r
110
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
noordelijk gedeelte der Langepijpals schadevergoeding te ver
strekken eene som van 200.
De heer Duparc verlaat de vergadering.
5. Rapport der sommissiebenoemd om te dienen van advies op het
verzoek van A. F. de Haan pachter van de opkomsten der Irnsumer-
zijltot het daarsteUcn van eene omschutting van den hooiberg en der
bergplaats bij genoemde zijl waarvan de conclusie strektom het
verzoek te wijzen van de hand.
Nadat deze conclusie met algemeenc stemmen aangenomen
wasis ten gevolge eener opmerking van den heer Reil-
gersdat aan de conclusie ontbreekt eene opdragtom den
adressant met de genomen beslissing in kennis te stellen op
voorstel van den Voorzitter mede met algeineene stemmen
beslotenaan burgemeester en wethouders op te dragenom
aan den adressant van het genomen besluit mededeeling te doen.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhandsche ver
huring van het voormalig soephuis aan het rijkom te dienen als hulp-
ij/dokaal.
Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig de conclusie
besloten
Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten
van Frieslandaan den staat der Nederlanden als hulp-ijklokaal
in huur af te staan het achterste gedeelte der aan de gemeente
Leeuwarden toebehoorende huizinge, staande in de Groote Hoog
straat aldaar, gekwoteerd letter no. 121, en in de schrifturen
van het kadaster bekend gemeente Leeuwarden sectie Eno.
810 thans als zoodanig in gebruik op navolgende voorwaarden
10. de huur is ingegaan den eersten Mei 1871 en wordt aange
gaan voor een' onbepaaldcn tijdmet wederzijdsch regt van op
zegging mits dezelve geschiede zes maanden vóór het einde van
ieder huurjaar
20. de jaarlijksche huurprijs is vastgesteld op eene som van
200
3°. de kosten op de huur-overcenkomst vallende zijn ten laste
van de gemeente.
IV. De Voorzitter doet de. vergadering in eene met geslo
ten deuren overgaan.
V. Na heropening der vergadering worden de werkzaamheden
voortgezet in voege als volgt
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot oninvorderbaar-ver
klaring van eenige aanslagen in de plaatselijke directe belastingenover
1869 en 1870.
Daar geen der leden over het voorstel het woord verlangde
is de conclusie er van in omvraag gebragt en met algemeene
stemmen aangenomen zijnde dien ten gevolge besloten
1. Oninvorderbaar te verklaren de aanslagen vermeld op de
door den gemeente-ontvanger overgelegde statenals
10. die gemerkt A C en D wegens de directe belasting op
het inkomen over 186S en 1870 respectivelijk bedragende
ƒ45.29 ƒ13.93 V2 en J 365.91 1/2
20. die gemerkt B en E wegens de belasting op liet houden
van honden, over 1869 en 1870, ten bedrage van J 6 en 176.25;
3°. die gemerkt F en G ter zake de belasting op het inkomen
en op het houden van honden, beide over 1870, ten name van
personendie in den loop des dienstjaars de gemeente hebben
verlaten of overleden zijn, bedragende ƒ1069.48 en f 9.
11. Den gemeente-ontvanger te magtigenom op de kohieren
als oninvorderbaar af te schrijvende aanslagenvermeld op de
stalen sub I omschreven.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot benoeming van een
tijdelijken wethoudervan welk voorstel de conclusie luidt:
«10. Te verklaren, dat er noodzakelijkheid bestaat, om, in af
wachting van de vervulling der vacerende betrekking van bur
gemeester dezer gemeenteden heer wethouder J. J. Bruinsma
thans met de waarneming van het burgermeesterschap belast
door een lid van den raad te vervangen.
20. Over (e gaan tot benoeming van een der leden van den
raad lot tijdelijk wethouder, ter vervanging van den heer .1. J.
Bruinsma, gedurende den tijd dat deze met dc waarneming der
burgemeestersbetrekking belast zal zijn."
Nadat deze conclusie met algemeene stemmen was aangeno
men is tot de benoeming overgegaan envermits bij de eerste
stemming geene volstrekte meerderheid werd verkregen de
heer Dirks bekwam 7 stemmen, de heer van Valkenburg 5 stem
men en de heeren Westenberg, Attema en Suringar ieder 1
stem bij tweede vrije stemming de lieer Dirks met S van de
15 stemmen benoemd geworden de heer van Valkenburg ver
kreeg bij deze stemming 5 stemmen en de heerén Westenberg
en Suringar ieder 1 steim
De Voorzitter rigt tot den heer Dirks de vraag, of hij de
op hem uitgebragte benoeming aanneemt.
De heer Dirks maakt geene zwarigheid de hem verstrekte
opdragt, die natuurlijker wijs van slechts korten duur zal zijn,
te aanvaarden, echter met eene kleine restrictie, en wel deze,
dat hij wèl gedurende de maanden Jul ij en Augustus de betrek
king zal kunnen waarnemenmaar niet in de maand September,
omdat bij hem het voornemen bestaat in 't begin dier maand voor
eenigen tijd de stad te verlaten. Indien dus de vacature van
burgemeester langer dan de maand Augustus blijft voortduren
zal hij in de laatste zitting dier maand de vergadering moeten
verzoeken op nieuw eene keuze te doen.
De Voorzitter, zich met de toestemmende beantwoording
zijner vraag verheugende, koestert de lioóp, dat de vacerende
betrekking vóór de maand September zal zijn vervuld.
3. Finale vaststelling van het kohier van hoofdelijkm omslagdienst
1871.
De vergaderingzich met het ter zake aangeboden ontwerp
besluit vereenigendeneemt buiten discussie het volgend besluit.
De raad der gemeente Leeuwarden
Gelet op de resolutie van heeren gedeputeerde staten dezer
provincie, van den 29 Junij 1871, no. 60, waarbij uitspraak is
gedaan op de bij dat collegie ingediende reclames tegen aansla
gen op het kohier van de directe belasting op het inkomen
ten behoeve dezer gemeente, dienst 1871
Gelet mede op het bepaalde in art. 266 der gemeentewet
Besluit
10. De door gedeputeerde staten bij opgemelde resolutie be
oogde wijzigingenin het kohier aan te brengen.
20. Het kohier linaal vast te stellen, zooals geschiedt bij deze
in belastbaar kapitaal op 2,874,512.98 en in totaal van den aan
slag ter somma van ƒ99,170.35.
YJ. De Voorzitter brengt nog ter tafel, de door den schut
tersraad der dienstdoende schutterij ingediende begrooting van
kosten dier schutterij, voor 1872.
Gesteld in handen eener commissiebestaande uit de heeren
Attema, Jongsma en van Sloterdijckten line van onderzoek en
rapport.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
Ill
Vergadering van Donderdag den 27 Julij 1871.
Tegenwoordig 16 leden.
Afwezig de heeren Rengers, van Eijsinga, ZeperWestenberg
en van Valkenburg.
Voorzitter de heer waarnemend burgemeesterdie mededeelt
dat de heeren van Eijsinga en Westenberg hem hebben berigt,
verhinderd te zijn de zitting van heden bij te wonen.
i. Worden gelezen en onveranderd vastgesteld de notulen der
vergadering van 13 Julij jl.'
IL Wordt ter tafel gebragt:
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het ver
zoek van den eervol ontslagen politiedienaar der 2de klasse
G. J. Huntingom eenig pensioen of eene gratificatie.
2. Het rapport van 't onderzoek der begrooting van kosten
van de dienstdoende schutterij in deze gemeentevoor de dienst
1872.
Deze stukken zijn ter inzage gelegdom in eene volgende
vergadering te worden behandeld.
3. Een adres van S. IJ. de Boerhuurder van de stads zathe
achter Cambuurhoudende verzoek die zathe op nieuw in huur
te mogen erlangen.
Gesteld in handen van burgemeester en wethoudersom daarop
te dienen van berigt en raad.
4. De rekening van ontvangsten en uitgaven dezer gemeente
over het dienstjaar 1870.
Op voorstel van den voorzitter wordt met algemeene stemmen
beslotende rekening met de daarbij te voegen verantwoording
van burgemeester en wethouders te doen drukken en daarna ten
fine van onderzoek te stellen in handen eener in de volgende
vergadering te benoemen commissie van drie leden.
5. De rekening van de administratie der stads armenkamer
over 1870.
Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen eener com
missie bestaande uit de heeren Attemade With en Rooseboom.
6. Eene resolutie van heeren gedeputeerde staten houdende
mededeeling, dal bij koninklijk besluit van 30 Junij jl.no. 22,
aan Steven Pieterszich noemende en schrijvende Steven Vliet-
straeervol ontslagen hoofdonderwijzer alhiereen pensioen ten
laste van den staat is verleend ten bedrage van f 666 's jaars
met ingang van 1 Julij 1871.
7. Alsbovenhoudende goedkeuring van 't kohier van den
hoofdelijken omslag dezer gemeente, dienst 1871.
8. Alsboven, van het besluit tot onderhandsche verhuring aan
den staat der Nederlanden van het achterste gedeelte van het
huis lett. H, no. 121 tot hulp-ijklokaal.
9. Een berigt van burgemeester en wethouders, dat de pont
veren bij het Ziekenhuis en tegenover de Oosterstraat zijn ver
pacht, respectivelijk voor 208 en 170.
De sub 69 vermelde stukken zijn voor notificatie aangenomen.
10. Een berigt van burgemeester en wethoudersdat aan J.
Maurerop zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag is ver
leend als lijkbezorger.
Op voorstel van den voorzitter wordt beslotente verklaren
dat er noodzakelijkheid bestaatom in de door het verleend
ontslag ontstane vacature te voorzien.
11. a. Eene resolutie van gedeputeerd; staten, houdende
mededeelingdat hunne vergadering zich onbevoegd heeft ver
klaard tot beschikking op een aan haar door J. H. Broersma
gedaan verzoek om zijn aanslag in den hoofdelijken omslag
dienst 1871, tot de 4de klasse terug te brengen, of, zoo dit
niet meer kan plaats vindente willen bewerkendat hem
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder courant.
bij eventuele heffing van de somwaarvoor hij aangeslagen is
restitutie van het naar zijn inzien te veel betaalde voor dit jaar
en zoo daartoe nog termen mogten zijn ook voor het. vo
rige jaar verleend worde.
b. Een adres van J. H. Broersma, waarbij hij, met verwijzing
naar de sub a vermelde resolutie teruggaaf vraagt
1°. van hetgeen dit jaar door hem te veel betaald zal worden
aan hoofdelijken omslagen
2°. van het ook in 1870 te veel betaalde.
De voorzitter stelt voor de sub a vermelde resolutie voor
kennisgeving aan te nemen en het sub b bedoeld adres te stellen
in handen van burgemeester en wethouders, om daarop te die
nen van berigt en raad.
Met algemeene stemmen wordt aldus besloten.
III. Wordt in behandeling genomen
1Voorstel van burgemeester en wethouders op het adres van E. J.
Bruinsma het verzoek bevattendeom aan hem eene strook gemeente
grond in eigendom over te dragen.
Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig de conclusie
van het voorstel besloten
1°. Aan den heer Eduardus Joannes Bruinsma, wijnhandelaar
alhierom niet af te staan eene strook grond gelegen ten wes
ten van zijn pakhuis en ten oosten van de Prins Hendrikstraat
ter lengte van ztl 14.15 meter en ter gemiddelde breedte van
-J~ 0.9 meteronder voorwaarde
a. dat vóór den 1 November 1871 de westelijke muur van
het pakhuisplaatselijk gequoteerd lett. E no. 251moet wor
den geplaatst in de rooijing van den voorgevel van het ten zui
den gelegen gebouw van den heer Rooseboom, volgens teeke-
ning als bijlage bij het request gevoegd
b. dat de kosten van eigendoms-overdragt,die der acte daar
onder begrepenkomen ten laste van den adressant.
20. Den di
opmaken.
burgemeester te magtigen de vereischte acte te doen
De voorzitter, die vóór de behandeling van voormeld punt de
vergadering verlaten en het voorzitterschap aan den heer Bloem
bergen overgedragen had komt na afdoening daarvan weder ter
vergadering en neemt het voorzitterschap andermaal op zich.
2. Voorstel van buigemeester en wethouders op het verzoek van de
commanditaire bouwvereenigingom bouwterreinen aan haar in eigen
dom over te dragen.
De vergaderiug vereenigt zich zonder hoofdelijke stemming
met de conclusie van het voorstel en besluit alzoo
Afwijzend te beschikken op het verzoek van de commandi
taire bouwvereeniginggedaan bij adres van 6 Mei jl. en in
houdende
a. om aan haar tegen 7.20 per centiare in eigendom over
te dragen het terrein naast het logement van den heer Jonker
door het afbreken van het huis van de wed. Wahle beschik
baar geworden, of, zoo daartegen bezwaren mogten bestaan;
b. aan haar tegen een billijken nader te bepalen prijs in eigen
dom over te dragen een stuk grond, gelegen aan de zuidzijde
der stadsgracht, langs de kade, ten westen van het logement
van Pieter de Boer, of aan de straat, die van de Prins Hen-
drikbrug naar het stationsgebouw loopt.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders om over te gaan tot
den publieken verkoop van de bouwterreinen 615. (Zie bijlage 20).
De conclusie van het voorstel luidt aldus-
,/Ons collegie te magtigen om met afwijking van de door u
bij besluiten van den 14 Jannarij 6 Februarij en 13 November
1869 vastgestelde bepalingen en voorwaarden betrekkelijk de
uitgifte in bebouwing door de gemeente van gronden op de bij
die besluiten behoorende teekening aangeduid als bouwterreinen
BC en Dvoorbehoudens goedkeuring van heeren gedepu
teerde staten*:
17