Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leenwardenvan 27 Augustus 1874.
81
Vergadering van Donderdag 27 Augustus 1874.
Tegenwoordig 12 leden; aiwezig de heeren PlantengaRen-
gers Westenberg, van Valkenburg, Dirks en Suringar met- en
de heeren Hommes en OosterholT zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Het rapport vau 't onderzoek der begrooting van de stads
armen kamer voor 1876.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot stichting
van een lijkenhuis op de algemeene begraafplaats.
8. Idem op een verzoek van T. H. Piersmaom op nieuw in
huur te erlangen de zathe en landen genaamd de Magere Weide.
4. Idem op eene aanvrage van H. Kool om ontslag als hulp
onderwijzeres aan de gemeenteschool no. 4.
6. Idem op een verzoek van dezelfde onderwijzeres, om ver
hooging der toelage voor 't door haar gegeven onderwijs in vrou
welijke handwerken.
6. Idem tot nadere wijziging van de verordeningregelende
de bezoldiging van 't onderwijzend personeel aan de gemeente
scholen.
Voormelde stukken zijn ter inzage gelegdom in eene vol
gende vergadering te worden behandeld.
7. Een voorstel van burgemeester en wethouders betrekkelijk
de vernieuwing van de Wirdumerpoortbrug.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten dit voorstel
in de sectiën te onderzoeken onder bepalingdat dit onderzoek
heden over veertien dagen zal moeten zijn afgeloopen.
III. De Voorzitter deelt mededat door burgemeester en
wethouders is benoemd tot adjunct-commies le klasse op het
bureau van den burgerlijken stand J. L. Beerenbroek te Stavoren.
Aangenomen voor notificatie.
IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op-
roepingbrief vermelde punten
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen van af- en
overschrijvingen op de gemeentebegrooting dienst 1874.
De bij het voorstel gevoegde ontwerp besluiten worden buiten
discussie en hoofdelijke stemming vastgesteld.
(De heer Wiersma verlaat ae vergadering).
2. Voorstel van burgemeester cn wethouders tot verhuring van 't ge
bouw „de liar linger stal".
Overeenkomstig de conclusie van :t voorstel wordt besloten
Aan J. Reerink Dzn.koopman alhieronderhands in huur af
te staanom te dieDen als bergplaats van petroleum het aan
de gemeente behoorend gebouwgenaamd //de Harlingerstal"
gekwoteerd lett. P no. 38ten kadaster bekend in sectie D no.
262zulks voor den tijd van één jaarin te gaan den 12 No
vember 1874, tegen betaling eener huursom van een honderd
veertig gulden en verder op de voorwaarden omschreven in de
overeenkomst bij welke genoemd gebouw tot 12 November 1874
aan hem in huur is afgestaan.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent de aanschaffing
van ameublement in de gemeenteschool no. 4.
In overeenstemming met de conclusie van het voorstel wordt
besloteD
Burgemeester en wethouders te magtigen om over te gaan tot
de aanschaffing van het in het nieuwe gebouw der gemeenteschool
no. 4 bedoodigd ameublementovereenkomstig het bestekin
gezonden door den directeur der gemeentewerken.
4. Voorstel van burgemeester cn wethouders tot wijziging van de
verord:ning van politie op het trekteer tusschen Leeuwarden en Snack.
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
Den heer Jongsma is het niet gebleken, dat tot deze wijzi
ging m8gtiging van gedeputeerde staten is gevraagd. Hij vraagt,
of die m>iging in dit geval niet noodig is?
De Voorzitter antwoordt, dat bij de oorspronkelijke rege
ling magtiging van gedeputeerde staten gevraagd en verkregen
is. Men heeft het niet noodig geacht op nieuw magtiging te
vragen omdat men van oordeel wasdat de magtiging tot re
geling de bevoegdheid tot wijziging in zich sluit.
Nadat de heer Jongsma hierop had verklaard, dat het hetu
wèl isindien het zonder magtiging kan wordt het bij hel
voorstel gevoegdreeds door den raad van Sneek vastgesteld
besluit zooder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot aanschaffing vc.n
600 privétonnen.
In overeenstemming met de conclusie \an het voorstel wordt
besloten
a. Burgemeester en wethouders te magtigen om bij onder-
hand8che aanbesteding aan J. H. Koster te Delft op te dragen
de levering van 500 tonnen voor de verzameling van faecaie
stoffenvolgens daarvan bij den directeur der reinigiDg aanwe
zig model, tegen 4.97 per stuk.
b. Burgemeester en wethouders op te dragen om ter zijHer
tijd den raad de noodige voorstellen aan te bieden tot vereve
ning der uitgaaf, die van het sub a vermeld besluit het gevolg
zal zijn.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot overname in èeheer en
onderhoud van een gedeelte bestrating voor hit paleis van justitie.
Overeenkomstig de conclusie van 't voorstel wordt besloten
Burgemeester en wethouders te magtigenom aau den heer
commissaris des konicgster voldoening aan Z.H.Ed.Gs. apostille
dd. 19 Junij j l.le afd.no. 1028 te berigtendat het ge
meentebestuur genegen is het terrein vóór het paleis van justitie
van het rijk in onderhoud en beheer over te nemen op de voor-
v, aarden, vermeld in de missive van den heer minister van ju
stitie, dd. 18 Junij j.l.5e afd., no. 143.
7. Or.twerp-verordening voor de gemeenteschool no. 2. (Zie bijlage
no. 11.)
De Voorzitter deelt mede, dat burgemeester en wethouders
het noodig geacht hebben een paar wijzigingen in het ontwerp
aan te brengen. In de eerste plaats kwam het hen meer regel
matig voorin art. 1 te beginnen met te spreken over het hoofd
der school. Zij stellen daarom voor art. 1 aldus te lezen
,/Het bestuur der school is opgedragen aan den hoofdonder
wijzer die bij tijdelijke afwezigheidziekte of ontstentenis
/vervangen wordt door den eersten hulponderwijzer."
In de tweede plaats wenschen zij de eerste alinea van art. 5
te doen luiden
z/De toelating van nieuwe leerlingen in de laagste klasse ge
schiedt door de plaatselijke schoolcommissie en heeft vier malen
//'sjaars plaats, namelijk 1 Januarij, 1 April, 1 Julij en 1 Oc-
z/tober."
Tot toelichting hiervan deelt spr. mededat de toelating van
leerlingen in de Iasgste klasseter bevordering van een geregeld
onderwijs, aan vaste tijdstippen dient gebonden te zijn, waartoe
men de thans voorgestelde de meest geschikte acht en dat het
voor leerlingendie reeds zoover gevorderd zijn dat zij in eene
der hoogere klassen kunnen worden geplaatst, niet noodzakelijk
is de toelating aan vaste tijdstippen te bindente minder nog
dewijl zoodanige maatregel voor van elders komende gezinnen
groot ongerief te weeg brengt.
Eindelijk nog stellen burgemeester en wethouders voor de
eerste alinea van art. 8 te doen luiden
z,De gewone vacaotiën zijnde Paasch- of Pinksterweek en
z/eene groote vacantieaan te vangen omstreeks half Julij en
//eindigende half Augustus, ter nadere bepaling van de school
commissie."
17