26
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
4. De kerkeraad verbindt zich ombinnen een jaar na dag-
teekening der overeenkomst, langs de geheele westzijde der be
graafplaats aan den Groeneweg ten zijnen koste te doen plaatsen
en voortdurend in voldoenden staat te onderhouden een steenen
ringmuur van bekwame hoogte, met een straal van ongeveer
21/2 meter aan den zuidwesthoekzich uitstrekkende naar en
over een gedeelte van den Groeneweg een en ander tot genoe
gen van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.
5. De kerkeraad verbindt zich tevens om te zorgen dataanslui
tende aan den sub 4 vermelden ringmuur, langs den Groene
weg de afscheiding van de aldaar gelegen voormalige begraaf
plaats steeds op voldoende wijze plaats vindehetzij door een
steenen muur, hetzij door een ijzeren hek of houten schutting.
6. De kerkeraad verbindt zich almede om er steeds voor te
waken dat de aan de hoofdsijnagoge in eigendom overgedragen
Israëlitische begraafplaatszoolang daarvoor ruimte beschikbaar
is, ten allen tijde voor begraafplaats van Israëliten bestemd blijft en
dienstbaar gemaakt wordtzonder dat ecnige bepaling zijnerzijds
de bestemming der afgestane begraafplaats wijzige of het gebruik
daarvan beperke.
7De kosten op de overeenkomst van ruiling vallende komen
ten laste van de hoofdsijnagoge meergemeld.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent het sluiten eener
overeenkomst met de firma Wispelweij en Co. te Zwolle, omtrent de
verbetering van de Prins Ilendnkbrug enz.van welk voorstel de
conclusie luidt:
a. Burgemeester en wethouders te magtigen met de firma
Wispelweij en Co. eene overeenkomst aan te gaan waarbij deze
zich verbindt de Prins Hendrikburg te versterkenovereenkom-
stig daarvan door den gemeente-architect opgemaakt bestek en
voorwaarden met terzijdestelling van art. 5 betrekkelijk het
aanbrengen van een nieuwen halven buitenlegger en van een
nieuw verbindingraam tegen betaling eener som van 1300
onder voorwaarde dat zij1. aan het gemeentebestuur restituere
een bedrag van ƒ75 dezerzijds uitbetaald aan den pachter der Pot-
margebrug° tot schadeloosstelling voor stremming der scheepvaart
langs de Zuidergracht ter oorzake van te late oplevering van
de Prins Hendrikbrug, en 2. binnen een door burgemeester en
wethouders te bepalen termijnde in de gracht aanwezige ge
deelten van den in der tijd van de Prins Hendrikbrug gebroken
bovenrolring opruime.
b. Toewijzend te beschikken op het. door de firma Wispelweij
Co. in dato 17 October 1870 ingediend adres en derhalve al-
geheele kwijtschelding te verleenen van de door haar beloopen
boete wegens te late oplevering van de Prins Hendrikbrug.
c. De firma voormeld te ontheffen van de verpligting tot leve
ring van voorwerpen en het verrigten van werkzaamheden
waartoe zij, overeenkomstig bestek en voorwaarden, blijkens
het rapport van opneming" en afschouwing van de Prins Hen
drikbrug, in dato 13 September 1870 alsnog verpligt was.
Deze conclusie wordt door de vergaderingbuiten discussie
met algemeene stemmen aangenomen.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders aangaande de nadere
regeling van het getal en de bezoldiging der hulponderwijzers aan de
school voor lagei' en meer uitgebreid lager onderivijs.
Overeenkomstig de conclusie van dit voorstelwordt door de
vergaderingbuiten discussie met algemeene stemmen onder
intrekking van hare den 20 October 1870 en 12 Januarij 1871
ter zake genomen besluiten besloten tot het aanstellen van een
5e hulponderwijzer aan de school voor lager en meer uitge
breid lager onderwijsin het bezit der acte van bekwaam
heid als hoofdonderwijzer, op eene jaarwedde van ƒ500 te ver-
hoogen tot ƒ600, ingeval hij tevens in het bezit mogt zijn van
eene acte voor het onderwijs in de Fransche taal.
V. Ingevolge het bepaalde in art. 13 van 't reglement van
orde gaat de vergadering over tot het aanwijzen bij loting
van den rang van zitting harer leden waarvan de uitslag is
dat dezeaan te vangen met de eerstvolgende bijeenkomst
G. H. Hommes.
J. Oosterhoff Wzn.
S. Draisma van Val
kenburg.
13. A. Duparc.
14. Mr. E. Attema.
15. G. T. N. Suringar.
16. Mr. J. L. van Sloter-
di jcken
17. Mr. E. Jongsma.
overgegaan tot de benoe-
12,
zal zijn als volgt
No. 1. Mr. .J. Dirks. No. 10.
2. H. J. Westenberg. 11.
u 3. G. O. Gorter.
w 4. Mr. J. Minnema de With.
H 5. Mr. C. W. A. Buma. n
6. Mr. H. Wiersma. n
h 7. J. J. Brunger. n
8. Jhr. Mr. J. F. van Hu- n
malda van Eijsinga.
9. A. J. Rooseboom. n
VI. Door de vergadering wordt
mine van
10. Vier leden der commissie voor het stedelijk muziekkorps.
Na mededeeling door den voorzitterdat door het dagelijksch
bestuur als voorzitter dezer commissie is aangewezen de heer
wethouder J. J. Bruinsma wordt tot de opening der briefjes over
gegaan waaruit blijktdat de heeren G. T. N. SuringarJhr.
Mr. 1. F. van Humalda van Eijsinga, Mr. J. L. van Sloterdijck
en Mr. H. Wiersmade beide eerstgenoemden ieder met 17 en
de beide laatstgemelden ieder met 16 stemmen, tot leden van
de commissie zijn herbenoemd geworden.
20. Vier leden der commissie voor de gemeentelijke gasjabriek.
De voorzitter deelt mededat door het dagelijksch bestuur
tot voorzitter dezer commissie is aangewezen de heer wethou
der E. Bloembergen. Bij de hierop gevolgde stemming worden
de heeren Mr. E. Attema en J. J. Brunger ieder met 16, en de
heeren A. Duparc en J. J, Bruinsma ieder met 15 stemmen als
leden der commissie herkozen.
VII. Naar aanleiding van het bepaalde in art. 63 van 't regle
ment van orde wordt overgagaan tot de vernieuwing, bij loting,
van de sectiënwaarvan het resultaat isdat deze tot aan de
eerste vergadering in September a. s. zullen zijn zaïnengesteld als
volgt
le sectie: mr. J. L. van Sloterdijkmr. E. Attema, A. J.
Rooseboom, mr. J. DirksG. O. Gorter, D. Zeper (burgemees
ter) en J. J. Bruinsma (wethouder).
2e sectieA. Duparcmr. E. JongsmaG. H. Hommesmr.
C. W. A. Buma, S. Draisma van Valkenburg, G. T. N. Surin
gar en E. Bloembergen (wethouder).
3e sectie: jhr. mr. I. F. van Humalda van Eijsinga, H. J.
Westenberg, mr. J. Minnema de With, J. Oosterhoff Wzn. mr.
H. Wiersma, J. J. Brunger en mr. W. J. van Weideren baron
Rengers (wethouder).
De Voorzitter sluit hierna de vergadering.
ERRATUM.
Op regel 17 van pag. 20 zitting van 23 Febr. in 'tgesprokene van den heer van Eijsinga, staat rectificatie, lees: codificatie.
■■i
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
27
Vergadering van Donderdag den 23 Maart 1871.
Tegenwoordig 19 leden.
Afwezig de heeren Van Eijsinga en Gorter.
Voorzitter de heer burgemeestei die, na de vergadering te
hebben geopend mededeelt van de heeren van Eijsinga en Gor
ter berigt te hebben ontvangendat zij verhinderd worden de
vergadering bij te wonen.
I. Worden gelezen en onveranderd vastgesteld de notulen der
vergadering van 9 Maart jl.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders, om aan
C. Bijkerk, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag te
verleenen als hulppnderwijzer.
2. Alsboventot verhooging der belooning van den klok-
steller van het uurwerk in den toren op de Galileër-kerk.
3. Alsboven betrekkelijk de onderhandsche verpachting van
de opkomsten der tolheffing aan gabel no. 1 op den kunstweg
naar Hijum.
4. Alsboven ten geleide van een ontwerpbesluit op de hef
fing en invordering van schoolgelden.
5. Alsboventot vermindering der te heffen regten voor het
genot van gas uit de gemeentelijke gasfabriek.
6. Alsbovenin zake het adres van B. Pieterson c. s. over
onderhandsche aanbesteding van leveringen voor de gemeente.
7. Het rapport van de commissie belast geweest met het
onderzoek van de rekening en verantwoording van de admini
stratie der bank van leening, over 1870.
8. Eene voordragt tot benoeming van een 5e hulponderwij
zer aan de school voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs,
waarop voorkomen J. Feenstra te GarijpA. A. van Munster
te Collendoorn (Ambt-Hardenberg) en Jan Grooters te Hengeloo.
Al deze stukken zijn ter inzage gelegdom in eene volgende
vergadering te worden afgedaan.
9. De rekening en verantwoording van de kosten der brand
weer, over 1870.
Gesteld in handen eener commissieIbestaande uit de heeren
de WithSuringar en van Eijsingaten fine van onderzoek en
rapport.
10. Eene aanvraag van den schuttersraad der dienstdoende
schutterij om magtiging tot wijziging der begrooting van kosten
dier schutterij over 1870.
In handen gesteld van de heeren Gorter, Buma en Wes
tenberg om deswege te dienen van rapport.
11. Een verzoek van E. Molenaar, tot het rooijen of kap
pen van drie boomen naast- en het verbeteren van den reed
naar zijn molen.
12. Een adres van K. J. Ilazelhoff, houdende verzoek, om te
worden ontheven van de betaling zijner aanslagen in den hoofde-
lijken omslagover 1869 en 1870.
De adressen sub 11 en 12 vermeld zijn ten fine van afdoe
ning in handen van burgemeester en wethouders gesteld.
13. Een adres van A. J. Feddema en T. G. Bekhuis, hou
dende verzoekom vergoeding wegens geleden schade ter zake
vertraging in de uitvoering van de door hen aangenomen dem
ping der gracht tusschen de Groote Kerkstraat en de Langepijp.
14. Alsboven van dr. J. A. Rijkens en anderen om den weg
langs de begraafplaatsden zoogenaamden Spanjaardsdijkmet
gas te verlichten.
De adressenvermeld onder sub 13 en 14zijn gesteld in
handen van burgemeester en wethouders om daarop te dienen van
berigt en raad.
Bijvoegsel, behoorbnde tot de Leeuwarder courant.
15. Eene resolutie van heeren gedeputeerde staten houdende
goedkeuring van het raadsbesluit tot het aangaan eener over
eenkomst van ruiling van grond met den grooten kerkeraad
der Nederlandsch Israëlietische hoofd-synagoge alhier.
Aangenomen voor notificatie.
16. De ingekomen verslagen over 1870 van:
a. voogden der stads armenkamer;
b. de commissie van toezigt over 'tstads werkhuis;
c. voogden van het nieuwe stads weeshuis;
d. de commissie van administratie der bank van leening
e. de plaatselijke schoolcommissiezoo wegens de openbare
scholen voor lager en uitgebreid lager onderwijs als wegens de
bewaarscholen
het bestuur der hulpkas voor Israëlieten en
g. de hoofdcommissie van het Rotterdamsch leeskabinet.
17. De rekening van de ontvangsten en uitgaven wegens den
stads- of Prinsentuin, over 1870.
18. De rekening en verantwoording van de commissie voor
het stedelijk muziekkorps en het verslag van den toestand van
dat korps, over 1870.
19. Eene missive van de plaatselijke schoolcommissie inzake
het uitreiken van prijzen in de openbare lagere scholen.
De onder sub 1619 vermelde stukken zijn alle voor de
leden ter inzage gelegdwat het laatste betreftom daarop te
letten bij de behandeling van een ter zake bij den raad aan
hangig voorstel van den heer Duparc.
20. Een berigt van burgemeester en wethouders dat
a. de nieuwe draaibrug bij de Vrouwenpoort voor de gemeente
is overgenomen en in gebruik gesteld
b. het maken van vijf brugjes in den Harlinger trekweg is
gegund aan J. van Reenen voor ƒ2730.
c. de levering van gaskolen voor de gemeentelijke gasfabriek
bij de gehouden openbare aanbesteding niet is gegund, en
d. door hun collegie zijn benoemd
1. tot lijkbezorgers H. van der Heide en F. Beekman, en
2. tot gaarders van bruggelden S. de Jong en J. Pruis.
Aangenomen voor notificatie.
III. De Voorzitter deelt mede, dat het door burgemeester
en wethouders voorloopig vastgesteld kohier van hoofdelijken
omslag dienst 1871tot en met den len April e. k. ter inzage
ligten stelt voor dat kohier na expiratie van dien termijn tot
onderzoek in de sectiën te brengen en te bepalendat dat ónder-
zoek vóór 16 April zal moeten zijn afgeloopen.
Met algemeene stemmen wordt daartoe besloten.
IV. De Voorzitter, 'tnoodig achtende eene besloten zitting
te houdenheft de openbare tijdelijk op.
V. ^Na heropening der vergadering wordt overgegaan:
1. lot de benoeming van een hulponderwijzer aan de open
bare lagere scholen in deze gemeente, op eene jaarwedde van ƒ300.
De ter zake gehouden stemming levert het resultaat opdat
P. Kikkers te Leeuwarden met algemeene stemmen voor die be
trekking benoemd wordt.
2. Tot. de behandeling van
a. Het rapport der commissie belast geweest met het onderzoek der
gewijzigde begrooting van H nieuwe stads weeshuis over 1870.
De vergaderingzich vereenigende met de conclusie van het
rapportkeurt die gewijzigde begrooting goedtot een bedrag
in ontvang van ƒ28,950.59 en in uitgaaf van ƒ28,884.10 l/2.
b. De ontwerp-verordening tegen de verspreiding van ziektenwaar
door de volksgezondheid wordt bedreigd. (Zie bijlage no. 9).
De Voorzitter opent de beraadslaging over de algemeene
strekking dezer verordening,
8