t)4 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 2 September 1874. Vergadering van Woensdag 2 September 1874. Tegenwoordig 16 leden; afwezig de heeren Duparc en de With met- en de heeren Westenberg en Dirks zonder kennis geving. Voorzitter de heer burgemeester. I. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt: 1. De begrooting van het stads ziekenhuis voor 1875. Ten fine van onderzoek en rapport in handen gesteld van de heeren de WithWiersma en Plantenga. 2. De begrootiBg van kosten der dienstdoende schutterij voor 1875. In handen gesteld van de heeren Rengers, Duparc en Surin- gar, ten fine van onderzoek en rapport. 3. Eene resolutie van heeren geduputeerde statenhoudende goedkeuring van de gemeenterekening over 1872. Voor notificatie aangenomen. 4. Een schrijven van burgemeester en wethoudershoudende mededeelicgdat door hen is bepaalddat de verkiezing van twee leden van den gemeenteraadter vervanging van de hee ren Westenberg en van Eijsingazal worden gehouden op Maan dag den 12 October e. k. Naar aanleiding van deze mededeeling, op voorstel van den voorzitter tot de zamenstelling van de bureaux van stemopne ming overgegaan zijndeworden benoemd a. tot leden van het eerste bureau de heeren Wiersma en Oosterhofl b. tot voorzitter van het tweede bureau de heor ReDgersen c. tot leden van dat bureau de heeren van Valkenburg en de With. Voorts worden op des voorzitters voorstel alle overige leden tot plaatsvervangers aangewezen. III. Aan de orde is de behandeling van de op den oproe- pingbrief vermelde punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot publieke verpachting van den Prinsentuin. Nadat de Voorzitter had medegedeelddat burgemeester en wethouders het raadzaam hebben geoordeeld de verpachting zoo tijdig mogelijk te doen plaats hebbenomdat de tuin in het tegenwoordige jaargetijde een beter aanzien heeft dan in het najaarwordt op zijn voorstel tot de behandeling van het voorstel overgegaan en buiten discussie overeenkomstig de con clusie daarvan besloten tot openbare verpachting van de exploi tatie van den Prinsentuinvoor den tijd van vijf jaren integaan op den 1 Mei 1875 wat betreft den tuin en de tuinhuizen en op den 12 Mei aan volgende wat aangaat het bij den tuin be- hoorend woonhuisop de voorwaarden door burgemeester en wethouders vasttestellen. 2. Benoeming van een administrateur der stichting van Harke Rein- ders en Doutjen Heer es of de vijj Bolswarder kamerswegens de af treding van den heer mr. IV. W. Kutsch op 10 September 1874. De heer Kutèch wordt met algemeene stemmen herbenoemd. De Voorzitter sluit de vergadering. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 10 September 1874. 95 Vorgadoring van Donderdag 10 Soptember 1874. Tegenwoordig 15 leden; afwezig de heeren Duparc, Buma en Wiersma met- en de heeren Aiteraa en Westenberg zonder ken nisgeving. Voorzitter de heer burgemeester. I. De notulen der yorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders betrekkelijk den aankoop van gravures voor de gemeentelijke kunstverzameling. 2. Idem tot wijziging van de verordening, regelende de brand weer. Deze voorstellen zijn ter inzage gelegdom in eene volgende vergadering te worden behandeld. 3. Een voorstel van burgemeester cn wethouders tot wijziging der gemeenfebegrootingdienst 1874. Ten fine van onderzoek in handen gesteld van de heeren Wes tenberg van Sloterdijck en Dirksuitmakende de door de sec tiën bij het onderzoek der begrooting benoemde commissie van rapporteurs. 4. Een adres van C. Roelantshoudende verzoek om te wor den ontheven van zijn aanslag in de directe belasting op het in komen over 1874. In handen gesteld van burgemeester en wethoudersten fine van beschikking. 5. Een adres van de politiedienaren der 4de klasse, houdende verzoek om van de gemeente een kleedjas te erlangen. Ten fine van beschikking in handen van den burgemeester gesteld. 6. Eene missive van burgemeester en wethouders van Scho- terlandhoudende mededeeling, dat de raad dier gemeente zich meent te moeten onthouden van medewerking aan de oprigting van een tweede beurtveer tusschen Heerenveen en Leeuwarden. 7. Een schrijven van mr. W. W. Kutschhoudende berigt dat hij aanneemt de herbenoeming tot administrateur van de stichting Harke Reijnders en Doutjen Heeres of de vijf Bolswar der kamers. De sub 6 cn 7 vermelde stukken zijn voor notificatie aange nomen. III. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op- roepingbrief aangebragte punten 1. Regeling van de rangorde van zitting der leden. Van de gehouden lotiDg is het resultaat, dat de plaats no. I is ten deel gevallen aan den heer Brunger, no. 2 aan den heer Jongsma u 3 w t, a van Valkenburg a 4 n i, Wiersma, ,i 5 n het in de plaats van den heer van Eijsinga te be noemen lid no. 6 aan den heer van der Meulen 7 n n Wijbrandi Oosterholï, n 8 u n 9 n Hommes 10 v ir Westenberg 11 n n ii Buma 12 n ii ii Attema 13 n n n PlanteDga 14 II u ii Dirks 15 ii rr Duparc 16 n u n van Sloterdijck 1, 17 ii i' n de With en 18 ii n n Suringar. Vernieuwing der sectiën van den raad. De uitslag van de gehouden loting isdat tot aan de eerste Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant. vergadering in Maart 1875 zullen behooren tot de eerste sectie de heeren Wijbracdi, van der Meulen SuringarWestenberg, At- temade With en Rengers (wethouder); tot de tweede sectie het in de plaats van den heer van Eijsinga te benoemen lid en de heeren van Sloterdijck, Buma, OosterhotlWiersma, PlanteDga en Bloembergen (wethouder)en tot de derde sectie de heeren Jongsma, Brunger, Hommes, Duparc, van Valkenburg, Dirks en Bruinsma (wethouder). 3. Be 'oemi g van vijf ledm der conrmissie voor lid ontwerpen van strafverordeningen. De heeren Attema, JoDgsma, Duparc, van Sloterdijck en Bruin sma worden als leden der commissie herbenoemd. 4. Benoeming van vier leden der commissie voor openbare wcrlccn. De heeren van Valkenburg, Dirks, Wiersma en Westenberg worden a!s leden der commissie herbenoemd. De Voorzitter deelt mededat burgemeester en wethouders den burgemeester tot voorzitter dezer commissie hebben aangewezen, 5. Benoeming van twee leden der commissie voor het onderwijs in de gymnastiek. Nadat de Voorzitter had medegedeeld dat door burgemeester en wethouders de heer Rengers tot voorzitter dezer commissie is aangewezen, worden de heeren Suringar en van Valkenburg tot leden der commissie herbenoemd. 6. Rapport van 't onderzoek der begrooting van de stads armenka- mer voor 1875. Met uitzondering van die van den heer van Valkenburgdie zich als voogd van de armenkamer van de stemming heeft ont houdenwordt met algemeene stemmen overeenkomstig de con clusie van het rapport besloten a. De begrooting van inkomsten en uitgaven van de stads ar meDkamerzoo als die door voogden van die instelling is opge maakt, tot een ontvang en een uitgaaf beide van 36,022.87, goed te keufen. b. Aan genoemde instelling voor 1875 uit de gemeentekas eene subsidie te verleenen van ƒ29,956 en hiertoe het door de met het onderzoek der begrooting belaste commissie aangeboden con cept-besluit vast te stellen. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot stichting van een lijkenhuis op de algemeene begraafplaats. De conclusie van het voorstel luidt als volgt: wlO. Op de algemeene begraafplaats een gebouw te stichten //verdeeld in twee lokalenwaarvan het eene zal worden be- z/Stemd voor tijdelijke bewaring van overledenen aan eene be smettelijke ziekte en het andere tot tijdelijke bewaarplaats van //8chijndoodeningerigt overeenkomstig het ontwerp litt. B, door z/den directeur der gemeentewerken ingezonden bij missive van /,25 Julij 1874 no. 329/1. //2ö. Voor dat gebouw aan te wijzen een thans met kaphout //bezet niet tot begraven bestemd gedeelte van de algemeene be graafplaats op ongeveer 40 meier afstand van de oostelijke z/woning van den doodgraveraangeduid op de door den direc teur der gemeentewerken ingezonden schetsteekening." Den heer Dirk8 is het bij het nagaan der stukken gebleken dat het voorstel eene tweeledige strekking heeft. In de eerste plaats strekt het toi het maken ecner bewaarplaats vo^-r overle denen aan besmettelijke ziekten ingevolge het bepaalde bij art. 12 der wet van 4 December 1872 Staatsblad no. 134), en m de tweede plaats tot oprigting eener bewaarplaats voor schijndooden. Met het eerste zal alzoo worden voldaan aan eene wettelijke ver- pligtiDgterwijl h?t tweede, spr. moet dit erkennen, als nuttig mag worden aangemerkt. Hij heeft er echter bezwaar tegen beide zaken te combiperen. Zijns inziens is het allernoodzake lijkst de aan eene besmettelijke ziekte overledenen zoo ver mo gelijk van de levenden te verwijderen en daarom kan hij het 18

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1874 | | pagina 1