I I II I IW I j- I I Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 23 Maart 1876. 33 Vergadering van Donderdag den 23 Maart 1S76. Tegenwoordig eerst 13 later 16 leden; afwezig, met kennis geving, de heeren Suringar en Rengers, zonder kennisgeving, Wiersma en Bakker. Voorzitter de heer burgemeester. I. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting wor den gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere wijziging der gemeente-begrooting, dienst 1875, overeenkom stig het daarbij gevoegd ontwerpbesluit. Op voorstel des Voorzitters wordt besloten deze stukken te doen drukken en te stellen tot onderzoek en rapport in handen der oorspronkelijke commissie van rapporteurs over die begroo ting welke wordt aangevuld met den heer Plantengater ver vanging van het afgetreden lid Draisma van Valkenburg. Deze commissie bestaat alsnu uit de heeren Attema, Wier sma en Plantenga. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen van af- en overschrijvingen op de gemeente-begrooting dienst 1875. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver" zoek van de firma Beintcma en van Valkenburg om hare brood" fabriek door eene waterleiding in verbinding te brengen me^ den nieuwen verschwatervijver. Deze beide voorstellen worden ter inzage van de leden gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 4. Eene missive van den schuttersraad der dienstdoende schut terij in deze gemeentegeleidende de rekening en verantwoor ding wegens de kosten der schutterij over 1875. Deze wordt tot onderzoek en rapport gesteld in handen der heeren Rengers, Duparc en Suringar. 5. Eene missive van voogden der stads armenkamer te Leeu warden geleidende de rekening en verantwoording van hunne administratie over 1875. Deze wordt in handen gesteld eener commissie bestaande uit de heeren van SloterdijckWijbrandi en van Eijsinga. III. Wordt medegedeeld a. dat ter inzage van de leden is gelegd 1. Het verslag van de stads armenkamer over 1875. 2. Het verslag van den toestand van het stads ziekenhuis over 1875. 3. Het jaarverslag van het Rotterdamschc Leeskabinet. 4. De rekening en verantwoording over den prinsentuin en het stedelijk muziekkorps. b. Eene missive van mej, Angenietje Schotanushoudende dankbetuiging voor hare benoeming tot hulponderwijzeres aan de gemeenteschool no. 8. IV. De Voorzitter het noodig oordeelcnde eene zitting met geslotenc deuren te houden heft de openbare tijdelijk op. Na heropening der openbare zitting wordt overgegaan tot V. De behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding van eene door den schuttersraad ingediende suppletoire begrooting voor de kosten der schutterijdienst 1876. Zonder discussie wordt de conclusie van het voorstel, strek kende om de schutterij-begrootingdienst 1876, in ontvang en uitgaaf te verhoogen met 1115zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent een adres van de onderivijzeres in de handwerken aan de gemeenteschool no. 7 om verhooging harer bezoldiging. Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Couua wl De conclusie luidende„liet verzoek van mejufvrouw A. M. „van der Veen, geb. Kahl, om verhooging harer bezoldiging „als medehelpster voor de vrouwelijke handwerken aan de ge meenteschool no. 7 te wijzen van de hand", wordt zonder dis cussie met algemeene stemmen aangenomen. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende de aanstelling van tijdelijke medehelpsters bij het onderwijs in vrou welijke handwerken aan de gemeentescholen no. 4 tot en met 7. Conform de conclusie van liet voorstel wordt besloten a. burgemeester en wethouders te magtigen om ten behoeve van het onderwijs in de vrouwelijke handwerken aan de ge meentescholen nos. 4, 5, 6 en 7 tijdelijk aan te stellen hoogstens vijf medehelpsters, ieder op eene bezoldiging van 100 'sjaars; b. de in de gemeentescholen nos. 456 en 7 fungerende hulponderwijzeressenthans belast met het geven van onderwijs in vrouwelijke handw-erkenvan dat onderwijs te ontheffen ge durende de avondschooltijden. 4. Benoeming van stads genees-, heel- en verloskundigen. Op voorstel des Voorzitters besloten zijnde de benoeming der stads-vroedvrouwen aan te houden tot eene volgende vergade ring worden vervolgens met algemeene stemmen benoemd a. tot stads g enee sheer en1. dr. A. Frijda, 2. dr. H. A. Mid delburg, 3. dr. S. D. R. van "VVageningen b. tot stads heelkundigen1. Gr. W. Metz2. M. B. Vos. 5. Benoeming van leden van stembureaux voor de verkiezing van een lid van* den raad. Tengevolge der gehouden stemmingen zal het le stembureau, waarvan de burgemeester voorzitter isbestaan uit de heeren Suringar en Dirksterwijl benoemd worden voor het 2e bureau de heeren Rengers (voorzitter)van Eijsinga en Buma. 6. Definitieve vaststelling der verordening op de instandhou ding enz. van wegenstraten enz. Nadat op voorstel des voorzitters besloten was de in werking treding te bepalen op 1 Mei 1876 wordt de geheele ontwerp verordening zonder hoofdelijke stemming aangenomen en alzoo vastgesteld de navolgende VERORDENINGbetreffende de instandhouding bruikbaarheidreinheidvrijheid en veilig heid der openeare wegen, bruggen, veren, waterenvaartenstratenplantsoenen, plei nen en andere plaatsen, tot gemeene dienst van allen bestemd, in de gemeente Leeu warden. Hoofdstuk I. Van de instandhouding en bruikbaarheid der openbare wegen bruggen verenwateren vaartenstratenplantsoenen pleinen en andere plaatsen tot gemeene dienst van allen bestemd. Art. 1Ieder, hetzij eigenaar, vruchtgebruiker, gebruiker, pach ter of huurderhetzij beheerder van gebouwde of ongebouwde eigendommenbelast met het geheel of gedeeltelijk onderhoud van openbare wegenstraten of padenvan in die wegen straten of paden gelegen rij- of voetbruggen, van daaronder of daarlangs loopende riolengoten of wallenvan openbare pleinenplaatsen of plantsoenenvan openbare vaarten of wa teren of van eenige daartoe behoorende werkenmoet steeds in volkomen staat van bruikbaarheid onderhouden den wegde straathet padde brughet rioolde gootden walhet pleinde plaatshet plantsoenhet waterde vaart of het werkmet het onderhoud waarvan die gebouwde of ongebouw de eigendommen zijn bezwaard. Voor openbare wegen, straten, paden enz. worden gehouden alle zoodanige wegenstratenpaden enz.welke tot gemeene dienst van allen zijn bestemd. Art. 2. Het is aan iederhetzij hij al of niet met het on derhoud van het betrokken voorwerp is belastverbodenpla- veijen of kunstbedden yau openbare wegen, straten of pleinen 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1876 | | pagina 1