42 GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag den 31 Maart IS70. Art. 2. De Directeur wordt door den Raad benoemd, geschorst en ontslagen. Voorloopige schorsing geschiedt door Burgemeester en Wethouders, die daarvan in de eerstvolgende zitting van den Raad kennis geven. "Voor de benoeming ontvangt de Raad eene aanbeveling van twee personen door Burgemeester en Wethouders in te dienen. Deze aanbeveling wordt echter niet vcreischt, wanneer, in het geval bij de volgende alinea vermeld, de aftredende titularis door Burgemeester en Wethouders op nieuw wordt aanbevolen. De benoeming geschiedt voor drie jaren. Indien de aftre dende directeur verlangt op nieuw te worden benoemd moet hij zes maanden voor het einde van zijnen diensttijd daartoe schriftelijk aanvrage doen aan den Raad. Art. 3. De benoeming, de schorsing en het ontslag van de opzigters is aan Burgemeester en Wethouders opgedragen. Burgemeester en Wethouders gaan tot de benoeming der op zigters niet over dan nadat omtrent de noodzakelijkheid daarvan door den Raad zdl zijn beslist. Art. 4, De jaarlijksche bezoldiging der in art. 1 genoemde ambtena ren bedraagt: a. Voor den directeur 700, benevens drie ten honderd van hetgeen de bruto-opbrengst van de exploitatie meer dan/10,000 beloopt. b. Voor ieder opzigter 350, benevens een en een half ten honderd van hetgeen de bruto opbrengst meer dan 10,000 beloopt. Art. 5. Alvorens hunne betrekking te aanvaarden, wordt door boven genoemde ambtenaren, in handen van Burgemeester en Wethou ders, de navolgende eed [belofte] afgelegd. Ik zweer (beloof) dat ik de betrekking van Directeur [opzig ter] bij de reiniging in de gemeente Leeuwarden, getrouw en eerlijk, overeenkomstig mijne instructie en de verder door Burge meester en Wethouders te geven voorschriften zal waarnemen, en daarbij de belangen der gemeente naar mijn beste vermogen zal behartigen. Zoo waarlijk enz. Art. 6. De directeur mag buiten goedkeuring van den Raad, de op zigters buiten goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, geene andere openbare ambten ot bedieningen beklecden noch ecnig ander beroep of bedrijf uitoefenen of waarnemen. In 't algemeen mogen geene van de bij art. 1 genoemde amb tenaren en werklieden voor particulieren ecnige diensten ver- rigten en, onder welken naam ook, voor de werkzaamheden tot de reiniging of de exploitatie van het aschland in eenig verband staande, andere voordeelen of inkomsten uit de gemeentekas ge nieten, dan die bij deze verordening zijn vastgesteld, noch daar voor cenige gift of belooning van bijzondere personen aannemen. Art. 7. De directeur ontvangt bij de aanvaarding zijner betrekking eene instructie, die door den Raad wordt vastgesteld. De instructie voor de overige in art. 1 genoemde ambtenaren wordt door Burgemeester en Wethouders vastgesteld en aan den Raad medegedeeld. Onverminderd de bepalingen dier instruction zijn zij gehouden de nadere voorschriften van Burgemeester en Wethouders naauw- keurig op te volgen. Art. 8. De directeur is gehouden borgtogt te stellen tot een bedrag en op de wijze door den Raad op voordragt van Burgemeester en Wethouders te bepalen. Art. 9. De regeling van het getal, de bezoldiging en de bepaling der wijze van benoeming, schorsing en ontslag van de werklie den bij de stads-rciniging en de exploitatie van het aschland, is opgedragen aan Burgemeester en Wethouders. 14. Wordt in behandeling genomen het in de vorige verga dering ter tafel gebragt adres van den heer mr. S. de Swart, dd. 22 Maart jl., houdende verzoek, dat aan hem met den eer sten Mei 1870 een eervol ontslag als secretaris van 't bestuur dezer gemeente moge worden verleend. De Voorzitter stelt voor aan het verzoek van den heer de Swart te voldoen en hem het gevraagd eervol ontslag, onder dankbetuiging voor de vele aan de gemeente bewezen dienste te verleenen. Nadat daartoe zonder hoofdelijke stemming was besloten, zegt de Voorzitter, dat hij 't genomen besluit moet betreuren. Minder betreurt hij het echter, omdat de heer de Swart geheel door vrije keuze en niet dan na ernstige overwegingen tot de aanneming zijner nieuwe betrekking is geraakt. Na al die over wegingen moet Spr., het door hem genomen besluit eerbiedigen. De tijd is echter nog niet daar, waarop het verleend ontslag ingaat, zoodat er voor Spr. nog altijd de gelegenheid bestaat, om aangaande den heer de Swart een woord te spreken. 15. De Voorzitter brengt ter tafel adressen van de hoeren Cornelia Snaterse, thans buiten betrekking, wonende te Gouda; J. J. D. G. van Hasselt, candidaat-nolaris te- en gemeente secretaris van EpeIJpe Rodenhuis IJBzn., burgemeester der gemeente Ilennaarderadccl en candidaat-cotaris te Wommels; en mi. Petrus Adriauus Bergsma, burgemeester der gemeente Ooststellingwcrf, ambtenaar van 't openbaar ministerie bij 't kan- tongeregt te Oldcberkoop en advokaat bij de arrondissements- regtbank te Ilcercnvcen, wonende Ie Makkinga, alle het verzoek bevattende, om te worden benoemd tot secretaris van 't bestuur dezer gemeente. In handen van Burgemeester en Wethouders, om daarop, voor zoover noodig, bij 't opmaken van de aan den Raad in te dienen aanbeveling te letten. 16. De Voorzitter, het noodig keurende, dat tot het houden ccner bcslotene zitting de deuren worden gesloten, wordt daar toe overgegaan. Na afloop der bcslotene zitting wordt de vergadering her opend en, vermits geene werkzaamheden meer aan de orde zijn, onmiddellijk daarop gesloten. GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Maandag den 4 April 1870. 43 VERSLAG van 't verhandelde ter buitengewone vergadering van den Gemeenteraad te Leeuwarden, op Maandag den 4 April 1870. Aanvankelijk 14, later 16 leden tegenwoordig. Afwezig de heeren Buraa, Suringar en Duparc. Voorzitter de heer D. Zeper, die de vergadering op het daar voor bepaald tijdstip opent en mededeelt van den heer Duparc kennisgeving te hebben ontvangen, dat hij door treurige omstan digheden verhinderd wordt deze vergadering bij te wonen. 1. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten de lezing van het genotuleerde van 't verhandelde ter buitengewone verga dering van den 31 Maart jl. tot eene volgende bijeenkomst aau te houden. 2. Is ter tafel gebragt en gelezen eene missive van de com missie van toezigt over het stads werkhuis alhier, dd. 31 Maart jl., no. 203, houdende toezending van de rekening en verantwoor ding dier iurigtiug, over 1869. In handen eener commissie, bestaande uit de heeren G. O. Gorter, J. J. Brunger en mr. E. Attcma, ten fine van onderzoek cn rapport. 3. Is ter tafel gebragt en gelezen een adres van Johannes Traa, vigelantehouder alhier, daarbij op grond van billijkheid verzoekende, dat aan hem eene schadeloosstelling van negentien gulden vijftig cents moge worden toegekend, welke som hij in der tijd heeft aangewend als huur voor eene stalling met wagen huis, toen hij, door het leggen van een gemeentelijk riool in de Bollcmanssteeg, van zijn aldaar gelegen pand geen gebruik heeft kunnen maken. In handen van Burgemeester cn Wethouders, ten fine van bc- rigt en Raad. 4. Zijn ter tafel gebragt en. gelezen adressen van de liecrcn Wopkc Tigler Wijbrandi, camlidaat-notaris te Dronrijp en mr. Daniël Wicherlink, Burgemeester der gemeente Steenwijk cn ad vocaat bij het provinciaal gerechtshof van Overijssel, beide het verzoek bevattende, om te worden benoemd tot secretaiis van 't bestuur dezer gemeente. In handen van Burgemeester en Wethouders, om daarop, voor zoover noodig, bij 't opmaken der aan den Raad in te dienen aanbeveling te letten. 5. De Voorzitter deelt mede, dat Burgemeester en Wethou ders, op de ter zake gedane uitnoodiging, van de maatschappij dc lJssel hebben ontvangen eene bcgrooting van kosten voor de herstelling van de gebrokene Vrouwenpoortsbrug dat hun collegie die begrooting heeft opgezonden aan den heer van Grieken te Groningen en dezen uitgenoodigd, om, nevens zijn advies aan gaande de toegezonden begrooting, te willen verstrekken eene afzon derlijke opgave van het bedrag der kosten, vereischt voor de daarstelling eener nieuwe brug van plaatijzerdat het collegie zich vleit bedoelde stukken spoedig terug te ontvangen, uiterlijk aanstaande woensdag en zich voorstelt, om terstond daarop den Raad zamen te roepen, ten einde in eene welligt aanstaanden Donderdag te houden buitengewone vergadering, omtrent de wijze waarop in dezen gehandeld zal worden, eene beslissing te nemen. Aangenomen voor notificatie. 6. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge meester en Wethouders, daarbij aanbiedende een ontwerp-besluit, de strekking hebbende, dat aan den te benoemen directeur der stadsreiniging alhier, gedurende de eerste drie jaren, eene beloo ning worde verzekerd van twaalf honderd gulden. Op voorstel van den Voorzitter wordt tot do onmiddellijke behandeling van dit concept-besluit overgegaan. Bijvoegsel tot i>e Provinciale Eriesche Courant. De heer Rengers zegt, dat het voor de leden, die de bcslotene zitting van 31 Maart jl. hebben bijgewoond, minder noodzakelijk zal zijn, om de motiven uiteen te zetten, die tot het doen van 't in behandeling zijnd voorstel hebben geleid, omdat die motiven reeds in opgcraelde zitting zijn medegedeeld maar hij is er op attent gemaakt, dat thans ecnige leden aanwezig zijn, die in be doelde zitting niet tegenwoordig waren, en voor dezen acht hij het wcnschclijk, namens Burgemeester en Wethouders cenigerae- dcdeelingen ter zake betrekkelijk te doen. llij vangt dientenge volge aan inet de vermelding, dat de aanvragen, om tot directeur der stadsreiniging benoemd te worden, binnen der. door 't collegie daarvoor bepaalden termijn zijn ingekomen. Vele sollicitanten, zegt Spr., hebben zich aangemeld, waarvan de een meer dc ander minder geschiktheid voor "de waarneming der betrekking bezit. Maar juist, zegt Spr., komen onder diegenen, aan welke de meeste geschiktheid wordt toegeschreven, velen voor, die bezwaren hebben geopperd aangaande de onzekerheid van het bedrag der bezoldi ging. Er zijn er bij, die thans in betrekkingen geplaatst zijn, welke bun ƒ1100 1200 vast Iractement opleveren en die, hoezeer om verschillende reden genegen de betrekking van direc teur te bcklceden, toch meerderen waarborg wensehen te erlangen, dan ccnc procentsgewijze belooning hun aanbiedt. Burgemeester cn Wethouders, zegt Spr. verder, kunnen na de inlichtingen, die zij hebben ontvangen, aannemen, dat de procentsgewijze belootiing met eenigc jaren voldoende zal zijn, om die tot op het voorge steld cijfer te brengen cn in verhouding zal slaan tot de moeiten cn last aan deze betrekking verbonden, doch vooreerst schijnt ecnige meerdere zekerheid wcnschclijk. Daartoe hebben zij gemeend eene ga rantie te geven, die ook alleen slechts dan, wanneer de opbrengst de jaarwedde niet tot op /'1200 kan brengen, tot cenige opoffering voor de gemeente zal leiden. Dit is in 't kort de strekking van 't aangebragt voorstel cn ook Spr. acht het, in 't belang der zaak wenschelijk, dat eene garantie worde gegeven. Men heeft bovendien de gelegenheid willen openstellen, dat ook andere personen, die welligt door dc onzekerheid van het bedrag der belooning zijn teruggehouden, zich nu nog zouden kunnen aanmelden. Dc heer van Sloterdijck geeft te kennen, dat de vorige Spr. reeds bij voorbaat een antwoord heeft gegeven op eene vraag, die hij, Spr., voornemens was tot het dagelijksch bestuur te rigten, namelijk wat hier onder het ter kennis van belanghebbenden brengen moet worden verstaan. Ilij heeft het antwoord begrepen in dien zin, dat alsnog aan iedereen de gelegenheid zal worden gegeven, om naar de betrekking te dingen, en dat dus de ken nisgeving aan belanghebbenden eene publieke bekendmaking zal zijn, 't geen ook, naar Spr.'s opinie, de juiste wijze van handelen is, die men in dezen te volgen heeft. Iltt komt hem echter voor, dat dc termijn var. 11 April binnen welken de belangheb benden zich zullen hebben aan te melden, te kort is en dat, met het oog op dc kardinale verandering der voorwaarden, wel ligt nog nieuwe sollicitatien zullen inkomen. Eenige verlenging van bedoelden termijn acht hij daarom dienstig, waarom hij, zoo niet te verkrijgen inlichtingen hem tot eene andere zienswijze brengen, wenscht voor te stellen, dien termijn met eene weekte verlengen en tot en met den 18 April e. k. de gelegenheid tot aangifte open te houden. De heer Attema heeft dezelfde bedenking als .vorige Spr. tegen onderdeel b van het besluit. Gelijk hij reeds in het midden bragt in de donderdag jl. gehoudene bcslotene vergadering, acht hij het noodig eene nieuwe oproeping van sollicitanten te doen, ten einde iedereen in de gelegenheid te stellen zich alsnog aan aan tc melden op de gewijzigde voorwaarden. Naar Spr's oor deel is echter de termijn te kort. Ilij is der meening toegedaan, dat hier minstens nog gedurende 14 dagen de gelegenheid moet worden opengesteld. Mij durft mitsdien het voorstel van den 12

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1870 | | pagina 1