50 Torslag handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 27 en 29 April en 11 Mei 1876. zullen worden aangebragt dan kan hij zich ook wel met deze alinea vereenigen. l)e heer Bloembergen geeft te kennen dat het in de be doeling van het dagelijksch bestuur ligt om de inrigting dei- woning nog te besprekenzoowel met den directeur der gas fabriek als met dien der gemeentewerken. Hij geeft toe dat op do doelmatigheid der woningzal die aan de teekening beant woordenveel af te dingen zoude zijn, doch hetspoedeischende van het tot stand brengen van een vijfden gashouder is hier grootcndcels schuld van. Nadat de heer Kijmmell verklaard hoeft geheel bevredigd te zijn door de inlichtingen van den heer Bloem bergen wordt alinea 2 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Zonder verdere discussie worden alsnu aangenomen Alinea 3. Burgemeester eu wethouders te magtigen a. onder goedkeuring van gedeputeerde staten der provincie het maken van den gashouder met kuip en verdere ijzerwerken bij ondcrhandsclie overeenkomst op te dragen aan de firma L. J. Enthoven en Co. te 's Gravenhage voor de som van f 39,495 en op voorwaarden reeds in overleg met genoemde firma be paald en alsnog door burgemeester eu wethouders vasttestelleu b. over te gaan tot de openbare aanbesteding van al de ter uitvoering van het sub 1 2 beslotene verder noodige werken. 4. Burgemeester en wethouders uit te noodigen den raad te zijner tijd de vereischte voorstellen aan te bieden tot voorziening in de kosten van al de bovengenoemde werken. 7. Benoeming van eene stadsvroedvrouw. Met 13 van de 14 uitgebragte stemmen wordt benoemd tot stads vroedvrouw mejufvrouw Jacoba Swarts, vrouw van N. W. Stoctt, wonende te Leeuwarden. 8. Kohier der belasting op het inkomen dienst 1876. De Yroorzitter het noodig oordeelende eene zitting met geslo- tene deuren te houden heft de openbare zitting tijdelijk op. Na heropening wordt op voorstel des voorzitters besloten de vaststelling van het kohier te doen plaats hebben in de volgende vergadering en deze vergadering gesloten. Vergadering van Zaturdag den 29 April 1876. Tegenwoordig 12 leden. Afwezig de heeren dr. J. Baart de la Faille, mr. J. Dirks, J. J. Brungermr. E. Jongsmamr. E. Attemamr. C. W. A. Buma, mr. H. Wiersma en T. Plantenga. Voorzitter de heer burgemeester. Op voorstel des Voorzitters wordt besloten de resumtie van de notulen der vorige vergadering in de volgende zitting te doen plaats hebben. Aan de orde is Vaststelling van het kohier der directe belasting op het inko men ten behoeve van de gemeente Leeuwarden over 1876. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt alsnu besloten: I. Het kohier van de directe belasting op het inkomen voor het dienstjaar 1876 vast te stellen in belastbaar kapitaal tot een bedrag van f 3.477,339.50 en een aanslag van f 130,399.72. TT. Te bepalendat van de aanslagen <^er belastingschuldigen 94°/0 zal worden ingevorderd, tengevolge waarvan het geheel invorderbaar bedrag zal beloopen eene som van 122,575.72. III. De aanslagen op het kohier invorderbaar te stellen in termijnen zooaks bij art. 10 der betrekkelijke verordening op de invordering is voorgeschreven. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter deze bui tengewone vergadering. Vergadering van Donderdag 11 Mei 1876. Tegenwoordig eerst 15, daarna 16 leden. Afwezig de heeren Wiersma, Plantenga, Attema, Kijmmell en Bakker, allen zonder kennisgeving. Voorzitter de heer burgemeester. I. Installatie van den heer G. H. Hommes als lid van den raad. Nadat de heer G. II. Hommes, liet nieuw benoemde raads lid door den heer secretaris ter vergadering is binnengeleid deelt de voorzitter hem mededat de door hem ingezonden ge loofsbrief en verdere bescheiden zijn onderzocht en in orde be- vonden en de raad dientengevolge tot zijne toelating als raads lid besloten heeft. De heer G. H. Hommes legt daarop in handen van den voor zitter de ecden af, voorgeschreven bij art. 83 der grondwet en art. 39 der gemeentewet, waarvan de betrekkelijke formulieren door den secretaris worden voorgelezen. De Voorzitter heet hem daarop hartelijk welkom in deze vergadering, 't Was met leedwezenzegt bij dat ik indertijd in deze vergadering het besluit moest mededeelendat gij u genoodzaakt kadt gezien uw ontslag te nemen als lid van den raad. Treurige huiselijke omstandigheden hadden u verpligt geen deel meer te nemen aan onze werkzaamheden en het openbaar leven vaarwel te zeggen, 't Verheugt me, dat ge nu lust en opgewektheid gevoelt om weder in dat openbare leven op te treden. De pligtenaan deze betrekking verbondenzijn u te bekend dan dat ik u die voor oogen behoefte houden. Üwe benoeming beschouw ik als een bijzonder blijk van vertrouwen dat uwe medeburgers in u hebben gesteld, door u weder te brengen in de betrekking door u wegens treurige omstandigheden verlaten. Met die onderscheiding wensch ik u van harte geluk en ik ben er van overtuigd dat diezoo noodigeen prikkel zoude zijn om de belangen der gemeente Leeuwarden weder even als vroeger te behartigen. De heer G. H. Hommes neemt daarop zitting en zal deel uitmaken van de 3e sectie. II. De notulen der vergaderingen van 27 en 29 April 1876 worden achtereenvolgens gelezen en goedgekeurd. III. De heer de With brengt namens de commissie rapport uit over de rekening en verantwoording over het stads zieken huis, dienst 1875. Dit rapport wordt voor de leden ter inzage gelegd om in de volgende vergadering te worden behandeld. IV. Wordt ter tafel gebragt a. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het adres van de commissie voor eene op te rigten muziekschool om be schikbaarstelling van lokaliteit en subsidie voor die inrigting. Wordt ter inzage gelegd om in de volgende vergadering te worden behandeld. b. Eene missive van h.h. voogden van het nieuwe stads wees huis ten geleide der rekening wegens die instelling over 1875. Deze rekening wordt in handen gesteld cener commissie, be staande uit de heeren Rengcrs, Buma en van Eijsinga. c. Een adres van R. J. Dijkstra, huurder van de herberg „de Klanderij"om vergoeding van schade door hem geleden tengevolge de uitvoering van werken bij en aan de Wirdumer- poortsbrug. d. Een adrós van eigenaren van woningen Achter de Hoven, om verbetering van den weg aldaar. e. Een adres van G. A. Roordaom van de gemeente in huur of koop te erlangen eene plek gemeentegrond aan den Harlinger trekweg. Deze adressen worden gesteld in handen van burgemeester en Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 11 Mei 1876. 51 wethouders, om daarover de noodige voorstellen aan deze ver gadering aan te bieden. f. Een bij kantbeschikking van den heer commissaris des ko- nings om bcrigt in handen van den raad gesteld adres van den luitenant H. Veen, over de invordering van zijn aanslag in den hoofdelijken omslagdienst 1875. Omtrent dit adres wordt aan burgemeester en wethouders opgedragen het vereischte berigt en advies te verstrekken. g. Een adres van de weduwe H. Beidsehat te Harlingen om eene andere legplaats alhier voor haar schipdienstdoende in het beurtveer HarlingenLeeuwarden. Dit adres wordt ten fine van beschikking gesteld in handen van burgemeester en wethouders. h. Een adres van Johannes Arends, sjouwerman te Leeu warden om ontheffing van de betaling van hoofdelijken omslag over 1875. Ten fine van beschikking in handen van burgemeester en wethouders. V. Mededeelingen. 1. Dat door heeren gedeputeerde staten van Friesland zijn goedgekeurd de raadsbesluiten van a. 20 April 11. no. 8 tot nadere wijziging der gemeentebe- grooting dienst 1875. b. 27 April 11. no. 8 tot afstand van gemeentegrond langs den Harlingertrekweg aan P. Tanja. c. 27 April 11. no. 10 tot ruiling van grond tusschen de ge meente en A. Coopmans. d. 27 April 11. no. 11 betreffende aanbouw (bij onderhandsche aanbesteding) van een vijfden gashouder bij de gasfabriek. 2. Dat mej. R. J. Almerood, le hulponderwijzeres aan de gemeenteschool no. 3, haar verzoek om ontslag uit die betrek king heeft ingetrokken. 3. Dat door burgemeester en wethouders zijn ontslagen de brugwachters, tevens gaarders der bruggelden, bij de Vliet- ster- en Boomsbruggen de Potmargebrug en de Harlingervaarts- brug. IV. Wordt overgegaan tot de verdere behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders betrekkelijk liet doen van af- en overschrijvingen op de gemeentebegrooting dienst 1875. Overeenkomstig de ingediende ontwcrp-besluiten wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming besloten a. tot het verleenen van toestemming aan burgemeester en wethouders om de op den overgelegden staat vermelde artike len te versterken uit het fonds voor onvoorziene uitgaven b. tot af- en overschrijving van artikelen, waarop zal be schikbaar blijven, ten behoeve van het fonds voor onvoorziene uitgaven c. tot afschrijving van liet fonds voor onvoorziene uitgaven r wegens posten van uitgaaf, die hare omschrijving niet op de begrooting vinden en waarvan het bedrag als buitengewone uit gaaf in de gemeente-rekening zal worden verantwoord. 2. Voorstel van burgemeester en icethouders op een verzoek van de hulponderwijzeres F. J. Delincée om eervol ontslag. De Voorzitter deelt mede dat de vorm waarin voorgesteld wordt het ontslag te verleenen eenigzins afwijkt van den ge wonen. Burgemeester en wethouders hebben gemeend dit te moeten voorstellen met het oog op het zeer korte tijdstip dat sedert hare infunctie-treding is verloopen. De sollicitanten naar eene vacante onderwijzersbetrekking doen alle moeite om benoemd te worden en zijn zij benoemd dan blijkt het in den laatsten tijd meermalen hoe weinig zij eene dergelijke aanstelling op prijs stellen door zoo spoedig reeds ontslag aan te vragen. Hierop wordt overeenkomstig de conclusie van het voorstel besloten „Aan Francoisc Johanna Delincéebij raadsbesluit van den „27 Januarij 1876 benoemd tot hulponderwijzeres aan de ge meenteschool no. 5 alhier en sedert 1 Maart d.a.v. als zoodanig „in functie, met ingang van den 15 Mei e. k. eervol ontslag uit „die betrekking te verleenen." 3. Een voorstel van burgemeesteien wethouders betreffende eigendomsoverdragt van den Harlingertrekweg. De Voorzitter acht zich verpligt de vergadering er op indachtig te makendatwaar hier van overdragt gesproken wordtde gemeente geen geldelijk voordeel zal kunnen bedingen. Men heeft gemeend dat nu het kanaal in onderhoud is over gegaan bij de provincie ook de weg als accessoir van dat kanaal aan datzelfde ligchaamzoo mogelijkmoest worden overge dragen. Zoowel in het belang>van provincie als van gemeente komt hem dat besluit wenscheljjk voor. Het voorstel luidende a. in beginsel te besluiten den eigendom van den Harlinger trekweg voor zoo ver die is gelegen buiten het grondgebied der gemeente over te dragenhetzij aan de provincie of aan de ge meenten waarin die weg ligt b. van heeren gedeputeerde staten magtiging te vragen, om onder nadere goedkeuring van hun collcgie met het gemeente bestuur van Harlingenals gezamentlijke eigenaren van den Harlingertrekweg in onderhandeling te mogen treden over den eigendomsoverdragt van dien weg voor zoo ver die niet is ge legen onder het territoir van de gemeenten Leeuwarden en. Harlingen wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Niets meer aan de orde of voorgesteld zijnde sluit de Voor- j zitter de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1876 | | pagina 1