70 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871. hel nu ook weer op de beurs van van der Wielen passend te maken Op al deze gronden eindigt spr. met de verklaring van zijne adhaesie te schenken aan het verzoek van van der Wielen en (e zullen afstemmen het voorstel tot het bouwen eener nieuwe beurs. De heer Brunger zegtdat er zeker courage toebehoortom de aangevoerde argumenten van de vorige sprekers aan te val len, maar, vervolgt hij, men vergete het niet, dat het regtsgeleer- den zijn, die niet, althans niet veel met den handel in aanra king komen. Spr. heeft met genoegen geziendat er onder de ingekomen adressen ook dezulke voorkomendie eene tegen overgestelde leer dan bedoelde sprekers verkondigen en de strek king hebben tot uitvoering van liet raadsbesluit tot stichting eener beurs op het terrein der uitbreiding. In Aprii 1867 wera er door de minderheid, als op een feit van veel beteekenisge wezen dat niemand buiten den raad zich voor de stichting der beurs ter plaatse als bedoeld verklaarde maar dat feit van be teekenis is door dc ingekomen adressen te niet gedaan. Daarbij i de vergadering in het bezit van onderscheidene adviezen van de kamer van koophandeleene corporatie verkozen door han delaren die zich geheel op het gebied van den handel be weegten dus ook in de eerste plaats bevoegd tot het uitbren gen van advies in zaken den handel rakendewaarbij dat or gaan met algemeene stemmen op liet stichten der nieuwe beurs aandringt. Men noemt de zalen van van der Wielen geschikt, althans de aangeheven klagten worden verkleind; maar zegt spr. men vergete het niet, dat van der Wielen wel beloovèn kan beter licht aan te brengenmaar dat daarmede dat betere licht nog niet daar ismen vergete het nietdat bij van der Wielen de ruimte beperkt is en dat er nooit of te immer gele gen imd bestaatom de lokaliteit uit te breiden, men ver gde liet niet dat de vlashandel in de laatste jaren verbazend in omvang is toegenomen en dat het vlas thans reeds een aller belangrijkst handelsartikel is. Elders sluit men daarvoor de oogen met. Ie Rotterdam en te Groningen worden reeds voorzienin gen ten aanzien van den handel in vlas genomen. Men lette cr wel oj)dat dat, artikel hoe langer hoe meer zal worden en blijven een hoofdartikelal naar mate door liet branden van gas en petroleum het gebruik van olie en daarmede tevens het verbouw van koolzaad wordt verdrongen. Spr. verbeeldt zichdat het eene geradene zaak is, om, wanneer het getij verloopt, de ba kens te verzetten. Met, de lokalen van van der Wielen kan men onmogelijk aan de tegenwoordige behoeften van den handel vol doen en de ingekomen adressen van handelaren vooral van die in vlas, getuigen er van, dat de handelaren hunkeren naar eene geschikte gelegenheid, om hun beroep op voldoende wijze te kun nen uitoefenen. Eene daadzaak toch is liet, dat veel vlas uit de omstreken van Dockum te Groningen ter markt, komt. Nog geen zes jaar is het geleden toen in de provincie Groningen nog geen draad vlas verbouwd werden nu men kan liet nagaan aan de uitgebreidheiddie de handel in dit artikel te Groningen reeds verkregen heeft. Maar de raad die daar «door meer elementen van den handel vertegenwoordigd wordt dan hier, heeft dien handel in de hand gewerkt; hij is er reeds toe overgegaan het beursgebouw zoodanig in te rigtendat de handel in vlas er eene behoorlijke plaats vindt om de waar te vertoonen en aan den man te brengen. En dan als spr. verder gaatdan moet hij welhaast de vraag doenof de raaddie bouwterreinen in exploitatie uitgeeft, of die wel te goeder trouw handelt tegen over die personen, die, in 't vooruitzigtdat in 't Zaailand de beurs zou worden gestichtterreinen hebben aangekocht wanneer hij dat beursgebouw niet, sticht? Er werd op gewezen, dat het voor vele ingezetenen voordeclig wasdat de handela ren zich naar de lokalen Aan van der Wielen moesten begeven; maar als dat waarheid isdan is het ook eene waarheid dat aan de personen, die in het Zaailand bouwterreinen aankochten, nadeel wordt berokkend. Spr. komt liet voor, dat, als men den handelaren de uitoefening van hunne bedrijven vergemakkelijkt, daaruit in het algemeen voordeden zullen voort vloeijenvoor deden, die ruim zullen opwegen tegen de geldelijke offers, die daarvoor gebragt moeten worden. Hij voor zich ziet niet tegen het doen van uitgaven opwanneer hij daardoor slechts den handel, d. i. de algemeene welvaart, kan bevorderen. Het. schep pen van bronnen van welvaart staat bij hem boven het doen eener uitgaaf. Er zijn door de sprekers, die tegen het voorstel gestemd zijn nog enkele punten van ondergeschikt belang aan geroerd maar zoo er door hen geen krachtiger argumenten worden bijgebragtzal spr. als medevertegenwoordiger van de belangen van de geheele gemeente, in tegenstelling van den heer Du pare, zich verklaren voor het voorstel van burgemeester en wethouders. Den heer Wiersmahet voorstel naauwkeurig beziende komt het voor, dat daarin twee verschillende zaken zijn bij el kaar gebragt.die hij liever uiteen had willen houden want hij is er bevreesd voor, dat deze verwarring verkeerde uitwer king zal hebben. Toen het voorstel van burgemeester en wet houders om niet met den lieer van der Wielen te onderhande len, verscheen, verblijdde spr. zich daarmede, want liet zou hem leed gedaan hébben indien door zoodanig contract het -/.egel zou worden gedrukt op een toestanddie spr. als bepaald on voldoende beschouwtmaar leed deed het. hem toen hij ont waardedat, aan dat voorstel was vastgehecht het voorstel tot het bouwen eener nieuwe beursniet,als zoude hij daarvan een tegenstander zijnintegendeel gaarne wil hij er voor uitkomen dat hij daarvan een onbepaald voorstander ismaar hij betreurt hetomdat het voorstel is vastgehecht en als het ware onafscheidelijk verbonden aan liet besluit te nemen op het verzoek van den heer van der Wielen. Door die vasthechting, door die verbinding blijft z. i. de kwestie niet meer zuiver ge steld. Spr. zal zich daarom de vrijheid veroorloven de beide voorstellen te splitsen en er in de eerste plaats op wijzen waarom hij aan liet eerste gedeelte van het voorsteltot, afwijzing van 't verzoek namelijkzijn stem zal geven zonder daarbij in aan merking te nemen liet, in sub 2 voorgestelde. Immershet kon zeer goed zijn dat hij er een voorstander van was om den be- staanden toestand zonder eenig contract te bestendigenhij zou zelfs een voorstander kunnen zijn van het bouwen eener beurs aan de Oosterkade, op het Waagsplein, ja zelfs op het llofs- plein of waar ook in de gemeente. en in alle die gevallen zou hij tevens ook zijn voor het voorstel tot afwijzing van het. verzoek maar ook tegen het voorstel van burgemeester en wet houders tot het stichten eener beurs op het terrein der uitbrei ding. Van 't grootste belang is het dus de beide voorstellen naauwkeurig gescheiden te houden. En als spr. zich nu afvraagt, wat belang de gemeente heeft bij het voorstel of liever het aan bod van van der Wielen dan heeft hijbij zich zei ven geen toestemmend antwoord kunnen vinden op de vraagof het voor de gemeente werkelijk van eenig belang is met van der Wielen te contracteren. Toen dc hulpbeurs aan de Wortelhaven was opgeheven en reeds voor dien tijd zijn de handelaren uit eigen beweging naar van der Wielen gegaan om beurs te houden niet omdat deze door het gemeentebestuur als beurshouder was aangesteldietswat niet geschied is en evenmin denkbaar was maar omdat hij de handelaren gaarne in zijne lokalen wilde ont vangen hij deed dit niet, om den handel te gerieven maar al leen omdat hij daarin voor zich zelf voordeel zagdit valt, niet te ontkennen en ook van der Wielen zelf ontkent het niet. Hij heeft dus voordeel bij het houden van beursmaar wanneer dit zoo is, dan bestaat er immers ook niet, de minste vrees, dat van der Wielen te eeniger tijd zal zeggen ik stel mijne loka len niet meer voor den handel beschikbaar". Voor hem is het echter A an groot belang zekerheid te hebbendat de raad niet tot dc stichting van eene beurs overgaat, want het raadsbesluit van Maart 1868 inhoudende, dat de beurs op het terrein der uitbreiding zal Avorden gesticht, hangt hem nog steeds boven het. hoofd. Nu is het spr. niet bekenddat er ergens in ccni- Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1871. 71 gerlei Avet aan de gemeente de verpligting is opgelegd een beurs gebouw er op na te houden zij slaat dus geheel op vrij terrein. 'Heeft ze geen beurs -r- niets verpligt haar er een te hebben en evenmin bestaat er voor haar belang bij omAvaar een parti culier zijne lokalen voor het houden van beurs beschikbaar stelt, zich tegenover dezen te verbinden om in de eerste twintig jaren geen beurs te slichten, te minder nog, Avaar ze de zekerheid heeftdat het eigen belang van dien particulier medebrengt om de beurs ten zijnent te houden. Spr. rekent dusdat cr voor liet aangaan van een contract met van der Wielenuit liet oog punt van het gemeentebelang eigenlijk niets te zeggen valt. Wel is er veel tegen te zeggen, daar de gemeente zich bindt voor een langen lijd en den feitelijken toestand tot een wettelijken ver heft. Waar de band voor twintig jaren voor de gemeente niet gebiedend noodzakelijk is, daar mag door den raad zoodanigen band niet gelegd worden. Spr. moet dus a\ el een oogenblik stil staan bij hetgeen de heer Attema aanvoerde. Die spreker beeft voornamelijk tot onderwerp genomen de verklaring heden mor gen van van der Wielen bij den raad ingekomenhij zeide daarvan onder meerdat die verklaring alleen reeds de voor standers der nieuAve beurs van opinie moest doen veranderen. Tot zijn leedwezen moet spr. verklaren dat de bewuste verkla ring bij hem die uitwerking heeft gemist. En geen wonder van der Wielen verbindt zich tot het zich onderwerpen aan be perkende bepalingen in opzigt tot bet gebruik van ververschingen als anderzintsmaar, merkt spr. op, wanneer het tappen op de beurs wordt verboden, dan, het ligt voor de hand, zal van dei- Wielen zich niet onderwerpenwant dan vervalt voor liera het voordeeldat hij bij het houden van beurs haden aangezien hij zijne lokalen niet voor het pleizier van den handel open stelt, zal hij ophouden den handel met zijne lokalen te gerieven. Dus, zegt spr., dat is de eenige voorwaarde, waaraan van der Wielen zich niet zal onderwerpen en daarom gelooft hij ook dat de heer van Eijsinga zich in zijne opiniedat het contract wel zal tot stand komen bedrogen zal zien. 't Is waarvan der Wielen verklaart zich genegen een contract aan te gaan en dit te eer der nu er een voorstel van burgemeester en wethoudersom de nieuwe beurs te stichtenbi j den raad aanhangig is maar de algemeene beAvoordingen dier heden morgen ontvangen verkla ring (Avaarvan spr. het betreurt, dat zij, zooals veelmalen ge beurt, niet eenige dagen vooraf, maar eerst den morgen van behandeling ontvangen isdaar men nu niet. vooraf een onderzoek naar de bedoeling harer algemeene beAvoordingen kan instellen) geven hem grond te denkendat het bij de onderhandeling zal blijken dat van der Wielen niet genegen is te voldoen aan die vereischtenwelke men van wege den raad zal moeten stellen. Omdat spr. dus in het aangaan Aan een con tract voor de gemeente geen voordeelwel nadeel zietzal Dij zich tegen het aangaan van zoodanig contract verklaren. Hij zou het dan neg veel meer wenschelijk achten den feitelijken toestand Ie bestendigen en die bestendiging kan ook zonder con tract geschieden zonder vrees van opzeggingdaarvan kan men naar sprekers oordeel zeker zijn. Let spr. er op. dal, 202 han delaren verklaren dat ze in de zalen van van der Wielen vol doend licht en voldoende lucht hebben Avaarvoor zoo moet hij vragen waarvoor zal deze dan geld uitgeven lot bet aan brengen van meer licht? Is het inderdaad Avaarheid dat al die handelaren zich bevredigd- achten met den tcgenAvoordigen to - stand dan ziet spr. voor de gemeente gcene noodzakelijkheid zich twintig jaren lang te verbinden. En nu een enkel aa oord over het tweede punt van 't voorstel van burgemeester en Avethouders. Spr. is geen handelsmanen dus is hij niet te huis in die fijne vereischten van den handel maar wel heeft, hij meermalen gehoord, dat. voor den vlashan del een bijzonder helder licht noodig is. De heer van Eijsinga zeidedat hij van de duisternis in de lokalen van van der Wie len geen last hoeft gehad maar spr. heeft het. bij een bezoek niet gefrappeerd dat liet, cr bijzonder helder is. Dit zijn twee individuele bésehouwingen die tegenover elkander staan. 'aar hoe 't ook zijde vlashandel eischl een helder daglicht. En nu verwondert het spr. dan ook niet, dat onder de adressanten, die op de stichting eener nieuwe beurs aandringen, juist alle vlashandelaren althans alle voornaamste gevonden worden. O. a. treft men er aan de firma's Koumans Smedingvan der Heulen, Saint MartinCollings Maingaij Hoogtcrp Verbruggen en an dere bekende firma's, die groothandel in vlas drijven. Alle deze handelaren verklaren dat zij hunnen handel niet in de lokalen van van der Wielen kunnen uitoefenen. En wat - vraagt spr. Avnt is het gevolg daarvan? Dat de producenten in vlas des vrijdags morgens aan de hoeken der stratenja zelfs buiten de stad worden opgewacht en door dezen of genen gedienstigen geest naar het kwartier van dezen of dien vlashandelaar wor den gebragt. Wat de graanhandel betreft,spr. is daarvan niet genoeg op de hoogtemaar hij kan zich nie'.temin kwalijk voorstellendat het ruiken en proeven van het graan goed geschieden kan in eene zaal, waar de lucht van rook en spirituswalmcn bezwan gerd is. De heer Jongsma sprak er van dat eene Aveldaad zich niet laat opdringen. Spr. is dit volmaakt met hem eens hij wil ook geen weldaad opdringen hij doet het nietal geschiedt dit uit eigen zak, het allerminst zou hij dit willen doen uit de gemeentekas. Maar spr. lieéft niet op het oog, om de bezoekers der beurs eene weldaad te bewijzen? wave met eene beurs niets anders dan dat te bejagenspr. zou er geen cent voor Willen toestaan maar hij doet dit om te voorkomen dat de handel zicli naar elders verplaatse, waardoor dc gemeente- naren vrij zeker belangrijk gedupeerd zouden worden. Voor de kleine winstdie zij nu behalen door het niet. uitgeven van bet voor de stichting van eene beurs benoodigd kapitaal, zou de gemeente Avelligt later dubbel kunnen worden benadeeld. Voor spr. is het zeker, dat men door het stichten van een beursgebouw zal bewerkendat de handelaren hier nog meer te zameu stroomen om te beoordeelen hoe noodig dit is -- daar voor is hij gelijk reeds gezegd niet genoeg op de hoogte maar vast staat liet bij hem, dat Leeuwarden, is eene geschikte plaats voor centralisatie van den Frieschen handelwant niette genstaande de effectenhandelaars zich behelpen in den zooge- naamden ijskelder, niettegenstaande de hout-, steen- en kaik- koopers des vrijdags in de daarvoor» uitgekozen kamer van het logement Kuipers op den Wirdumerdijk als ware het op elkan der gepakt staanblijft Leeuwarden toch het middenpunt van Frieslandsch handel. En wanneer men nu de gelegenheid schept tot nog grootere centralisatie, zullen dan vraagt spr. zul len dan de uitgaven daaraan bestee l niet overvloedig in meer dere welvaart worden teruggevonden Wat de plaats voor de nieirwe beurs betreft, is spr. gestemd voor het terrein der uitbreiding, omdat cr op het oogenblik geen ander geschikt terrein is. De Oosterkade wordt genoemdmaar de ruimte daar, is, naar sprs' meening, te klein, en hij. gelooftdat het aankoopen van panden, tot het verkrijgen van meer ruimte, ontzaggelijke finantiéle offers zou eischcnwegens de speculatie, die, uit den aard der zaak, op de behoeften der gemeente aan terreinworden gebouAvd. Dat de druktetengevolge van het bouwen der beurs op bet terrein der uitbreiding, in andere ge deelten der stad minder zou worden, wil v r. gaarne erkennen. Het is natuurlijk, de beweging die hier ontstaat, is ten nadeele van een ander gedeelte der stad. Van daar ook dat het immer moeijelijk is voor zekeren tak van handel eene andere plaats aan te wijzen. Zoo heeft de raadom slechts op een voorbeeld te wijzentot uitbreiding van de veemarkt bever een zeer duur pand aangekochtdan de markt naar ecu ander gedeelte der ge meente te verplaatsen overtuigd als hij wasdat door eene ver plaatsing vele neringdoenden aan de veemarkt te gronde zouden worden gerigl. Spr. vindt het heel natuurlijkja hij kan het zeer goed billijken, dat de bewoners van 't oostelijk gedeelte der

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1871 | | pagina 6