104
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 2 September 1875.
Hierna wordt punt s der conclusie van rapporteurs, gewijzigd
naar het door den heer Rengers ingediend amendement, in rond
vraag gebragt en aangenomen met 7 tegen 6 stemmen. Tegen
stemden de heeren JongsmaBruinsmaBruDger* Duparc Rengers
eu Dirks.
Punt 6 der conclusie van rapporteurs in beraadslaging gebragt
aijnde, verklaart de heer Bloembergendat hij zich met de
voorgestelde wijziging zal kunnen vereenigenindien de indeeling
der klassen geschiedt, zooals bij het voorstel van burgemeester
en wethouders is aangewezenwil de commissie echter verder
gaandanzegt spr. zal hij haar niet kunnen volgen en wel
speciaalomdat men nu eene veranderde uitvoering der belasting
zal hebben. Men heeft nu niet meer ctgsn aangifte maar algemeens
kla88ificatiespr. is van meeningdat men bij laatstgenoemde
klassificatie de speelruimte tusschen de verschillende klassen niet
behoort te beperken. De toepassing der belasting zal er b. v.
door bemoeijelijkt worden wanneer men de 7e klasse stelt van
j 2000—2500 wel zal men zich zeiven gemakkelijk op een be
paald cijfer kunnen aangevenzegt spr. maar voor burgemeester
eu wethouders is het uiterst moeijelijkom uit den uiterlijken
staat en andere omstandigheden af te leiden naar welk inkomen
men precies behoort te worden aangeslagen. Daarom zal hij
rapporteurs niet volgen in de door haar voorgestelde cijfers en
tegen dat gedeelte van hun voorstel stemmen.
De Voorzitter zegt, dat hij, om aan de bezwaren van den
heer Bloembergen te gemoet te komende onderdeden van punt
e afzonderlijk m stemming zal brengen.
De heer Wiersma is iu hoofdzaak het naet den heer Bloem
bergen eens.- Ook hij beweert, dat, nu men aigemeene klassi
ficatie heeft aangenomen men niet te weinig speelruimte tusschen
de verschillende klassen moet hebben. Vooral bij de hoogere
klassenzegt spr. is dit wenschelijk-; waar het inkomen over
eenige honderden looptzal men nog gemakkelijk iemand naar
een bepaald cijfer kunneu rangschikken maar waar dat inkomen
grooter wordt dan -2000 a ƒ8000 daar dient men wel eene
speling van ƒ1000 tusschen de verschillende klassen te hebben.
Hierna worden de verschillende onderdeelen van puDt e in
stemming gebragt en wel met dit gevolg, dat wordt aangenomen
onderdeel sub lo. met 9 tegen 4 stemmen
n 2o. 8 5
en ti h 8o. eveneens n n n n n
De Voorzitter merkt hierna op, dat men nu nog omtrent
het hoofd van het eerste punt een besluit zal moeten nemen.
Dit hoofdzegt spr.domineert het beginselwie belast zal zijn
met de zamenstelling der verordening. Hij heeft deze questie
niet aan de orde willen stellen alvorens niet was uitgemaakt
of men eigen aangiftedan wel aigemeene kiassificatie wenschte.
Nu daaromtrent een besluit is genomen, brengt.spr. het hoofd
van puDt 1 in discussie. Het zal moeten worden uitgemaakt,
aan wie het ontwerpen der verordening zal worden opgedragen
aan burgemeester en wethouders, das wel aan andere perse «en.
Hij wijst er opdat de commissie van rapporteurs zich bereid
heeft betoondom het ontwerp op zich te nemen. Het punt
verdient des te meer overwegingomdat bij aanneming van
hetzelveaan burgemeester en wethouders zal worden opge
dragen de uitwerking van eene verordening, waarvan het hoofd
beginsel in strijd is met hunne zienswijze.
De heer van Sloterdijck merkt opdat de laatste door den
voorzitter bijgebragte omstandigheidzwaar weegt. Er iszegt
•pr. in de vorige vergadering ten opzigte van dit onderwerp een
besluit genomen die de questie der opdragt z. i. geheel beheerscht.
Men heeft tot aigemeene klassifioatie besloten in weerwil dit
beginsel door geheel het collegia van dagelijksch bestuur werd
bettreden. Vooral met het oog op de uitwerking konden burge
meester en wethouders er zich niet mede vereenigen ea met het oog
op die omstandigheid zegt spr. zou het z. i. niet zeer kiesch zijn
de opdragt van het ontwerpen der verordening aan het dagelijksch
bestuur te doen. Hij wenscht de opdragt te hebben gedaau aan
de commissiedie in dezen heeft gefungeerd en stelt daarom voor
win het hoofd van punt I de woorden //heeren burgemeester eu
//wethouders" te doen vervangen door het woord//onderge-
wteekenden".
Dit voorstel, ondersteund zijnde, zegt de voorzitter, dat, al
vorens tot stemming wordt overgegaanhij der vergadering wil
opmerken, dat, door dat de heer v. Valkenburg met den ln
Dingsdag in September zal ophouden lid van den raad te zijn
de commissie van rapporteurs niet meer voltallig zal zijn. Of
schoon dit wel niet aan het beginsel zal afdoen wil spr. dezo
omstandigheid toch opmerken. Verder zegt hij dat men op 2
wijzen tot weder aanvulling der commissie kan overgaan hetzij
de vergadering een lid aanwijst, hetzij de sectie, waartoe do
heer ran Valkenburg behoort, een harer leden aanwijst.
De heer Dirks merkt opdat de heer v. Valkenburg reeds
een brief heeft ingezondenwaarbij hij zijnen dank betuigt voor
de welwillende bejegening enz. door hem bij den raad onder
vonden en dat het met het oog daaropslecht kan opgaan hem
nu nog in etue commissie te benoemen. 8pr. komt het wen
schelijk voor in beginsel te besluiten en later uit te maken hoe
de commissie zal worden voltallig gemaakt.
De heer van Sloterdijck zegt, dat de heer van Valken
burg met den eersten Dingsdag in September zal aftreden en
wijst er op, dat de gemaakte objectie niet strekt, om der com
missie van rapporteurs den opdragt te doen. Spr. wil de ver
ordening aan de 8 heeren opdragen die het rapport hebben on
derteekend die kunnen zich danmet het oog op de aftreding
v&u den heer v. Valkenburg voor a. s. Ding6dag met een ver
zoek tot weder aauvulling tot den raad wenden.
Het amendement van den heer van Sloterdijck wordt hierop
in stemming gebragt en met aigemeene steramen aangenomen.
Punt II der conclusie van rapporteurs wordt zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
Tengevolge van eeu en ander is door den raadin verband
met zijn ter vorige vergadering genomen besluitbesloten
I. aan do heeren Atten.a, Telliög en v. Valkenburg op te
dragen en te verzoeken aan den raad. ter goedkeurieg cn vast
stelling aan te bieden een nieuw ontwerp-vei ordening tot hefling
eener directe belasting op het inkomen ten behoeve der gemeente
Leeuwardenmet een ontwerp op de invorderingwaaraan ten
grondslag liegen de volgende hoofdbeginselen
a. dat daarin vervalt de eigen aangifte, maar worde aauge-
nomen de aigemeene klassificatie der belastingschuldigen
b. dat het minimum vau het belastbaar bedrag bepaald worde
op drie honderd een en tigJtig gulden
c. datingeval het gemeentebestuur niet uit andere bekende
omstandigheden kan afleiden of iemand valt in de termen van
belastbaarheidals vermoeden daarvoor zal geldendat hij als
eigenaarhuurder of gebruiker eene woning heeftwaarvan de
werkelijke huurwaarde op minstens 1.50 per week kan wor
den gesteld
d. dat bij deze belasting eene progressie worde ingevoerd in
dier voege, dat de aftrek van een onbelastbaar cijfer daalt,
naar gelang de klasse van belastbaarheid klimttot dat men met
den aftrek op nihil daalt.
e. dat aangenomen worde de indeeling der klassen gelijk die
is opgenomen in het voorstel van burgemeester en wethouders
(bijlage no. 22 tot het verslag van 's raads handelingen, 1874)
met de navolgende wijzigingen
10. vau de inkomsten van f 2000—ƒ3000 te vormen twee
klassen nl. van 20012500 en van 2501—3000
20. desgelijks van de inkomsten van 8000—10,000 tweo
klassen te vormen, namelijk van 8001—9000 en van 9001—
10,000
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 7 September 1875.
105
30. de klasseu van inkomsten van 20,00040,000 telkens
met 2000 die van 40,000—/ 60,000 met f 3000 die van
60,000100,000 met 4000 en die boveo de ƒ100,000 met
J 5000 te. doen opklimmen.
II. Het voorstel van burgemeester en wethoudersopgenomen
in de aangehaalde bijlage tot liet verslag, overigens buiten ver
dere behandeling te laten.
Ilierna wordt do vergadering door den voorzitter gesloten.
Vergadering van Dingsdag 7 Septembor 1875.
Tegenwoordig 15 leden. Afwezig met kennisgeving de heer
Duparc en zonder kennisgeving de heeren BloembergenOoster-
hoff, öuringar en,Buma.
Voorzitter de heer mr. J. Bieruma Oosting
I. Aan de orde is de beëediging en installatie van de be
noemde kden van den raadde heereu RengersBruinsnia
Baart de la FailleBrungerDirksWiersma en Bakker.
Nadat deze leden door den secretaris de vergadering waren
binoeugeleidrigt de voorzitter tot hen het woord en zegtdat
de door hen ingezonden geloofsbrieven en verdere bescheiden
onderzocht en bevonden zijn geheel in overeenstemming met de
daarvoor bij de wet gestelde vereischten dat de raad dienten
gevolge tot hunne toelating besloten heeft, maar dat, alvorens
zitting te kunnen nemen door hen moeten worden afgelegd de
eeden voorgeschreven bij art. 39 der gemeente- en bij art. 83
der grondwet. Hij rigt daarom tot hen de vraagof zij allen
daartoe bereid zijn. Nadat hierop een toestemmend antwoord
was bekomen en de secretaris de betrekkelijke eedsformulieren
had voorgelezen leggen de nieuwe leden achtereenvolgend in
handen van den voorzitter bedoelde eeden af.
Daarna worden zij door den voorzitter in het midden der aan
zienlijke vergadering welkom geheeten en van harte geluk ge-
wenscht met hunne benoeming tot leden van den raad. Is
zegt spr. zoodanige benoeming steeds een vereerend blijk van
vertrouwen der medeburgers, dan is zij dit te meer, waaneer
men reeds vroeger tot gelijke functie werd geroepen. Met zes
uwer is dit het geval. Met ijver en naauwgezetheid hebben de
zen steeds hunne taak vervuld en de belangen der gemeente be
hartigd.
Huone pogingen zijn door de medeburgers op ju,sten prijs ge
steld dit blijkt naar spr.'s inziengenoegzaam uit het groote
getal stemmen, hetwelk ieder hunner bij de verkiezing is ten
deel gevallen. Hij wenscht de herkozenen en de gemeente met de
herbenoeming geluk en verklaart met genoegen hen weder in
het midden der vergadering te zien, en daardoor omgeven te
blijven van mannenwier helder oordeel en welwillende mede
werking nooit te vergeefs door hem werd ingeroepen waar het
de belangen der gemeente gold.
Verder zegt de voorzitter tot den heer Bakker, dat hij ge
roepen is de plaats te vervullen van iemanddie tot groot leed
wezen van allen, als lid der vergadering is heengegaan. Ver
schillende redenetf, die een ieder zal moeten eerbiedigen, heb
ben dat geachte lid tot het besluit geleid om ontslag te nemen
als lid van den raad. Spr. betreurt dit besluit, doch vleit zich
dat de heer Bakker een waardige opvolger van een' waardigen
voorganger zal zijn. Hij houdt zich overtuigddat dat nieuwe
lid het gewigt der taakwaarvoor hij geroepen isten volle be
seft en beveelt overigens de belangen der gemeente Leeuwar
den ten zcersten bij hem aan.
Hierna nemen de nieuwe leden zitting en verlaat de heer
Rengers de vergadering.
II. De notulen van de op 2 September j.l. gehouden verga
dering worden gelezen en goedgekeurd.
III. Worden ter tafel gebragt
1. Het rapport der raadscommissiebelast geweest met het
onderzoek der suppletoire begrooting voor het stads ziekenhuis,
dienst 1875.
2. Het verslag omtrent het in de sectiën plaats gehad heb
bend onderzoek van de outwerp-verordening regelende het meten
en wegen van granen in de gemeente.
3. Eeh voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere
regeling der bezoldiging van de stads geneesheeren en heelmeesters.
Al deze stukken zijn ter visie gelegd om in eene volgende
vergadering te worden behandeld.
4. Een voord ragt tot benoeming van eene hulponderwijzeres
aan de gemeenteschool no. 5.
Ter visie gelegd om iu eene volgende vergadering tot benoe
ming over te gaan.
5. de gemeente-begrooting voor 1876.
Met de daarbij behoorende memorie van toelichting te doen
drukken en daarna tot onderderzoek te verzenden naar de sectiën.
De voorzitter, overtuigd, dat de vergadering er prijs op zal
stellen een klein overzigt der begrooting te hebbendeelt mede
dat de ontvangsten beloopen 636,086.62
de uitgaven - 636,028.94
7.68
j 37,712.49
en het waarschijnlijk batig saldo
dat onder de ontvangsten is opgenomen
het saldo der rekening van 1874 ad
voor belasting op het inkomennaar 3.75 ten
honderd van het belastbaar inkomen - 120,115.62
voor geldleeningen voor buitengewone werken - 56,000.
de gasfabriek- 19,000.
dat onder de uitgaven is begrepen voor buitengewone werken
een bedrag van79.227.39
en bovendien voor een kolenloods bij de
gasfabriek en voor uitbreiding der buizenleiding - 19,066.
maakt 98,293.30
voor onderwijs- 97,108.
1, renten en aflossingen vau schuld - 89.450,
onvoorziene uitgaven - 11,115.
IV. Wordt overgaan tot behandeling van de op den oproeping-
brief aangebragte punten.
1. Benoeming van wethouders.
De Voorzitter merkt op, dat er in drie vacatures als wet
houder zal moeten worden voorzienn. 1. in tweeontstaan
door periodieke aftreding van de heeren Bloembergen en Rengers
en in eenontstaan door dat de heer Bruinsma een oogenblik
is opgehouden raadslid te zijn.
Tót stemming overgegaan zijnde, is het resultaat daarvan
dat de heer J. J. Bruinsma met 13 en de heeren Bloembergen
en Rengers ieder met 14 stemmen tot wethouder worden her
kozen.
De Voorzitter zegt, dat art. 85 der gemeentewet den tot
wethouder benoemdedie in de vergadering tegenwoordig is
de bevoegdheid geeft, om zich binnen 24 uren 'over de al of
niet aanneming dier benoeming te verklaren en datdaar de
heer BruiD6ma in deze zitting tegenwoordig ishij gaarne van
deze zou vernemen of hij van die bevoegdheid wenscht gebruik
te makendan wel de vergadering reeds dadelijk wil verblijden
met het aangenaam berigtdat hij de op hem uitgebragte be
noeming tot wethouder aanneemt.
De heer Bruinsma, dank zeggende voor het groote blijk
van vertrouwenhem op nieuw geschonken en voor de welwil
lendheid door de vergadering jegens hem betoond geeft te ken
nen dat hij zich gaarne bereid verklaart de betrekking van
wethouder op nieuw te aanvaarden en steeds zal blijven streven,
de belangen der gemeente voor zooveel in hem is te behartigen.
De Voorzitter zegt daarop tot den heer Bruinsma, dat de
woorden die hij zoo even bij de installatie der nieuw gekozen