontvangen van het rapport. Spr. moet er voorts nog bijvoegen, dat hoogstwaarschijnlijk voor 't einde van het loopende jaar toch nog eene buitengewone vergadering zal plaats hebben. De heer Attema kan, na 't gesprokene door den Voorzitter, van de dadelijke behandeling van 't adres afzien. Evenwel wil hij Burgemeester en Wethouders in overweging geven het van hen gevraagde advies eetiigzins spoedig in te zenden. Het is Spr. te doen. om de adressanten binnen den kortst mogelijker, tijd in kennis te stellen met datgene waaraan ze zich te houden hebben. De Voorzitter doet alsnu op nieuw het voorstel, om hetaan- gebragt voorstel van Burgemeester en Wethouders na de afdoe ning der aan de orde gestelde zaken te behandelen. Dienovereenkomstig wordt eenstemmig besloten. 7. Is gelezen en voor notificatie aangenomen eene missive van den heer Hajonides Beuckcr Andreac, dd. 21 December jl., houdende dankbetuiging voor het blijk van vertrouwen hem ge schonken door zijne benoeming tot ontvanger dezer gemeente. Aangenomen voor notificatie. 8. De Voorzitter deelt mede, dat bij de op den 22 dezer plaats gehad hebbende opening van de bus besterad voor de in levering van aanvragen om bouwterreinen in eigendom te beko men, daarin aanwezig is bevonden eene aanvrage van den heer S- Draisraa van Valkenburg alhier, om de perceelen op de be trekkelijke lijst en situatiekaart aangeduid met nos. 35 en 36 welke aanvrage door Burgemeester en Wethouders voorloopig is toegewezen. Aangenomen voor notificatie. 9. De Voorzitter deelt roede, dat voor eenrge dagen ont dekt is, dat ook de Noorderbrug defect is, 't geen zich echter alleen bepaald tot een der buitenleggers. De brugwachter die- zulks ontdekte, heeft daarvan dadelijk aan Burgemeester en Wet houders kennis gegeven en de brug onmiddellijk vastgezet. BuY- gemeester en Wethouders hebben terstond daarop een onderzoek GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag dcnJJJ$ December 1869. 217 doen instellen, waardoor de zekerheid i9 verkregen, dat het de fect zich alleen tot eene der buitenleggers bepaalde. Men heeft daarop de noodige verzekering aangebragt, zoodat de brug nu weder kan worden gedraaid en de passage voorloopig niet ge stremd behoeft te worden. Verder deelt Spr. mede, dat de brug aan 't Verlaat met dezelfde kwaal bchebt is, en dat ook daar de noodige voorzieningen zijn genomen, tengevolge waarvan de pas sage niet belemmerd wordt. De noodige maatregelen, om onge lukken te voorkomen, zijn intusscben genomen. Zooals Spr. reeds zoo straks mededeelde, is heden morgen de commissie met het onderzoek aangevangen. Burgemeester ,eu Wethouders hebben ook het onderzoek der Noorderbrug met na druk aan die commissie aanbevolen. Ten slotte deelt Spr. mede, (iat de commissie bestaat uit de heeren van der Tak te Rotter dam, van Gelder te Kampen en van Griekeu te Groningen. 10. Aan de orde is de behandeling der in de buitengewone vergadering van 16 December jl. ter tafel gebragte missive van de commissie van administratie der stads bank van leeniug al hier, dd. 14 December jl., no. 760, houdende terugzending van de begrooting van administratie-kosten dier bank, waarop alsnu een post voor huur der lokalen is uitgetrokken. De Voorzitter stelt voor die begrooting nu goed tc keuren. Dit voorstel wordt buiten beraadslaging eenstemmig aangenomen. 11. Wordt in behandeling genomen het in de buitengewone ver gadering van den 16 December jl. ter tafel gebragt rapport van de commissie, belast geweest met het onderzoek eener aanvrage van heeren voogden van 't nieuw stads weeshuis alhier, tot wij ziging van de begrooling van dat gesticht, over het jaar 1869. I)c vergadering, zich met de conclusie van dit rapport veree- nigende, besluit buiten beraadslaging eenstemmig De door heeren voogden van 't nieuw stads weeshuis gevraagde magtiging tot aanvulling hunner begroeting met eene som van 23,156.25, in (jjtfhng cn uitgaaf, tc verleeneu. 12. Aan de orde is de behandeling van het ter vergadering van 9 lMp^mber jl. door Burgemeester eri Wethouders aangebo den ^|^erp-besluit tot afschrijving van den post voor onvoor ziene uitgaven der begrooting, dienst 1869, wegens uitgaven die hare omschrijving niet op de begrooting vinden, en waarvan het. bedrag als buitengewone uitgaaf in de rekening van den Geraeenc- Ontvangcr zal worden verantwoord. De vergadering, zich met dit ontwerp vereenigende, stelt het onverantlcrd vast. 13. Wordt in behandeling genomen het in de vergadering van 9 December jl. ter tafel gebragt voorstel van Burgemeester en Wethouders, om sian de Israélietisclieschoolcommissie in huur af te staan het gebouw der voormalige Israëlietische armenschool op den Wisjesdwinger alhier. De vergadering, instemmende met de conclusie van dit voor stel, besluit buiten beraadslaging eenstemmig: Voorbehoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten van Friesland, Burgemeester en Wethouders te magtigen, om met den len Jannarij 1870, voor den tijd van drie achtereenvolgende jaren, aan de Nedcrlnndseh Israëlietische godsdienstige schoolcom missie voor het synagogaal ressort van Leeuwarden, tot het geven van godsdienstig onderwijs aan kinderen van behoeftige Israëlie ten onderhands in huur af te staan, het aan de gemeente Leeuwarden toebehoorend gebouw aan den Wisjesdwinger aldaar, plaatselijk gekwoteerd lett. K, no. 333, in de schrifturen van het kadaster bekend in die gemeente sectie A, no. 850, tegen betaling van een jaarlijkschen huurprijs van tachtig gulden, onder voor waarde dat a. de huurprijs telken jure in de maand December ten kan tore van den Gemeente-Ontvanger worde betaald h. de hunrdersche het gehuurde ten name en genoegen van de verhuurders tegen brandschade verzekere c. indien buitengewone omstandigheden, ter beoordeeling van het gemeentebestuur, het noodzakelijk mogten maken, dat het verhuurde tot andere einden worde gebezigd, zij binnen drie dagen na gedane schriftelijke kennisgeving door of van wege dat bestuur, hetzelve outruirae. 14. Wordt in behandeling genomen het in de vergadering van 9 December jl. ter tafel gebragt voorstel van Burgemeester cn Wethouders, op liet bij besluit dezer vergadering van 14 Oc tober jl., ten fine van berigt en raad in hunne handen gestelde adres van den lieer T. de Jager, lijninspecteur van 's Rijkstele graaf, wonende alhier, houdende verzoek, dat hij moge worden ingelicht, of zijn aanslag in dc plaatselijke directe belasting op het inkomen, ten behoeve dezer gemeente, over het jaar 1869, in overeenstemming is met het bedrag van 't door hem genoten wordend inkomen of zoo blijken raogt, dat in de schatting van zijn inkomen dwaling bestaat dien aanslag te verlagen met een zoodanig bedrag, als de billijkheid zal vorderen. De heer van Eijsinga zegt, dat hij zich niet met de conclusie vau dit voorstel zal vcreenigeu. liet adres van den heer de Jager heeft op hem een vreemden indruk gemaaktadressant doet daarin opgaven, die juist leiden, om het omgekeerde vat» hetgeen hij verlangt tc bewijzen. Men zou bijkans geneigd zijn hem, op grond van gebleken onbekendheid met de verordening op de directe belasting in deze gemeente, voor eenig antwoord een exemplaar van die verordening te doen toekomen. Burge meester en Wethouders komen dan ook tot de conclusie, om den Raad te doen besluiten, aan den adressant te kennen te ge ven, dat (le Raad, blijkens art. 7 van de vermelde verordening en blijkens de eigen inlichtingen van den adressant, niet heeft gedwaald ten opzigte van den bestreden aanslag. Er is meer. Adressant komt met een beklag, nadat het kohier alle instan tie» heeft doorloopen en executoir is verklaard. De herhaalde gelegenheid om te reclameren van den aanslag van Burgemees ter en Wethouders bij den Raad en van dien van den Raad bij Gedeputeerde Staten, heeft adressant, ongebruikt voorbij laten gaan. Zoo ergens, dan bestaan hier termen om den adressant eeDO exceptie van niet-ontvankelijkheid voor te werpen. Men zou dus nog eerder lot eene motie kunnen besluiten om, ten opzigle van het adres, tot de orde over te gaan. Waar moest het heen, indien men omtrent alle eenmaal definitief vast gestelde aanslagen, later de vraag moest beantwoorden, of de Raad niet gedwaald heeft. Echter kan Spr. zich met de conclusie van Burgemeester er» Wethouders, in- den vorm waarin zij is aangeboden, niet veree nigen, op een grond dien hij op prijs stelt/riluidelijk te doen uit komen, dat nl. de beëindiging van deze zaak in deze vergadering niet t' huis behoort. In eene vorige vergadering heeft Spr. er op aangedrongen, dat het terrein van werkzaamheid van Burgemees ter en Wethouders, en dat van den Raad zuiver zou worden ge handhaafd. Toen gold het de competentie van den Raad. Aan dat beginsel wil Spr. vasthouden. l)e Raad neemt besluiten binnen den kring van zijne wetge vende magt. Burgemeester en Wethouders zijn met de uitvoe ring er van belast. Hier, waar het geldt een punt van uitvoe ring, ligt het derhalve op den weg van Burgemeester en Wethou ders eene beschikking te nemen. De Raad heeft in der tijd het adres om berigt en raad in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders. Deze hadden nu op de door hen aangevoerde mo tieven en overwegingen niets anders te doen, dan voor te stellen, de zaak door hun collegie te doen terraineren. Spr. stelt thans, bij wijze van amendement als gewijzigde con clusie voor: „dat de Raad besluite het.adres van den heer de Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Courant. 5S

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1869 | | pagina 1