122 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 26 October 1876. zal dit doel ongetwijfeld beter worden bereikt indien de namen en verdere opgaven der publieke vrouwen aan drie dan wanneer zij aan meer geneeskundigen worden toevertrouwd. De heer van Sloterdijck stelt daarop voor om art. 30 te lezen als volgt: „De geneeskundige bedoeld bij art. 24 ontvangt van wege den „burgemeester eene opgaaf van de publieke vrouwen." De heer do la Faille erkent dat de Voorzitter teregt heeft opgemerkt, dat volgens de oorspronkelijke redactie de stads geneeskundigen met de namen der publieke vrouwen in kennis zouden worden gesteld en spr. heeft toen naar aanleiding daar van de opmerking gemaakt dat hij niet inzag waarom deze meer dan de andere geneeskundigen in de gelegenheid moesten worden gesteld om deze vrouwen te kennen. Het kwam hem voor dat o. a. de militaire geneeskundigen hierbij niet minder belang hadden en daarom stelde hij toen voor die kennisgeving algemeen te maken en aan alle genees kundigen te doen. Hij is echterna hetgeen door den heer van Sloterdijck is aangevoerd, wel overtuigd van de groote bezwaren aan deze uitbreiding verbondenmaar wenscht toch aan alle geneeskundi gen de gelegenheid gegeven te zien tot het ontvangen van die inlichtingen welke zij verlangen. Het spreekt, zijns inziens, van zelf, dat de geneeskundige met het onderzoek belast een opgaaf ontvangt. Eene bepaling in de verordening alleen hiertoe strekkendekomt hem over bodig voor. De heer Bruinsma heeft zich tegen het in de vergadering door den heer de la Faille gedaan voorstel verklaard om rede nen die reeds door den heer van Sloterdijck zijn opgegeven, want ook hij vindt dat de publiciteit wel onnoodig overdreven wordt. Hij zal zich gaarne met het amendement vereenigen zoowel de heeren doctoren als de heeren officieren van gezond heid kunnen zoo noodigdes gevraagd inlichtingen bekomen. Wanneer hij zich wel herinnert dan werd vroeger en welligfc nogdoor den heer kommandant van het garnizoen het bezoe ken van sommige huizen verboden. Daar nu de burgemeester steeds bereid zal worden gevonden alle gevraagde inlichtingen te gevenzoo komt het hem niet noodig voor, de kennisgeving aan alle geneeskundigen te be houden en aan deze zaak eene niet gewenschte uitbreiding te geven. Het amendement van den heer van Sloterdijck in stemming gebragt, wordt aangenomen met 15 tegen 2 stemmen, die van de heeren Suringar en de la Faille. Daarop wordt de geheele verordening definitief vastgesteld met 13 tegen 4 stemmen, die van de heeren Jongsma, Surin gar Bruinsma en Bloembergen. Niets meer aan de orde of voorgesteld zijnde sluit de Voor zitter de vergadering. Verslag der handelingen van den gemeenteraad Vergadering van Zaterdag den 4 November 1876. Tegenwoordig 16 leden. Afwezig de heeren: Duparc, Plantenga en Buma met- en de heeren de la Faille en Hommes zonder kennisgeving. Voorzitter de heer Burgemeester. I. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. De heer Xijmmoll brengt namens de daartoe benoemde commissie rapport uit omtrent het onderzoek in de sectiën van de begrooting der gemeentedienst 1877. Dit rapport zal worden gedrukt om te worden behandeld in eene volgende vergadering. III. Wordt ter tafel gebragt 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot finale vaststelling der verordening op de instandhouding der goede orde op de buitenpleinen en de toegangen tot het spoorweg station. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van de wed. J. Voorst om op nieuw met eene gratificatie te worden begiftigd. 3. Eene voordragt ter benoeming van een hulponderwijzer aan een der gemeentescholen. 4. Eene voordragt ter benoeming van eene hulponderwijzeres aan gemeenteschool no. 3. 5. Eene aanbeveling van personen voor de benoeming van twee leden der plaatselijke schoolcommissie. Al deze stukken worden ter inzage van de leden gelegd om te worden behandeld in eene volgende vergadering. 6. Een adres van de lste afdeeling der Friesche maatschappij van landbouw over de stichting van een gebouw voor beurs en waag in deze gemeente. 7. Een adres van de politiedienaren der lste2e en 3e klasse te Leeuwarden om verhooging hunner jaarwedden. Deze beide adressen worden in handen gesteld van burge meester en wethouders om bcrigt en raad. IV. Wordt medegedeeld 1. Dat ter visie van de leden is gelegd het procesverbaal der op 25 October plaats gehad hebbende verificatie der ge meentekas. 2. Dat de waag werker O. 8. v. d. Werf is overleden. Op voorstel des Voorzitters spreekt de vergadering na voren staande mededeeling de wenschelijkheid uit omter vervulling der ontstane vacatureeene nieuwe benoeming te doen plaats hebben. 3. Eene missive van den heer J. Swarts, waarbij deze ver klaart zijne benoeming tot secretaris-boekhouder der stads armenkamer aan te nemen. 4. Eene missive van den heer Commissaris des Konings in deze provincie gerigt aan den heer burgemeester dezer gemeente, houdende berigt dat het Z. M. den Koning heeft behaagd de jaarwedde van den commissaris van politie te Leeuwarden te verhoogen met f 400 en alzoo vast te stellen op f 2200. V. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport eener raadscommissie over het voorstel van burge meester en wethouders tot nadere wijziging der gemeente-begroo ting dienst 1876. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van het rapport beslotenhet ontwerp-besluitopge nomen in bijlage no. 16 van 1876, onveranderd goed te kenren en als besluit vast te stellen. Naar aanleiding van dit besluit wordt ter tafel gebragt, om Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant. s Leeuwarden, van den 4 en 9 November 1876. 123 in eene volgende vergadering te worden behandeld, een voor stel van burgemeester en wethouders tot het aangaan eener geldleeninggroot f 108,000 ad 4 i/2 0. 2. Benoeming van een hulponderwijzer aan een der gemeente scholen. Met algemeene stemmen wordt als zoodanig benoemd Onno Sijtstra te Leeuwardenmet bepaling dat hij werkzaam zal zijn aan de gemeenteschool no. 6. Al. De Voorzitter het noodig oordeelende eene zitting met gesloten deuren te houden heft de openbare zitting tijdelijk op. Na heropening niets meer te behandelen of voorgesteld zijnde sluit de Voorzitter de vergadering. Vergadering van Donderdag den 9 November 1876. Tegenwoordig eerst 16, later 18 leden; afwezig de heer Dirks met en de heeren Hommes en Wijbrandi zonder kennisgeving. Voorzitter de heer Burgemeester. I. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting wor den gelezen en goedgekeurd. II. De heer van Sloterdijck brengt namens de daartoe benoemde commissie rapport uit over de begrooting voor de stads bank van leening dienst 1877. Dit rapport zal ter inzage van de leden worden gelegd om te worden behandeld in eene volgende vergadering. III. Wordt ter tafel gebragt 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende de overdragt van den Harlinger trekweg in beheer en onder houd aan do provincie. Op voorstel van don heer Attema wordt besloten dit voor stel voor de raadsleden te doen drukken en te behandelen in eene volgende vergadering. 2. Eene voordragt ter benoeming van een hulponderwijzer aan een der gemeentescholen. Op deze voordragt zijn geplaatst a. Oebele van der Wijk te Bolsward b. Jan Helder te Pieterburen c. Jacob Hoitsma te Huizum. De benoeming zal in de volgende vergadering plaats hebben. 3. Eene suppletoire begrooting voor het stads ziekenhuis dienst 1876. Deze wordt ten fine van rapport gesteld in handen van de heeren: Brunger, Duparc en Hommes. 4. Een adres van de wed. O. J. Dijkstra om restitutie van 5/i2 gedeelten van haar aanslag in de belasting op het inkomen voor deze gemeente dienst 1876. 5. Een adres van de wed. J. O. Kijlstra om gedeeltelijke afschrijving van den aanslag wegens belasting op het inkomen over 1876 ten name van haar overleden echtgenoot. Deze beide adressen worden ten fine van beschikking gesteld in handen van burgemeester en wethouders. 6. Een adres van de heeren dr. M. J. Baart de la Faille en S. E. Oudschans-Dentz om verlenging van den termijn voor de aanvaarding van het bouwterrein I met zes maanden. Dit adres wordt om berigt en raad gesteld in handen van burgemeester en wethouders. IV. Wordt medegedeeld: 1. Eene missive van den heer jhr. mr. T. JE. J. van Eijsinga, houdende kennisgevingdat hij zijne benoeming tot voogd der stads armenkamer niet aanneemt. Hiervan zal kennis gegeven worden aan de voogden der stads armenkamer. 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1876 | | pagina 1