50
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
ninklijk besluit van den 4 September 1870no. 5 vast te stel
len navolgend
BESLUIT tot heffing van regten voor het genot
van gas uit de gemeentelijke gasfabriek, voor
het gebruik van de gemeentetoestellen, daar
bij benoodigd, en voor de kosten van aanleg
daarvan.
Art. 1.
Te beginnen met de meteropneming over de maand Junij 1871
zijn de volgende regten verschuldigd
1. Voor het genot van gas uit de gemeentelijke fabriek
a. berekend per stère, volgens aanwijzing van den gasmeter,
tien cent per stère
b. berekend voor een straatlantaarnlichtzijnde een vleer-
muisvlamzonder gasmeter, voor elke 100 uur in de maand, dat
de straatverlichting duurteen gulden vijf en zeventig centge
deelten van eene maand voor een geheel berekend
c. berekend voor een ganglantaarnlichtzijnde een vischbek-
vlam zonder gasmeter van zonsondergang tot des avonds elf uur,
twee en twintig gulden per licht voor een jaar gedeelten van
een jaar voor een geheel berekend en voor elk uur later dan
elf uur per licht vijftig cent per maandgedeelten van eene
maand voor een geheel berekend.
2. Voor het gebruik van de gemeentetoestellen, berekend over
een kwartaal of drie maanden, gedeelten van een kwartaal voor
een geheel berekend
a. voor de aanvoerbuizengerekend van de scheiding van
het perceel van de publieke straat tot in den gasmeter of, waar
slechts een straatlantaarn of ganglantaarn istot en met den
brander per meter lengtegedeelten van een meter voor eene
geheel berekend
van 19 millimeters pijpen, een en een halve cent,
25 twee cent
n 31 u a drie cent,
n 38 n vier cent
50 a n zes en een halve cent
b. van de koperen hoofdkraan
van 19 millimeters pijpen, drie cent,
25 a zes cent,
31 u a veertien cent,
,i 38 h n een en twintig cent
van de ijzeren hoofdkraan
voor 50 millimeters pijpen
c. van den gasmeter
voor 2 lichten vijftig cent
3 twee en zestig en een halve cent,
5 a vijf en zeventig cent
„10 n twee en negentig en een halve cent
20 a een gulden tien cent
30 u een gulden vijftig cent,
n 50 n twee gulden twintig cent
60 n twee gulden tachtig cent
n 80 drie gulden zeventig cent
100 n vier gulden vijftig cent.
3. Voor de kosten van aanleg van de gemeentetoestellen
o. van de aanvoerbuizengerekend van de scheiding van het
perceel van de publieke straat tot in den gasmeter of, waar slechts
een straatlantaarn of ganglantaarn is tot en met den brander,
per metergedeelten daarvan voor een geheel berekend
van 19 millimeters pijpen, twintig en een halve cent,
25 n a vijf en twintig cent
a 31 a dertig cent,
38 n n veertig cent,
50 n n vijf en veertig cent
b. van de aanvoerbuizen die onder een stoep door moeten
worden gelegdgerekend van de buitenzijde der stoep tot aan
den buitenmuur of voorgevel van het perceelper meterge
deelten daarvan voor een geheel berekend
veertien cent
van 19 millimeters pijpen, een gulden tien cent,
25 n n een gulden twintig cent,
a 31 n ,i een gulden vijf en twintig cent,
38 a n een gulden vijf en veertig cent,
n 50 a h een gulden vijf en zestig cent
c. voor het bevestigen van den gasmeter
voor 2 lichten een gulden
3 n een gulden twintig cent
5 een gulden veertig cent
u 10 n een gulden vijf en tachtig cent,
20 u die gulden vijftig cent
30 vier gulden vijftig cent
50 u vijf gulden veertig cent,
,i 60 ,i zes gulden dertig cent,
80 acht gulden vijftig cent,
a 100 n acht gulden tachtig cent.
4. Voor de kosten van aanleg of verandering van of herstel
ling aan de aanvoerbuizen en verdere toestellen achter den
meterwaarvan de aanschaffing aan den verbruiker is overge
laten en voor diens rekening geschiedt, voor ieder uur arbeid
per persoon 20 cent, gedeelten van een uur voor een geheel
berekend.
Art. 2.
Voor de straatlantaarn- of de ganglantaarnlichten worden van
gemeentewege alleen de aanvoerbuizenmet inbegrip van den
brander en de kraan geleverd de lantaarn en de paal of branche
behooren niet onder de gemeentetoestellen.
Art. 3.
Het jaarhet kwartaal en de maandin artikel 1 bedoeld
worden gerekend aan te vangen op den datum der eerste leve
ring.
Art. 4.
Onder het regt van een straatlantaarnlicht zijn begrepen de
kosten voor het aansteken en blusschen van gemeentewegedat
gelijktijdig geschiedt met het aansteken en blusschen van de
openbare straatverlichting.
Art. 5.
Onder de kosten van aanleg van de gemeentetoestellenin
art. 13. bedoeldzijn begrepen de kosten van opruiming
indien het gebruik ophoudten de kosten van herstelling der
openbare straat.
2o. De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegendedat er noodzakelijkheid bestaat tot aanvulling
en wijziging der verordering op de invordering der regten voor
het genot van gas uit de gemeentelijke gasfabriekvoor het
gebruik der gemeentetoestellendaarbij benoodigden voor de
kosten van aanleg daarvanvastgesteld bij raadsbesluiten van
den 31 Augustus 1865 en 26 November 1868
Heeft beslotengelijk hij besluit bij deze
Met intrekking der bovengemelde verordeningvast te stellen
navolgende
VERORDENING op de invordering der regten
voor het genot van gas uit de gemeentelijke
gasfabriekvoor het gebruik der gemeente
toestellen, daarbij benoodigd, en voor de kos
ten van aanleg daarvan.
Art. l.
De invordering van de gasregten geschiedt door den boekhou
der der fabriek.
Art. 2.
Iederdie verlangt gas te verbruiken van de gemeentelijke
gasfabriekof het bij hem bestaand getal gasvlammen te ver
meerderen of te verminderen, doet hiervan, door invulling van
het daarvoor bestemd billetaangifte bij den boekhouder dier
fabriek.
Art. 3.
De aangifte geschiedt door den hoofdbewonerof gebruiker van
Verslag der handelingen van den
V
het perceel of van een gedeelte van een perceel waarvoor het
gasverbruik verlangd wordtof door een persoondie daarbij
als bestuurderbeheerder of ondernemer belang heeft.
Art. 4.
De boekhouder geeft van de aangifte ten spoedigste kennis
aan den directeur der fabriek die zorgtdat met den meesten
spoed de daarvoor benoodigde toestellen worden aangebragt en
na de plaatsing aan den boekhouder opgave doet van het door
hem gebruikte materieel en verder van al hetgeen waarnaar de
regten voor het gebruik van die toestellen en voor de kosten
van aanleg daarvan berekend moeten worden.
Art. 5.
De ga8verbruiker is verpligt uitsluitend gebruik te maken van
devan wege de gemeentete verstrekken toestellen van uit
de hoofdbuis tot en met den meter of tot en met den brander
voor een straatlantaarn- of een ganglantaarnlicht.
Hij is mede verpligt tot het gebruik maken van zoodanigen
gasmeter als de directeur der fabriek, in verband met de aanwezige
lichtennoodig oordeelt.
De gasleiding van uit de hoofdbuis tot de scheiding van het.
erceel van de publieke straatwordt van wege de gemeente
ekostigdvoor het verdere van dien toestel worden de daar
voor gestelde regten geheven.
I)e aankoopinrigting en aanleg van de verdere toestellen
benoodigd voor de verlichting van een perceel door gasworden
aan den aangever overgelaten die echter gehouden is het be
noodigde materieel ten zijnen koste aan te schaffen.
Het aanbrengen dier toestellen kan echter van wege de ge
meente op aanvrage geschieden tegen betaling der kosten vol
gens het neffingbesluit.
Voor zoo verre dit aanbrengen buiten bemoeijing van den
directeur der fabriek plaats vindtgeschiedt de aanhechting dier
toestellen aan die, welke van wege de gemeente verstrekt zijn,
niet dan onder toezigt van den directeur.
Indien het aanbrengen der toestellen achter den gasmeter door
den aangever zeiven of buiten bemoeijing van den directeur der
fabriek is geschiedis de gemeente niet gehouden later aan de
toestellen reparatiën te verrigten.
Evenmin is zij verantwoordelijk voor de gevolgen die uit een
slechten of gebrekkigen aanleg der toestellen of aanhechting van
ornamenten of andere zaken aan die toestellen zouden kunnen
voortspruiten.
Art. 6.
Indien aan den aanleg der gemeentetoestellenuithoofde
van de bijzondere gesteldheid der plaatsen waar die moeten
worden aangebragtbuitengewone kosten verbonden zijn of er
uit dien hoofde gevaar bestaat van beschadiging van een per
ceel is de gemeentedie in geen geval die beschadiging voor
hare rekening neemtniet gehouden die toestellen aldaar aan
te leggen. Het is den aangever alsdan vergund zelf de ge
meentetoestellen voor eigen resico mits onder toezigt en met
goedkeuring van den directeurte doen aanleggen. In dat ge
val is hij geene regten voor kosten van aanleg verschuldigd.
De gemeente is niet gehouden het gas te leveren aan of in
zoodanige gebouwenwelke gelegen zijn in gedeelten der ge
meente waar geene hoofdpijpen (minstens van 5 centimeter
diameter) tot straatverlichting aanwezig zijn.
Art. 7.
Bij de aanwijzing der plaatsing van de aanvoerbuizen en den
meter, is de directeur verpligt zorg te dragen dat daarvan geen
misbruik kan worden gemaakt in het nadeel der gemeente en
is mitsdien de aangever verpligt in die aanwijzing te berusten.
l)ie aanwijzing geschiedt door den directeur, vóór dat met den
aanleg der toestellen een aanvang wordt gemaaktten einde
den aangever in de gelegenheid te stellen zijne aangifte in te
trekken indien hij daartegen bezwaar heeft.
De aangever is verpligt genoegen te nemen met de door den
directeur aangewezen plaatsing van een straatlantaarn- of gang
lantaarnlicht en met de brandersdaarvoor bestemd.
gemeenteraad te Leeuwarden, 1871. 51
Het straatlantaarnlicht wordt alleen geplaatst op een perceel
waarnaar de toegang van den openbaren weg ten allen tijde
open staat.
Het ganglantaarnlicht wordt alleen geplaatst in een perceel
waarin de gasvlam ten allen tijde van den openbaren weg zigtbaar is.
De gasverbruiker is verpligt den gasmeter, die altijd onbewege
lijk aan den muur of ander vast ligchaam moet zijn bevestigd
zelf en op eigen kosten af te sluiten en te doen omkleeden of
omkasten indien de directeur dit noodig oordeelt.
De aanvoerbuis wordt tusschen den openbaren weg en den
gasmeter voorzien van een hoofd- of afsluitkraante plaatsen op
aanwijzing van den directeur.
Art. 8.
I)e gasverbruiker is verpligt bij het ontdekken van gebreken
of van eenige lekkaadjehoe gering ookin de gemeentetoe
stellen hiervan ten spoedigste kennis te geven aan den boek
houder aan het kantoor van de gasregtendie daarvan ten
spoedigste kennis geeft aan den directeijrten einde daarin kos
teloos te voorzien tenzij het mogt blijken dat het gebrek of
de lekkaadje door beschadiging of verkeerde behandeling dei-
toestellen is veroorzaakt, in welk geval de gasverbruiker, die
verantwoordelijk i3 voor alle schadewelke op zijn perceel aan
de gemeentetoestellen mogt overkomen gehouden is de kosten
van herstel te vergoeden volgens opgaaf van den directeuren
aan den boekhouderte gelijk met de eerstvolgende betaling van
regten te voldoen.
Art. 9.
Ten laste van eiken gasverbruiker wordt door den boekhouder
eene rekening gehouden van de door hem verbruikte hoeveel
heid gas en het daarop betaalde.
Het regt voor het genot van gas is door den gasverbruiker
verschuldigd voor de hoeveelheid gas welke volgens aanwijzing
van den gasmeter is verbruikt sedert de opneming dier rekening
of den laatst voorgaanden aanslag op deze.
De rekening wordt jaarlijks in de maand January alsmede
bij het ophouden van gasverbruikafgesloten.
Art. 10.
De aanslag voor het genot van gasvolgens aanwijzing van
den gasmeter geschiedt in den regel aan het einde van elke maand.
De regten voor het genot van een straatlantaarn- of een gang-
lantaarnlicht alsmede die voor het gebruik van de gemeente-
toestellen worden telkens ingevorderd na afloop van een kwar
taal maar zijn terstond invorderbaar bij het ophouden van het
gasverbruik of verandering van gasmeter.
I)e boekhouder kan door burgemeester en wethouders gemag-
tigd worden om de regten over een korteren termijndan bij
dit artikel bepaald isin te vorderen.
Art. 11.
De boekhouder laat na afloop van iedere maand of, voorzoo-
veel de regten voor het genot van een straat- of ganglantaarn
licht of voor het gebruik van de gemeentetoestellen betreftna
afloop van een kwartaal do verschuldigde regten ten huize van
de gasverbruikers kosteloos ophalendoor een daarvoor aan
te wijzen beambtedie daarvoor geenerlei gift of belooning mag
aannemen.
Art. 12.
De betaling geschiedt tegen overgiftc van een aanslagbillet
aanwijzende hoeveel de aangeslagene verschuldigd is. De aan-
slagbiiletten gelden voor kwitantie tot aan de aisluiting van de
rekening als wanneer den belanghebbende des verkiezende eene
kwitantie, tegen betaling der kosten van het zegel, wordt ter
hand gesteld. De aangeslagene kan echter voor eiken betaalden
aanslag desverkiezende dadelijk eene kwitantie vorderen.
O]) de aauslagbilletten en kwitantiën worden de onderscheidene
regten afzonderlijk vermeld.
Bij de eerste betaling van regten worden steeds de regten vol
daan voor de kosten van aanleg van de gemeentetoestellen.
Art. 13.
Bij weigering van betaling uit welken hoofde ook van de