\f' v *1 wj* t (x Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 13 November 1878. 127 Vergadering van Donderdag 13 November 1873. Tegenwoordig alle leden. Voorzitter de heer burgemeester. I. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1. Het rapport van 't onderzoek der begrooting van admini stratiekosten der stads bank van leening voor 1874. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver zoek van O. B. Dolstra tot oprigting van een beurtveer tusschen Leeuwarden en Jubbega-Schurega. 3. Idem tot wijziging van art. 21 der verordening houdende algemeene bepalingen voor de openbare franeche dag- en kost scholen. 4. Idem op een verzoek van T. Ilofstraom ontslag als on derwijzer aan de gemeentelijke gijmnastiekschool. 5. Idem op dat van G. J. Hunting om eene gratificatie. 6. Idem op dat van de oppasster aan de 2e bewaarschool om verhooging van belooning. 7. Idem tot wijziging van het besluit, regelende de heffing van water-, kaai- en walgelden. 8. Het eerste suppletoir kohier van de directe belasting op het inkomen, over 1873. 9. Eene aanbeveling tot benoeming van een lid der commissie van administratie van de stads bank van leening, waarop voorkomen de heeren P. Zeper Dz., aftredend lid, en F. J. van der Veen Mzn. Het door burgemeester en wethouders bij deze aanbeveling gevoegd dubbeltal bestaat uit de heeren J. A. Willinge Brantsma en W. Hoevenaar. 10. Idem tot benoeming van twee voogden der stads armen- kamer, waarvoor worden aanbevolen: a. voor de eerste vacature de heeren C. Noë Lzn.II. Beucker Andreie en D. Tigler Wijbrandien b. voor de tweede vacature de heeren F. J. Ilaverschmidt J. C. Kutsch Lojenga en G. H. van der Meulen. Voormelde stukken zijn ter inzage gelegd om in eene vol gende vergadering te worden behandeld. 11. Een adres van de wed. van der Ven houdende verzoek om verhooging barer belooning als medehelpster aan de le be waarschool. 12. Idem van T. J. Smits te Dordrecht, om kwijtschelding van boete, beloopeu door le late uitvoering eener aangenomen levering van Fauconvalkeijen. De sub 11 en 12 vermelde adressen zijn om berigt en raad in handen van burgemeester en wethouders gesteld. III. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op- roepingbrief aangebragte punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van twin tig politiedienaren der 'Se klasse, om Verhooging hunner b zoldiging. Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten: Aan de adressanten A. Gout c. s.politiedienaren der 3eklas.se in deze gemeentein antwoord op hun adres van 27 September 11.te kennen te geven dat liet daarbij gedaan verzoek niet voor inwilliging vatbaar is en mitsdien wordt gewezen van de hand. 2. Benoeming van een voogd en eene voogdes van 't nieuwe stads weeshuis. De heer M. Manger Cats en mevrouw E. AlbardaWierdsma worden herbenoemd, de eerste met 17 de laatste met algemeene stemmen. De heer mr. H. Albarda verkreeg 1 stem. (De heeren van der Meulen Attema en Jongsma waren bij deze stemming nog niet ter vergadering tegenwoordig). 3. De ontwerp-begroeting der inkomsten en uitgaven van de gemeente voor de dienst van 1874. (Zie bijlagen no. 14, 15, 18 en 19). De Voorzitter opent de beraadslaging over de algemeene strekking van de begrooting. Bijvoegsel, bf.tioorende bij de Leeuwarder Courant. De heer Wostenborg wenscht namens rapporteurs een paar opmerkingen te maken in betrekking tot de memorie van beant woording van burgemeester en wethouders op het rapport van 't onderzoek in de sectiën. Vooraf zij een woord van dank ge bragt aan het dagelijksch bestuur voor de moeite en zorg aan dat stuk besteed. Al kunnen ook rapporteurs de argumenten van de memorie niet overal beamen toch meent spr. er ze ker van te zijn de tolk der vergadering te wezen als hij zegt, dat hij met groot genoegen van de memorie heeft kennis geno men cn dat de indruk daarvan zoowel hier in deze vergadering als daar buiten nuttig zal zijn. Spr. gaat nu over tot het punt in behandeling de algemeene beschouwingen. Daaromtrent zij ter loops aangemerkt, dat in de memorie de zienswijze van rapporteurs met de beschouwin gen in eene of meer sectiën gemaakthier en daar is vereen zelvigd waartegen rapporteurs ineenen te moeten opkomen. Tot nog toe is het centraal-rapport en rapporteurs meenen teregt altijd geweest 10. een echo van de bemerkingen in eene of meer sectiën ge maakt 20. de zelfstandige uitdrukking der zienswijze van rapporteurs, waar dit noodig is voorzien van hun advies. Rapporteurs meeoen daaromdat alleen wat het tweede punt aangaat hunne verdediging kan worden gevraagd en dat de ove rige opmerkingen blijven ter verantwoording van de sectien of van de leden die ze gemaakt hebben. En nu de hoofdzaak de refutatie der fiuantiële bezwaren in het verslag van rapporteurs aangestipt. Allereerst moet spr. op merken dat die fiuantiële bezwaren iu hoofdzaak hun ont staan te danken hebben aan de verwerping in de 3e sectie van een post van j 4000 voor buitengewone aflossing van schuldeen beginsel waartegen rapporteurs met ernst meenden te moeten opkomen om redenen in hun verslag op verschillende plaatsen breeder vermeldredenen die blijkens de memorie tot hun groot genoegen door burgemeester en wethouders worden ge deeld. En wat zegt nu de memorie omtrent die finantiele be zwaren? In de eerste plaats, dat de fiuantiën dezer gemeente niet io een normalen toestand verkeeren. Deze bewering moe ten rapporteurs al dadelijk betwisten. Wat althans de uitgaven betreft is het zeer waardat in de laatste jaren vele buitenge wone werken zijn tot stand gebragt doch wanneer rapporteurs wijzen op de groote uitgaven, die hygiëne, hooger- en ander onderwijs bestrating 't hangend voorstel omtrent liet tonnenstelsel en wat al meer van dien aard nog in 't vooruitzigt is, zullen vor deren; wanneer ze wijzen op de daadzaak ook in de memorie erkend dat ook de gewone uitgaven steeds stijgendan mee nen zij met grond te kunnen zeggen dat de toestand in de me morie als abnormaal geschetst zeker nog jaren normaal zal blij ven. Die overtuiging du bragt rapporteurs tot de uitdrukking: z/dat de bezorgdheid in de sectiën uitgesproken door ons niet z/Zonder grond wordt geacht", en daarom rieden zij aan tot voor- zigtigheid tot het bewaren der balans tusschen ontvang cn uif^aaf, bovenal tot handhaving van het erediet der gemeente door geregeldeook buitengewoneaflossing van schuld vooral van de oude leeniugen. De nieuwe toch bepalen zelve den tijd van aflossing. Nu weten rapporteurs zeer goed, en het staat ook iu hun rapport geschreven dat vele uitgaven het onverbiddelijk gevolg zijn van raadsbesluitenmaar dan blijft nog altijd de kwestie over van de raming der verschillende begrootingen - eene kwestie ook in de memorie van beantwoording behandeld eu die rapporteurs zich vleijen dat zoowel bij den raad als bij corperatiën van zijnentwege stof zal geven tot ernstig nadenken, wat zij in hooge mate verdient. Een paar opmerkingen nog naar aanleiding der grieven van rapporteurszooals die onder a tot e op bladzijde 10G der me morie van beantwoording zijn omschreven. De zienswijze van sommige sectiën sub a en b vermeld dat de uitgaven in de laat ste jaren geweldig toenemen zonder evenredige toeneming van 22

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1873 | | pagina 1