108
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
te zijnopdat niemand mij van onbescheidenheid of aanmati
ging verdenke. Thans dan mijnheer de voorzitternu gij met
een hartelijk woord uwe betrekking hebt nedergelegdgevoelt
de raad dezer gemeente behoefte u zijne erkentelijkheid te be
tuigen voor alles wat gij in het belang der gemeente in zóóvele
openbare betrekkingen gedaan hebt. De ingezetenen zij zul
len het nimmer vergeten dat gij gedurende een 28-tal jaren
uwe krachten en talenten hebt ten beste gegevenom de ge
meente in bloei en welvaart te doen toenemen zoo op materieel
als intellectueel gebied. Die overtuiging, dat de ingezetenen
met leedwezen u uwe betrekking' zien vaarwel zeggen die
overtuiging, zeg ik mijnheer de voorzitter, zal u ongetwijfeld
een rijke bron van vreugde zijn en ten gevolge hebben dat gij
met voldoening op de afgelegde baan zult terug zien. Geve God,
dat ge nog lange jaren van de door u gewenschte rust moogt
genot hebben Wees er intusschen van verzekerd dat de leden
van den raad u met geen minder leedwezen dan de ingezetenen
zien vertrekken. Niet gemakkelijk zullen zij u hun onpartijdi-
gen voorzitter, vergeten. En waar gij ons, geachte voorzitter,
uwe vriendschap aanbiedt daar is liet onze eere en roem
U wederkeerig die toegenegenheid te schenken waarop gij in
zoo hooge mate aanspraak hebt. Moge het u onder Gods ze
gen wél gaan Zij de rustdie gij neemtde kroon op uw
zoo wél besteedopenbaar leven
De Voorzitter sluit hierna de vergadering.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
109
Vergadering van Donderdag den 13 Julij 1871.
Bij de opening 13, later 16 leden tegenwoordig. Afwezig de
heeren Attema, .longsma, van Eijsinga, Bloembergen en Zeper.
Voorzitter de heer waarnemend burgemeester J. J. Bruinsma
die bij de opening zijner eerste vergadering als waarnemend
burgemeesterde vrijheid neemtzieli aan te bevelen in die
welwillendheid en toegenegenheid als welke door de leden des
raads sedert eene reeks van jaren aan den geachten voormaligen
voorzitter is bewezen en verder te kennen geeftdat de heeren
Bloembergen van Eijsinga en Jongsma hem hebben berigtver
hinderd te zijn de zitting van heden bij te wonen.
I. Worden gelezen en onveranderd vastgesteld de notulen
der vergadering van 29 Junij jl.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het ver
zoek van E. J. Bruinsmaom aan hem een aan de gemeente
toebehoorend stuk grond in de Prins Hendrikstraat in eigendom
over te dragen.
2. Alsboven ten aanzien van het door den commissaris van
politieR. Piekemaaan den koning ingediend verzoek tot ver
hooging zijner jaarwedde.
3. Alsboven op een verzoek van de commanditaire bouw-
vereenigingom aan haar eenige bouwterreinen in eigendom
over te dragen.
4. Alsboven om hun collegie te magtigen tot publieken ver
koop van de bouwterreinen nos. 615.
5. Alsbovenbetrekkelijk eene missive van den kolonel
kommandant van het 1ste regement infanterieomtrent het be
schikbaar stellen van de te maken schietbaan ten behoeve der
schietoefeningen van het garnizoen.
6. Alsboventot het aangaan eener ruiling van grondbij
het aschland gelegen, met den staat der Nederlanden.
Al deze stukken zijn ter inzage gelegdom in eene volgende
vergadering te worden behandeld.
7. Een adres van J. Wijbrandihoudende verzoek zijn adres
van 31 Meiom overdragt van een stuk grond gelegen aan den
kunstweg naar Hijumals niet gedaan te beschouwen.
De Voorzitter deelt mede dat naar aanleiding van dit adres
de, ingevolge 't adres van 31 Mei, aan burgemeester en wet
houders, bij raadsbesluit van 8 Junij d. a. v. gedane opdragtis
vervallen.
Aangenomen voor notificatie.
8. Het procesverbaal van verificatie der gemeentekasover
het 2e kwartaal van 1871.
Ter inzage gedeponeerd.
9. Een verzoek van vijftien hulponderwijzers aan de openbare
lagere scholen in deze gemeenteom verhooging hunner jaar
wedden.
10. Een verzoek van den waagmeester, H. Molenaar, om
zijne jaarwedde met ƒ150 te verhoogenof hem persoonlijk,
voor vermeerderde werkzaamhedenzoodanige som boven zijne
jaarwedde toe te kennen.
De sub 9 en 10 vermelde verzoekschriften zijn gesteld in han
den van burgemeester en wethouders, om daarop te dienen van
berigt en raad.
11. Eene missive van jhr. H. van Andringa de Kempenaer,
lid en secretaris van de commissie van administratie der stads
bank van leening, houdende dankbetuiging voor de aan licrn
toegekende medaille van verdienste in zilver.
Aangenomen voor notificatie.
12. Een berigt van burgemeester en wethoudersdat
Bijvoegsel, behoorende tot de Leeuwarder courant.
a. is benoemd tot weegster aan de stads waagT. van der
Heide wed. Pronk
b. door hun collegie is aangewezen tot voorzitter der commis
sie voor openbare werkende heer J. J. Bruinsma
c. is aanbesteed
10. de stichting van een huis in de Prins Hendrikstraatvoor
8490
20. het maken van eene palissadering bij den Prinsentuin voor
1279 en
30. diverse verfwerkenvoor 2031.
De Voorzitter deelt in betrekking tot het laatste punt, mede
dat het verfwerk aan het stads werkhuisthans gebruikt wor
dende tot verpleging van poklijdersniet is aanbesteedomdat
op het oogenblik daar nog lijders aanwezig zijn en burgemeester
en wethouders de eventuele aannemers van dat werk niet aan
het gevaar van besmetting durfden blootstellen.
Aangenomen voor notificatie.
III. De vergadering gaat over tot behandeling van de op den
oproepingbrief vermelde punten
1. Rapport van het onderzoek der rekening van de kosten der dienst
doende schutterij over 1870.
De conclusie van het rapport buiten discussie en hoofdelijke
omvraag aangenomen wordendeis alzoo besloten
10. De rekening voorloopig goed te keuren in ontvang en uit
gaaf tot een bedrag van 7137.89 1/2-
20. Haar tot finale goedkeuring aan heeren gedeputeerde staten
van Friesland te zenden.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders op het adres van J. K.
Hoekstra en L. J. Olivierter zake het aanleggen van een kunstweg
langs den Tjessingaweg.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt met
algemeene stemmen besloten
Aan J. K. Hoekstra en L. J. Olivierin antwoord op hun
adres dd. 17 Mei 1871 te kennen te geven, dat de raad, met
het oog op het weinige belanghetwelk voor de gemeente
Leeuwarden wordt geacht te bestaanom langs den Tjessinga
weg een kunstweg aan te leggen geene termen heeft gevonden
aan het daarbij gedaan verzoek gevolg te geven.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders op het adres van J.
van der Meulenpachter van de opkomsten der Vrouwcnpoortbrug om
vermindering der pachtsom wegens stremming van de scheepvaart.
De vergadering, zich vereenigende met de conclusie van het
voorstelbesluit buiten discussie met algemeene stemmen
Aan Jelke van der Meulen pachter der opkomsten van de
ijzeren draaibrug bij de voormalige Vrouwenpoort alhier, tenge
volge van de stremming der scheepvaart door die brug, gedeelte
lijke kwijtschelding der door hem verschuldigde of teruggave
van de reeds betaalde pachtsom van 12 Mei 1870 tot 1~' Mei
1871tot een bedrag van 23.27 te verleenen.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders op het verzoek van A.
J. Feddema en T. G. Bekhuisom schadevergoeding wegens belemme
ring in de uitvoering van door hen aangenomen werken.
Geene discussie over dit voorstel plaats vindende, wordt, in
overeenstemming met de conclusiemet algemeene stemmen be
sloten
Aan A. J. Feddema en T. G. Bekhuis, aannemers der dem
ping riolering en bestrating van de grachtloopende van de
Langepijp naar de Groote Kerkstraatvoor geleden nadeel ten
gevolge der vertraging, die zij, buiten hun toedoen, op last van
het gemeentebestuur, in de uitvoering van bovengenoemd werk
hebben ondervonden door het niet tijdig opruimen van dc brug
en de wallen toebehoord hebbende aan mr. B. Hopperus Buma
en echtgenoot, en het van 't begin van November 1869 tot April
1S7€ schorsen der werkenvereischt voor de verlaging van het
16