Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871 Vergadering van Donderdag den 26 October 1871. Tegenwoordig 17 leden. Afwezig, met kennisgeving, de hee- ren de With en van Valkenburg, zonder kennisgeving, de hee- ren Uirks en Suringar. Voorzitter de heer burgemeester. I. Worden gelezen en goedgekeurd de notulen der op 12 en 19 October jl. gehouden vergaderingen. II. Wordt ter tafel gebragt. 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders op 't verzoek van de beambten aan de stads bank van leeningom verhooging hunner bezoldiging. 2. Als bovenop 't verzoek van den waagmeesterom ver hooging zijner jaarwedde. 3. Als bovenomtrent het verzoek van de wed. W. Oberink, om eenig pensioen of e^ne gratificatie. 4. Als boventot verhooging der jaarwedde van de doodgra vers bij de algemeene begraafplaats. 5. Als bovenaangaande een verzoek van de keurmeesters van vleesch visch enz.om verhooging van bezoldiging 6. Als boven op gelijksoortig verzoek van de politiedienaren der 3e klasse. 7. Als boven, in betrekking tot eene nadere regeling der jaarwedde van den secretaris-boekhouder bij de stads armenkamer. 8. Als boventot het aanleggen eener bestrating langs het Kal verdijkje tot. den toegang naar de te maken schietbaan en van daar tot het Cambuursterpad. 9. Als boven op een adres van de pachters der marktgelden en van de water-kaai- en walgeldenhoudende verzoekom vermindering der door hen over 1871 verschuldigde pachtsommen. 10. Als boven omtrent het verzoek van den hoofdonderwij zer aan de tusschenschool le klasseom onderhandsche verlen ging der huur van de bij hem in gebruik' zijnde woning. 11. Ais bovenop het verzoek van R. J. Dijkstraom op nieuw huurder te mogen worden van de herberg de Klanderij. 12. a. Eene missive van de commissie van administratie van de stads bank van leeninghondende tengevolge der perio dieke aftreding van den heer R. F. Kutsch Loijenga als lid der commissie aanbeveling van de hccren R. F. Kutsch Loijenga en mr. T. van Hettinga Tromp. b. Eene aanbeveling van burgemeester en wethouders ter ver vulling van de sub a vermelde vacaturevan een dubbeltalbe staande uit de hoeren J. van Leeuwen en F. Plantenga. 13. Eene missive van voogden der stads armenkamer, daarbij, ter vervulling van de te ontstane vacatures door de periodieke aftreding van de heeren mr. J. Minnema Buma en mr. T. van Hettinga Tromp aanbevelende voor de eerste vacature de hee ren mr. II. Wiersma, J. C. Kutsch Loijenga en dr J. Winkler, en voor de tweede vacature, de heeren dr. II. A. Middelburg, D. Tigler Wijbrandi en R. H. Dijkstra. 14. Het rapport van 't onderzoek der begrooting van de stads armenkamer, voor de dienst 1872. Voormelde stukken zijn ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden afgedaan. 15. De bcgrooting van administratiekosten der stads bank van leeningvoor de dienst 1872. Gesteld in handen eener commissiebestaande uit de heeren OosterhoffDuparc en de With ten fine van onderzoek en rapport. 16. Een adres van den pachter der opkomsten van de Irn- sumerzijlhoudende verzoek om verlenging van den op 12 Mei 1873 eindigenden pachttijd. Gesteld in handen van burgemeester en wethouders, om daarop te dienen van berigt en raad. Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant. 153 17. Eene missive van commissarissen der muziekschool, hou dende mededeeling, dat die school met 1 Januarij 1872 zal wor den opgeheven. 18. Het verslag van den toestand der instelling ,/het Sint Anthonij Gasthuis", over het jaar 1870. 19. Een berigt van burgemeester en wethouders dat de over eenkomst omtrent den aanleg eener schietbaandoor het depar tement van oorlog is goedgekeurd en aan den gemeente-architect de voorbereiding van de uitvoering van dit werk is opgedragen. 20. Als boven dat het le suppletoir kohier van hoofdelijken omslag, over 1871, door heeren gedeputeerde staten, bij reso lutie van 13 October, no. 4, is goedgekeurd. De sub 1720 vermelde stukken zijn voor notificatie aange nomen. III. Wordt overgegaan tot behandeling der op den oproeping- brief aangebragte punten 1Rapport van 't onderzoek der begrooting van het stads ziekenhuis, voor de dienst 1872. Overeenkomstig de conclusie van "t rapport wordt zonder hoof delijke omvraag besloten a. De bij de begrooting gevraagde subsidie uit de gemeente kaslen behoeve van het stads ziekenhuis alhier over 1872 tot een beloop van 7389.70 toe te staan. b. De door de commissie van bestuur ingediende begrooting tot een bedrag van ƒ7892.70, goed te keuren. De heer Bruinsma lid van de commissie van bestuur van het stads ziekenhuishield zich buiten stemming. 2. Rapport van 't onderzoek der gemeenterekening over het dienstjaar 1870. (Zie bijlage no. 25). De conclusie van 't rapport luidt als volgt //1°- Burgemeester en wethouders uit te noodigen omtrent de bovenaangegeven punten, voor zoover noodig, inlichting of op heldering te willen geven. „20. Het bedrag der ontvangsten van de rekening over 1870 voorloopig vast te stellen opƒ498,244.55 dat der uitgaven op472,382.28 1/2 en dat van het voordeelig slot op 25,862.26 l/g. „30. Aan burgemeester en wethouders 's raads dank te betui gen voor hun goed en naauwgezet beheer." De heer Duparc zegt, dat de door burgemeester en wethou ders ingediende memorie van beantwoording der commissie van onderzoek van de rekening aanleiding geeft, om op een paar door haar gemaakte opmerkingen nog nader terug te komen. Het geldt in de eerste plaats de wijze van verantwoording van de pacht van bruggen en van de Irnsumerzijl. De commissie zegt spr.is er ver van af, om, waar men vereenvoudiging in het beheer van den ontvanger tracht aan te brengenzich daar tegen te verklarenmaar, gelijk ze opmerkte, er is in dezen op tweeërlei manier te werk gegaan. Terwijl men wat de brug gen betreft, de pacht verantwoordt van 12 Mei 1870 tot 12 Mei 1871 wordt in de rekening wegens de Irnsumerzijl de pacht aangebragt van 12 November 1869 tot 12 November 1870. De commissie is door 't aangevoerde niet overtuigd geworden hoe veel er overigens ook voor de gevolgde wijze van handelen aan te voeren zij. Zij acht het nuttig, om op eene dienst datgene te verantwoorden, wat daartoe regtens behoort. Zij wijstin dit opzigt op do verantwoording van de opcenten op de personele belastingdie ook in de rekening zijn opgenomeneen gedeelte naar de opbrengst van JanuarijMeieen ander gedeelte naar die van MeiJanuarij. De verantwoording van de pacht der bruggen zou er nog eenigzins door kunnen doch, wat de Irnsu merzijl aangaatzoo blijkt uit bet. antwoorddal in de rekening voorkomt eene ontvangst over het tijdvak van 12 November 1869 tot 12 November 1870. Wat echter is het gevolg van de in 25

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1871 | | pagina 1