72
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1872.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders in zake de vordering van
den boekhandelaar W. Eekhojjivegens leveringen aan de burger dag
en avondschool.
Dit voorstel is van den volgenden inhoud
//Nadat in uwe vergadering van 23 Mei een voorstel tot beta
ling van de helft eener notawegens goederen door den con
cierge der burgerdag- en avondschool besteld maar door hem
ten eigen behoeve aangewendwas verworpenheeft de heer
van Valkenburg een voorstel aangeboden, strekkende om het
geheele bedrag dier nota te voldoen.
//Ware een dergelijk voorstel bij wijze van amendement op
ons geheel op gronden van billijkheid berustend voorstel gedaan
wij zouden ons er bij hebben nedergelegdvan oordeel zijnde
dat het begrip van billijkheid aan individuele appreciatie behoort
te worden overgelatenen er dus evenzeer grond kon bestaan
om den bedrogen leverancier geheel als gedeeltelijk schadeloos
te stellen.
z/Daar evenwel de raadblijkens de gevoerde discussieniet
onduidelijk heeft te kennen gegeven dat in deze zaak volgens
strikt regtniet zooals wij oordeelden volgens billijkheid gehan
deld moest wordenkan ook het prteadvies op dit nader voor
stel niet anders leiden dan tot eene afwijzende beschikking.
//Daargelaten immers of de staatsregtelijke betrekking tusschen
de gemeente en hare ambtenaren tot burgerregtelijke gevolgen aan
leiding kan geven eene quaestie voor zeer uiteenloopende be
schouwing vatbaardaargelaten of de concierge werkelijk is een
gemeente-ambtenaar, wat wij mogen ontkennen, kan hier van
feene verantwoordelijkheid der gemeente sprake wezendewijl
et aangaan van verbindtenissen namens haar geheel lag buiten
den kring der werkzaamheden aan den concierge blijkens zijne
instructie opgedragen.
//Indien nu de directeuronder wiens bevelen blijkens art. 35
van het reglement voor de burgerdag- en avondschool de bedien
den bij die inrigting staan goed vond den concierge het doen van
mondelinge bestellingen op te dragen en de leverancier die even
eens gehouden was voor zijne belangen te wakenhem zonder
medeweten van het gemeentebestuur een onbepaald crediet ver
leende, hoezeer de bestellingen verre het in vorige jaren bereikte
bedrag overschreden kan niemand redelijker wijze volhouden dat
het gemeentebestuur, hetwelk den directeur blijkens de inge
diende begrootingen jaarlijks magtigde tot den aankoop van be-
noodigdheden terwijl de wijze van aankoop geheej aan diens
prudentie werd overgelatenin deze directelijk of indirectelijk
tot het gepleegde bedrog aanleiding heeft gegeven of die daad
had kunnen beletten.
//Waar derhalve de onregtmatige handeling van den concierge,
die enkel door het gemeentebestuur aangesteldmaar inderdaad
de bediende van den directeur wasgepleegd werd niet slechts
buiten voorkennis van het gemeentebestuur, maar door het ver-
rigten van functiën die volstrekt niet tot de zijne behoorden
daar wel de directeur maar niet de concierge tot het doen van
aankoopen gemagtigd wasis regtens geene aansprakelijkheid
van de gemeente denkbaar te meer dewijl art. 1403 b. w. als
eene uitzondering op den algemeenen regtsregel dat ieder slechts
voor zijne eigene handelingen aansprakelijk isgeene extensieve
interpretatie toelaat.
z/Wij hebben alzoo de eer uwer vergadering voor te stellen
om te bestuitendat niet het geheele bedrag aer rekening van
den heer Eekhoff wegens niet aan de gemeente geleverde goe
deren worde betaald."
De heer van Valkenburg merkt op, dat, toen hij in de
voor-vorige vergadering het voorstel deedom het volle bedrag
der vordering aan den heer Eekhoff uit te betalenhij dit al
leen deed uit een gevoel van billijkheid. Willen echter de le
den van den raad de zaak meer uit een regtskundig oogpunt
beschouwd hebbendan erkent hijdat de conclusie van het
voorstel aanbeveling verdient. Niet te min blijft hij van gevoe
len dat de billijkheid medebrengtom het geheele bedrag der
vordering aan den heer Eekhoff te voldoen.
De heer Attema wenscht eenige inlichting te ontvangen om
trent de bedoeling der conclusie. Hij voor zich vat die conclu
sie zoodanig opdat ze de strekking heeftom het voorstel van
den heer Valkenburg af te wijzen. Aldus opgevatvereenigt
spr. zich met de conclusie. Doch hij moet observeren dat de
conclusie eenigzins twijfelachtig geformuleerd is. Immerser
staat: //dat. niet het geheele bedrag der rekening wegens niet aan
z/de gemeente geleverde goederen worde voldaan."
Daaruitzegt spr.kan men zeer goed afleidendat wel een
gedeelte der rekening zal worden voldaan. En is dit het geval
dan moet hij daartegen opkomen. Zijn idee is dat de gemeente
zich volstrekt niet in deze zaak moet mengendat zij haar
geheel door den directeur der burgerdag- en avondschool en den
leverancier moet laten afmaken. Hij kan zich wel vereenigen
met de conclusiein zoover ze strekt om niet aan te nemen het
voorstel van den heer van Valkenburg; maar hij verbindt daar
aan de voorwaardedat met aanneming dier conclusie de ge
heele zaak voor afgedaan is te beschouwen.
De heer Rengers kan namens burgemeester en wethouders
mededeelendat de heer Attema zeer teregt aan de conclusie
de strekking heeft toegekendom niet aan te nemen het voor
stel van den heer van Valkenburg. De vorm der conclusie is
eenigzins afwijkende van de redactie door den heer van Valken
burg gekozen dewijl na de afstemming van het eerste voorstel
van burgemeester en wethouderseen amendement op dat voor
stel niet meer mogelijk was.
De heer Suringar verklaartdat hij na kennisname van
de betrekkelijke stukkenzich geheel vereenigt met het gevoe
len van den heer Attema.
Hierna wordt de conclusie verworpen met 10 tegen 9 stemmen
die van de heeren DuparcRengersSuringarRooseboom
BloembergenAttemavan EijsingaWiersma en Bruinsma.
De heer Bloembergen vraagtof erna de verwerping
van het voorstel van burgemeester en wethoudersniet een po
sitief besluit zal moeten worden genomen? In den tegenwoor-
digen stand der zaak is er eigenlijk nog niets beslist.
De heer Rengers kan aan het genomen besluit geene an
dere beteekenis geven dan dat de raad eene gratificatie van
120.20 aan den heer Eekhoff toekent.
De Voorzitter gelooft, dat het, om eene definitive beslis
sing te erlangengevoeglijk zal zijndat door hem aan de be-
8ing van den raad worde onderworpen de vraag//of door bur
gemeester en wethouders het bedrag der rekening, zoo als de-
//zelve door den heer Eekhoff is ingeleverd zal worden voldaan
De vergaderingzich met deze wijze van behandeling veree-
nigende, gaat tot de stemming over en beantwoordt de gestelde
vraag ontkennend met 13 tegen 6 stemmen, die van de heeren
van der Meulen Wijbrandivan Valkenburg, Westenberg, Brun-
ger en Dirks.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot oninvorderbaarver-
klaring van aanslagen in de directe belasting op het inkomen en de be
lasting op het houden van honden.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten
I. Oninvorderbaar te verklaren de aanslagen, vermeld op de
door den gemeente-ontvanger bij missive van 13 Junij 1872
no. 565 ingezonden staten van onbetaalde en oninvorderbare
aanslagen wegens de directe belasting op het inkomen en de be
lasting op het houden van hondenals
a. die gemerkt ACFwegens de directe belasting op het
inkomen, respectivelijk bedragende 93.27 10.50 ƒ14, 322.06
en ƒ820.33
b. die gemerkt BO en Hwegens de belasting op het hou
den van honden, bedragende 1.43 212.15 en 15.75.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1872.
73
II. Den gemeente-ontvanger te magtigen op de betrekkelijke
kohieren als oninvorderbaar af te schrijven ae aanslagenver
meld op de staten sub I omschreven.
4. Benoeming van een hulponderwijzer.
De Voorzitter merkt opdat voor de onderwerpelijke be
trekking sollicitanten zijn opgeroepen tegen eene bezoldiging van
450 in de onderstellingdat tegen de onlangs door den raad
vastgestelde verordening geene bezwaren zouden rijzen. Bij die
verordening is het tractement van dezen hulponderwijzer op
ƒ450 gesteld. Nu zijn er tegen sommige artt. dier verordening
wel bedenkingen geopperddoch deze betreffen geenszins het
bedoelde tractement. Dit brengt evenwel mededat de hulpon
derwijzer niet dadelijk op ƒ450 kan worden aangesteld, maar
zich eenigen tijd met 50 minder moet getroosten. De benoemde
blijft intusschen vrijom de betrekking niet aan te nemen.
Hierna tot de benoeming overgaande wordt Pieter Vlugt,
hulponderwijzer te Jouremet 11 van de 19 stemmen voor de
onderwerpelijke betrekking benoemdop Pijlger Maassenhulp
onderwijzer te Leeuwardenwaren uitgebragt 8 stemmen.
IV. De Voorzitter het noodig achtende eene zitting met
gesloten deuren te houden, heft de openbare vergadering tijde
lijk op.
V. Na heropening der vergadering wordt het kohier van de
directe belasting op het inkomenten behoeve dezer gemeente
over het dienstjaar 1872 finaal vastgesteld in belastbaar inko
men op ƒ2,910,984.23 en in aanslag op ƒ100.428,42 l/2.
VI. De Voorzitter deelt mede, dat staande de vergadering
is ingekomen eene missive van de kamer van koophandel en
fabriekenbetrekking hebbende op het aanhangig voorstel tot
het verplaatsen der veemarkt en het stichten eener handelbeurs.
Na lecture van dit schrijven wordt besloten het bij de overige
stukken te voegen.
De Voorzitter geeft voorts te kennendat het zijn voorne
men is om tegen zaturdag den 6n Julij tot behandeling van be
doelde aangelegenheideene buitengewone vergadering te beleg
gen. Hij vleit zichdat de leden hunne bezigheden zoodanig
zullen kunnen inrigten dat de vergadering bij de behandeling
van dit gewigtig onderwerp zoo mogelijk voltallig zij.
De heer Westenberg vindt in de voorgelezen missive van
de kamer van koophandel aanleidingom een verzoek tot het
dagelijksch bestuur te rigten. De kamer namelijk wijst op het
verhuren van vaste plaatsen aan de beurswaardoor ze voor de
gemeente vruchtbaar kan worden. Spr. en hij gelooft vele
leden met hem stelt er prijs opom de opinie van het dage
lijksch bestuur te vernemen over het verhuren van plaatsen aan-
of het heffen van entréegeld voor het bezoeken van de beurs.
Enterwijl de voorzitter heeft gezegddat de onderwerpelijke
aangelegenheid in eene op zaturdag over acht dagen te houden
buitengewone vergadering zal worden behandeld zou spr. het
dagelijksch bestuur willen uitnoodigen, om nog vóór dien tijd
over de door hem bedoelde punten een schriftelijk advies bij de
stukken te leggen.
De Voorzitter zal gaarne trachten aan het verlangen van
den vorigen spreker te voldoenvoor zoover dit namelijk voor
burgemeester en wethouders mogelijk is. Hij moet evenwel op
merken dat in de vergadering van zaturdag over acht dagen de
hoofdzaak is«de verplaatsing der veemarkt." De sequele van
de aanneming van dat voorstel zou zijn //het vacant komen van
het thans voor veemarkt bestemd terrein." Alsdan zou aan de
beslissing moeten worden onderworpen de vraagof het vrijval
lend terrein voor de stichting eener beurs of voor eenig ander
einde zal worden benuttigd, Spr. komt het voordat de details
van hetgeen eene beurs kan opbrengen eerst te pas komen,
wanneer het voorstel tot stichting eener beurs in al zijne bijzon
derheden aan de beslissing van den raad wordt onderworpen.
Dit neemt echter niet wegdat burgemeester en wethouders
zooveel mogelijk aan het verzoek van den heer "Westenberg zul
len voldoen. Spr. gelooft echter, dat de heer Westenberg zal
willen toestemmendat het voor burgemeester en wethouders
(leeken in het vak van den handel) moeijelijk is over de op
brengst eener beurs een volkomen oordeel te vellen.
De heer Westenberg verklaart geene becijfering te verlangen,
maar dat hij alleen de opinie wenscht te kennen over het principe.
De vergadering wordt hierna door den Voorzitter gesloten.