66 Verslag der handelingen Tan den gemeenterg
houdend. Hij zou eene gelijke behandeling voor allen wen-
schenen dus ook voor de leerares in de wiskunde eene ver-
hooging van ƒ300. Het moge welligt waar zijn, dat voor het
onderwijs in de wiskunde minder voorbereiding noodig isdoch
dan staat daar tegenover dat, van den aanvang af, aan het
onderwijs in de wiskunde meerdere waarde is toegekend dan
aan dat in de andere vakkendaar aan deze leerares terstond
ƒ1400 en aan de anderen ƒ1200 tractement is toegekend.
I)e andere leeraressen zullen nu eene tijdelijke verhooging
van 25°/0 ontvangen. Volgens spreker zou t nu voor de hand
liggenom ook voor de leerares in de wiskundezoo niet 25 °/0
dan althans eene verhooging van ƒ300 vast te stellen.
Mogt er geen ander argument dan het door burgemeester en
wethouders aangevoerde bestaan dan houdt hij zich voor een
voorstel te doen tot verhooging.
De heer Rengers acht het eene moeijelijke zaak om eene
absoluut juiste verhouding tusschen de buitengewone tracte-
mentsverhooging en de buitengewone werkzaamheden vast te
stellen. De heer Duparc gaat alleen af op het aantal lesuren
en ging dit op dan zoude ook de leerares voor de wiskunde
eene verhooging van ƒ300 moeten hebben.
Daar intusschen de bedenkingen van burgemeester en wet
houders tegen de oorspronkelijke voordragt ook door den heer
inspecteur van het middelbaar onderwijs, en door de directrice
werden geduldacht spr. de voorgedragen verhooging voldoende.
Het ligt in den aard der zaak dat het onderwijs in de let
terkundige vakken meer voorbereiding vereischtdan dat in de
beginselen der cijferkunst. Daarom werd eene ruimere toelage
voor de eerstgenoemde vakken billijk gerekend.
Jntusschen wil spreker het gaarne aan 's raads oordeel over
laten doch enkel nog dit in het midden brengen dat hetgeen
de heer Duparc omtrent den oorsprong der hoogere bezoldiging
van de leerares in de wiskunde heeft aangevoerd minder juist is.
Men heeft gemeend aan bedoelde leerares 1400 salaris te
moeten toekennen omdat deze dame de eenige was in het bezit
eener acte van toelating voor het middelbaar onderwjjs in de
wiskunde.
Dat derhalve dit tractement iets liooger is dan dat der andere
leesaressen geeft volgens spr. volstrekt geen aanleiding om ook
de buitengewone toelage hooger te stellen.
Hij blijft dus de voordragt van burgemeester en wethouders
verdedigen.
De Voorzitter wenscht de vergadering in herinnering te
brengen, eene zinsnede uit den brief van den heer dr. Steijn
Parvéinspecteur voor het middelbaar onderwijs, luidende:
„Eene toelage aan de onderwijzeressen in Nederlandsch, Fransch
„en Hoogduitsch ten bedrage van ƒ300, acht ik alleszins vol
doende ook bij het vermeerderd getal lesuren dat is dan toch
„niet zoo grootof men kan het werk wel af. Even zoo acht
„ik toelagen van ƒ100 aan de onderwijzeressen in Engelsch en
„handwerken en van 200 aan de onderwijzeres in wiskunde
id te Leeuwardenden, van den 13 July 1876.
„en den leeraar in natuurkundige wetenschappen zeer voldoendc-r
Deze heeft dus ook wel vergelijkingen gemaakt en daarom
blijft spr. de voordragt, zooals die thans luidt, zeer aanbevelel
De heer Attema geeft te kennen dat deze aangelegenheid
een punt van ernstige overweging bij de commissie van toezifl
heeft uitgemaakt. Men zag er tegen op, om nadat de srlmol
slechts een jaar bestaan hadreeds nu met eene aanvraag fe
komen om meer geld voor die inrigting.
Zij heeft getracht bij haar voorstel de zuinigheid zooveel mo
gelijk met de billijkheid te vereenigen.
Het voorstel vindt thans nog een meer positieven grondnu
het een feit isdat zich drie en dertig meisjes voor het eerstel
admissie-examen hebben aangegeven.
Splitsing der eerste klasse in twee klassen wordt bepaald nood
zakelijk. En juist daaruit wordt voor de dames leeraaressfi
het meerdere werk geboren. Ondertusschen zal spreker zich mït
het voorstel van burgemeester en wethouders vereenigenhof
wel de commissie bij hare voordragt ten aanzien van de leerf
res in de wiskunde iets verder ging.
De lieer Duparc herinnert den heer Attema, dat zijn h#-
zwaar juist ontleend was aan het verschil tusschen de voordragt
van burgemeester en wethouders en die der commissie van to®
zigt, waarvan de heer Attema lid is.
Nu dat geachte lid zelf ook van laatstgenoemde voordragt
terugkomtzal spreker het pleit voor mejufvr. Collard wel niét
winnen. Alleen wenscht hij nog op te merken, dat de reden,1
waarom iu der tijd voor het onderwijs in de wiskunde hoog®
tractement werd bepaald dan voor de andere vakkenhier®
was gelegen dat men aan deze inrigting gaarne ook eene leerf
res voor dit vak wenschte.
Dat er slechts één vrouwelijke sollicitant opkwamwasgi
lijk later bleekzeer natnurlijkdaar mej. Collard de éénii
dame in Nederland is, die eene acte voor het middelbaar on
derwijs in de wiskunde bezit.
Nu het evenwel het lid der commissie heeft gehoord, zidtl
spr. er van af, een voorstel te doen. Hij zou anders zijn wil
men noemtplus royaliste que le roi.
Na deze discussie wordt zonder hoofdelijke stemming confonil
der conclusie van liet voorstel besloten.
c. Te bepalen dat het genot dezer toelagen wordt gerekend J
in te gaan met 1 September 1876 en zal zijn tot wederopzeggen3.
d. Tijdelijk aan te stellen eene leerares in het bezit dof
acte van heofdonderwijzerestegen eene bezoldiging van l(H)d
te verhoogen tot 1200indien zij in het bezit mogt zijn dor
acte van toelating voor middelbaar onderwijs in de aardrijkskundll
Deze beide alinea's en daarna het geheele voorstel worde»
zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Niets meer aan de orde of voorgesteld zijnde sluit de voor-
j zitter de vergadering.
"Verslag «der handelingen van den .gemeenteraad te Leeuwarden, van den 27 Julij 1876.
67
Vergadering van Donderdag den 27 Julij 1876.
Tegenwoordig .eerst 13, daarna 14 leden; afwezig de heeren
Rengers., Duparc, JBuma, Jongsma, van Sloterdijck en Wier-
sma met- en de heer Dirks zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De voorzitter deelt inedo dat aan den heer mr. P. A. Berg-
sma een verlof is verleend voor den tijd van drie weken en
diens function als .gemeente-secretarisgedurende dat verlof,
zullen werden waargenomen door den heer L. Boumacom
mies ter secretarie.
II. De notulen van het verhandelde iu de vorige zitting wor
den gelezen en goedgekeurd.
III. Wordt ter-tq,fel gebrast:
a. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van de hulponderwijzeres mej. R. J. Almerood om eervol ontslag.
Nadat, op voorstel des voorzitters, besloten is terstond tot de
behandeling dezer zaak over te gaan, wordt zonder discussie
<en hoofdelijke stemming besloten aan mej. R. J. Almerood,
liulponderwijzeres aantde gemeenteschool no. 3, met ingang van
den 1 Augustus 1876 een eervol ontslag uit hare betrekking te
verleenen.
b. Een voorstel van burgemeester en wethouders ter zake
vernieuwing der overeenkomst met de uitgevers der Leeuwar
den' Courantin zake het drukken en uitgeven van het verslag
van 's raads handelingen.
c. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van den vader en dc moeder in het stads ziekenhuis om verhoo
ging hunner bezoldiging.
d. Eene aanbeveling voor de benoeming van docenten aan
de middelbare school voor meisjes voor het onderwijs in de ge
zondheidsleer het boekhouden en de staathuishoudkunde.
Op deze aanbeveling komen voor de verschillende vakken
respectievelijk als eenig .aanbevolen voor
Dr. L. Aii Cohen te Groningenmej. A. C. Collard te Leeu
warden mr. S. J. Cohen te Leeuwarden.
De «tukken sub b<c en d worden ter inzage van de leden
gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld.
e. De rekening wegens de ontvangsten en uitgaven van de
gemeente over 1875 met voorstel die rekening en de daarbij te
voegen verantwoording van burgemeester en wethouders te doen
drukken in de bijlagen tot het verslag van 's raads handelin
gen en in eene volgende vergadering eene commissie tot onder
zoek der rekening te benoemen.
Dien overeenkomstig wordt besloten.
IV. Wordt medegedeeld:
Dat door burgemeester en wethouders op daartoe gedane aan
vrage, provisioneel in koop is toegewezen van de in exploita-
tatie uitgegeven pereeelen bouwterrein no. 56 aan C. F. Schwa-
ner en no. 57 aan H. Blok "VVijbrandi.
V. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Rapport eener raadscommissie over de begrooting voor de
schutterij, dienst 1877.
Conform de conclusie van het rapport wordt zonder discus
sie besloten
a. De begrooting van ontvang en uitgaaf voor de dienst
doende schutterij dienstjaar 1877 goed te keuren en vast te stel
len zooals die door den schuttersraad is ingediend.
b. De toelage daarvoor uit de gemeentekas vast te stellen
op ƒ4910.50.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders op twee missives
van aangeslagenen in de belasting op het inkomen over 1876, ge-
rigt aan heeren gedeputeerde staten.
De conclusie luidende om„aan den heer commissaris des
„konings in Frieslandonder terugzending der daarbij gevoegde
„stukken te berigten dat de raad van den inhoud dier stukken
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
„heeft kennis genomen en adviseert dat heeren gedeputeerde
„staten zullen besluiten die stukken voor kennisgeving aan te
„nemen," wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het adres
vmi mej. J. C. H. Schmidt om eervol ontslag als hfraves aan
de school van middelbaar onderwijs voor meisjes.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten aan mej J. C. II.
Schmidtleerares in de Engelsche taal en letterkunde en in de
aardrijkskunde aan de school van middelbaar onderwijs voor
meisjes in deze gemeenteovereenkomstig haar daartoe strek
kend verzoek eervol ontslag uit gemelde betrekking tc verlee
nen in te gaan den 1 September 1876.
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders ter zake ver
hooging van het tractement van de ondernaaivrouw van het nieuwe
stads weeshuis.
Nadat op voorstel van den heer Attema besloten is in plaats
van het woord onder naaivrouw te lezen tweede naaivrouw
wordt besloten a. toestemming te verleenen dat het tractement
van de tweede naaivrouw in het nieuwe stads weeshuis alhier
worde verhoogd met ƒ26 en vastgesteld op ƒ104, en b. de bij
art. 20 van het reglement op het bestuur van het nieuwe stads
weeshuis bedoelde tabel der beambten en bedienden van dat ge
sticht te wijzigen in dier voege dat worde gelezen
6a. eene tweede naaivrouw op een tractement van 104.
5. Benoeming van hulponderwijzeressen aan de gemeente
school no. 3.
a. Ter vervulling der vacature ontstaan door liet aan mej.
van Amerom verleend eervol ontslag wordt met 12 stemmen
benoemd mej. C. A. Tadema tc Leeuwardenterwijl een stem
op mej. M. E. Veneraa te Groningen was uitgebragt;
b. Ter vervulling der vacature ontstaan door de benoeming
sub a vermeld wordt mej. M. E. Veuema te Groningen met 8
stemmen benoemdterwijl drie stemmen op mej. Z. H. Schuil
te Nieuwediep en 2 stemmen op mej. Grosjean te Leeuwarden
waren uitgebragtdie respectievelijk als nommer 2 en 3 met de
benoemde op de aanbeveling waren geplaatst.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere rege
ling der bezoldiging van hoofd- en hulponderwijzers en hulponder
wijzeressen aan de gemeentescholen.
De heer Bloembergen geeft te kennen dat dit voorstel
eerst met January e. k. effect zal moeten sorteren en daarom
wenscht hij wel aan de vergadering in overweging te geven of
het ook wenschelijk is de behandeling tot later te verdagen.
Hij doet dit op grond dat de wethouder, die speciaal met de
zaken betreffende het onderwjjs belast is, niet ter vergadering
aanwezig isen buitendien het lid van den raadtevens lid dei-
plaatselijke schoolcommissie die, naar hij onderrigt is, gaarne bij
de behandeling dezer aangelegenheid tegenwoordig wilde zijn
heden niet ter vergadering konde komen.
Hij doet dus het voorstel de behandeling dezer zaak tot eene
volgende vergadering te verdagen.
De Voorzitter verklaart niets tegen het voorstel Bloembergen
te hebbendoch overigens de beslissing gaarne aan de vergade
ring te willen overlaten.
Daar het voorstel van den heer Bloembergen genoegzaam
ondersteund wordtzoo komt hot in behandeling en wordt zon
der discussie en hoofdelijke stemming aangenomen.
7. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van
den bijzonderen kerkeraad der Ned. Herv. gemeente te Leeu
warden om wijziging der schooltijden op de gemeentescholen in het
belang van het godsdienstonderwijs.
Dc conclusie van het voorstel luidt
1°. aan den bijzonderen kerkeraad der Ned. Herv. gemeente
te Leeuwardenin antwoord op zijn adres van 30 Junij 1875
no. 99te kennen te geven
13