0 10G Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 7 September 1875. raadsleden heeft gesproken, niet milder nu van toepassing zijn, nu hij hem als herbenoemd wethouder begroet. Hij uenscht hem van harte geluk met het hem door de vergadering op nieuw geschonken vereerecd blijk van vertrouwen, doch zegt niet over zijne verdiensten te willen uitwenden, omdat hij vreest, daar door ounoodig te veel zijne zedigheid te kwetsen. 8pr. gelooft dat de wijze, waarop de naam van den heer Rruiisraa uit de stembus is gekomen dezin genoegzaam tot bewijs zul zijn van het gunstig oordeelhetwelk de vergadering omtrent hem koi-s- tert. Het verheugt spr., dat de gekozeceu op nieuw aan de tot hem gekozen roepstem heeft willen gehoor gevenen hij uit den wenschdat de benoeming van den heer Bruinsma, even als die van zijne herkozen collega'stot heil der gemeente Leeu warden zal strekken en hem in zijne betrekking dien steun en bijstand zal verstrekken waaraan hij werkelijk zoo dikwijls be hoefte heeft en die hij tot dusverre nooit te vergeefs heeft in geroepen. 2. Benoemi.g van tune Ude>der commissie voor het muziekkorps. De heeren dr. J. Baart de la Faille en rnr. H. Wiersma wor den alszoodanig herbenoemd. 8. Benoeming van twee leden der commissie voor de gasfabriek. De aftredende ledende heeren J. J. Bruinsma en J, J. Brun- ger, worden herkozen. 4. Benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken stand. De heer mr. J. Dirksalszoodanig aftredende, wordt herbe noemd. 5. Benoeming van vijf leden der commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen. Voor ten dezen tot stemming wordt overgegaanzegt de heer Bruinsma dat men hemtijdens hij waarnemend burgemeester was, de eer heeft bewezen, hem tot lid dezer commissie te be noemen. Hij gevoelt zich echter daarin als geen jurist zijnde minder op zijne plaats en is van oordeel dat andere leden der vergadering zijne plaats in dezen beter zouden kunnen ver vullen. Spr. verklaart met het oog hierop en (het zij met be scheidenheid gezegd)ter voorkoming van noodelooze stemmingen en daardoor van tijdverliesdat hij voor eene herbenoeming als lid der commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen niet in aanmerking wenecht te komen. Hierna worden de heeren mr. E. Attemamr. E. Jongsma A. Duparc, mr. J. L. van Sloterdijck, allen aftredende leden en de heer mr. I, TeltiDg tot leden der bedoelde commissie bij stemming aangewezen. 6. Benoeming van vier leden der commissie voor openbare werken. De uitslag der ten dezen gehouden stemmingen isdat de heeren mr. J. Dirks, mr. H. Wiersma en mr. C. W. A. Buma aftredende leden, worden herkozen, terwijl de heer J. J. Kuipers als vierde lid der commissie wordt benoemd. 7. Benoeming vai twee leden der commissie voor de gymnastiek. De heeren G. T. N. 8uringar (aftredend lid) en dr. J. Baart de la Faille worden tot leden van bedoelde commissie gekozen. 8. Benoeming van twee hulponderwijzers der 8c klasse toor de ge- meèhteech'Aen no. 4 tn 7. Dirk Jan van Dalfsen te Genemuiden wordt benoemd als hulp onderwijzer aan de gemeenteschool no. 4 en Albert Tjeerds Heiastra als zoodanig aan de gemeenteschool no. 7. 9. Vernieuwing der sectiën van den raad. Bij loting worden aangewezen tot leden der le sectie: de heeren Jongsma, Wijbrandi, Kymmell, pirkeAltema en Brungeren tot voorzitter de heer Bloembergen tot leden der 2e sectie de heeren Bakker, Duparc, Baart de la Faille, de With, Telting en Suringar, en tot voorzitter de heer Rengers tot leden der 3e sectie de heeren Wiersma, Buma, Kuipers, Oosterhoff, Plantenga en van Sloterdijcken tot voorzitter de heer Bruinsma. 10. Regeling der rangorde van zitting der leden ter vergadering. Het resultaat der ten dezen gehouden loting is, dat wordt aangewezen plaats no. 1 aan den heer Wijbrandi. 2 I, Dirks. i/ n 3 Buringar. 4 11 Jongsma. n ii 5 a h Duparc. u n 6 I, Telting. h n 7 Kymmell. u h 8 t, Wiersma. n n 9 I, Brunger. ii 10 n Baart de la Faille. n //ll van Sloterdijck. 12 Kuipers. 13 Buma. 14 Attema. 15 a n Oosterhoff. ii 16 Bakker. n u 17 a h Plantenga. 18 de With. Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 23 September 1875. 107 Vergadering van Donderdag 23 September 1875. Tegenwoordig 16 leden afwezig de heeren Jongsma en Wier sma met- en de heeren Buma en Baart de la Faille zonder ken nisgeving. Voorzitter de heer Mr. J. Bieruma Oosting. I. Installatie tun den heer mr. P. D. Kijmrnell als lid van den raad. Het nieuw benoemde raadslid, de heer mr. P. D. Kijmrnell, door den secretaris de vergadering binnen geleid zijnde zegt de voor zitter tot eerstgenoemdedat de door hem ingezonden geloofs brief en verdere bescheiden onderzocht en in orde bevonden zijn en dat de raad dientengevolge tot zijne toelating als raadslid besloten heefr. Dat, alvorens alszoodanig zitting te kunnen nemendoor hem moet worden afgelegd de eedvoorgeschreven bij art. 89 der gemeentewet, zoomede de zuiveringseed waarvan sprake is in art. 88 der grondwet. Nadat de heer Kijmmell zich tot het afleggen dezer eeden bereid had verklaarden de secre taris de betrekkelijke formulieren had voorgelezenworden door eerstgenoemde de voorschreven eeden afgelegd. Daarna heet de Voorzitter den beëedligde welkom in het midden der vergadering en wenscht hem met zijne benoeming geluk. Verder zegt hij tot den heer Kijmmell, dat hij de plaats zal innemen van een ver dienstelijk liddien men met leedwezen heeft zien heengaan te moer daar huisselijke omstandigheden hem in de treurige noodzakelijkheid hebben gebragt, om ontslag als lid van den raad te nemen. Het besluit ten dezen moet men eerbiedigen daar het gegrond is op een naaawgezet gevoel van pligtsvervulliDg dat hem verbood langer lid te blijven vau eene vergadering, aan wier werkzaamheden hij niet meer geregeld deel kon nemen, 't Verheugt spr. dat de heer Kijmmell de vereerende keus zijner medeburgers aangenomen en zijne taak raad/lid aanvaard heeft. Hij hoopt van harte, dat hij steeds lust en kracht moge hebben die taak met eere en zelfvoldoening te vervullen en men er steeds op mag rekenendatvoor zoover met zijne zienswijze is overeen te brengenhij ons zal ondersteu nen in alles, wat tot heil der gemeente Leeuwarden kan strek- ken. Daarna neemt de heer Kijmmell zitting. II. De notulen van de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. III. Op voorstel vau den Voorzitter wordt bepaalddat het onderzoek in de sectiën van de gemeente-begrooting voor 1876 moet zijn afgeloopen heden over vier weken. IV. De Voorzitter zegt, dat, mogt hij zich zoo even ver heugen bij de vervulling van eene in den raad opengevallene plaatshij thans tot zijn leedwezen den raad moet mededeelen dat zooals vele zijner leden reeds bekend zal zijndoor het overlijden van den heer Oosterhoff', weder eene vacature is ontstaan. In verband daarmede doet hij der vergadering lecture geven van een ingekomen schrijven van mevrouw de wed. Oos terhoff, waarbij zij den raad met het overlijden van haren echt genoot'in kennis stelt. Verder zegt spr. dat ieder zonder twijfel met leedwezen dit berigt zal hebben vernomen. Allen toch, die den heer Oosterhoff in zijne verschillende betrekkingen hebben ge kend zullen de overtuiging erlangd hebben dat het een man was,'die met ijver en naauwgezetheid zich steeds van zijne taak kweet. Ook als lid dezer vergadering moeten zijne verdiensten op hoogen prijs worden gesteldwaarom zijn aandenken steeds in dankbare herinnering zal blijven. Tot het goede en nuttige, dat gedurende een tal van jaren in deze gemeente is tot stand gekomen heeft vooral ook de heer Oosterhoff veel bijgedragen, gpr. stelt voor aan mevr. de wed. Oosterhoff namens den raad een brief van rouwbeklag te zenden, welk voorstel zonder hoof delijke stemming wordt aangenomen. V. Door de betrokken raadscommissiën worden uitgebragt de rapporten omtrent het onderzoek van Bijvoegsel, bihoorende bij de Leeuwarder Courakt. a. de door de commissie van bestuur over het stads zieken huis ingezonden begrooting van die instelling voor 1876, en b. de gemeenterekening over 1874. Deze rapporten worden ter visie gelegd cm in eene volgende vergadering behandeld te worden. VI. I)o heer Attema zegtdat hij geen rapport heeft uit te brengen maar eene mededeeling wil doendie in verband staat met het uitbrengen van een rapport. De commissie n.l. aan wie in eene vorige vergadering is op gedragen het ontwerpen van eene verordening regelende de hef fing eener directe belasting op het inkomen met eene verorde ning op de invorderingis door de aftreding van den heer van Valkenburg als lid van den raad incompleet geworden. OnlaDgs werd dit reeds voorzien en sprak men er van om de commissie, wanneer zij onvoltallig zou zijn gewordenweder aan te vullen. Nu, zegt spr. is de commissie onvoltallig. De heer Telting en hij zijn overgebleven zoodat de raadvóór tot het ontwerpen der bedoelde verordeningen zal kunnen worden overgegaanóéa derde lid der commissie zal moeten aanwijzen. De Voorzitter stelt, in verband met deze mededeeling, der vergadering voorom reeds in deze zitting tot benoeming van dat derde lid der commissie over te gaan. De vergadering besluit dien overeenkomstig. VII. Wordt ter tafel gebragt: 1. Eene aanbeveling van burgemeester en wethouders tot be noeming van eeDe leerares voor het onderwijs in den zang aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders betrekkelijk het bij nacht gesloten houden van de Prins Hendriksbrug en de Vrouwenpoortsbrug. 3. Als voren ter zake aanschaffing door de gemeente van ameublement in van rijks wege te stichten lokalen tot opslag voor accijnsvrije goederen. 4. Als voren tot onderhandschen verkoop aan de heeren dr. M. J. Baart de la Faille en 8. E. Oudschans-Dentz van het bouw terrein I. 5. Als voren tot het instellen van eene kalvermarkt in de gemeentete houden op den derden Donderdag in de maand October. De stukken sub no. 1 tot en met 4 worden ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. Omtrent het voorstel vermeld sub no. 4 merkt de Voorzit- ter opdat hij zoo even door een der wethouders er op indach tig is gemaaktdat het misschien wenschelijk isnog heden dit voorstel in behandeling te nemenvooral met het oog op de vereischte goedkeuring van gedeputeerde staten en op de om standigheiddat volgens de bepalingen der gemeentewet over het besluit tot instelling van marktennaburige gemeenten moe ten geraadpleegd worden. Er is voorgesteldzegt spr.om op 21 October a. 8. reeds een kalvermarkt te houden. Nu is het echter al 23 September zoodat geen maand tijd meer voor goedkeuring van het besluit enz. voorhanden is. Eene spoedige afdoening dezer zaak acht hij dus hoogst raadzaam dewijl hetDaar zijne zienswijzehier ook geene aangelegenheid van ingrijpenden aard of van overwegend belang geldt. Iederzegt spr.zal omtrent dit punt wel eene gevestigde opinie hebben waarom hij voorstelt tot dadelijke be handeling van het aangebragte voorstel te besluiten. De verga- deiiüg zich hiermede vereenigendewordt lecture gedaan van het door burgemeester en wethouders aangeboden voorstelwaar van de conclusie strekt//Om voorbehoudens goedkeuring van ge deputeerde staten voorhands en tot dat daaromtrent nadere be- /pahngen zullen zijn vastgesteld, jaarlijks op den derden Donder- wdag van de maand October, voor het eerst op Donderdag den „21 October 1875 in deze gemeente eene kalvermarkt te houden „van des morgens 7 uur tot des namiddags 8 uur en op die markt, „voor zoover noodigtoepasselijk te verklaren de bepalingen der u ®JI v 1 d ii f 7 -C

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1875 | | pagina 1