54 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 15 April 1875. De verordening wordt hierop zonder hoofdelijke stemming vast- gesteldna de daarin aangebragte wijzigingen luidt ze als volgt VERORDENING op do school van middelbaar onderwijs voor meisjes met vijfjarigen cur sus in de gemeente Leeuwarden. Art. 1. Aan de school van middelbaar onderwijs voor meis jes met vijfjarigen cursus wordt onderwijs gegeven in de vol gende leervakken a. de nederlandsche taal en letterkunde b. u fransche h h u c. a duitsche u n d. h engelsche u n n e. h geschiedenis f. I, aardrijkskunde g. wiskunde h. I, dier- en plantkunde t. u natuur- en scheikunde j. gezondheidsleer k. I, gronden van staathuishoudkunde l. het boekhouden m. ,i teekenen n. de handwerken o. n gymnastiek P*ang- Art. 2. Jaarlijks wordt het programma der lessen voor een volgend schooljaar door de direetrice in overleg met de leerares- sen en leeraren opgemaakt, en in de maand Junij aan burge meester en wethouders ter goedkeuring aangeboden. Hierbij wordt tevens overgelegd eene lijst van de bij het onderwijs te gebruiken boeken. De vaststelling van het programma en van de lijst der boeken geschiedt door burgemeester en wethouders na ingewonnen ad vies van den inspecteur van het middelbaar onderwijs en van de commissie van toezigt. Art. 8. Eike leerling is verpliet in de drie laagste klassen al de lessen te volgen met uitzondering van gymnastiek en zang. In die vakken zijn de lessen alleen verpligtend voor de leerlin gen die bij het begin van den cursus hebben opgegeven deze te willen volgen. In de twee hoogste klassen kan van een of meer aüdere vakken vrijstelling worden verleend door burgemeester en wethouders na ingewonnen advies van de directrice. Art. 4. Er zijn drie vacatiën, eene zomervacantie aanvangende op den eersten Maandag in de kermis, eene kerstvacantie van twee weken en eene paa9chvacantie van eene week. De cursus begint zeven weken na deu aanvang van de zomer vacantie. Burgemeester eu wethouders hebben de bevoegdheidzoo dik wijls dit door hen noodig of weoechelijk wordt geoordeeldte bepalen dat geen onderwijs zal worden gegeven. Art. 5. Het bestuur der school is, onder toezigt van burge meester en wethouders, opgedragen aan eene directrice, die tevens met een deel van het onderwijs wordt belast. Het getal docenten wordt door den raad bepaald. De docenten gedragen zich in de zaken de iorigting der school en de regeling van het ondetwijs betreflende naar de beslissing van de directrice, behoudens beroep in geval van verschil op de commissie van toezigt. Art. 6. Door de directrice wordt jaarlijksvóór den 1 Febru ary een verslag van de school over het afgeloopen jaar gezon den aan de commissie van toezigt. Art. 7. De directrice en het verdere onderwijzend personeel verlatenzonder toestemming van burgemeester en wethouders met uitzondering van den vacantie-tijdde gemeente niet voor langer dan twee dagen. Yoor afwezigheid van minder dan twee dagen wordt voor de directrice de toestemming van den voorzitter der commissie van toezigt en voor de leeraressen en leeraren die van de directrice vereischt. Art. 8. Burgemeester en wethouders wijzen telken jaar een der leeraressen aanom de directrice bij afwezigheid of verhin dering te vervangen. Van elke vervanging wordt door de alzoo aangewezen leerares aan burgemeester en wethouders kennis gegeven. Bij afwezigheidziekte of ontstentenis van een der docenten wordt zooveel mogelijk door de overige docenten volgens aanwij zing van de directricein de vervulling der lessen voorzien. Art. 9. De directrice zorgt voor de naauwkeurige uitvoering van art. 1 der verordening op de invordering der schoolgelden. Art. 10. De docenten geven geen onderwijs buiten de school zonder toestemming van burgemeester en wethouders, tenzij hunne aanstelling de toestemming daartoe mogt bevatten. Over de aanvrage wordt de commissie van toezigt gehoord. Art. 11. In den regel worden geene leerlingen op de school toegelaten dan die den leeftijd van 12 jaren hebben bereikt. Zij moeten de blijken hebben gegeven van voldoende be kwaamheid om het onderwijs te volgen. Het onderzoek naar de bekwaamheid geschiedt door de direc trice bijgestaan door andere docenten en ten overstaan van minstens twee leden der commissie van toezigtwaarvan een als voorzitter fungeert. Dit onderzoek kan door de leden vau de plaatselijke schoolcommissie worden bijgewoond. Leerlingen worden in den regel alleen aangenomenna voor afgaande aanvrage bij de directrice, vóór het begin van den curcus. Eene toelating tusschentijds kanin bijzondere gevallendoor burgemeester en wethouders worden vergundmet inachtneming van het bepaalde in het 2e lid. De vereischten van toelating worden bij huishoudelijk regle ment door burgemeester en wethoudersin overleg met de com missie van toezigt op te makenvastgesteld. Art. 12. Bij de toelating worden door de directricein een daartoe bestemd registeringevuld de namen en voornamen der leerlingende dagteekening harer geboortede dagteekeuing der intrede op de school en de namen en woonplaateen derge nen welke haar op de school zenden. Bij het verlaten der school wordt de dagteekening daarvan in het register aangeteekend. Art. 18. Wanneer leerlingen niet ter school komen en ouders of voogden hiervan geen bcrigt hebben gegeven aan de direc trice brengt deze dit zoo spoedig mogelijk ter hunner kennis». Art. 14. Buiten de vacantiën wordt iederen werkdag der week ouderwijs gegeven tusschen des voormiddags 8 en des na middag? 4 ure. De nadere regeÜDg der schooluren isbehoudens goedkeuring door burgemeester en wethoudersaan de commissie van toe- zigt opgedragenmet dien verstandedat dagelijks niet meer dan zes uren onderwijs aan iedere leerliDg zal worden gegeven. Art. 15. Jaarlijks wordt tegen het einde van den cursus een openbaar examen van de leerliügen gehouden. Het examen wordt afgenomen onder leiding van een lid der commissie van toezigt als voorzitterdoor de directrice en de docenten. Na afloop van dit examen worden de leerlingen die daartoe bekwaam geoordeeld zijn tot eene hoogcre klasse bevorderd of van de school ontslagen. Art. 16. Leerlingen kunnen in het belang der orde door de directrice tijdelijk maar niet langer dan voor drie dagen van de school worden verwijderd. Wegzendicg ygor langeren tijd of voor altijd geschiedt op ad vies van de commissie van toezigt en na bekomen magtiging van burgemeester en wethouders. Yan elke wegzending wordt terstond met opgave van rede nen kennis gegeven aan de ouders of voogden der betrokken leerlingen. De Voorzitter sluit de vergadering. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 17 en 22 April 1875. 56 Vergadering van Zaturdag 17 April 1875. Tegenwoordig 16 ledenafwezig de heer Duparc met- en de heeren Buma Oosterhoff en van Sloterdijck zonder kennisgeving. Voorzitter de heer burgemeester. I. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het ver zoek van den hulponderwijzer G. Veeneklaasom eervol ontslag. 2. Eene voordragt tot benoeming van eene hoofdonderwijzeres aan de op Olde-Galileën op te rigten bewaarschool. Deze voor dragt bestaat uit G. T. Klinkenberg C. P. Stoett en A. P. de Vries, hulponderwijzeressen te Leeuwarden. Ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden behandeld. 8. Het procesverbaal van verificatie der gemeentekas. Ter inzage gedeponeerd. III. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den oproepingbrief vermelde punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot bepaling van het getal en de bezoldiging van de aan de opterigten echool van middelbaar onderwijs voor meisjes aantestellen leeraressen en leeraren. De Voorzitter merkt op, dat door burgemeester en wethou ders in de conclusie een paar wijzigingen zijn aangebragt. Nu de raad besloten heeft ook de gezondheidsleer aan de school te doen onderwijzenachten burgemeester en wethouders het nood zakelijk daarvoor een afzonderlijken leeraar aan te wijzen en stellen zij voor in de conclusie op te nemen ween leeraar in de gezondheidsleer op 400." Verder zegt spr. - is het bij nader onderzoek gebleken, dat het moeijelijk zal zijn tegen J 1600 een leeraar in de natuur en scheikunde en in de plant- en dierkunde te bekomen daarom stellen ze voor de jaarwedde van dien leeraar te bepalen op f 1400 J 1800. Na deze wijzigingen luidt de conclusie als volgt u\0. Aan de opterigten school van middelbaar onderwijs voor //meisjes worden verbonden „a. eene directrice, tevens belast met een der vakken van //Onderwijsop eene bezoldiging van 2400 iib. eene leerares voor de Nederlandsche taal en letterkunde «op f 1000 J 1400 nc. eene leerares voor de Fransche taal- en letterkunde op „J 1000 a f 1400; i,d. eene leerares voor de Duitsche taal- en letterkunde op 1000 f 1400 „e. eene leerares voor de Engelsche taal- en letterkunde op ut 1000 4 1400 nf eene leerares of een leeraar in de wiskunde op 1200 a J 1600 i,g. een leeraar in de natuur- en scheikunde en in de plant een dierkunde op 1400 4 f 1800 nh. een leeraar in de gezondheidsleer op f 400 ui. eene leerares of een leeraar in het teekenen op 1000 a uj 1200 uk. een leeraar in de staatswetenschappen en het boekhouden //Op 400 ul. eene leerares in de handwerken op 400 a 500 uin. een concierge op 400. //20. Na de oproeping van sollicitanten, doch voor de benoe- z/ming der docenten zullen door den raad de jaarwedden voor z/de te benoemen docenten op het juiste cijfer worden vastgesteld." Den heer Plantöllgra is het bij het nagaan van de stukken niet duidelijk geworden wat eigenlijk aanleiding heeft gegeven om een minimum en maximum van bezoldiging te bepalen. Hij voor zichindien hij althans niet van het betere wordt ingelicht, zou de voorkeur geven aan een vast cijfer. Spr. moet verder opmerkendat onder de vakken ook de zang is opgenomen, doch dat daarvoor geen leerares wordt voorgesteld. Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwabder Courant. De heer Röngers zegt, dat het denkbeeld om geen vast cijfer voor de bezoldiging aaotenemen vooral daarom aanbevelens waardig is omdat het in sommige gevallen overweging verdient niet dadelijk aan eene onderwijzeres, omtrent wier capaciteit men nog geheel in het onzekere verkeert, het maximum der be zoldiging toetekennen maar zich de faculteit daartoe voortebe- houdentot zoolang ze van hare bekwaamheid en geschiktheid blijken heeft gegeven. Bij .het lager onderwijs is het aannemen van een minimum en maximum van bezoldiging niet mogelijk wijl daartegen bij gedeputeerde staten bedenkingen bestaan doch juist daardoor hebben burgemeester en wethouders het dikwijls ondervondendat het aannemen van een fixumongeacht de capaciteiten der titularissen aanleiding geeftdat niet allen naar verhouding van verdienste enz. worden bezoldigd. Wat betreft het aanwijzen van eene leerares voor de zang merkt spr. opdat menaangezien dat vak niet behoort tot de hoofdvakken en men zich vleide, dat onder de leeraressen wel eene zou zijngeschikt om zangonderwijs te geven geen overwegende redenen heeft gevonden daarvoor bezoldiging uitte- trekken. De conclusie van het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders, nu het voorstel de goedkeuring van den raad heeft kunnen wegdra gen zich veroorloven terstond eene aanbeveling intedienen tot benoeming van eene directrice. Die aanbeveling zegt spr. kan voor burgemeester en wethouders slechts één naam bevatten, omdat men ten dezen in eenen geheel exceptionelen toestand verkeert. De benoeming van de directrice toch is als ware het de hoofdkwestie- de hoeksteenop welken moet worden voort gebouwd. Daarom is het minder raadzaam den gewonen loop van zakenzooals oproeping van sollicitanten enz.te volgen. Bur gemeester en wethouders hebben dus de eer ter benoeming van eene directrice aantebevelen mejufvrouw Plaathoofdonderwijze res aan de gemeenteschool no. 1. 8pr. voegt er bij dat het hem aangenaam zal wezen zoo de raad zal kunnen goedvinden in de volgende vergadering tot de benoeming overtegaan. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders om het gebouw der ge meenteschool no. 1 te verbouwen en intcrigten tot middelbare school voor meisjes. Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten a. Het gebouwbestemd voor gemeenteschool no. 1 interigten voor de middelbare school voor meisjes met vijfjarigen cursus volgens het plan door den directeur der gemeentewerken inge- zonden bij missive van Sd Maart 1875 no. 88/1. b. Burgemeester en wethouders uittenoodigen ter zijner tijd de vereischte finantiële voorstellen intedienen tot bestrijding der kosten uit het sub a genomen besluit voortvloeijende. De Voorzitter sluit de vergadering. Vergadering van 22 April 1875. Tegenwoordig 15 ledenafwezig de heeren Duparc en de la Faille met- en de heeren BumaWijbrandi en Hommes zonder kennisgeving. Voorzitter de heer burgemeester. I. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1. Een voorstel van burgemeester en weihouders tot het aan gaan eener geldleening groot ƒ90,000. 2. Een nader voorstel van burgemeester en wethouders op het verzoek van drie beambten aan de stads bank van leening om verhooging hunner bezoldiging. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot vast- 10

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1875 | | pagina 1