Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1871.
91
Vergadering van Donderdag 8 Junij 1871.
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. Worden gelezen en onveranderd vastgesteld de notulen der
buitengewone vergadering van 27 Mei jl.
II. De Voorzittör deelt mede dat burgemeester en wet
houders door den heer commissaris de konings in deze provin
cie zijn in kennis gesteld met het voornemenom met weinige
dagen de harddraverij om de gouden zweep te houdenwaartoe
vooral de omstandigheiddat in deze gemeente dit jaar geen
kermis zal worden gehouden, aanleiding geeft. Burgemeester en
wethouders hierover verstaan hebben geen reden gevonden dit
plan te ontraden integendeel zij achten het van" belang, dat
met het verharddraven der bedoelde zweep niet tot gewone tijd
stip (Augustus) worde gewacht, ja zij zijn zelfs nog verder ge
gaan. Reeds bij het voorstel tot het niet houden der kermis be
spraken zij de wenschelijkheid van het houden van volksverma
ken. De mededeeling van den heer commissaris des konings
heeft er toe geleid, dat dit voornemen op nieuw bij burgemeester en
wethouders is ter sprake gekomen en is het resultaat daarvan ge
weest dat zij van oordeel zijn om tegelijk met de meergenoemde
harddraverij eenige volksvermaken te doen plaats hebben. Zij
hebben verder nagegaan de middelen die voor publieke verma
kelijkheden bij de begrooting beschikbaar zijn gesteld waar
bij het hun voorkwam datwanneer er dit jaar van ge
meentewege geen harddraverij plaats heeftde anders voor die
harddraverij uitgetrokken somplus het bedrag voor andere ver
makelijkheden aangewezenvoldoende zal zijnom de kosten
der te houden volksvermaken te kunnen bestrijden. Het is daar
om dat burgemeester en wethouders van den raad magtiging
vragen eenige feestelijkheden te doen plaats hebben voor do
kosten daarvan te beschikken over de sommen bij de begrooting
voor publieke vermakelijkheden en voor het houden eener hard
draverij beschikbaar gesteld en hun collegie verder uit te noo-
digen hiertoe het noodige te bewerkstelligen.
De heer Jongsma herinnert zich de som niet bij de begroo
ting voor publieke vermakelijkheden beschikbaar gesteld doch
dit doet er ook minder toewant onafhankelijk van die som zal
hij aan 't door burgemeester en wethouders gedaan voorstel zijne
goedkeuring schenken, 'tls hem evenmin te doen om aan de
verleening dier goedkeuring voorwaarden te verbinden integen
deel hij wenscht het geheel aan burgemeester en wethouders
over te laten om de te houden feestelijkheden uit te kiezen.
Maar hij kan toch niet nalaten omtrent die feestelijkheden zijn
gevoelen uit te spreken en wel ditdat het zijn wensch isdat
deze zich niet uitsluitend tot mastklimmenkuipsteken en meer
dergelijke van dien aard zullen bepalenmaar dat er ook een
vuurwerk worde ontstoken ietswat naar zijn oordeel bij een
goed volksvermaak niet wel gemist kan worden.
De Voorzitter geeft te kennen, dat het juist in de bedoe
ling van burgemeester en wethouders gelegen isom ook een
vuurwerk te ontsteken.
De heer Wiersma zou wel wenschen te worden ingelicht,
of 't ook in de bedoeling van burgemeester en wethouders ligt
om de anders bij gelegenheid der kermis aan de ingezetenen ver
leende vergunningen op de gewone wijze te doen doorgaanof
dat met het niet houden der kermis ook de bijzondere vergun
ningen niet zullen worden verleend.
De Voorzitter zegt., dat het collegie eerst zekerheid moet
hebben omtrent 's raads beginsel in dezenzoolang dat beginsel
niet gesteld is heeft het gemeend zich van verdere besprekingen
te moeten onthouden. Is er een vast besluitdan natuurlijk zal
dit leiden tot nadere bespreking en het beramen van plannen.
Hierna wordt de door burgemeester en wethouders gevraagde
magtiging met algemeene stemmen verleend.
Bijvoegsel, behoorende tot de Leeuwarder courant.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. De rekening en verantwoording wegens de kosten der
dienstdoende schutterij over 1870.
Ten fine van onderzoek gesteld in handen eener commissie
bestaande uit de heeren Gorter, Buma en Westenberg.
2. Een adres van H. S. van der Goot en andere personen
wonende te Snakkerburen en te Wijnshoudende verzoek om
wijziging te brengen in het reglement op de stoombootdienst
LeeuwardenDokkum.
De Voorzitter stelt voor aan de adressanten te kennen te
gevendat zij zich met hun verzoek hebben te wenden tot hee
ren gedeputeerde staten van Friesland.
Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
3. Een adres van R. Piekema commissaris van politie in deze
gemeente houdende verzoek wel te willen ondersteunen het door
hem aan den koning ingediend verzoek tot verhooging zijner
jaarwedde.
4. Een adres van Jentje Wijbrandihoudende verzoek om
aan hem in eigendom over te dragen een stuk grond ter grootte
van 35 centiarenliggende aan den straatweg van Leeuwarden
naar Hijum.
De sub 3 en 4 vermelde adressen zijn gesteld in handen van
burgemeester en wethoudersom daarop te dienen van berigt
en raad.
5. Een verzoek van N. van der Vorm en 65 andere ingeze
tenen om het besluit tot het niet houden der kermis m te
trekken en deze onder de vereischte beperkingen te doen plaats
hebben.
6. Een verzoek van C. W. Witteveen Jr. en 162 andere inge
zetenen om gedurende acht dagen in de maand Jul ij van ge
meentewege volksvermakelijkheden te doen plaats hebben.
De Voorzitter stelt voor de sub 5 en 6 vermelde verzoeken
op de secretarie ter kennisneming van de leden neder te leggen
en over dit voorstel in eene volgende vergadering te beslissen.
7. Eene resolutie van gedeputeerde staten geleidende afschrift
van het koninklijk besluit van 27 Mei jl.no. 26 waarbij is
goedgekeurd de door den raad bij besluit van 13 April 1871
vastgestelde verordening op de heffing van gasregten enz.
8. Eene resolutie van gedeputeerde statenhoudende goed
keuring van het raadsbesluit tot aankoop van een stuk grond
van A. Barneveld.
De sub 7 en 8 vermelde stukken zijn voor notificatie aan
genomen.
9. Het rapport van 't onderzoek der rekening van het stads
ziekenhuis, over 1870.
10. Als boven omtrent de door voogden der stads armenka-
mer gevraagde magtiging tot wijziging van de begrooting dier
instelling, voor de dienst 1870.
De rapporten onder sub 9 en 10 vermeld zijn ter inzage ge
legdom in eene volgende vergadering te worden behandeld.
11. Het rapport van de commissie, belast met het adviseren
omtrent de resolutie van gedeputeerde staten tot nadere regeling
van de jaarwedden der burgemeesters en secretarissen in Friesland.
De Voorzitter stelt voor het aangebragt rapport in eene
volgende vergadering in behandeling te nemen.
De heer van Sloterdijck merkt op dat gedeputeerde sta
ten hebben verzocht vóór 15 Junij 's raads zienswijze te verne
men. Daar nu de commissie den tijd heeft ontbrokenom het
rapport vroeger uit te brengen en spr. voorziet, dat het wel
niet opgaat om tegen genoemd tijdstip tot een besluit te gera
ken geeft hij in overweging den voorzitter te verzoekenom
namens den raaddiligentverklaring te vragen.
13