GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN.
Zitting van Donderdag den 11 Augustus 1870.
De heer Rengers merkt op, dat de behandelde punten der
conclusie de kwestie omtrent het middelbaar onderwijs niet heb
ben uitgemaakt en dat het aan de benoemde commissie vrijstaat
dienaangaande de noodige voorstellen te doen.
De heer RoOSeboom zegt, dat alleen om het spoedeischende
der zaak de onderwcrpelijke punten der conclusie behandeld zijn.
Hij is van oordeel, dat eveneens de verlaging van het schoolgeld
spoed eischt. Wenscht men deze kwestie evenwel in het te
ontvangen rapport te behandelen, zoo verklaart Spr. er zich bij
te kunnen neerleggen.
Nadat de heer Roosebooin vervolgens nog op eene ter zake
door den Voorzitter gedane vraag had verklaard geen voorstel
te willen doen, worden de beraadslagingen gesloten.
15. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, betrekkelijk het opmaken eener lijst van
personen, die in aanmerking worden gebragt als leden van
het collegie van zetters voor 's rijks directe belastingen in deze
gemeente.
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden behandeld.
16. De heer Jongsma merkt op, dat er nu nog geen besluit ge
nomen is omtrent de zoo straks aangebragtc missive der plaat-
plaatselijke schoolcommissie geleidende copic van een door haar
aan Burgemeester en Wethouders gezonden schrijven. De be
slissing daaromtrent is aangehouden tot dat aangaande de wijze
van behandeling van 't rapport van Burgemeester en Wethouders
een besluit zou genomen zijn. Dat besluit thans genomen zijnde
stelt Spr. voor „De missive van de schoolcommissie, dd. 10
Augustus 1870, no. 3694, met bijlage te stellen in handen van
de commissie, benoemd tot het uitbrengen van rapport over het
rapport en voorstel van Burgemeester en Wethouders, omtrent
het gemeentelijk lager en middelbaar onderwijs, ten einde op een
en ander te gelijk den Raad te dienen van bcrigt, consideration
en advies."
De Voorzitter moet tegen het gedaan voorstel bedenkingen
opperen. Het komt hem voor, dat de zaak daardoor afwijkt van
de bedoeling der schoolcommissie. Bovendien zou er, wanneer
de benoemde commissie de missive der schoolcommissie in be
handeling neemt, strijd kunnen ontstaan, daar de missive is in
gediend aan Burgemeester en Wethouders, bij wie ze ook een
punt van behandeling zal uitmaken.
De heer Rengers kan zich niet voorstellen hoe eene raads
commissie zou kunnen dienen van berigt, consideration en advies
op eene missive, die aan Burgemeester en Wethouders gerigt is.
Spr. vindt het zeer goed, dat de missive der schoolcommissie
aan den Raad worde medegedeeld hij vertrouwt zelfs, dat, wan
neer dc schoolcommissie niet reeds een afschrift er van aan den
Raad had doen toekomen, Burgemeester en Wethouders wel uit
eigen beweging den Raad er mede in kennis gesteld zouden
hebben; maar hij ziet niet in, dat het van practisch nut kan zijn
dc missive om advies in handen der commissie te stellen.
Wel kan ze bij dc betrekkelijke stukken gevoegd worden, daar
ze, gelijk zoovele andere missives van dc schoolcommissie en dcu
districts-schoolopziencr, lot tie geschiedenis der zaak behoort, maar
waarom ten haren opzigtc expresselijk het advies der commissie
moet worden gevrangd, verklaart Spr. niet begrijpen.
De heer Atteina zou deu heer Jongsma in overweging wen-
schen te geven het gedaan voorstel terug tc nemen. De inhoud
der missive is aan den Raad medegedeeld en de commissie,
benoemd tot beoordeeling van het rapport van Burgemeester en
Wethouders, weet dus hoe de schoolcommissie daarover denkt.
Zij zal derhalve bij 't opmaken van haar rapport op een cn an
der kunnen letten doch eene bepaalde opdragt tot het geven
van advies is volgens Spr.'s oordcel niet noodig.
De heer Dirks meende, dat toen dc heer Jongsma zoo straks
het voorstel deed om de missive der schoolcommissie aan te
houden, alsnu van hem een voorstel zou hebben uitgegaan een
voudig om de missive bij de overige stukken te voegen. Daarom
stelt Spr. alsnu voor de missive der schoolcommissie te voegen
bij de in handen der benoemde commissie gestelde stukken, om
daarvan zoodanig gebruik tc maken als zij dienstig zal oordeelen.
Den heer Jongsma komt het met het oog op de uitgesproken
ideën voor, dat alle leden hetzelfde willen, namelijk dit, dat
het stuk niet in de lucht blijft hangen. Zijn doel was het dit
tc voorkomen. Ilij gelooft, vooral na het advies van den heer
Dirks tc hebben gehoord, dat hij bij zijn voorstel niet in alle
opzigtcn den goeden weg heeft ingeslagen, en dat hetgeen
hij wil, beter bereikt wordt wanneer men den weg bewan
delt door den heer Dirk3 voorgesteld. Daarom verklaart hij bet
door hem gedaan voorstel in te trekken en het door den heer
Dirks gedane te ondersteunen.
Het voorstel van den heer Dirks, vervolgens in stemming
gebragt, wordt met algcmcene stemmen aangenomen.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Zaturdag den 13 Augustus 1870.
VERSLAG van het verhandelde ter buitengewone
vergadering van den Gemeenteraad te
Leeuwarden, op Zaturdag den 13
Augustus 1870.
Aanvankelijk 12, later 13 leden tegenwoordig.
Afwezig de beeren Zeper, Atteraa, Duparc, Rooseboom, van
Valkenburg, dc With, van Sloterdijck cn Dirks.
Voorzitter de heer J. J. Bminsma, die, na te hebben mede
gedeeld, dat de heer Zeper, Burgemeester, door andere bezighe
den wordt belet deze zitting te presideren, dc vergadering
opent en tc kennen geeft, dat ook de heer Dirks berigt heeft
gezonden, dat hij verhinderd wordt de vergadering bij tc wonen.
1. Op voorstel van den heer Jongsma wordt de lezing van
de notulen der vorige vergadering tot eene volgende aangehouden.
2. Do Voorzitter deelt mede, dat bij resolutie van heeren Gede
puteerde Staten dezer provincie, dd. 4 Augustus jl., no. 34, is
goedgekeurd het raadsbesluit van 14 Julij te voren, tot het aan
gaan eener overeenkomst lusschen de gemeente cn den heer mr.
B. Hopperus Buma te Kollum, betrokking hebbende op dc over-
dragt van aan den heer Buma toebehoorende vastigheden.
Aangenomen voor notificatie.
3. Is ter tafel gebragt en gelezen eene resolutie van heeren
Gedeputeerde Staten dezer provincie, dd. 5 Augustus jl., no. 18,
geleidende afdruk van een, onder dagteekening van 30 Mei te
voren, bij hunne vergadering ingekomen adres van onderscheidene
gemeente-ontvangers in deze provincie, daarbij hunne bezwaren in
brengende tegen de wijze, waarop hunne respectieve jaarwedden
laatstelijk zijn geregeld, verzoekende heeren Gedeputeerde
Staten voornoemd, dat dc Raad vóór den 1 October aan hunne
vergadering kenbaar make, zijn gevoelen over het bedrag van de
jaarwedde van den ontvanger dezer gemeente, zooals die nu ge
regeld is, of, naar zijn oordeel, zou behooren to worden vastgesteld.
In handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van be
rigt en raad.
4. De Voorzitter deelt mede, dat cr door het overlijden van
Eranciscus Lambooij eene vacature is ontstaan in het personeel
der waagwerkers aan de stadswaag, en stelt voor dc noodzakelijk
heid te verklaren tot aanvulling dier vacature.
Met algemeene stemmen wordt daartoe besloten.
5. Is ter tafel gebragt cn gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, betrekkelijk het bij hun collegie van den
heer Rouppe van der Voort ontvangen plan, tot bet maken eener
nieuwe draaibrug aan de Vrouwenpoort.
Nadat de Voorzitter had medegedeeld, dat de bouwcommissie
met het plan is in kennis gesteld, wordt lot dc behandeling van
het voorstel overgegaan.
De heer Westenberg geeft te kennen, dat de bouwcommissie
is in de gelegenheid geweest om het aangeboden plan te exami
neren, 't geen echter voor haar eene vreemde zaak was, doch het
welk haar door van den heer van der Voort ontvangen inlich
tingen is vergemakkelijkt. Spr. kan er bijvoegen, dat de commissie
van den heer van der Voort de verklaring heeft gekregen, dat
de brug, wanneer ze overeenkomstig 't ontworpen plan wordt ge
maakt, eene zwaarte zal krijgen, grooter dan waartoe ze ooit zal
behoeven te worden gebruikt. Wat dc termiju van aanbesteding
en aanwijzing aangaat, deze is, wel is waar, zeer kortmaar,
zegt Spr., de heer van der Voort, heeft er voor gezorgd het be
stek zoo gedetailleerd tc maken, dat een fabrikant in staat is,
zelfs zonder loco onderzoek zijne berekening te maken. En nu
de commissie deze verklaring van den heer van der Voort ont
vangen heeft, heeft ze ook geen bezwaar gezien, om den termijn
Bijvoegsel tot de Provinciale Eriesciie Courant.
zoo kort te stellen, cn zich bij het voorstel van den heer van
der Voort neer tc leggen.
De heer Jongsma zegt, dat het in den regel zijne gewoonte is
te stemmen tegen zaken waaromtrent hij geene kennis heeft kunnen
verkrijgen. Toen Spr. gisteren avond de oproepingbrief voor deze
vergadering ontving, heeft hij zich onmiddellijk naar't gemeente
huis begeven, om dc betrekkelijke stukken, die volgens den op
roepingbrief ter inzage lagen, te raadplegen, doch aldaar het ant
woord ontvangen, dat die stukken in handen waren van dc bouw
commissie. Ook dezen morgen heeft Spr. zich niet genoeg op
dc hoogte der zaak kunnen stellen, omdat toen het bestek bij
dc stukken ontbrak. Evenwel, deze zaak eischt spoed; daarom
wil Spr. thans van zijne gewoonte afwijken, en wanneer hij nu
aan het voorstel zijn stem geeft, dan doet hij dit op grond van het
vertrouwen, dat hij èn in Burgemeester en Wethouders èn in dc
bouwcommissie stelt, zij het dan ook dat hij zich persoonlijk niet
heeft kunnen overtuigen of de zaak riglig is.
De heer Wiersma wenscht naar aanleiding van het door den
heer Jongsma gesprokene een enkel woord in het midden te brengen
en geeft te kennen, dat, even als de heer Jongsma een goed ver
trouwen stelt in het Collegie van Burgemeester cn Wethouders
en de Commissie voor openbare werken, deze wedcrkcerig zich
vertrouwen op den heer Rouppe van der Voort. l)e inlichtingen
door dezen gegeven zijn voldoende geweest; met de meeste
«nauwkeurigheid heeft hij opgehelderd wat men wenschte te
weten, of wat niet regt duidelijk voorkwam. Wat het technisch
gedeelte aangaat, gelooft Spr. gerust op den heer van der Voort
tc mogen vertrouwen; terwijl de andere punten van gewonen
aard zijn en bij de Commissie niet het minst bezwaar hebben
opgeleverd. En wat nu eindelijk dc som, waarvoor volgens de
raming dc nieuwe brug kan worden geleverd, aangaat, Spr. is
overtuigd, dat ook die geen bezwaar kan opleveren, dewijl ze
verre beneden de raming van den heer van Grieken is en boven
dien nog door den heer van der Voort de tegenwoordige tijds
omstandigheden zijn in aanmerking genomen, ja, nog door hem
is verklaard, dat ze wanneer de tijd van oplevering verlengd
werd, wel lager kon worden gesteld. In geen geval zou ze
naar zijn oordeel dc som van f 6000 kunnen te boven gaan.
De heer Rengers moet eene kleine opmerking maken, en dat
wel naar aanleiding van het door den heer Jongsma gesprokene,
hetgeen, wanneer het zoo in het verslag opgenomen wordt, het
publiek ligt tot het denkbeeld aanleiding zou kunnen geven, dat
het bestek niet ter visie [heeft gelegen, hoewel dit niet het geval i9
geweest. Spr. wil toegeven dat gister avond het bestek niet ter
inzage lag, omdat het toen bij de bouwcommissie in behandeling
was, maar van morgen heeft het dan toeh wel cenige uren voor
gelegen en zijn de leden van den Raad in de gelegenheid ge
weest daarvan kennis te nemen.
De heer Jongsma herhaalt, dat hij gisteren avond tot antwoord
ontvungen heeft, dat de stukken in handen der bouwcommissie
waren. Daarom heeft hij zich een half uur voor den aanvang
van deze vergadering naar dc plaats begeven alwaar de stukken
ter inzage liggen en daar aangetroffen den heer Oostcvkoff, die,
even als Spr., het bestek bij de stukken miste. Alleen de brief
van Burgemeester en Wethouders en de teekening waren aan
wezig.
De heer Bloembergen geeft tc kennen, dat hij heden morgen
10 uur het bestek wel bij de stukken heeft aangetroffen; het
lag toen in dezelfde portefeuille waarin zich ook het voorstel
van Burgemeester en Wethouders bevond.
De Voorzitter merkt op, dat van morgen ccne drukproef tegen
32