132 Verslag der handelingen van den gemeenteraad
Evenwel is die berekening hierop gegrond dat men 10,000.
uit gewone middelen zoude aanwenden tot bestrijding van bui
tengewone uitgavendaar de verhouding tusschen ontvangsten
en uitgaven anders niet de juiste zijn zou.
Wel zoude men kunnen overgaan tot verhooging van den
hoofdelijken omslag, bijv. met ƒ3,000.en dat bezwaar zoude
zoo groot niet zijndoch met het oog op de nieuwe wijze van
heffing komt dit aan burgemeester en wethouders niet wensche-
lijk voor; zij hebben het noodig geacht de percentage te laten
zooals die tot nu toe was, ten einde niet den schijn op zich te
laden dat zij door de nieuwe verordening de ingezetenen hooger
willen belasten.
Zij geven daarom den raad in overweging de hier voorge
stelde leening te verminderen met 5,000.en alzoo te bren
gen op ƒ68,000.
te Leeuwardenvan den 16 November 1876.
Hoofdstuk V wordt daarop goedgekeurd en de inkomsten
vastgesteld tot een bedrag van ƒ641,514.23 '/ij.
Nadat op voorstel des voorzitters de post hoofdstuk XI, on
voorziene uitgaven, wordt vastgesteld op ƒ8,182.stelt de raad
de geheele begrooting voor het dienstjaar 1877 vast als volgt:
Inkomsten 641,514.23 1 2
Uitgaven 641,503.24
Batig saldo 10.98 Vs
Niets meer aan de orde of voorgesteld zijnde sluit de voor
zitter deze vergadering.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad
Vergadering van Donderdag don 23 November 1876.
Tegenwoordig eerst 13, later 14 leden; afwezig de heeren
van Ejjsinga, Rengers en Dirks met, en de heeren de la Faille,
de With, Hommes en Jongsma zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen Yan het verhandelde in de vorige zitting wor
den gelezen.
De Voorzitter maakt de opmerking dat in de notulen niet
juist is weergegeven de mededeeling door den heer Kjjmmell,
naineu8 het bestuur van het St. Anthonij-Gasthuis gedaan,
betreffende de „schenking ter gemoetkoming in de verplegings-
„kosten van krankzinnigen" en evenmin dat de vergadering op
zijn voorstel daarop den heer Kijmmell heefc uitgenoodigd voor-
hands mondeling 's raads dank aan dat bestuur te betuigen.
Hij stelt het blijk van welwillendheid opnieuw van dat be
stuur ontvangen op te hoogen prijs om dit verzuim met stil
zwijgen voorbij te gaan en stelt daarom voor de notulen in
dien geest te wijzigen.
Hiertoe wordt besloten en daarop de notulen goedgekeurd.
II. De heer Brunger brengt namens do daartoe benoemde
commissie rapport uit over de suppletoire begrooting van het
stads-ziekenhuis voor het dienstjaar 1876.
De commissie vindt voldoende aanleiding om de gevraagde
subsidiewaarvan deze suppletoire begrooting het uitvloeisel is,
tot een bedrag van 2188.90 toe te staan en het geheele be
drag der begrooting te brengen op de som van 11,342.80.
Dit rapport zal ter inzage van de leden worden gelegd om
te worden behandeld in de volgende vergadering.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van de heeren M. J. Baart de la Faille en S. E. Oud-
schans-Dentzwaarbij deze verzoeken om hun nog zes maan
den uitstel te willen verleenen tot het aanvaarden van het
bouwterrein 1 aan de Sneekerkade.
Burgemeester en wethouders zien er geen bezwaar in dit uit
stel nogmaals te verleenenevenwel zijn zij van oordeel dat
met het oog op het feit dat alle bouwterreinen aan de Wil
lemskade Baljeestraatvan Swietenstraat en Langemarktstraat
zijn verkocht en crbehalve de villa-terreinengeene percee-
len meer beschikbaar zijn dan die aan de Sneekerkade en de
Kortemarktstraat, er geene termen kunnen bestaan om het geheele
bouwterrein I langer aan de publieke concurrentie te onttrek
ken tenzij door de belanghebbenden althans eene geringe
schadevergoeding wordt gegeven voor het gemis aan opkomsten
van dat terrein.
Zij stellen mitsdien voorden termijn voor de perfectie van
de koopacte van dat bouwterrein gesteld op 1 December 1876
met zes maanden te verlengen en te bepalen op den len Junij
1877onder voorwaarde dat door de adressanten met ingang
van den len December e.k. tot den len Junij e.k. van de bij
raadsbesluit van den 14 October 1875 bij moderatie bepaalde
koopsom ad ƒ12,000 eene rente zal worden betaald naar 3*/0
in het jaar berekend.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende
het ten laste der gemeente nemen van een gedeelte der kosten
voor verbetering der schietbaan.
De aanleiding tot het indienen van dit voorstel is de omstan
digheid dat de schietpoort bij de schijf gescheurd en verzakt is
en alzoo noodzakelijk dient hersteld te worden.
Deze schietpoort werd in 1874 door het rijk gemaakt en de
kosten daarvan voor Vs door de gemeente gedragen op grond
dat de schietbaan tweemalen 's weeks voor de schutterjj en
weerbaarheid beschikbaar moet blijven.
Krachtens verleende magtiging van den minister van oorlog
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
te Leeuwarden, van den 23 November 1876. 133
zal de noodzakelijke verbetering worden aangebragt door de
genienadat de gemeente zich zal hebben bereid verklaard ook
nu weder 1/3 der kosten te dragen.
Burgemeester en wethouders, van oordeel dat dezelfde gron
den van 1874 nog bestaan, stellen nu voor, het l/g dier kosten
voor rekening der gemeente te nemen.
3. Een voors'el van burgemeester en wethouders tot ver
hooging van de jaarwedden der dienaren van politie.
Burgemeester en wethouders hebben over het adres van de
gezamenlijke dienaren van politie om verhooging van hunne bezol
diging den commissaris van politie gehoord en deze beaamt de
gronden door adressanten voor hun verzoek aangevoerd ten volle.
Ook uit eene vergelijking met andere steden van gelijken
omvang als Leeuwarden blijkt dat de jaarwedden der politie
agenten over het algemeen aldaar hooger zijn dan hierwaar
aan dan ook de gedurigo mutatie in het personeel der politie
hoofdzakelijk moet worden toegeschreven.
Uit eene bij het voorstel overgelegde opgave van de meest
noodzakelijke levensbehoeften opgemaakt door den oudsten die
naar van politie der le, 2e en 3e klasse, hebben burgomcester en
wethouders de overtuiging bekomen dat het wenschelijk en billijk
is de tegenwoordige bezoldigingen te verhoogen, aangezien vol
gens hun oordeel bij de regeling der tractementen in de eerste
plaats daarop moet worden gelet, welke som voor de eerste
levensbehoeften volstrekt vereischt wordt.
Na deze overwegingen stellen burgemeester en wethouders
voorom met ingang van den 1 January 1877 de jaarwedden
van de politie-dienaren der le en 2e klasse voor ieder te ver
hoogen met 30 en van die der 3e klasse voor ieder met 50,
en in verband daarmede art. 2 der verordening regelende de
inrigting van het personeel der politie in de gemeente Leeu
wardenvastgesteld den 13 February 1873, (Gemeenteblad no.
6)te wijzigen als volgt
Do politie-dienaren der le klasse ieder ƒ580.
D n n 2c 580.
r> v n r n v 500.
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders omtrent
een verzoek van R. J. Dijkstrahuurder van de herberg de
Klanderijom vergoeding van schade, geleden tijdens de ver
andering van de Wirdumerpoorts^rug.
Burgemeester en wethouders vereenigen zich met het over
deze aangelegenheid ingewonnen advies van den directeur van
gemeentewerkendie van oordeel is dat hoe onvermijdelijk on
gevallig de werkzaamheden aan die brug ook voor liet publiek
verkeer mogen geweest zijn. de vrije toenadering tot de her
berg de Klanderij nimmer zoo belemmerd is geweest dat per
sonen of rijtuigen die herberg niet zouden kunnen naderen.
Zij stellen mitsdien voor aan adressant als antwoord op zijn
adres van 28 April 1876 te kennen te gevendat het daarbij
gedaan verzoek om schadevergoeding niet voor inwilliging vat
baar is geacht en mitsdien wordt gewezen van de hand.
5. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onder-
handsche verhuring van eenige aan de gemeente in eigendom
toebehoorende huizen.
6. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onder-
handsche verhuring van een plek gemeente-grond aan de
St. Anthonij-straat alhier aan Jacobus "Wilhelmus Sterkenburg
leerhandelaar te Leeuwarden.
7. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onder-
handsche verhuring van een perceel bouwland gelegen op Olde-
galileën, voor den tiid van één jaar, aan Willem Beiutema,
gardenier te Leeuwarden.
Al deze voorstellen worden ter inzage van de leden gelegd
om te worde» behandeld in eone volgende vergadering.
8. Eene aanbeveling ter benoeming van een voogd der stads
23