50
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 27 Maart 1873.
Vergadering van Donderdag 27 Maart 1873.
Tegenwoordig 16 leden afwezig de heeren SuringarBrun-
ger en de With met en de heeren Rooseboom en Wijbrandi
zonder kennisgeving. Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen der op 24 Maart jl. gehouden vergadering wor
den gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
der gemeentebegrooting, dienst 1873.
De Voorzitter stelt voor dit voorstel in de sectiën te doen
onderzoeken of hetten fine van rapportte stellen in handen
van de door de sectiën bij gelegenheid van het onderzoek der
ontwerp-begrooting benoemde commissie van rapporteurs. Hij
vindt dit laatste het meest eigenaardigomdat die commissie ook
van de primitieve begrooting is gesaïsisseerd. Ook acht hij dit
ter bespoediging der zaak wenschelijk, en met het oog op de wer
ken voor de uitbreiding der gemeente die hoofdzakelijk de voor
gestelde wijziging der begrooting noodig maken is een spoedige
afdoening der zaak van groot belang. Het zal hem aangenaam
zijn over het tweeledig door hem gedaan voorstel het gevoelen
der leden te vernemen.
Geen der leden het woord vragendewil de voorzitter het
eerst door hem gedaan voorstelom de zaak in de sectiën te
onderzoeken aan de stemming onderwerpen.
De heer Attema geeft tengevolge daarvan te kennendat
hij gemeend heeft zich van eene aanprijzing van het in de tweede
laats door den voorzitter gedaan voorstel te onthoudenomdat
ij een van de door de sectiënbij het onderzoek der begroo
ting, benoemde rapporteurs is. Thans evenwel wenscht hij zich
te verklaren voor liet voorstelom de voorgestelde wijziging der
begrooting door de commissie van rapporteurs te doen ouderzoe-
ken. Het ligt in de rededat ook de sectiën dezelfde rappor
teurs op nieuw zullen benoemen. Spr. gelooft, dat op bedoelde
wijze de zaak spoedig en goed zal marcheren de commissie zal
van hef; door haar ingesteld onderzoek rapport uitbrengen en ieder lid
blijft de gelegenheid open om bij de behandeling in den raad
opmerkingen en bedenkingen in 't midden te brengen. Hij on
dersteunt daarom zeer het voorstelom de stukken te verzen
den naar de commissie van rapporteurs.
Nadat het door den heer Attema gesprokene door onderschei
dene andere leden was ondersteundtrekt de Voorzitter het
door hem aan de orde gesteld voorstel in en stelt thans voor de
ter zake betrekkelijke stukken ten fine van onderzoek te stellen
in handen van de door de sectiën bij het onderzoek der ont
werp-begrooting voor 1873 benoemde rapporteurs.
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van J. Andrefe c. s.tot verplaatsing van de steeg tusschen
de perceelen bouwterrein nos. 32 en 33.
De Voorzitter zegtdat hem een wenk is gegeven om deze
zaak terstond in behandeling te brengen. Hij heeft evenwel dit
niet willen voorstellen ten einde den schijn van eene verrassing
te vermijden. De zaak is echter van eenvoudigen aard en met
het oog op het belang van de adressanten die welligt spoedig
met het bouwen wenschen aan te vangen is het zeker geraden
reeds heden eene beslissing te nemen. Hij vraagt daarom of
de leden ook bezwaar maken dadelijk tot de behandeling van
het voorstel over te gaan
De heer Westenberg acht het geen punt van groot gewigt
of de geprojecteerde steeg een meter of vier meer oostwaarts
wordt gemaakt. Hij maakt daarom niet het minste bezwaar,
om dadelijk tot de behandeling der zaak over te gaan.
Hierop tot de behandeling van het voorstel besloten zijnde,
wordt overeenkomstig de conclusie daarvan besloten
Aan de koopers der perceelen bouwterrein nos. 32 en 33 te
vergunnen om de steeg, die volgens de deswege vastgestelde
voorwaarden tusschen die perceelen moet worden gemaakt
hoogstens vier meter meer oostwaarts te maken.
3. De rekening en verantwoording van de kosten der dienst
doende schutterij over 1872.
Ten fine van onderzoek en rapport in handen gesteld van de
heeren Attema, Jongsma en van Sloterdijck.
4. De rekening van administratiekosten der stads bank van
leening, over 1872.
Gesteld in handen van de heeren OosterhofT, Duparc en de
"Withten fine van onderzoek en rapport.
5. De rekening en verantwoording van de kosten der brand
weerover 1872.
In handen gesteld van de heeren Brunger, Hommes en Roo
seboom ten fine van onderzoek en rapport.
6. Een berigt van burgemeester en wethouders, houdende
mededeelingdat het primitief kohier van de directe belasting
op het inkomen, ten behoeve dezer gemeente, over 1873, door
hen voorloopig is vastgesteld en tot den 2 April a. s. ter inzage
ligt.
De Voorzitter stelt voor bedoeld kohier, na afloop van den
termijn van ter visie ligging, in de sectiën te onderzoeken en
te bepalen, dat dat onderzoek den 15 April zal moeten zijn af-
geloopen.
Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
7. Eene resolutie van gedeputeerde statenhoudende goed
keuring van 'sraads besluit tot overdragt in eigendom aan het
rijk van het erf der brugwachterswoning bij de Hoeksterpoortbrug.
8. Een berigt van burgemeester en wethouders, houdende
mededeeling:
a. dat van het doen van afgravingen van den Wirdumer-
poortdwinger en het vervoeren der daarvan afkomende aarde naar
het veemarktterrein aannemer is geworden Willem Muizervoor
5470
b. dat bij de op 19 en 26 Maart plaats gehad hebbende ope
ning der bus tot inlevering van aanvragen om bouwterrein pro
visioneel in koop zijn toegewezende perceelen 46 en 47 aan
H. Franzen en perceel 69 aan G. B. Deibel.
De sub 7 en 8 vermelde stukken zijn voor notificatie aange
nomen.
9. Eene missive van den waagmeester bij de stadswaag,
houdende mededeeling van het overlijden van den waagwerker
Hendrik Mulder.
Op voorstel van den Voorzitter wordt verklaard, dat het
noodzakelijk is de door het overlijden ontstane vacature aan te
vullen.
III. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op de op-
roepingbrief aangebragte punten
1. Rapport van 't onderzoek eener aanvrage van de commissie van
bestuur van het stads ziekenhuisom magtiging tot af- en overschrij
ving op de bsgrooting dier insteUingdienst 1872.
De gevraagde magtiging wordt buiten discussie met algemeene
stemmen verleend.
2. Rapport van 't onderzoek der rekening van het stads werkhuis
over 1872.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten
10. De rekening goed te keuren in ontvang en uitgaaf beide
tot een bedrag van ƒ920.51.
20. De commissie van toezigt daarvan in kennis te stellen en
tevens 's raads dank te betuigen voor het gehouden beheer.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 27 Maart 1873.
51
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen van af-
tii overschrijvingen op de gemeentebegrooting dienst 1872.
De door burgemeester en wethouders bij hun voorstel overge
legde ontwerp besluiten worden achtereenvolgend zonder hoof
delijke stemming vastgesteld.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders op adressen van J.
Rodenburg c. s., houdende verzoek om eene achter hunne huizen gelegen
plek grond in eigendom aan hen over te dragen.
Zich vereenigde met de conclusie van het voorstel wordt door
de vergadering besloten
a. Te verklarendat de sub b hierna omschreven grond niet
meer ter openbare dienst bestemd is.
b. Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde sta
ten van Friesland af te staan aan J. Rodenburg, D. Wiemers
en G. Schafraad alhier, het gedeelte van de straat achter de
Witte Hand, gelegen achter of ten noorden van de hun toebe-
hoorende huizengekwoteerd lett. I no. 194195 en 196ieder
voor zoodanig gedeelte als achter en langs zijn huis is liggende,
met dien verstandedat het aan den eigenaar der huizinge lett.
I no. 194 afgestaan wordend gedeelte niet verder strekt dan tot
den westelijken muur van de ten noorden daaraan belendende
huizingein gebruik bij den pachter van den Stads- of Prinsen
tuinzulks tegen betaling eener koopsom als volgt: J. Ro
denburg, vijf en zestig gulden, D. Wiemers, twee en veertig
guldenen G. Schafraadvier en veertig gulden cn verderbe
houdens de bepalingen, die burgemeester en wethouders nog
noodig achtenop de volgende voorwaarden
10. De koopprijzen moeten worden voldaan ten kantore van
gemeente-ontvanger in één termijnuiterlijk op den 1 Novem
ber 1873.
20. Alle lasten en belastingenwaarmede het gekochte is of
in het vervolg mogt worden bezwaard komen van de dagteeke-
ning der koopacte af voor rekening van de koopers.
30. Het ten noorden van den afgestaan wordende grond aan
wezig, aan de gemeente behoorend gebouw behoudt ten allen
tijde gootregt over dien grond.
40. Zoolang de eigenaar van het huis lett. I no. 194 den aan
hem afgestanen grond niet bebouwtzoodanig dat die grond
daardoor van de publieke 6traat naar behooren wordt afgeschei
den is hij verpligtbinnen eene maand na het tijdstip van aan
vaarding en in de rooijing door of van wege burgemeester en
wethouders aan te wijzeneene schutting te maken ter hoogte
van minstens twee meter, voor de goede instandhouding waar
van hij steeds moet zorgen.
50. De kosten op de overdragt in eigendom vallendekomen
ten laste van de koopersin verhouding tot de koopsom van
den aan hen overgedragen grond.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verkoopt op afbraak
van den molen c. a. op den Wirdumerpoortdwinger.
In overeenstemming met de. conclusie van het voorstel wordt
besloten
Burgemeester en wethouders te magtigen tot publieken ver
koop op afbraak van den molen en de huizingestaande op den
Wirdumerpoortdwinger, gekwoteerd lett. D nos. 174 en 175.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot teruggave van te
veel betaald schoolgeld.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten
Den ontvanger dezer gemeente te magtigenom aan N. W.
Stoett alhier terug te betalen het door dezen aan de gemeente
te veel betaald schoolgeld over het 4e kwartaal van 1872 ten
bedrage van twee en zestig en een halve cent.
7. Benoeming van genees-heel- en verloskundigenbelast met de
behandeling van behoejtigen.
Bij de gehouden stemmingen worden achtereenrolgend met
algemeene stemmen herbenoemd tot geneesherende heeren doc
toren A. Frijda II. A. Middelburg en S. R. D. van WageDingen
tot heelmeesters.- de heeren G. W. Metz en M. B. Vos, en tot
vroedvrouwen: Sijtske van der Wal, vrouw van R. Boshuijeren
Jacoba Swartsvrouw van N. W. Stoett.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhandsche aan
besteding van het leveren van riolenzinkputten kolken en waterleiding
voor brandblussching in het terrein ten zuiden van de Zuidergracht.
De conclusie van het voorstel luidt als volgt
Burgemeester en wethouders te magtigendes geraden oor-
deeleude, het leveren van riolen, zinkputten, kolken en water
leiding voor brandblusschiDg in het terrein ten zuiden van de
Zuidergrachttusschen den Stationsweg en de Harlingervaari
onderhands aan te besteden aan den heer Lindodirecteur der
Nederlandsche cement-steenfabriek te Delft en zulks voor eene
som van hoogstens 19,200 en op voorwaarden door burgemees
ter en wethouders nader vast te stellen.
Den heer van Sloterdijck is het niet regt duidelijk gewor
den wat de eigenlijke oorsprong is van het in de conclusie ver
meld maximum. Hij weet weldat burgemeester en wethouders
beneden dat maximum kunnen gaan maar toch meent hij dat
het maximum zich niet zoo hoog boven het vermoedelijk bedrag
der te maken kosten moet verheffen als in dezen het geval is.
Volgens de premissen van het voorstel zal de aanschaffing der
hier bedoelde riolen op het werk eene besparing opleveren van
J 3457.99. Spr. gelooft echter, dat, wanneer het gesteld maxi
mum wordt besteedde kosten belangrijk hooger zullen zijn dan
de bij de openbare aanbesteding voor het werk ingeschreven
som. Immers behalve de voor de riolen van cementsteen te
besteden 19,200 komen nog ten laste der gemeente de kosten
van graaf- en andere werken door den architect begroot op
4889. lotusschen bedragen volgens diezelfde begrooting de
kosten van de te leveren cement-steenriolen 13,656.01 en met
het oog daarop vindt spr. het voorgedragen maximum wel wat
hoog.
Spr. wenscht voorts te worden ingelicht omtrent de wijze,
waarop men ten aanzien van het graafwerk enz. voor het leggen
der riolen wenscht te werk te gaan of namelijk dit door de
gemeente zal geschiedendan wel of het zal worden aanbesteed.
De Voorzitter zegt, dat het voorgedragen maximum van
f 19,200 berust op de deswege door den heer Lindo gemaakte
berekening in verband met de hoeveelheid strekkende meters.
De juiste som dier berekening is j 19,089.01doch omdat het
een vreemde houding heeft zoodanig gebroken cijfer voor te dra
gen en ook om eenige ruimte te hebben voor mogelijke verhoo
ging, hebben burgemeester en wethouders gemeend/19,200 voor
te dragen. De berekening van den architect is gemaakt in ver
houding tot de bij de aanbesteding laagst ingeschreven somdie
de voor het werk gemaakte raming met J 600 overtreft. Met
het oog daarop zal men ruim 3000 op dit werk kunnen bespa
ren en indien ook het terrein aan dc oostzijde van den Stati
onsweg van deze riolen wordt voorzien (waartoe het voorne
men bestaat wanneer deze wijze van riolering goed bevalt) dan
zal men in het geheel j 6000 kunnen uitzuinigen. Spr. moet hierbij
opmerkendat de levering nog niet gegund is. Men wenscht
daarmede te wachten tot dat de van de besturen van Rotterdam,
Utrecht, Dordrecht, Gouda, Schiedam en Delft gevraagde in-
formatiën of inderdaad de daè-r door den heer Lindo geleverde
riolen beantwoorden aan de door hem gedane toezegging ont*
vangen zijn. Daarom is in de conclusie ingelascht de uitdruk
king „des geraden oordeelende'\ Het is echter van belang eenig-
zins spoedig een besluit te nemenomdat weldra met de uitvoe
ring der werken moet worden aangevangen.
Overigens meent spr. te kunnen zeggendat het in de bedoe
ling ligt eene afzonderlijke aanbesteding te houden voor de te
doene graafwerken enz.
De heer van Sloterdijck neemt naar aanleiding van 't door