94 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1872. vangen. Is dit het geval, dan moet hij wegens liet vergevor derde eaizoen zich tegen het voorstel verklaren maar heeft het voorstel eenvoudig de strekking om uit te maken, dat er op het bedoelde terrein eene school zal komen, zoo verklaart hij er geen bezwaar tegen te hebben. De Voorzitter antwoordt den vorigen spreker, dat de nood zakelijkheid van meerdere ruimtedie zich hoe langer zoo meer voordoet, en vooral de gebrekkige toestand van de een-te ar menschool burgemeester en wethouders heeft doen trachten zoo spoedig mogelijk in het bestaande gebrek te voorzien. Het lag dus wel in de bedoeling om nog dit jaar natuurlijk altijd met inachtneming van de weersgesteldheid met de stichting aan te vangen. Maar spr. dunktdat het bezwaar van den heer van Sloterdijck zich eerst dan doet gelden wanneer de vereischte plannen aan de goedkeuring van den raad worden onderworpen. Acht men het dan niet den geschikten tijd ieder lid heeft als dan nog het regt op grond daarvan voor te stellenom met de stichting tot gelegener tijd te wachten. Het is overigens moeije- lijk te bepalen hoe spoedig met het bouwen kan worden aange vangen maar het zou toch ook wel kunnen gebeurendat het gebouw nog voor den winter onder dak gebragt en gedurende dezen voltooid kan worden. In ieder geval zegt spr.tkomt liet bezwaar van den heer van Sloterdijck eerst bij de vaststel ling der betrekkelijke plannen te pas. Punt 10 der conclusie wordt hierop aangenomen met 10 tegen 3 stemmen die van de heeren Suringar Hommes en Rooseboom. Nadat punten 20 en 30 beide zonder hoofdelijke stemming wa ren aangenomenwordt de conclusie in haar geheel aan de stem ming onderworpen en aangenomen met 12 tegen 1 sterndie van den heer Suringar. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het toekennen van vergoeding aan II. Stoffels voor het maken van een ronden hoek aan zijn huis letter U no. 22. Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten Aan Hendrik Stoffels te Leeuwardeneigenaar der huizinge letter II no. 22 aldaarvan gemeentewege toe te kennen eene vergoeding van een hondeid vijftig gulden, bijaldien hij bij ver bouwing dier huizingeaan den noordoosthoek daarvan eene af ronding geeft van 2 meter en de daarvoor te leggen stoep af rondt met een straal van 2.95 meter, en voorts onder bepaling, dat hij den door die afronding onbebouwd blijvenden grond in eigendom overdraagt aan de gemeente. 4. Benoeming van een hoofdonderwijzer aan de school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs. De Voorzitterhet niet onraadzaam achtendeom alvorens tot de benoeming worde overgegaaneene zitting met gesloten deuren te houden heft de openbare vergadering tijdelijk op. Na heropening der vergadering wordt tot de benoeming over gegaan. De gehouden stemming heeft tot resultaat dat zijn uit- gebragt op P. H. de Huijter, hulponderwijzer te Elburg, 7 stem men en op J. I). C. van Batenburg, H. V. Leopold en L. A. Hissinkhoofdonderwijzers te MedenblikUitgeest en Franeker, ieder 2 stemmenzoodat eerstgenoemde met meerderheid van j stemmen is benoemd geworden. 5.Benoeming eener raads-commissie tot onderzoek der gemeente- rekeningover 1871. Nadat op voorstel va,n den Voorzitter was bepaalddat de commissie uit drie leden zal bestaan worden bij de gehouden stemmingen tot leden daarvan aangewezen de heeren van der MeulenBrunger en Buma. 6. Verslag van het in de sectiën gehouden onderzoek van het voor stel van burgemeester en wethouders tot wijziging der bepalingen voor het stedelijk gymnasium. De heer van Sloterdijck vindt in de omstandigheid dat geen der leden van de commissie van rapporteurs ter vergade ring tegenwoordig isaanleiding tot het voorstelom de behan deling van dit punt tot de volgende vergadering te verdagen. De heer Rengersofschoon in beginsel gestemd tegen de verdaging der behandeling eener zaak wegens absentie van som mige raadsleden zal zich in dit exceptionele geval niet tegen die verdaging verzetten omdat toevallig alle leden der commis sie afwezig zijn. Hij maakt echter het voorbehoud, dat hij zich hiermede niet voor het vervolg gebonden wil achten dewijl de gemeentewet niet even als de wet op de regterlijke organisatie eene vacantie toelaat en hij uitstel van zaken om de vrijwillige afwezigheid van raadsleden een gevaarlijk en onwettig precedent acht. Leden, die voor hun genoegen op reis gaan, gev en door die daad zelf te kennen, dat zij met volle vertrouwen aan de over blijvende de afdoening van hangende zaken overlaten en hunne medewerking daarbij niet noodzakelijk achten. Het voorstel van den heer van Sloterdijck wordt hierop met algemeene stemmen aangenomen. V. De heer Rengers het woord hebbende bekomenzegt dat hij krachtens de bevoegdheid bij art. 30 van het reglement van orde omschreven een voorstel wenscht te doen tot onmid dellijke in behandeling neming van de in de vorige vergadering aangeboden voordragt tot benoeming van een pneceptor aan het stedelijk' gymnasium. Spr. heeft het voornemen hiertoe bereids schriftelijk teT kennis van de leden gebragtzoodat zij niet ge acht kunnen worden door dit voorstel te zijn verrast. Hij wenscht thans zijn voorstel met een enkel woord toe te lichten. Blij kens het verslag der jongste vergadering heeft de Voorzitter te kennen gegeven dat niet eerder tot dc benoeming zou worden overgegaan dan wanneer over de hangende voorstellen tot wij ziging van het reglement op het gvmnasium eene beslissing zal zijn genomen. Sedert dat antwoord zijn de omstandigheden even wel veranderd door dat verschillende belangrijke vacatures bij andere gymnasia zijn ontstaan. Uitstel zou welligt aanleiding geven dat de meest uitstekende sollicitanten elders eene benoe ming zochten. Spr. acht het daarom in het belang van het gym nasiumwanneer nog heden tot de benoeming wordt overgegaan. Voor 't overige moet hij verklaren niet te kunnen inzien dat na het door den conrector, den heer Ottema, ingediend verzoek om ontslag en met het oog op het verslag van de commissie van rapporteurs (dat wel in sommige punten maar niet in hoofd zaak met de voorstellen van burgemeester en wethouders ver schilt) er eenig bezwaar bestaat om tot de benoeming over te gaan. Het is mogelijkdat de wijziging van het reglement eene verandering van werkkring voor den prseceptor medebrengt maar die verandering zal wel altijd met eene verhooging der bezoldiging gepaard gaan. Spr. stelt op grond van het aange voerde voor, heden tot de benoeming van een prseceptor over te gaan. De Heer Westenberg vraagt, of, wanneer thans tot de be noeming wordt overgegaan er zich dan naderhand geeue bezwa ren zullen voordoen Volgens het voorstel der commissie van rapporteurszal men krijgen twee in plaats van drie leeraren en wanneer men nu een prseceptor benoemt zal men naar spr. meentóf den benoemde courector moeten maken óf een lee- raar te veel hebben. Den heer Rengers komt het bezwaar van den vorigen spreker niet overwegend voor, dewijl, wanneer het idee der commissie van rapporteurs door den raad wordt overgenomenhet in de rede ligtdat de nu te benoemen pneceptor opklimt tot conrector hetgeen in ieder geval zijne positie niet minder maakt. De heer Suringar wenscht zich te houden aan het in de vorige vergadering genomen besluit, om niet tot de benoeming over te gaanvoor en aleer opzigtens de voorstellen tot wijziging van het reglement zal zijn beslist. Hem dunkt dat men eerst zal dienen uit te maken waarin het onderwij Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1872. 95 zend personeel zal bestaan. Ook ziet hij niet indat de zaak zoo urgent is. De heer Westenberg zalofschoon zijn bezwaar niet geheel is opgelostvoor het voorstel stemmenomdat hij in strijd met het gevoelen van den vorigen spreker de benoeming als urgent beschouwten hij van oordeel isdatwanneer er kans bestaat op het bekomen van een knappen prseceptor, men de gelegenheid daartoe niet door uitstel moet laten benemen. Den heer Bruinsma komt het eveneens voordat de benoe ming urgent iswijl de vacantie spoedig eindigt en de nieuwe titularis met het begin van den nieuwen cursus in dienst behoort te treden. Spr. zou alleen tegen het voorstel stemmen ingeval de raad van de voordragt niet ware gesaisisseerddoch zooals men weet is zij reeds voor veertien dagen ingediend en heeft er gelegenheid genoeg bestaanom naar de geschiktheid van de voorgedragenen te informeren. Het voorstel van den heer Rengers wordt hierop in omvraag gebragt en aangenomen met 11 tegen 2 stemmendie van de heeren van der Meulen en Suringar. Als gevolg hiervan tot de benoeming overgegaan zijndewordt de heer W. F. H. Coenenkandidaat aan de hoogeschool te Utrechtwonende te Gentmet algemeene (13) stemmen tot prseceptor aan het stedelijk gymnasium benoemd. De Voorzitter sluit hierop de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1872 | | pagina 2