193
-gr «- x
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
De heer Rooseboom heeft voor een oogenblik het woord
gevraagd om naar aanleiding van de memorie van beantwoor
ding eene enkele opmerking te maken. Er staat in die memo
rie te lezen, dat sedert lang niet meer de cokes tegen lage ren
prijs aan fabrikanten worden afgezet Dat woord «lang" zal
zeker betrekkelijk zijn. Spr. althans constateert uit het verslag
der fabriek over 1870, dat in dat jaar 4258 hectoliter a 30 et.
door fabrikanten aan de fabriek is afgehaald.
Spr. heeft voorts naar aanleiding van den verkoop van cokc.s
een voorstel te doen. In verschillende gemeenten van ons vader
land is dit punt bij de behandeling der begroeting ter sprake ge
weest en het wordt hoog tijd, dat die verkoop ook hier op
betere wijze worde geregeld. Wat toch is het geval? De prijs,
thans voor de cokes bedongen staat volstrekt niet in verhouding
tot de waarde daarvan. Zoo als in de memorie is te lezen wen-
schen de ingezetenen hoe langer zoo meer van dezen brandstof
bediend te zijnzoodat daardoor natuurlijk de waarde daarvan
stijgt. Nu komt het hem voordatwaar do gemeente eene
gasfabriek exploiteerthet hoofddoel inoet zijn den ingezetenen
het gas zoo goedkoop mogelijk te leveren. Dit doel uordt uit
het oog verloren, wanneer men de cokes, een nevenproduk'
tot eenen prijs beneden de waarde verkoopt. Men moet niet ligt
over deze zaak denken. In 1870 werden geproduceerd 705,881
stères gas terwijl 54,522 hectoliter cokes werd verkregen. In
dien men nu aanneemtdatna aftrek van hetgeen van deze
hoeveelheid voor de fabriek zelve is aangewend er 29,683 hec
toliter ter verkoop overbleef, dan zou men bij eene verhooging
van 10 eent de hectoliter eene meerdere inkomst kunnen beko
men van nagenoeg drie duizend gulden. Bij liet grootero gas
verbruik dat in 1872 te voorzien is, zal dit nagenoeg vier
duizend gulden bedragen. Spr. is echter voor zich over
tuigd dat de cokes nog hooger prijs kunnen opbrengen wan
neer ze publiek werden verkocht. Hij acht het daarom van
groot belang, dat met het bestaande stelsel gebroken worde, en
vindt het voorbeeld door Groningen dit jaar gegeven ten opzigte
dezer zaak alles behalve navolgenswaard aldaar is besloten geen
cokes meer aan fabriken af te leveren maar ze uitsluitend voor
de ingezetenen te bestemmen. Spr. vindt dit doel zeer liefdadig
maar hij gelooft niet, dat het op den weg der gemeente gelegen
is om den ingezetenen van goedkoope brandstoffen te voorzien.
In Utrecht is de prijs zoo hoog gesteld dat de behoeftige man
klaagt er geen gebruik van te kunnen maken, terwijl men in
Leiden den naar spr's inzien regten weg heeft ingeslagen. Daar
zuilen namelijk voortaan de cokes publiek worden verkocht.
Deze wijze van verkoop wenscht spr. ook hier in toepassing ge-
bragt te zien. Hij stelt daarom voorburgemeester en wethou
ders uit te noodigen den verkoop van de cokes der gemeente
lijke gasfabriek voortaan publiek te doen plaats hebben.
De heer Bloembergen had al dad lijk liet woord gevraagd
met de intentie, om op dezen post, in verband met de verhoo
ging van den post voor aankoop van grond ■doffen met ƒ1000
eene verhooging met ƒ400 voor te stellen.
Wat betreft liet voorstel van den heer Rooseboom, de com
missie voor de gemeentelijke gasfabriek had zich voorgesteld
dat bij de behandeling der begrooting het punt van den verkoop
van cokes wel ernstig zou ter sprake komen. Maar na de gege
ven beantwoording van het dagelijkseh bestuur, dat zich natuur
lijk heeft gegrond op door de commissie, verstrekte inlichtingen
had spr. nu minder daaromtrent een voorstel verwacht, omdat
de commissie zelve er voor uitkomt, dat dit eene moeijelijke
zaak is die haar op het oogenblik bezig houdt en waaromtrent
zij nog geene rijpheid van opinie heeft verkregendat zii
bezig is dit punt rijpelijk te overwegen en dan vrij zeker voor
stellen kunnen worden tegemoet gezien wanneer de commissie
over het al of niet wenschelijke van den tegen woord igen ver
koop tot eene bepaalde overtuiging zal zijn g' komcn. Spr. zou
werkelijk meenen dat liet thans niet geraden is nu zoo voet
stoots een besluit te nemen. Ofschoon hij niet wil ontkennen
dat er voor het voorstel van den heer Rooseboom grond bestaat,
zoo moet hij toch twijfelen of men door dat voorstel aan te
nemen niet te ver zou gaan Men spreekt er van dat de cokes
zoo ver beneden de waarde worden van d< hand gezet. Spr.
dunkt, dat dit nog te bewijzen staat. Als men daarbij althans
afgaat op den prijs, die in andere plaatsen bedongen wordt,
dan ziet men voorbij dat op de meeste dier plaatsen de prijs
beneden die van Leeuwarden is Spr. wijst slechts op Gronin
gen waar men van de cokes-historie ook vrij wat beweging
heeft gemaakt, maar waar ook de prijs slechts 25 ct. per hecto
liter bedraagt. Wat, bepaalt den prijs van eenig handelsartikel
Naar ^pr.'s meening de verhouding tusschen vraag en aanbod.
En wanneer men nu nagaat, wat hier heeft plaats gevonden,
dan zal men liet moeten bekennen dat de prijs hier juist naar
vraag en aanbod geregeld is. Spr. erkent, dat er in 1871 nog
cokes aan fabriken zijn afgeleverd tegen lageren prijs dan meu
van particulieren genietmaar merkt hij op deze waren
reeds vroeger verkocht. Er bestond toen werkelijk de noodza
kelijkheid de cokes bij partij tot dien prijsnamelijk 30 ct. per
hectoliteraf te leverenomdat men niet meer kon maken.
Men heclY zelfs de fabrikanten moeten uitnoodigen de cokes toch
maar te tie en Later is er echter verandering gekomen maar
of de prijs nu zóó inferieur te noemen is dit meent spr. te
mogen betwijfelen althans nog dezer dagen heeft hij rensigne-
menten ontvangen tot welken prijs men cokes van elders zou
kunnen verkrijgen n deze maakt weinig verschil met dien van
hier uit. Spr. is dus nog niet overtuigd dat de cokes hier te
goedkoop worden afgezet, evenmin als dat eene publieke veiling
meer verkieslijk ware. Men zal in het laatste geval ook weer
bepalingen omtrent de aflevering moeten makendie op hare
beurt weer tot moeijelijkheden aanleiding geven want men zal
den verkoop dan zoo moeten inrigtcn dat hij niet in massa ge
schiede iets wat anders weêr leiden zoudat de koopers ge
noodzaakt werden de cokes elders op te slaan en ze daar af te
leveren of men zou aan de fabriek een ander afleveraar krijgen.
Dit gelooft spr. nietlat. wenschelijk is. Slaat men den anderen
weg in, dan /.uilen de cokes zooveel te minder opbrengen als de
koopers voor liet vervoer naar de opslagplaats moeten betalen.
Ook het dubbele meetloon komt er dan nog bij. Werkelijk is
spr. van oordeel, dat men zich nog wel eens bedenken mag,
alvorens tot eene verandering in de wijze van verkoop worde
overgegaan. Voor 't oogenblik verkeert men deswege in eene
nog te moeijelijker situatieomdat er nog zoovele bestellingen
moeten worden uilgevoerd. Om dezelfde redenen heeft men zich
bij de jongste verandering van den prijs genoodzaakt gezien, om
de toen nog aanwezige bestellingen tot den vorigen prijs uit te
voeren. Men zou kunnen zeggen «ditzelfde kan ook nu"; maar,
zegt spr.zulks zou thans tot groote moeijelijkheid leiden de be
stellingen zijn (hans zoo groot en veelvuldig, dat men er nu
niet iri eens aan kan voldoen maar van het bestelde een gedeelte
bezorgt, om later de rest te doen volgen. Voerde men nu een
verhoogden prijs in dan zou deze op dn- nog niet afgeloopen
bestellingen niet, op andere wel toegepast moeten worden,
'tgeen tot verwarring en verkeerde beoonleeling zou leiden. Met,
het oog daarop heeft de commissie voor de gasfabriek gemeend
een gunstiger tijdstip te moeten afwachten.
De lieer Attama, heeft met zijn buurman ter regterzijde, den
lieer Rooseboom in de s-.-ctiën en ook reeds meermalen op eene
andere plaats over het punt in kwestie in 'tbreede van gedach
ten gewisseld. Hij is h t niet hem niet eens, waar hij de fabriek
beschouwt, als eene inrigting van zuiver eommerciëb u aard, want
dan zou ze allerminst behooren in handen van 't gemeentebestuur.
Het doel der fabriek i* in de eerste en voornaamste plaatsom
der gemeente goed licht te verschaffen en aan dat hoofddoel
knoopt zich het verstrekken van gas aan particulieren als neven
doel vast. Maar wanneer men nu alle andere door de fabriek
geproduceerde artikelen beschouwde als artikelen van handel
dan zou men de «eigen" ingezetenen wel eens een zeer slechte
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
198
dienst kunnen bewijzen Het stelsel, door den heer Roosehoom
voorgesteld is zeer geschikt om er toe te leiden dat de eigen
ingezetenen raken buiten het gebruik van cokes, dat de min
dere man en de ambachtsman die tegenwoordig alle gaarne van
de cokes bediend willen zijn daarvan verstoken worden. Nu zegt
de heer Rooseboom wel dat de gemeente geen liefdadigheid mag
bewijzen maarzegt spr.men mag dan toch wel het doel voor
oogen houden dat men met de fabriek beoogthet genot van
de ingezetenen. 8pr. is van oordeel datwanneer de cokes in
massa worden verkocht, men allezins kans heeft van te stuiten
op dit bezwaar, dat juist de ingezetenen komen in een toestand,
die voor hen het erlangen van cokes onmogelijk maakt. Boven
dien gelooft spr. dat, het voorstelwaarbij den raad niets min
der wordt gevraagd dan voetstoots tot den publieken verkoop
der cokes te besluiten veel te ver gaat. Een andere vraag is
het, of niet aan burgemeester en wethouders een onderzoek ware
op te dragen, of in de tegenwoordige wijze van verkoop ook
verbetering is aan te brengen. Met zoodanig voorstel zou spr.
zich wel kunnen vereenigen doch hij beschouwt ook zoo een
voorstel onnoodigwaar de verkoop van de cokes bij de com
missie voor de gasfabriek reeds een punt van ernstige overwe
ging uitmaakt. De commissie weet het beter dan ieder ander
dat men nog niet is op het standpuntwaarop men moet zijn
Waar zij echter verklaart, dat ze zich het onderzoek voorbe
houdt acht spr. het beter niet zoo dadelijk over een voorstel tot
publieken verkoop te beslissen maar het resultaat van dat onder
zoek af te wachten. Spr. is persoonlijk een bepaald tegenstan
der van den publieken verkoop. Hij beschouwt de fabriek als
eene inrigting die dienst moet doen aan alle ingezetenen. Er
moeten al krachtige argumenten worden aangevoerd wilde men
hem tot eene andere opinie brengen w aut hij zou het zeer betreuren,
wanneer de cokes te éèniger tijd de gemeente uitgingen. In
allen gevalle tegen het voorstelzoo als het daar ligt bestaan
overwegende bedenkingen en spr. zou den heer Rooseboom in
overweging wenschen te geven daarover thans geene beslissing
uit te Tokken maar af te wachten de resultaten van de bij de
commissie aanhangige overwegingen.
De heer Roosoboom moet bekennen dat er werkelijk veel
aanlokkelijks gelegen is in den wenk hem door zij,, buurman
links gegeven. Hij verschilt echter ten eenenmale met dien ge-
achten spreker ten opzigte van de gemeente-exploitatie en voorts
meent hij vrij wel èn van de leden der commissie èn van bur
gemeester en wethouders èn ook van sommige leden van den
raad de meening te kennen dat, zij niet zijn voor den publieken
verkoop. Hij heeft dus geen reden een under onderzoek af te
wachten; de exploitatie door de gemr.-nte heeft lang genoeg ge
duurd om met eenige ervaring te kunnen sprekenvan daar zijn
voorstel. De opvatting van den heer Bloembergen, dat vraag en
aanbod den prijs regelen strekt zeer ter aanbeveling van spr's.
voorstelwant de publieke verkoop zal dan de juiste maatstaf
opleveren.
Wat betreft de opmerking van den heer Attemadat de fabriek
dienst moet doen aan allen spr. betwijfeltof een dergelijk doel
bereikbaar is. Zooals nu de aflevering geschiedt is men over
gegeven aan de speculatie van sommigen, die grootere partijen
opslaan en ze weèr tegen verhoogden prijs van de hand doen.
Dan alleen zal men dienst aan allen bewijzen wanneer de cokes
publiek verkocht, worden. De ingezetenen zullen dan welligt iets
meer betalen maar zijn dan ook altijd in de gelegenheid cokes
te bekomenwat thans niet het geval is. Spr. handhaaft op
grond van een en ander zijn voorstel.
De heer Rengers meentdaar er gesproken is van de ziens-
vrij ze van de gascommissie en van burgemeester en wethouders
te moeten verklaren dat hij persoonlijk de zienswijze van den
heer Rooseboom aankleeft. Evenwel beschouwt hij ook deze
zaak als eenedie niet zoo ter loops bij de begrooting moet
worden beslist. Men zou zoodoende eene pressie op de gascom
missie uitoefenendiespr. weet het van nabijde zaak niet
uit liet oog verliezen zal.
Spr. wil thans niet treden in eene uiteenzetting van de gron
den die hem tot de zienswijze van den heer Rooseboom hebben
geleid doch hij kan niet voorbij er op te wijzen dat men op
het oogenblik een' kunstmatigen en op den duur onlioudbaren
toestand heeft geschapen zij het ook dat dit niet het doel was,
dat de gascommissie zich heeft voorgesteld. Het komt hem voor,
dat het aangenomen stelsel uitgaat van eene misplaatste zucht
om ook niet gasve bruikers eenige voordeelen van de fabriek te
doen genieten. V-oral bij de behartiging van gemeentebelangen
moet echter zoodanig gevoel van medelijden niet dan met de
grootste omzigtigheid geraadpleegd worden en ook in dit geval
beantwoordt Tiet resultaat niet aan de*goede bedoeling. Spr. acht
den zuiversten toestand de meest wenschelijke en zal met ge
noegen een voorstel van de gascommissie ontvangen waarbij
de publieke verkoop wordt aanbevolen.
De heer BlO0nib0rg0n kan in de beantwoording van den
heer Rooseboom zeer kort zijn. Tegenover het argument, dat
bij den tegenwoordigen verkoop de cokes in handen van enkele
speculanten zouden zijn die daarmede winst bejagen voert hij
aan dat dit in den laatsten tijd niet het geval is en zoo het
al mogt gebeuren dan behoort dit tot de uitzonderingen. De
nieuwe wijze van aflevering heeft aan die speculatie geheel den
bodem ingeslagen. Spr. wil echter erkennen dat het verleden
jaar wel zoo gebeurd is. Uit hetzelfde oogpunt beschouwt spr.
ook het gevaldat de heer Rooseboom voor zijne cokes een
dubbelen prijs heeft kunnen bedingen. Dit zal zeker geschiedt
zijn op een tijdstipdat er aan de fabriek geene cokes te krij
gen waren en ook andere brandstoffen voor het oogenblik een
hoogen prijs hadden.
Overigens moet spr. den heer Rengers weerspreken waar deze
bij de commissie een zucht meent te ontdekken om aan de be
hoeften van de mindere klasse te gemoet te komen. Dit is bij
haar geenszins de drangreden geweest. De groote bezwaren
aan een publieken verkoop verbonden hebben bij de commissie
sterk gewogen.
De heer Dirks moet. bekennen dat men ten opzigte van den
verkoop van cokes altijd in een vreemden toestand heeft ver
keerd. In den laatsten tijd is die toestand nog vreemder gewor
den. Vroeger kon men de cokes aan de fabriek afhalen
thans worden ze bij de ingezetenen aan huis bezorgd. De per
sonen dus die vroeger de cokes aan de fabriek afhaalden zijn dus
thans genoodzaakt èn een hoogeren priis te betalen èn de kos
ten van liet te huis brengen. Dit treft dubbel.
Spr. wijst verder op hetgeen ook reeds in de memorie wordt
gezegddat sommigen eene hoogere aanvrage doen dan noodig
is. Hem dunktaat de behoefte van een gezin aan cokes
wel door de commissie kan beoordeeld worden. Wanneer nu
b. v. iemand, een particulier, 50 of 100 hectoliter aanvroegdan
zou hij willen dat deze aanvraag door de commissie niet werd
aangenomen. Spr. wenscht dit en het vorig punt zeer in de aan
dacht van burgemeester en wethouders aan te bevelen.
De Voorzittor verklaart, dat ook volgens zijn gevoelen met
den verkoop van cokes niet in alle opzigten zoo wordt te werk
gegaan als hij zou wenschen waarom hij dan ook met belang
stelling de voorstellen der commissie te gemoet ziet. Hij geeft
echter der vergadering in overweging in dezen niet dan met
groote voorzichtigheid een besluit te nemen. Het, voorstel van
den heer Rooseboom bepaalt den gedragslijn door burgemeester
en wethouders te volgen terwijl er eene speciale commissie in
de gasaaiigeh'genhedeii werk/aam is. Spr. acht het minder wen
schelijk om bij gelegenheid der behandeling van een post oj» <le
begrooting het voorgesteld b< sluit te nemen. Wil men veramle-
ring, dan acht hij het geraden daarover in eene afzonderlijke
raadsvergadering te besluiten. Bovendien zooals het voorstel
ligtis het toch niet voor uitvoering vatbaar. Er zou in ieder