63 Verslag der handelingeu vau den gemeenteraad te Leeuwarden, van 9 Julij 1874. omtrent feiten die wel ligt aanleiding kunnen geven om in regten op te treden. Doch dit is wat anders dan wanneer tot het op treden in regten magtiging wordt gevraagdonder overlegging van een regtskundig adviesdat in zoodanig geval naar aanlei ding van het thans in te stellen feitelijk onderzoek kan worden verstrekt. De heer Jongsma merkt op, dat hij de toevoeging „v&n regtsgeleerden" tamelijk overtollig acht, indien het hier, gelijk de heer KeDgers zeideenkel een historisch onderzoek geldt. ïn den oproepingbrief intusschen vindt spr. vermeldt: „eene commissie van regtsgeleerden te benoemen tot onderzoek omtrent de reg ten der gemeente op het erf der huizinge lett. Eno. 317." Er zal dus een onderzoek naar de regten der gemeente geschieden en dit brengt spr. tot de meening, dat men hier met betwiste regten te doen heeft. Indien echter zijne opinie geen ondersteu ning vindt, zal hij er geen voorstel van maken. De conclusie van het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen alleen de heer Jongsma verklaarde zich er tegen doch verlaDgde geen stemming. Als gevolg hiervan tot de benoeming der commissie overge gaan zijnde, worden bij meerderheid van stemmen tot leden daarvan benoemd de heeren van Sloterdijck Atterna en Jongsma. 3. Benoeming van een hoojdonderwijzer aan de 2e tusechenschool d*r 2e klasse. T. Boersmahoofdonderwijzer te Oosterwoldewordt met 16 van de 17 stemmen benoemd 1 stem was uitgebragt op Gr. Stu- vel Azn., hoofdonderwijzer te Hemelum. 4. Benoeming van een ln hulponderwijzer aan de school voor ge woon- en meer uitgebreid lager ondertoijs. Bij de gehouden stemming worden uitgebragt op J. Mulder, hulponderwijzer te Groningen, 9 stemmen en op H. D. Ubbens, hulponderwijzer te Tiel8 stemmen. Eerstgenoemde is der halve benoemd. De heer Rengers verlaat de vergadering. 5. Voordel van burgemeester en wethoudei'8 tot oninvorderbaarver- l .aring van aanslagen in de directe belasting op het inkomen en in de belasting op het houden van honden. De Voorzitter merkt op, dat de conclusie van het voor stel strekt om te besluiten I. Oninvorderbaar te verklaren de aanslagen in de directe belasting op het inkomen en die op het houden van honden, ten behoeve van deze gemeente geheven over de jaren 1868 1869 1871 1872 en 1873 vermeld op de staten onder lett. A tot en met Iingezonden door den gemeente-ontvanger bij missive van 20 Junij 1874, no. 916, ten bedrage als volgt: a. wegens belasting op het inkomen over 1868 10.50. n rr n n n ii 1869 - 10.33. C' n li nu n u 1871 - 10.35. n u u n i/ u 1872 - 48.86. e. u be'asting op het houden van honden over 1872 - 6. f n n op het inkomen over 1873 (oninbaar) - 300.21 l/j. Q. n alsvoren ten name van personendie in den loop van het dienstjaar naar elders zijn vertrokken - 1007.18. h. wegens belasting op het houden van honden over 1873 (oninbaar) - 169.50. i. wegens alsvorenten name van personen die in den loop van het dienstjaar naar el ders zijn vertrokken - 17.25. II. Den gemeente-ontvanger te magtigenom op de betrek kelijke kohieren als oninvorderbaar af te schrijven de sommen sub^I hiervoren vermeld. De heer Oosterhoff geeft in overweging de behandeling van dit voorstel in eene vergadering met gesloten deuren te doen plaats hebben. Nadat onderscheidene leden het voorstel van den heer Oos terhoff hadden ondersteunddoet de voorzitter de vergadering in eene met gesloten deuren overgaan. De vergadering heropend zijnde, stelt de heer Oostorhofi* voor van den staat, vermeld onder litt. te roijeren A. H. Brenninkraeijer met een aanslag van 18.42 l/g en het totaal van dien staat met dat bedrag te verminderen. Na ondersteund te zijn wordt dit voorstel in stemming ge- bragt en aangenomen met 12 tegen 4 stemmendie van de hee ren van SloterdijckBrungerAttema en Plantenga. Vervolgens worden de onderdeelen der conclusie zonder hoof delijke stemming aangenomen. 6. Rapport van 't onderzoek der rekening van de stadearmenkamer over 1873. De heer Dirks heeft bij T onderzoek der rekening iets op gemerkt, dat niet in het verslag is opgenomen; doch dat hij hier wenscht te herhalen. Hij heeft namelijk onder de bijlagen aangetroffen een paar statenaanwijzende de vorderingendie de gemeente wegens vóór 1870 betaalde onderstandsgelden op andere gemeenten heeft. De eerste staat behelst de vorderingen die liquide zijnm. a. w. waaromtrent geen kwestie bestaat. Op de andere komen voor de niet liquide-vorderingen vorde ringen omtrent welke nog geen definitive beslissing is gevallen. Twee vragen wenscht spr. naar aanleiding hiervan te doen vooreerst, of de bij de armenwet voorgeschreven jaarlijksche herinneringen nog steeds geschieden Dat die herinnering niet zonder succes geschied blijkt o. a. hieruitdat als gevolg daar van zoo nu en dan nog eens een vordering wordt afgedaan zoo is in 1873 weder f 58.81 binnen gekomen. In de tweede plaats wenscht spr. te weten hoe het met die inliquide vorde ringen komt, of daaromtrent ook eindelijk eens eene beslis sing zal worden genomen Zijns inziens verdient het overwe ging eens na te gaan wat er nog van te halen is en dan maar de rest voor oninbaar te verklarengelijk zooeven met onder scheidene aanslagen in de plaatselijke directe belasting is geschied. De heer Bruinsma zegt, dat hij bij de zamenstelling van het rapport van de opmerking van den heer Dirks met diens voorkennisgeen gebruik heeft gemaaktomdat hij zich had vergewistdat voogden der armenkamer bezig zijn de zaak der vorderingen tot een einde te brengen. Bij het ziekenhuis heeft men ook met soortgelijke vorderingen te doen het bestuur van die instelling levert jaarlijks een staat van de nog openstaande vorderingen in en als gevolg daarvan worden de betrokken ge meentebesturen tot betaling aangemaand. Blijkt hetdat een of andere vordering niet is in te vorderendan wordt ze onin baar verklaard gelijk nog onlangs ten aanzien van sommige vor deringen heeft plaats gehad. Op dezelfde wijze zal ook in be trekking tot sommige vorderingen van de stadsarmenkamer moe ten worden gehandeld. De Voorzitter merkt opdat voogden der armenkamer in de missivewaarbij de rekening is ingezonden mededeelen dat de invordering of verevening van nog verschuldigde onderstands- gelden aan een regtsgeleerde is opgedragen. Hij heeft dus redenen om te onderstellendat wel spoedig een voorstel tot oninbaar-verklaring van sommige vorderingen zal kunnen wor den gedaan. Wat het doen van aanmaningen betreft dit is thans niet meer noodig. Het komt er slechts op aandat tij dens het verstrekken van den onderstand de vereischte vormen zijn in acht genomen. De heer Duparc zegtdat het doen van aanmaningen bij de intrekking van het restitutiestelsel is afgeschaft. Het regt op de vorderingen blijft thansook zonder aanmaningonverkort. De heer Dirks betuigt zijn dank voor de bekomen inlichtin Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan 9 July 1874. 69 gen. Hij acht het vooral daarom wenschelijkdat de zaak der vorderingen tot een einde komeomdat het restitutiestelsel al langzamerhand tot de geschiedenis begint te behooren. Hierop wordt met algemeene stemmen (op die van de heeren Wiersma en van Valkenburg na, welke zich als voogden der stads armenkamer tijdens de behandeling dezer zaak buiten de vergadering hebben opgehouden) overeenkomstig de conclusie van het voorstel besloten 10. De door heeren voogden der stads armenkamer ingezon den rekening over 1873 goed te keuren t<^fc»een bedrag in ont vang van 35,748.26 in uitgaaf van 34,52d.9ö l/j en alzoo met een batig saldo van f 1222.29 l/2. 20. Heeren burgemeester en wethouders uit te noodigen de voogden der stads armenkamer daarvan kennis te gevenonder dankzegging voor het gevoerd beheer en gehouden naauvvkeu- rige administratie en met te kennengeving tevens dat het den raad wenschelijk is voorgekomen om de betaling der tractemen- ten en loonen van bediendenwanneer daartegen bij hen geene bedenkingen bestaanvoortaan op borderel te doen voorts om er voor te willen zorgendat de rekeningen door de belangheb benden zeiven worden gekwiteerd en er op te willen letten dat de kwitantie op de rekeningen waarbij tevens raaandelijk- sche rekeningen worden gevoegdmet rooden inkt worde door gehaald De voorzitter sluit de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1874 | | pagina 2