74 "Verslag clcr handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 17 en 24 Augustus 187(1. Deze conclusie wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming aangenomen. Wordt opgemerkt dat do heeren Jongsma en do la Faille vóór de behandeling van dit voorstel de vergadering reeds had den verlaten. Niets meer te behandelen of voorgesteld zijndesluit de Voor zitter de vergadering. Vergadering van Donderdag den 24 Augustus 1876. Tegenwoordig eerst 14, later 15 leden. Afwezig de lieer Bruinsma met- en de heeren Jongsma, Su- ringar, Buma, "Wijbrandi en Kijmmell zonder kennisgeving. Voorzitter de heer Burgemeester. I. De notulen van de op 17 Augustus jl. gehouden vergade ring worden gelezen en goedgekeurd. IT. Wordt ter tafel gebragt Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding der resolutie van heeren gedeputeerde statenover de verhooging der jaarwedden van den burgemeester en den secre taris. b. Eene aanbeveling voor de benoeming van cene leerares in de aardrijkskunde en geschiedenis aan de middelbare school voor meisjes. Deze stukken worden ter visie gelegd om in eenc volgende vergadering te worden behandeld. c. Eene lijst van personendie in aanmerking worden ge bragt bij het opmaken cener aanbeveling voor de benoeming van zetters. De Voorzitter, er op wijzende dat de hier bedoelde aanbe veling volgens do wetvóór 1 September e. k. aan den heer Commissaris des,Konings moet worden ingezonden en dat dus, wanneer men niet in deze vergadering tot de keuze van perso nen voor de plaatsing op de aanbeveling overgaater eene bui tengewone vergadering zal moeten worden belegdstelt voor terstond tot eene keuze over te gaan. Hij merkt ter zake op, dat 2 van de drie aftredende zetters zich voor eene herbenoe ming disponibel hebben verklaarddoch dat de heer Plantcnga om reden van gezondheidniet weder in aanmerking wenscht te komen. Niemand zich tegen liet door den voorzitter gedaan voorstel tot dadelijke behandeling verklarendewordt tot eenc keuze van personen tot plaatsing op de aanbeveling voor eene benoe ming als zetter overgegaan. Op de lijstdoor burgemeester en wethouders ten dezen aan geboden komen voor a. voor de vacature, te ontstaan door periodieke aftreding van den heer O. Plantenga: de heeren Z. Sijbouts, H. Albarda Sz. en P. Fabrij de Jonge; b. voor de vacaturete outstaan door periodieke aftreding van den heer K. Tigler Wijbrandide heeren K. Tigler Wij brandi, G. Schilthuis en II. Ter Horst Wz. c. voor de vacaturete ontstaan door periodieke aftreding van H. II. Menalda, de heeren PI. II. Menalda, R. Reijnders en J. Feenstra llz. De uitslag der gehouden stemmingen is, dat op de aanbeve ling worden geplaatst voor de vacature sub a de heeren Z. Sijbouts en II. Albar da Sz. voor de vacature sub b: de heeren K. Tigler Wijbrandi en G. Schilthuis en voor de vacature sub c de heeren II. IP. Menalda en R. Reijnders. Hierna wordt, op voorstel des voorzitters, overgegaan tot behandeling van het onder no. 7 op den oproepingbricf vermelde punt en dientengevolge aan de orde gesteld III. De benoeming van eene commissie voor het onderzoek der gemeente-rekening over 1875. Tot leden dezer commissie worden bij 2e vrije stemming be noemd de heeren v. Eijsinga, Kuipers en Bruuger. Ieder der lieeren bekwam op zich 1() van de 14 stemmen. Na deze benoeming komt de heer Attcma ter vergadering. IY. Wordt ter tafel gebragt a. eene missive van liet bestuur van het N. S. weeshuis over de vervanging der benaming „ondernaaivrouw" in die van ..tweede naaivrouw" b. een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver zoek om ontheffing van eene der voorwaarden, gesteld voor den verkoop van bouwterreincu c. een verzoek van mej. P. Hoitsma, onderwijzeres aan de i bewaarschool no. 2 op het Zuidvlietom verhoogiug van bezol diging d. cene dankbetuiging van mej. Lammcrts van Bueren voor de haar toegekende verliooging van salaris, en e. eene dankbetuiging van mej. de wed. Schaafsmagel). Stoettvoor hare benoeming tot leerares in de handwerken aan de middelbare school voor meisjes. De stukkenvermeld onder letter a en cworden in handen van burgemeester en wethouders gesteld om berigt en raad het voorstel sub b ter visie gelegd om in cene volgende verga dering to worden behandelden de dankbetuigingen onder lett. d en e vermeldvoor mededeeling aangenomen. Y. Wordt overgegaan tot behandeling van navolgende op den oproepingbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende de vervulling der betrekking van eerste hulponderwijzer aan de ge meenteschool no. 2. De conclusie van dit voorstel strekt, „om, mot afwijking van „het bepaalde bij art. 1 der verordening van den 12 December „1872 Gemeenteblad no. 14 omtrent liet bezit der acte voor de „wiskunde, tot le hulponderwijzer aan de gemeenteschool no. 2 „te benoemen den lieer A. G. Nauta, thans hulponderwijzer der „2e klasse aan die inrigting." De heer y: SlotörcUjck wenscht, naar aanleiding van dit voorstel, gaarne het gevoelen van hetdagelijkseli bestuur te ver nemen of het niet beter zou zijneerst de betrekkelijke ver ordening te wijzigendan over te gaan tot de benoeming van iemand, die niet aan de bij die verordering gestelde eischeri voldoet en daardoor dc verordening te overtreden. Spr. komt liet voordatal geldt het hier ook een speciaal gevalde verordening dient te worden gewijzigd.. Zijns inziens gaat liet niet opte benoemen in strijd met de verordening. De lieer Hsngrors zegtdat de bemerkingzoo even door den heer v. Sloterdijck gemaaktook bij het dagelijksch bestuur is gerezen. Men heeft echter gemeend zich thans eene afwijking van de verordening te kunnen veroorloven omdat de schaarsclite van onderwijzend personeel die afwijking regtvaardigt en men zooals nog heden morgen blijktieder oogenblik geroepen wordt het bestaande te wijzigen. Daar nu in de betrokken school reeds onderwijzers zijn met acte voor de wiskundehechtte men minder aan het bezit dier acte bij den len hulponderwijzer, vooral ook, r.u gebleken is, dat de pogingen tot bekoming van dusdanigen hulponder wij zei- vruchteloos zijn geweest. Men had nu wel vooraf een voorstel kunnen doen om liet bezit der acte voor de wiskunde als ver- eischte voor den len hulponderwijzer te doen vervallendoch de mogelijkheid bestaatdat bij de aanhoudende wisseling van onderwijzend personeelna korten tijd een opvolger moet worden benoemd, voor wien het bezit der acte een vercischte Yerslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 24 Augustus 1S76. 75 zal zijn. Spr. g«eft dien tengevolge in overweging thans deze afwijking van de verordening door de bepaling onveranderd te behouden door do vingers te zien. Is de raad er op gesteld om met het oog op de benoeming van den hulponderwijzer Nauta tot len hulponderwijzer, de verordening to hebben gewijzigd spr. gelooft dat het dagelijkseli bestuur bereid zal worden gevon den, daartoe spoedig een voorstel te doen. De lieer van Sloterdijck wil met den heer Rengers ge loven dat het belang van het onderwijs meebrengtdat met de benoeming voortgang wordt gemaakt. Het is dan ook niet zijne bedoelingdie benoeming te verdagenmaar alleenom van het collegie van dagelijkseli bestuur hare zienswijze omtrent eene wijziging der verordening te vernemen. Wanneer er toe zegging wordt gegeven dat er later een voorstel tot wijziging der verordening zal worden gedaandan zijn sprs. bezwaren opgeheven en is hij bereid zich bij liet in behandeling zijnde voorstel neder te leggen. Zijn bedoeling met de wijziging der verordening is ook nietom het bezit der acte voor wiskunde als vereischte voor den len hulponderwijzer te schrappen, maar alleen, om dat vereischte facultatief te maken, door b. v. de woorden bij voorkeur of iets dergelijks in de verordening te lasschen. Dan zegt spr.kan men zoowel een hulponderwij zer met- als zonder acte voor de wiskunde benoemen. Uit dc stukken heeft spr. geziendat het in dezen niet op een enkel vereischte aankomthet getal acten dat men vraagt is bijzonder groot. Hij wil echter ook met liet oog hierop de bepaling omtrent wiskunde niet schrappenmaar facultatief stelien. Is het dagelijksch bestuur bereid daartoe het voorstel te doendan is spr. tevreden. De Voorzitter gelooft te mogen verklaren, dat er bij het dagelijkseli bestuur geene bezwaren bestaan, om een voorstel te doen do betrokken verordeningb. v. door invoeging van de woorden „bij voorkeur" in den geestdoor den lieer van Slo terdijck bedoeld, tc wijzigen; Om te gemoefc te komen aan dc zeer gegronde bezwaren van dien spr.wenscht de voorzitter de toezegging te doen voor de spoedige indiening van dusdanig voorstel. Hierna wordt tot stemming overgegaan. De uitslag hiervan isdat overeenkomstig het voorstel de heer A. G. Nauta wordt benoemd tot len hulponderwijzer aan de gemeenteschool no. 2. Op den benoemde werden alle (15) stemmen uitgebragt. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders geleidende ter vast stelling een nieuw reglement op het bestuur van de stads armen- karner. De conclusie van dit voorstel strekt: om het door de voog den der stads armenkamer aangeboden outwerp-reglement op het bestuur dier instelling, in voege als in liet voorstel is om schreven, goed te keuren en vast tc stellen. De heer v. SlotorcVjck heeft noch bezwaar tegen de alge- meenc strekking, noch tegen de bijzondere wijzigingen die door voogden voorgesteld en door burgemeester en wethouders over genomen zijnzelfs niet tegen het voorstel om de bezoldiging van den vader en de moeder in het armenhuis te vcrlioogon. Maar zegt spr. er zijn behalve de door voogden voorgestelde wijzigingenook nog wijzigingen door burgemeester on wet houders voorgesteld, wjjzigingcnwaarover de voogden der armenkamer niet zijn gehoord. Spr. zou gaarne zien, dat ook die wijzigingen vooraf aan het oordeel van voogden werden on derworpen. Hij zou gaarne weten of daartegen hunnerzijds ook bezwaren bestaan. In dc eerste plaats, merkt hij op, is door burgemeester en wet houders voorgesteld om cene bepaling in het reglement op te nemenwelke den burgemeester de bevoegdheid geeft bij eene aanvraag om bedoeling, deze, waar hij peïiculum in mom ziet, spoedeischend te verklaren en den aanvrager door den president armvoogd alleen in onderstand tc doen opnemen. Aannemende dat voor deze bepaling do noodzakelijkheid voor bedceliug ten grondslag ligt, moet hij toch opmerkendat daardoor tevens cone nieuwe autoriteit wordt opgenomen in hot kader van hen, die in bedeeling opnemen, 't Zou kunnen zijn, zegt spr., dat bij voogden hiertegen bezwaren bestaan, dat zij zich met derge lijke bepaling noode kunnen vereenigen en daarom vindt hij liet wenschclijkook over de door burgemeester en wethouders voorgestelde wijzigingen het gevoelen van voogden in te win nen. Zoo straksmerkt spr. opis geblekendat men niet te vlug met veranderingen in reglementen moet zijnthans wil hij die ondervinding hebben toegepastal ware het ook slechts om zich vooraf te verzekeren van de instemming van hendie het reglement dagelijks moeten toepassen. In dc tweede plaats stellen burgemeester en wethouders nog veranderingen voordie ook wel verdienen aan het oordeel van heeren voogden te worden onderworpen. Spr. op het hooren van voogden in dezen veel prijs stellende, geeft der vergadering in overweging en doet het voorstel om eene beslissing omtrent het aan de orde zijnde punt aan te hou den en burgemeester en wethouders uit te noodigen, om de door hen voorgestelde wijzigingen in het reglement aan liet oordeel van heeren voogden der stads armenkamer tc onderwerpen. Dit voorstel, door den heer van Eijsinga ondersteund zijnde, wordt in behandeling gebragt. Niemand echter daarover hot woord verlangende, wordt het in rondvraag gebragt en met algemoene stemmen aangenomen. Wordt opgemerkt dat dc heer. Wiersma zich ten dezen van mede stemmen heeft onthouden. 8. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende eene nadere regeling der bezoldiging van de hoofd- en hulponderwij zers en van de hulponderwijzeressen aan de gemeentescholen. Dit voorstel, - gedrukt als bijlage no. 11 tot het raadsverslag van 187G, - aan do orde gesteld zijnde, bekomt over de alge- meene strekking hot woord de heer lïupare. In de eerste plaats bespreekt hij de nadere wijzigingen, door burgemeester en wethouders op hun primitief voorstel ingediend. Spr. moet er kennen (en hij gelooft in dezen niet voor zich alleenmaar ook voor dc andere leden der plaatselijke schoolcommissie te kunnen spreken)dat die wijzigingen een goeden indruk heb ben gemaakt. Niet alleen worden daardoor de belangen van den hoofdonderwijzer aan de gemeenteschool no. I) meer in ver houding tot anderen behartigdmaar wordt ook de hoofdonder wijzeres aan de gemeenteschool no. 3 in dc algemeene verhoo ging begrepen. Intus3cheu bljjft er nog altijd een verschil tus- sclien het voorgestelde door burgemeester en wethouders en dat door de schoolcommissie bestaanen wel speciaal in opzigt tot dc jaarwedden der hulponderwijzers. Dc schoolcommissie wenscht, 't is waar, te breken met eeii pas sedert weinige jaren ook in deze gemeente toegepast beginsel. Zij kan n.l. niet inzien, dat voor tie lagere klassen het bezit der hoofdonderwijzcrsacto dooi de hulponderwijzers van zoo overwegend belang is, 'kit creene afzonderlijke belooning of premie voor moet worden toegekend. Leverde de hoofdonderwjjzöi'saele con criterium niet alleen van meerdere bekwaamheid, maar ook van meerdere geschiktheid, dan ware de zaak anders. Alleen voor den eenden hulponderwijzer, die naast het hoofd der school komt te staanverbuigt de schoolcommissie het bezit der hoo!do;id.v\viizersact<\ Burge meester en wethouders blijven echter bij hun beginsel persiste ren, om iedcren hulponderwijzer, onverschillig voor welke klasse hij werkzaam moet zijn, voor het bezit der hooiUöndei?- wijzersacte afzonderlijk tc beloouen. Zoo even, bij eene'andere zaak, zegt spr.heeft men ten op- zigtc van de school van den heer de Kuijtcr opgemerkt, dat men door de wettelijke bepalingen te veel gebonden was, doch hij vreest, dat men ook door het door burgemeester en wethou ders iu dezen voorgestaan beginsel tn veel zal worden gebonden. De schoolcommissie wenscht tl.utrom de hulponderwijzers in drie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1876 | | pagina 1