Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 8 Julij 1875.
75
Vergadering van Donderdag 8 Julij 1875.
Tegenwoordig 13 leden. Afwezig de lieeren Oosterhoff, Brun-
ger, RengersBloembergen en Telting met en de hoeren JoDgsma
en Hommes zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer J. J. Bruinsmawethouder.
I. De notulen van de op 24 Junij j.l. gehouden vergadering
worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Voorstel vau burgemeester en weihouders op een verzoek
van den hulponderwijzer J. Bonsema, om als zoodanig tegen 1
Augustus e. k. te worden ontslagen.
2. Alsvoren op een gelijk verzoek van den hulponderwijzer
P. Kikkers.
3. Rapport wegens het onderzoek der rekening en verant
woording van de brandweer over 1874.
4. Alsvoren wegens het in de sectiën plaats gehad hebbend
onderzoek ven het voorstel van burgemeester en wethouders dd.
19 October 1874 tot wijziging van het besluit tot helling eener
directe belasting op het inkomen ten behoeve der gemeente.
De stukkenvermeld sub 12 en 3worden ter visie gelegd
om in de volgende vergadering te worden behandeld terwijl het
rapportvermeld sub 4gedrukt en in eene volgende zitting
behandeld zal worden.
5. Een adres van den bijzonderen kerkeraad der Ned. Her
vormde gemeente te Leeuwardenom wijziging der lesuren aan
sommige gemeentescholenin verband met de wenschelijkheid
om in de schoollokalen godsdienstonderwijs aan de schooljeugd
te geven.
6. Alsvoren van T. Siersma graanhandelaar alhierom terug
gaaf van kosten van massale schuttingen tot afscheiding van per-
ceelen bouwterrein.
Deze adressen worden gesteld in handen van burgemeester en
wethouders, het le om berigt en raad en het 2e ten fine van
beschikking.
III. Mededeeling wordt gedaan
10. dat door heereu ged. staten is goedgekeurd het besluit
dezer vergadering dd. 24 Junij j 1. tot af en oveischrijving van
en op posten der gemeentebegrootingdienst 1874, en
20. dat door burgemeester en wethouderstengevolge het over
lijden van den pachter -van den Prinsentuinaan de Wed. IJ.
Wagenaar vergunning is verleend, om gedurende het jaar 1S?6
de pacht van dien tuin op de bestaande voorwaarden te doen
continueren.
IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den
oproepingbrief aangebragtc punten.
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der beslui
ten waarbij ia geregeld de heffing en invordering van bruggeld aan de
Wirdumerpoorti- en Prins Hendriksbrvggen.
Overeenkomstig de conclusie van dit voorstel wordt zonder
discussie en hoofdelijke stemming besloten
a. art. 3 van het besluit tot heffing van bruggeld bij de Wir-
dumerpoortsbrug te wijzigendoor te bepalen dat de nacht zal
gerekend worden aan te vangen des avonds te tien uur
b. art. 4 der heffiogsbesluiten van bruggeld bij de Wirdumer-
poorts- en Prins Hendriksbruggen te roijeren
c. de aldus gewijzigde besluiten weder aan gedeputeerde sta
ten in te zendenonder mededeelingdat de raad bezwaar
meent te moeten maken de voordragten van 22 April j 1. overi
gens te wijzigen.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders op het nader adres van
T. J. Smits Jz. te Dordrecht om TcwijUchelding van beloopen bode.
De conclusie van liet voorstel luidt
//het door T. J. Smits Jz.handelaar te Dordrechtbij adres
//d.d. 22 Januarij j 1. gedaan verzoek om kwijtschelding vau de
//boete ad J 210beloopen ter zake te late uitvoering van door
Bijvoegsel bihoorbnde bij de Leeuwarder Courant,
//hem in 1874 aangenomen levering van 108000 Lniksche keijen
«als niet voor inwilligiug vatbaar, te wijzen van de hand".
Deze conclusie wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het tcékeimtn teer
grat'Jicatic aan twee hulponderwijzer essen aan de gemeenteschool no. 5.
De conclusie van dit voorstel strekt„om aan Jantje Hoitsma
z/en Aogenietje Schotanushulponderwijzeressen aan de gemeen-
z/teschool no. 5 ieder eene gratificatie van j 60 toe te kennen
z/wegens de door boar v»n i Januarij 1875 tot hedengedurende
z/de ziekte en bij ontstentenis van Jacomina Janssen medehelp-
z/ster in de vrouwelijke handwerken buitengewoon verrigte werk
zaamheden".
Den heer v. Sloterdijck is het voorgekomendat in dit voor*
stel eene vergissing is ingeslopen, tenzij hij zelf op een dwaal"
spoor mogt verkeeren. In den aanhef daarvan toch leest hij
dat J. Iloitsma eene gratificatie voor- en A. Schotanus ontheffing
van het onderwijs in de vrouwelijke handwerken heelt verzocht.
Op grond daarvan zegt spr. stellen burgemeester en wethou
ders voor, aan beiden eene gratificatie te verleenen. Men lette
er op dat de eene welmsar de andere niet daarom heeft ge
vraagd. Het komt hern niet geraden voor eene grat ficatie toe
te kennen zonder een daartoe strekkend verzoekdewijl het
Z. i. niet kan opgaan zulk een gebruik van de gemeente-iinan-
ciën te maken.
Verder merkt spr. op, dat men hier te doen heeft met twee
adresseu, waarin iets anders en iets meer wordt verzocht,
dan in h t voorstel van burgemeester en wethouders is uitge
drukt. Mi j Hoitsma heeft ook ontslag als hulponderwijzeres
verzocht. In het voorstel is echter daarvan geen 6prake.
Beide zaken, ontslag en gratificatie hadden daarin behooren te
worden vernield, evenals de door mej. Schotanus gevraagde ont
heffing. Omtrent het ontslag van mej. Hoitsma wordt geen voor
stel gedaanen zal men dientengevolge bij aanneming der con
clusie. van burgemeester en wethouders, daaromtrent ook geen
besluit hebben terwijl aan mej Schotanus eene gratificatie ver
kend zal worden, zonder d&t zij zeive daarom heeft gevraagd.
Spr. zal zich, behoudens nadere inlichtingen tegen het voorstel
verklaren.
De Voorzitter zegt, dit de eerste opmerking ran den heer
van Sloterdijck volkom. 11 juist is. Eén heeft maar het verzoek
om eene gratificatie gedaan, doch daar beide hulpoudorwijzeressen
dezelfde diensten hebben bewezen is het wenscheiijk voorgeko
men beiden eene gelijke gratificatie te verstrekken. Het regt
daaropis voor beiden gelijk. Ook de plaatselijke schoolcom
missie adviseert daartoe.
Wat echter de tweede opmerking van den lieer van Sloterdijck
betreft, n.l. het verleenen van ontslag aan mej. Hoitsma, daar
omtrent moet spr. in het midden brengen dat een besluit des
wege expresselijk niet wordt voorgesteldomdat dit niet eene
aangelegenheid is van den raadmaar wel van burgemees
ter en wethouders. Laatstgenoemd collegia heeft dan ook reeds,
na de plaatselijke schoolcommissie daarover te hebbeu gehoord
op uat verzoek beschikt eu aan mej. Hoitsma eervol ontslag ver
leend. Spr. wil echter erkennen dat. eene kleine aanwijzing
hieromtrent in het voorstel niet misplaatst zou zijn geweest.
De heer vail Sloterdijck dank zeggende voor de bekomen
inlichtingen zegtdat hij nog eene vraag tc doen heeft. Er
blijft bij hem altijd nog iets, waaromtrent hij gaarne nader zou
worden ingelicht. Du hulponderwijzeres Schotanus heeft gevraagd
ontheffing van het onderwijs in de vrouwelijke handwerken en
omtrent dit punt wordt geen voorstel gedaan. De schoolcom
missie in wier hauden het verzoek is gesteldadviseert tot het
verleenen dier ontheffingterwijl burgemeester en wethouders
in de prajmisaen van hun voorstel zeggen dat ditin verband
met eene te wachten nadere regeling, hen niet wenschelijk
voorkomt.
15