84
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN.
Zitting van Donderdag den 9 Junij IS70.
Nadat overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter was
besloten, het aangebragt ontwerp-besluit onmiddellijk in behan
deling te nemen, wordt het zonder discussiën met algemeene
stemmen goedgekeurd, zoodat is vastgesteld het volgend besluit
De Raad der gemeente Leeuwarden:
Overwegende, dut de uitgaven wegens de exploitatie der ge
meentelijke gasfabriek, speciaal voor aankoop van grondstoffen
en voor aankoop en onderhoud van werktuigen, over 1869, een
aanzienlijk bedrag beloopen boven de sommen, die deswege op
de gemeentebegrooting in uitgaaf zijn aangebragt, terwijl mede
de uit die exploitatie voortvloeijende inkomsten aanmerkelijk
boven de daarvoor geraamde sommen zijn gestegen; dat het in
het belang eener geregelde administratie wenschelijk moet wor
den geacht de vorenbedoelde meerdere uitgaven en inkomsten
in de gemeenterekening, over het betrokken dienstjaar, te verant
woorden en tot dat einde eene nadere wijziging der bovenver
melde begrooting noodzakelijk is;
Gelet op art. 213 der gemeentewet;
Heeft, voorbehoudens goedkeuring van hecren Gedeputeerde
Staten van Friesland, besloten:
De gemeentebegrooting, voor het dienstjaar 1869, zooals die
laatstelijk is gewijzigd bij zijn besluit van 23 September 1869,
goedgekeurd door heeren Gedeputeerde Staten voornoemd bij
resolutie van den 7 October daaraanvolgende, No. 1, nader te
wijzigen als volgt
INKOMSTEN.
Hoofdstuk II.
Afdeeling VIII.
Art. 12. Opbrengst van gasregten. Onderdeel 3. Diverse
ontvangsten, uitgetrokken tot 8900.00, te verhoogen met
10,600.00 en alzoo tc brengen op 19,500.00 waardoor het
totaal van het geheele artikel, nu bedragende 69,300.00, komt
tc beloopen 79,900.00.
Tengevolge van deze wijziging nader vasttestellen het totaal
dezer VlIIe afdeeling op f 121,406.00, dat van hoofdstuk III
op ƒ259,306.48 en dat der gezamenlijke inkomsten op 515,254.83.
UITGAVE N.
Hoofdstuk III.
Afdeeling V.
Kosten van de gasfabriek
Art. 1. Aankoop van grondstoffen, begroot op ƒ23,140.00,
te verhoogen met ƒ6250.00 en te bepalen op ƒ29,390.00.
Art. 4. Aankoop en onderhoud van werktuigen, begroot op
8900.00, te verhoogen met ƒ4300.00 en te bepalen op
ƒ13,200.00; van welke verhooging wordt aangebragt op:
Onderdeel a. Onderhoud van werktuigen voor de fabricage
ƒ2790.00;
Onderdeel b. Aankoop van meters cn verdere gastoestellen
1510.00.
Art. 5. Diverse andere uitgaven, geraamd op ƒ1500.00, te
verhoogen met ƒ50.00 en te stellen op ƒ1550.00.
Dientengevolge nader vasttestellen het totaal dezer Ve afdee
ling, nu bedragende ƒ62,440.00, op 73,040.00, dat van hoofd
stuk III op ƒ210,891.60 en dat der gezamenlijke uitgaven op
ƒ515,234.74.
Na deze wijzigingen wordt de balans der begrooting als volgt
Inkomsten515,254.83
Uitgaven - 515,234.74
Waarschijnlijk batig saldo 20.09.
16. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, tot bepaling van de wijze van invorde
ring der belasting op tooneelvertooningen en andere openbare
vermakelijkheden, die ter gelegenheid der jaarmarkt van 1870
binnen deze gemeente zullen worden gegeven.
Op voorstel van den Voorzitter tot de behandeling van het
aangebragt voorstel overgegaan zijnde, wordt de conclusie daar
van buiten discussiën met eenparige stemmen aangenomen cn
dientengevolge besloten
lo. De invordering der belasting op tooneelvertooningen en
andere openbare vermakelijkheden, welke ter gelegenheid der
jaarmarkt van 1870 in deze gemeente zullen worden gegeven,
bij gaardering te doen plaats hebben.
2o. Aan de personen, die met de sub lo bedoelde gaarde
ring zullen worden belast, als belooning toetekennen de som
van vijftig gulden, die tot dat einde is uitgetrokken op hoofd
stuk VI, afd. IV, art. 5 der uitgaven van de gemeentebegroo
ting, dienst 1870.
17. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, tot regeling van den aard en het bedra<*
van den door den Directeur der stadsreiniging in deze gemeeute
te stellen borgtogt.
De conclusie van opgemeld voorstel nadat alvorens op
voorstel van den Voorzitter tot de onmiddellijke behandeling
daarvan was besloten wordt buiten beraadslaging met alge
meene stemmen aangenomen, weshalve is besloten:
Te bepalen, dat door den Directeur der stadsreiniging in dc
gemeente Leeuwarden, ten behoeve dier gemeente, ter zake het
als zoodanig door hem Ic voeren finantiöel beheer, pcrsonelcn
borgtogt moet worden gesteld lot een bedrag van een duizend
gulden.
18. Aan de orde is de benoeming van een lid der ra Ad a
commissie voor het onderwijs in de gijmnastiek, in plaats van
wijlen den heer Dr. P. H. Asman.
Van de ter zake bij geslotene briefjes gehoudene stemming
is de uitslag geweest, dat waren uitgebragt op den heer S.
Draisma van Valkenburg 8 stemmen, op den heer A. J. Roose
boom 2 stemmen en op de heeren G. O. Gorter, II. J. Westen-
borg en mr. J. Minnema de With ieder 1 stem, zoodat de heer
van Valkenburg met meerderheid van stemmen tot lid der op
geroeide commissie is verkozen geworden.
19. De heer Dnparc, daartoe verlof hebbende bekomen, rio-t
eenc vraag tot het collegie van dagelijksch bestuur, betreffende
de inrigting van het onderwijs in deze gemeente. In eene vorige
vergadering heeft hij met genoegen medegewerkt tot het besluit
omtrent de vergrooting cn verbetering der lokalen van de Franschc
school voor meisjes. In de vergaderiog van heden is een voor
stel ingekomen, om tot eene, naar Spr.'s inzien, reeds voorla c*
noodig geweest zijnde reorganisatie van de burger dag- en avond
school over te gaan. Maar er zijn nog meer inrigtingen van
onderwijs in deze gemeente die niet minder op verbetering
wachten. Spr. herinnert, dat in de maand December des vorigen
jaars een voorstel daartoe van Burgemeester en Wethouders zei
ven is ingekomen, dat toen aan hun collegie om consideration
en advies is terug gezonden. Wij zijn nu, zegt Spr., aan den
vooravond van de vacantiën. Als die zullen zijn afgcloopen
met den aanvang van het nieuwe schooljaar, zou hij gaarne
zien, dat dc beoogde verbeteringen konden worden in werking
gebragt. Hij vraagt daarom, of de van het collegie van dage
lijksch bestuur gevraagde voorstellen spoedig kunnen worden te
gemoet gezien? Mogt het collegie niet in staat zijn, thans reeds
op de vraag van Spr. te antwoorden, dan wil hij toch gaarne,
dat dit in dc volgende vergadering geschiede.
De Voorzitter geeft tc kennen, dat Burgemeester en Wet
houders zich voorbehouden op de gedane vraag in eene volgende
vergadering tc antwoorden.
Geen der leden verder het woord verlangende en niets meer
aan de orde zijnde, wordt de vergadering door den Voorzitter
gesloten.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN.
Zitting van Donderdag 23 Junij 1870.
85
VERSLAG van 't verhandelde ter vergadering
van den Gemeenteraad te Leeuwardeh,
op Donderdag 23 Junij 1870.
Aanvankelijk 13, later 15 leden tegenwoordig.
Afwezig dc heeren Bruinsma, Rengers, van Sloterdijck, Brun-
ger, van Valkenburg en de With.
Voorzitter de heer D. Zeper, <1 ic de vergadering op het daar
voor bepaald tijdstip opent en mededeelt, van de heerer. Brunger,
Bruinsma, Rengers en van Valkenburg kennisgeving te hebben
ontvangen, dat zij verhinderd worden deze vergadering bij te
wonen.
1. Is gelezen cn onveranderd vastgesteld het genotuleerde
van 't verhandelde ter vergadering van den 9 Junij jl.
2. Is gelezen een voorstel van Burgemeester en Wethouders,
aangaande de in de vergadering van 23 September jl. aan hun
collegie gedane opdragt, ora te onderzoeken, of het wcnscbelijk
moet worden geacht voor bet draaijen van de Verwersbrug van door
varende schepen bruggeld te heffen.
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
3. Is ter tafel gebragt eene door Burgemeester en Wethou
ders, in overleg met den districts-schoolopziener en de betrokkene
hoofdonderwijzeres, opgemaakte voordragt tot benoeming van een
hulponderwijzer, op eene jaarwedde van vijf honderd vijftig gulden, om
aanvankelijk als zoodanig werkzaam te zijn in de burgerschool
voor meisjes, waarop voorkomen de hulponderwijzers Anne Gcrrit
Nauta, Jan van der Hoeve en Johannes Feer.stra, respeclivelijk
te Vianen, Schoonhoven en Dragten woonachtig.
Ter visie, om in eerie volgende vergadering tot de benoeming
over tc gaan.
4. De Voorzitter brengt ter tafel het volgend schrijven van Bur
gemeester cn Wethouders
„In antwoord op de ter raadsvergadering van den 9 Junij
jl. door den heer Duparc gedane vraag: „Of de Raad eerlang
kan tegemoet zien de van Burgemeester en Wethouders te wach
ten voorstellen, betrekkelijk aan te brengen verbeteringen in het
lager cn middelbaar onderwijs in deze gemeente," hebben Bur
gemeester en Wethouders de eer den Raad mede te deelcn
dat bij raadsbesluit van 23 December 1869 aan hun collegie
is opgedragen, ora te onderzoeken of er iets en, zoo ja, wat,
dient te geschieden ter verbetering van het lager en middelbaar
onderwijs in deze gemeente
dat zij, tengevolge van die opdragt, zich in de eerste plaats,
en wel bij missive van 14 Februarij 1870, in betrekking hebben
gesteld met de plaatselijke schoolcommissie, die bij missive van
25 Mei d. a. v. de van haar gevraagde mededeelingen heeft
verstrekt.
Opzigtens het middelbaar onderwijs, kon, volgens wettelijk
voorschrift, vari de commissie met het toezigt daarover belast,
baar jaarlijksch verslag voor 1 Maart 11. worden verwacht, doch
dit is echter niet voor 1 Junij jl. ontvangen. Iloe wenschelijk
eene bespreking van het aan Burgemeester en Wethouders opge
dragen onderzoek ook moge zijn, het valt niet te ontkennen, dat
de late ontvangst van daarvoor noodige gegevens, waartoe aan
de zijde der betrokken commissiën zeker gegronde redenen aan
leiding bobben gegeven, zulks heeft vertraagd. DBe vertraging
leidde ons dan ook, gelijk wij de eer hadden bij het desbetref
fend uitgebragt verslag op tc merken, ora ten aanzien van de
Fransche dag- en kostschool voor jonge jufvrouwen, den eind
uitslag van ons onderzoek niet af te wachten, maar een afzon
derlijk rapport en voorstel aan uw oordeel te onderwerpen, die
bereids tot de noodige besluiten uwerzijds hebben geleid. Thans
evenwel vertrouwt men, behoudens enkele nadere inlichtingen,
Bijvoegsel tot de Provinciale Friescue Courant,
de noodige bouwstoffen in handen te hebben, om, zoo ten aan
zien ook van andere schoolgebouwen als in opzigt tot het lager-
cn middelbaar onderwijs in het algemeen, te dienen van berigt
en raad. Burgemeester en Wethouders stellen zich dan ook voor
binnen kort het resultaat van hunne overwegingen aan 's Raad3
bcoordeeling tc onderwerpen, ten dien effbete, dat de meest
noodzakelijk voorkomende verbeteringen, voor zoover ze inmid
dels niet reeds zullen zijn tot stand gekomen, nog staande de
op handen zijnde grootc vacantie of althans kort na het einde
van deze zullen kunnen zijn uitgevoerd."
Aangenomen voor notificatie.
5. Is gelezen eeue missive van den schuttersraad der dienst
doende schutterij in deze gemeente, (ld. 11 Junij jl., houdende
verzoek om magtiging tot wijziging van de begrooting van kosten
dier schutterij, over het jaar 1S69.
In handen eener commissie, bestaande uit de heeren Duparc,
Wiersma en Rooscboora, ten fine van onderzoek rapport.
6. Is gelezen en voor notificatie aangenomen eene missive van
heeren Curatoren van het stedelijk gijmnasium, dd. 14 Junij jl.,
houdende kennisgeving van dc tijdstippen waarop de zoraerexamina
cn prijsuitdecling aan het gijmnasium zullen plaats hebben.
7. Is gelezen eer. schrijven van de plaatselijke schoolcommis
sie, dd. 17 Junij jl., no. 3663, daarbij mededeelende de tijd
stippen door haar vastgesteld voor de examens en, voor zoover
daartoe volgens de verordeningen aanleiding bestaat, de prijsuit-
deelingen aan eenige openbare scholen in deze gemeente.
Volgens de daarvan beslaande rooster, worden door den
Voorzitter, namens de vergadering, tot bijwoning der bedoelde
examens aangewezen de heeren Gorter, Suringar, Westenberg,
Dirks en Wiersma.
8. Is gelezen een adres van H. L. Westra, veerschipper van
Britsum op Leeuwarden v.v., dd. 15 Junij jl., houdende kennis
geving, dat sedert 12 Mei jl. ook andere personen een schip in
de vaart iicbben gebragt cn daarmede, even als adressant, des
Donderdags vrachtgoederen naar Leeuwarden raeclenemen en des
Vrijdags insgelijks mei goederen beladen naar Britsum terugkee-
ren, waardoor aan hem een groot nadeel wordt toegebragt en
tengevolge waarvan hij verzoekt, om bedoelde personen te ge
lasten geene vrachtgoederen, die met zijn veerschip behooren te
worden verzonden, te vervoeren.
De Voorzitter stelt voor dit adres te stellen in handen vau
Burgemeester en Wethouders, om daarop te dienen van berigt
cn raad.
De heer Attema gelooft, dat zulks niet noodig is; hij is van
oordcel, dat het door den adressant gedaan verzoek hier niet op
de regte plaats is en wil hem verwijzen daar waar hij behoort.
Spr. acht het niet noodig, om Burgemeester en Wethouders over
het adres te hooren daar 't, volgens zijn inzien, bij de regterlijke
magt thuis hoortwaarom hij in overweging geeft het te wijzen
van de hand.
De Voorzitter, na gehoord te hebben het door den heer
Attcma aangevoerde, trekt zijn gedaan voorstel in en stelt alsnu
voor het adres onmiddellijk te behandelen.
Nadat daartoe was besloten, wordt doov den heer JongsmA
te kennen gegeven, dat ook naar zijn oordeel door den adressant
ter zake een beklag moet worden ingediend bij het Openbaar
Ministerie; hij is het met den heer Attema volkome»
eens, dat nan den adressant kan worden te kennen gegeven,
dat zijn-verzoek in deze vergadering niet te huis behoort.
De Voorzitter stelt dientengevolge voor, om overeenkomstig
't door den heer Attema in overweging gegevenc te besluiten
Dit voorstel wordt vervolgens met algemeene stemmen aangenomen.
9. Is gelezen een adres van heereu commissarissen der stedelijk©
24