124 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1872. waarop dit zal worden uitgeoefend zal volgens gedachte bepa ling nader worden geregeld. Nu heeft spr. ter zake een onder zoek ingesteld doch het is hem niet mogen gelukken op te spo ren dat op de zaak is teruggekomen. Het kan zijndat hij zich vergistdoch indien het wezenlijk zoo is dat er geen na dere regeling is Yastgesteld gelooft hij dat de raad geen onnut werk zou verrigten door zich daarmede bezig te houden. En wanneer nu spr. van burgemeester en wethouders een antwoord krijgt tot het geven waarvan hij hen bij deze uitnoodigt waaruit werkelijk blijktdat de zaak niet geregeld is zal hij de eer hebben een desbetrekkelijk voorstel aan den raad te doen. De Voorzitter zegtdat voor zoo verre hein bekend de zaak niet bij nadere instructie is geregeld. Wel zijn er ten tijde de ontdekking van het gepleegde misbruik maatregelen genomen waarbij de directeur in eene al te ruime beschikking over de instrumenten beperkt ismaar eene bepaalde instructie bestaat tot nog toe niet. Spr. gelooft intusschen namens het collegie te j spreken wanneer hij de verzekering geeftdat het zich gaarne onledig zal houden om óf een voorstel aan den raad te doen óf eene instructie, deze aangelegenheid rakende, vast te stellen want merkt hij op, 't is hem niet bekend door wie (de raad of burgemeester en wethouders) zoodanige instructie zal behoo- ren te worden vastgesteld. De heer Jongsma zegtdat dit laatste ook voor hem een kwestieus punt is. Niettemin zou hij zeggen dat volgens de bewoordingen van art. 33 de raad zich de vaststelling der nadere regeling heeft voorbehouden. Nu echter de voorzitter de toezeg ging heeft gegeven om de zaak bij burgemeester en wethouders ter sprake te brengen wordt een- voorstel van hem overtollig. Hij wil gaarne van de gedane toezegging acte nemen. Intusschen blijft hij van oordeeldat de besproken zaak wel van zoodanig belang isdat daarop nader en bijzonder mag worden gelet. Geen der leden verder het woord verlangendewordt de ver gadering door den voorzitter gesloten. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1872. 125 Buitengewone vergadering van Maandag den 4n November 1872. Vooizitlcr de heer burgemeester. Tegenwoordig aanvankelijk 14, later 15 leden. Afwezig met kennisgeving de heeren van EijsingaJongsma en van Valken burg, zonder kennisgeving de heeren AttemaSuringar en Wijbrandi. 1. Nadat de notulen van de op 24 October 11. gehouden verga dering waren gelezen en goedgekeurd deelt de voorzitter mede deze buitengewone vergadering te hebben belegd naar aanleiding van de gehouden besteding der werken voor den aanleg eener schietbaan. Voor de uitvoering dier werken is nl. op de gemeentebegroo- ting voor 1872 eene som van ƒ3000 beschikbaar gesteldterwijl de laagste inschrijvingen bij de besteding zamen beloopen 5484, zijnde 434 meer dan de gemeentearchitect hiervoor had ge raamd. Tengevolge hiervan hebben burgemeester en wethouders ge meend de inagtiging van den raad te moeten vragen alvorens die werken aan de laagste inschrijvers te gunnen. Alsnu wordt gelezen een door burgemeester en wethouders ter tafel gebragt voorstelwaarvan de conclusie strekt dat de raad besluite hun collegie te magtigen om de uitvoering der werken voor den aanleg eener schietbaan aan de laagste inschrijvers bij de gehouden openbare beeteding te gunnen voor f 5484. Alvorens de beraadslaging hierover te openen geeft de voor zitter te kennendat na het opmaken van dit voorstelbij bur gemeester en wethouders berigt is ingekomen van den architect, meldendedat blijkens door hem bekomen informatiën eenige personenwelke bij de openbare besteding niet mede konden concurreren omdat zij niet in staat waren de gevorderde borg stelling te leverengenegen zijn de aardewerken voor den aan leg der schietbaan vereischt, uit te voeren voor f 1350de levering van zand met inbegrip der kosten van transport naar het werk, aan te nemen voor 700 zoodat op die wijze de aardewerken voor circa 700 minder zouden worden verrigt dan daarvoor bij de besteding is geëischt. In verband hiermede hebben burgemeester en wethouders ge meend hun voorstel te moeten wijzigen in dezer voege dat de timmer- en metselwerken voor den aanleg der schiet baan worden gegund aan T. Hilarius voor 2744 de aardewerken van gemeentewege in eigen beheer worden verrigten het bij de gemeentebegrooting voor de kosten der schietbaan beschikbaar gesteld crediet ad 3000 worde verhoogd met ƒ2000. De heer Duparc heeft bezwaar tegen deze regeling nu hij uit den mond van den voorzitter zelf vei nomen heeft, dat de bedoelde gegadigden voor de uitvoering der aardewerkenbij de openbare besteding niet mede hebben kunnen concurreren omdat zij niet in staat waren de verlangde borgstelling te leveren. Hij vraagt aan burgemeester en wethouders of bij onderhandsche besteding de betrokken personen dan wel genoegzame» waarborg kunnen aanbieden voor de uitvoering van het werk. De Voorzitter merkt den heer Duparc op, dat het plan bestaat de aardewerken van gemeentewege in eigen beheer te doen verrigten en daarvoor de bedoelde personen te bezigen. Bij de uitbetaling van hetgeen zij van tijd tot tijd voor verrigt werk te vorderen hebbenzal telkens een zeker gedeelte als waarborgsom worden ingehoudenterwijl in elk geval met het oog op de gehouden besteding 700 disponibel blijft om des noods te kunnen worden besteed ingeval de uitvoering op voor schreven wijze iets te wenschen mogt overlaten. De heer Wiersma vraagt of er overwegende bezwaren be staan tegen het noemen der namen van de zich na de besteding aangemeld hebbende gegadigden. In antwoord hierop zegt de Voorzitter dat zoodanige over wegende bezwaren niet bestaan, doch dat hij zulks heeft nagelaten Bijvoegsel, behoorende ötj de Leeuwarder Courant. ter wille van de betrokken peisonen, die in minder gunstige ver houding tot den aannemer zullen komenwanneer de raad niet overeenkomstig het gewijzigd voorstel van burgemeester mogt besluiten. De heer van dor Meulen geeft te kennen dat hij in den regel is voor publieke besteding. Onder de aannemingsom is begrepen een bedrag als winst voor den aannemer, tegenover de risico die ten zijnen laste komt. Is nu de architect van oor deel dat het opgegeven verschil van ƒ700 als winst te ruim is berekenddan zou spr. in overweging geven eene herbesteding te houden. De heer van Sloterdljck wenscht te worden ingelichtof voor de uitvoering een bepaalden termijn is gesteld en de gega digden in staat zijn het werk binnen dien termijn op te leveren dan of ze er welligt op rekenen de uitvoering iu het aanstaande voorjaar te doen plaats hebben. De Voorzitter antwoordt den heer van Sloterdijckdat de gegadigden met de bepalingen van het bestek en den daarbij aangewezen termijn van oplevering bekend zijn en zich willen verbinden dienovereenkomstig de uitvoering te Bevorderen. De heer Duparc had uit het antwoord van den voorzitter op de door spr. straks gestelde vraag de gevolgtrekking gemaakt, dat het in de bedoeling lag de aardewerken in eigen beheer te doen uitvoerenthans echter meent hij weder te vernemen dat er van onderhandsche besteding sprake is. Terugkomende op hetgeen hij straks aanvoerde betrekkelijk den waarborg dien de gegadigden voor eene rigtige uitvoering opleverensluit hij zich aan bij hetgeen zooeven door den heer van der Meulen is in het midden gebragt. De heer Westenberg kan het gevoelen van de heeren Du parc en van der Meulen niet deelen. Spr. beschouwt de zaak aldusde laagste inschrijving bij openbare besteding overschrijdt de gemaakte begrootingintusschen meldt zich iemand aan die het werk voor belangrijk minder wil opleveren. Wat eischt nu het belang der gemeente Hoezeer spr. in den regel ook voor openbare besteding is, komt het hem in dit geval voor datnu eene som van 700 voor risico disponibel blijft en bovendien door inhouding op de werkloonen borgstelling wordt geleverd tot zekerheid voor ae uitvoering, er geen bezwaar be staat om overeenkomstig het gewijzigd voorstel van burgemeester en wethouders te besluiten. De Voorzitter sluit hierna de beraadslaging en brengt de onderdeden van hel voorstel in stemminghet le punt luidende goed te keuren dat de timmer- en metselwerken voor den aanleg eener schietbaan worden gegund aan den laagsten inschrij ver bij de gehouden openbare besteding voor 2744wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen het 2e puntluidende burgemeester en wethouders te magtigen de aardewerken voor den aanleg der schietbaan vereischtvan gemeentewege in eigen beheer te doen uitvoerenwordt aangenomen met 8 tegen 6 stemmendie van de heerenv. d. MeulenDuparc, Rooseboom, van Sloterdijck, Wiersma en de With; het 3e punt, luidende: het bij de gemeentebegrooting over 1872 voor kosten van aan leg der schietbaan beschikbaar gesteld bedrag ad 3000 voor- loopig en in afwachting van nadere voorstellen deswege van burgemeester en wethouderste verhoogen met 2000 wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. II. De Voorzitter het noodig achtende dat eene vergadering met gesloten deuren worde gehoudenheft de openbare vergadering tijdelijk op. Na het eindigen der beslotene zitting geene zaken ter behan deling in de openbare vergadering verder aan de orde zijnde wordt deze zitting door den Voorzitter gesloten. 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1872 | | pagina 1