Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 24 Mei 1876.
53
Vergadering van Woensdag den 24 Mei 1876.
Tegenwoordig eerst 15, daarna 16 leden.
Afwezig met kennisgeving de heeren de With en Brunger,
zonder kennisgeving de hoeren Hommes, Wijbrandi en de la
Faille.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting wor
den gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt:
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders ten geleide
van ontwerpen voor de beide te stichten schoolgebouwen op het
terrein van het Old Burger weeshuis.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van dr. M. J. Baart de la Faille en S. E. Oudschans Dentz
om verlenging van den termijnbepaald voor de finale over-
dragt van het bouwterrein I.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van eigenaren van huizen Achter de Hovenom verbetering
van den weg aldaar.
4. Een voorstel van burgemeester en wqthouders op een adres
van G. A. Roordaom in koop of huur te erlangen cene plek
gemeentegrond aan den Harlinger trekweg.
5. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van de hulponderwijzeres F. W. van Ameromom eervol
ontslag uit hare betrekking aan de gemeenteschool no. 3.
6. Een voorstel van burgemeester en wethouders om aan het
Old Burger wreeshuis kosteloos af te staan de poort, aanwezig
voor het oude weeshuisgebouw aan het Hofplein.
7. Eene aanbeveling voor de benoeming van eene stads vroed
vrouw.
Op deze aanbeveling zijn geplaatst
1. H. J. Bovenkampvrouw van Olijve, te Bergum.
3. J. Spoelstra, vrouw van G. Postma, te Leeuwarden.
Deze stukken worden ter inzage van de leden gelegd, om
in eene volgende vergadering te worden behandeld.
8. Een adres van jhr. mr. D. O. Engelen, om ontslag als lid
der plaatselijke schoolcommissie in deze gemeente.
Dit adres wordt om berigt en raad gesteld in handen van
burgemeester en wethouders.
9. Een adres van S. v. d. Walvrouw van R. Bosliuijer
om alsnog te worden herbenoemd als stads vroedvrouw of in
het genot van een jaarlijksch pensioen te worden gesteld.
Dit adres zalvoor zooveel het laatste verzoek betreftwor
den gesteld in handen van burgemeester en wethouders.
III. Wordt medegedeeld
a. Eene missive van mej. de wed. D. Bouma Nieuwenhuis'
berigtende het overlijden van hare dochter Maria Nieuwenhuis
leerares in de handwerken aan de middelbare school voor meisjes*
b. Eene resolutie van heeren gedeputeerde staten van Fries
land houdende magtiging aan de gemeenten Leeuwarden en
Harlingenom met elkander in onderhandeling te treden over
de overdragt van den eigendom van den Harlinger trekweg.
IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
a. Rapport over de rekening wegens het stads ziekenhuis
dienst 1875.
De conclusie van het rapport wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen en alzoo besloten de rekening goed te keu
ren en aan het bestuur van het ziekenhuis 'sraads dank te
betuigen voor het naauwkeurig beheer.
(Gedurende de behandeling dezer zaak neemt de heer Bloem
bergen hot voorzitterschap waar, aangezien de heeren mr. J.
Bijvoegsel beiioorende bij de Leeuwarder Courant.
Bieruma Oosting en J. J. Bruinsma, als leden van de com
missie van bestuur over het ziekenhuiszich buiten de verga
dering hadden begeven).
b. Voorstel van burgemeester en wethouders op het verzoek van
eene commissie om localiteit en subsidie voor eene op te rigten
muziekschool.
De conclusie van het voorstel luidt:
1. aan de adressantenuitmakende de commissie voor cene
binnen deze gemeente op te rigten muziekschoolten behoeve
van het aan die school te geven onderwijs tot woderopzegging
gratis in gebruik af te staan de zaal boven do stadswaag en
wel op voorwaarden nader door burgemeester en wethouders te
bepalen,
2. met ingang van den dag waarop mot het onderwijs aan de
sub 1 bedoelde school oen aanvang zal worden gemaaktaan
de commissie van de muziekschoolten behoeve van die inrig-
ting, tot wederopzegging eene jaarlijksche subsidie uit de ge
meentekas te verleenen ten bedrage van f 400onder voorwaarde,
dat het gemeentebestuur het regt zal hebben aan die muziek
school aan tien leerlingen kosteloos onderwijs te doen geven
onder nadere door burgemeester en wethouders met de com
missie te regelen bepalingen.
De lieer Kuipers kan zich met het voorstel om aan de com
missie der op te rigten muziekschoolonder directie van den
heer Hagemanhet gebruik van het lokaal boven de Waag
toe te staan vereonigen, maar bovendien eene niet onbelang
rijke subsidie uit de gemeentekas te verleenenals door bur
gemeester en wethouders voorgesteld iskomt hem althans niet
aannemelijk voor. Zijn hoofdbezwaar is, dat wanneer de raad
aan iemand, die slechts sedert korten tijd zich vestigde, met
het doel hier eene muziekschool op te rigten, reeds dadelijk
subsidie verleent en alzoo feitelijk de pogingen steunt van
iemanddie komt om met de bestaande onderwijzers en onder
wijzeressen in dit vak te concurrerendan een vreemden wol
is waar fiink geintroduceerden leeraar begunstigt, boven vele
ook werkelijk niet te versmaden krachten, ook die anderen zul
len met even veel regt, hetzelfde kunnen vragen en zou het
dan eene moeijelijke zaak zijnom hen te weigerenwat heden
zoude worden toegestaan. Wel is waar wordt door de com
missie aangebodenom alsdan 10 leerlingen gratis onderwijs te
verschaffendat wel eene vergoeding zou zijnmaar dit voor
deel weegt bij hem niet genoegom de zoo even genoemde be
zwaren over te kunnen stappen.
Ook kan hij niet inzien dat de ondernemingwaarvan hier
sprake is, werkelijk van zooveel nut is voor het grootste deel
der ingezetenen, om die zeer belangrijke uitgaven te wettigen,
daar toch bijna de meesten niet van dat onderwijs zullen kun
nen profiteren, omdat de reeds vastgestelde prijzen zoo hoog
zijndat daar voor velen niet aan te denken valtde ingeze
tenen zullen veeleer de voorkeur geven aan hen, die met goed
succes hier reeds werkzaam zijn en door billijke bereking velen
in staat stellen van dat onderwijs te profiteren. Dientenge
volge zal spreker vóór het toestaan van het gebruik van het
lokaal boven de Waag, maar tegen de subsidie zijne stem uit
brengen.
II. De heer Bruinsma is ook tegen het voorstel. De on
dervinding heeft hem geleerd dat van tijd tot tijd eene dergelijke
inrigting werd opgcrigt en dan spoedig weer te niet ging.
Het geval was niet dat de onderwijzers de vereischte geschikt
heid mistendoch de inrigting miste de sijmpathie der ingeze
tenen de zaak maakte geen opgang.
Voor dit gemis aan levensvatbaarheid bestond zijns inziens
reden genoeg daar de kinderen door de vele schooluren reeds
al te bepaald zijn zoodat er natuurlijk voor de meesten weinig
tijd tot het ontvangen van muziekaal onderwijs overschiet.
Spreker is het verder geheel eens met den heer Kuipers dat
9