6 Verslag der handelingen van den gemeentera:
Art. 17. Wegens ontvangst en verstrekking van giften in
levensmiddelenbrandstoftenkleeding of liggingstukken of
andere voorwerpen in natura aan de instelling tot dadelijke en
buitengewone uitreiking aan de armen verstrektbehoeft in
de rekening geene verantwoording te geschieden.
Daarvan wordt melding gemaakt bij het in art. 9 bedoeld
jaarlijksch verslag.
Art. 18. De voogden houden den eersten en derden Dingsdag
van iedere maand gewone vergadering, in het lokaal hun ten
gebruike door den gemeenteraad aangewezen.
Buitengewone vergaderingen worden gehoudenzoo dikwerf
deze door den voorzitter noodig worden geoordeeld.
Ook zullen zij door den voorzitter moeten worden belegd
wanneer hem daartoe het verlangen door twee of meer voogden
wordt te kennen gegeven.
Art. 19. Alle besluiten van de voogden worden bij volstrekte
meerderheid van stemmen opgemaakt.
Bij staking van stemmen beslistzoo het benoemingen of
voordragten van personen geldthet lotin alle andere zaken
de stem van den voorzitter.
Tot het nemen van eenig besluit wordt de tegenwoordigheid
van minstens vier voogden vereischt.
Art. 20. De aanvragen van armen om onderstand worden
aan voogden gedaanonder overlegging van een wijkbriefje
waaruit voorioopig de behoefte blijkt.
Tijdelijke ondersteuning genees- heel- en verloskundige hulp
worden op vertoon van een wijkbriefje door den voorzitter ver
strekt zooveel mogelijk na voorafgegaan onderzoek naar den
toestand dezer behoeftigen door den secretaris-boekhouder.
Art. 21. In iedere gewone vergadering beslissen de voogden
op de aanvragen om onderstand.
Zij nemen deze beslissingen op een schriftelijk rapport en
advies van den secretaris-boekhouderen na de armen in per
soon te hebben gehoordmet stipte inachtneming van liet be
paalde bij art. 8 dezer verordening.
Art. 22. In de gewone vergaderiug van de voogden wordt
aan bedeelden gelegenheid verstrekt persoonlijk hunne ver
zoeken en bezwaren kenbaar te makenwaarop alsdan door do
voogden wordt beslist.
Art. 23. De armen worden verdeeld in
A. Vaste bedeelden, of do zoodanigendie gedurende het
geheele jaar moeten worden ondersteundwordende deze
onderscheiden in
verpleegden in liet armhuisen b. huiszittenden.
13. Wintertrekkersof de zoodanigendie gedurende de 3
wintermaanden December, Januarij en Februarij moeten worden
bedeeld.
C. Tijdelijke trekkers, of de zoodanigen die van tijd tot
tijd, ter oorzake vau ziekte, of om andere omstandigheden,
eenige ondersteuning nu en dan noodig hebbenof wel alleen
genees- heel- of verloskundjge hulp behoeven
Art. 24. De ondersteuning der armen geschiedt hetzij in een
daarvoor bestemd gesticht (het stads armhuis) hetzij daar buiten.
Art. 25. De verpleging in het stads armhuis geschiedt met inacht
neming van de bepalingen in het lie hoofdstuk te vermelden.
De onderstand aan armen buiten het armhuis te verleenen
bestaat, behalve in genees- heel- en verloskundige hulp, in
geldbroodturf, kleedingligging en deksel.
Art. 26. De toegestane bedeelingen in geld en brood, aan
de armen in art. 23 A. b en B. opgenoemd, worden éénmaal
's weeks, op bepaalden dag en vastgestelde uren aan hen uitgereikt.
De uitreiking van turf, kleeding, ligging en deksel wordt
naar omstandigheden door de voogden geregeld.
Genees- heel- en verloskundige hulp wordt alle dagen op
aanvrage verleend.
Op vertoon van een daartoe strekkend bewijs van den genees
heer, heelkundige of de vroedvrouw wordt aan tijdelijke trek
kers, zieke vaste bedeelden of wintertrekkers naar gelang van
d te Leeuwarden, van den II Januarij 1877.
tijdelijke behoeften het noodige verstrekt, alsmede verder het
geen op voormelde wijze voor behoeftigen wordt aangevraagd.
Art. 27. De levering van het benoodigde roggenbrood, turf
en grondstoffen voor kleedingwordt in het openbaar aanbesteed.
Ingeval echter bij de aanbesteding mogt blijken, dat voogden
het benoodigde goedkooper zich kunnen aanschaffendan de
levering wordt aangeboden, kan tot den onderbandschen aan
koop door hen worden besloten, behoudens goedkeuring van
burgemeester en wethouders.
De verdere benoodigdheden worden door de voogden aange
kocht op zoodanige wijzeals zij het voordeoligst achten.
Art. 28. De voogden nemen noch middellijk noch onmiddellijk
deel aan leveringen of aannemingen ten behoeve der instelling.
Art. 29. De voogden houden de volgende boeken en registers aan:
1. Stamboek van vaste bedeelden en wintertrekkers.
Daarin worden vermeld
a. de letter en het nommer van de woningb. de ouderdom,
de namen en het beroep van al de leden des nuisgezinsc. de
omstandighedendie bij de toegestane bedeeling in aanmerking
zijn gekomen, als: gebrek aan werk, ligchaamsgebreken enz.;
d. het tijdstip waarop de trek is begonnenen waarop die is
geëindigde. do hoegrootheid van den wekeljjkschen trek der
vaste bedeelden en der wintertrekkers.
2. Stamboek voor genees- heel- en verloskundige trekkers.
Daarin worden vermeld
a. de letter en het nommer van de woningb. de ouderdom,
de namen en het beroep van al de leden des huisgezin»c. de
omstandighedendie bij de toegestane bedeeling in aanmerking
zijn gekomenalsgebrek aan werkligchaamsgebreken enz.
d. liet tijdstip waarop de trek is begonnen.
3. Bedeclingsregisters van vaste bedeelden en wintertrekkers.
Daarin worden vermeld
a. de namen der armen en hunne kinderenb. het nummer
van het groot stamboek, en c. den toegestanen trek in geld en brood.
4. Kleedinglijst van vaste bedeelden.
Dcarin worden vermeld
a. de namen der bedeelden en van hunne kinderenb. de
ouderdom dier personenen c. eone aanwijzing van de klee-
dingstukken, die aan ieder worden verstrekt.
5. Notulenboek der vergaderingen van voogden.
6. Register op bovenstaande.
7. Boek voor de correspondentie waarin alle uitgaande stuk
ken moeten worden ingeschreven.
8. Register op bovenstaande.
9. Register op de inkomende stukken.
10. Boek der maandelijksche rekeningen.
11. Boek voor de jaarlijksche rekeningen.
12. Register van uitgaaf wegens buitengewone wekeljjkscho
bedeelingen aan tijdelijke trekkers.
13. Register van ontvang en uitgaaf van giften die ter bui
tengewone ondersteuning aan de armen worden gegeven.
14. Register van afgegeven briefjes op geneesheerenheel
meesters enz.
15. Register voor de administratie der effecten. In dit
register worden alle bezittingen naauwkeurig vermeld en om
schreven. Bij de bezittingen welker inkomsten tot een bepaald
einde moeten worden besteed wordt dit met alle bijzonderheden
aangeduid.
16. Magazjjnbock van kleeding.
17. Boek voor opgeslagen cu afgegeven turf.
Het armhuis betreffende
1. Stamboek vau verpleegden.
Daarin worden vermeld
a. naam en ouderdom; b. bezitting van verpleegden, ene. het
tijdstip van opname en van overlijden of verlaten van het gesticht.
2. Notulenboek van de regenten vergaderingen.
3. Register op bovenstaande.
4. Bonboek.
Verslag der handelingen van den gemeenterai
5. Magazijnboek.
6. Boek der maandelijksche rekeningen.
7. Register van inbreng der verdiensten van verpleegden.
HOOFDSTUK II.
Van iiet stads armhuis in het rijzonder.
Art. 30. Het stads armhuis dient tot opneming en verpleging
van oude of gebrekkige personenverlaten kinderen of weezen,
allen voor zooverre zij van geen kerkelijke of bijzondere instel
lingen van armenverzorging te dezer stede gevestigd voldoende
ondersteuning kunnen bekomen.
Art. 31. Het bestuur over het stads armhuis is opgedragen aan
de voogden der stads armenkamer.
Art. 32 Deze voogden bepalen welke personen daarin zullen
worden opgenomen en verpleegd.
Art. 33. De voogden maken almede zoodanige huishoudelijke
bepalingen ter bewaring van orde en tucht voor de verpleeg
den als zij zullen vermeenen noodig te zijn. Zij deelen deze
bepalingenals ook de vereischt wordende wijzigingenbinnen
eene maand na hare vaststelling, aan burgemeester en wethou
ders mede.
Art. 34. Het dagelijksch toezigt en beheer over dit gesticht,
het regelen der voedingsmiddelen en het afdoen van alle dage
lijks voorkomende huishoudelijke zakenzijn opgedragen aan
de daarmedeonder deii naam van regentenspeciaal belaste
commissie uit voogden.
Deze kiest uit haar raidden eenen voorzitter.
Art. 35. De kosten van verpleging worden gehoed uit de
fondsendoor het gemeentebestuur beschikbaar gesteld ten be
hoeve van de administratie der stads armenkamer.
Art. 36. Op den staat van begrooting van de stads armen
kamer wordt een afzonderlijk artikel voor de behoeften van het
stads armhuis voorgedragengesplitst in zoovele onderdeden
als nuttig zal worden geoordeeld.
Art. 37. Een dor regenten, bijgestaan door den secretaris
boekhouder, houdt naauwkeurig aanteekening van alle ontvang
sten en uitgaven, en doet daarvan maandelijks, in de tweede
vergadering van de voogden rekening en verantwoording.
Bij het doen der jaarlijksche rekening van de voogden aan
het gemeentebestuur worden de uitgaven van het stads armhuis
op liet bij de begrooting daarvoor aangewezen artikel aangebragt.
De rekening van het stads armhuis afzonderlijk wordt ne
vens de jaarlijksche rekening overgelegd.
Art. 38. De regenten zijn verpligt iedere maand eene ver
gadering te houden in het gestichtten einde de voorkomende
zaken te regelen en de voorstellen van den vader en de moeder
te hoorenalsmede de mogelijke bezwaren van verpleegden
welke verlangden te worden gehoordom daaromtrent te beslis
sen, of wel daarvan rapport te doen in de eerstkomende ver
gadering van de voogden der stads armenkamer.
Bovendien worden zoo dikwijls buitengewone vergaderingen
gehouden als een der regenten zulks noodig rekent.
Art. 39. De voogden besluiten over alle voorstellen en rap
porten het stads armhuis betreffende, welke hun door regenten
of door voogden worden gedaan.
Art. 40. De regenten maken de behoeftigen bij de opname
in het gesticht bekend met de huishoudelijke bepalingenwaar
naar zij zich hebben te gedragen.
Art. 41. Iemand in het gesticht opgenomen, mag daaruit
wegens wangedrag of' andere omstandigheden door regenten niet
worden verwijderd, dan op magtiging van de voogden.
Art. 42. De regenten hebben echter wel het regt om kleine
straffen aan verpleegden op te leggen, bij het niet nakomen
van de bevelen en voorschriftenwaaraan zij volgens de huis
houdelijke bepalingen zijn verbonden.
Art. 43. De regenten dragen, zooveel mogelijk zorg, voor
eene goede opleiding van de kinderen. Zij zorgen voor getrouw
schoolbezoek en bij het verlaten der school, dat de jongens op
d te Leeuwarden, van den 11 Januarij 1877. 7
handwerken geplaatsten de meisjes worden opgeleid in huishou
delijke bezigheden ten einde zich te bekwamen, om zoodra hunne
jaren zulks toelaten, in eigen onderhoud te kunnen voorzien.
Art. 44. De regenten zorgen mede, zooveel mogelijk, dat
de kinders op twintig-jarigen leeftijd het gesticht verlaten of
zoodra voogden hen bekwaam oordeelen om in eigen onderhoud te
kunncm voorzien. Wegens ligchaamsgebreken of andere om
standigheden is eene verpleging boven dien leeftijd geoorloofd.
Art. 45. Onder het toezigt van regenten en het bestuur van
do voogden zijn een vader en eene moederdoor de voogden
te benoemenwerkzaamdie zoodanige verpligtingen hebben
te vervullen als uit den aard hunner betrekking en uit do
instructiedoor de voogden hun te gevenvoortvloeijcn.
Art. 46. De vader en moeder worden benoemd tot weder-
opzeggens toe. Zij genietenbehalve vrije woningvrije kost
zoo als deze in het gesticht wordt gebruiktvrije geneeskun-
kundige hulp, vrij vuur en licht, en eene vaste jaarlijksche
bezoldiging van vijf honderd gulden.
HOOFDSTUK III.
Van de regeling der werkzaamheden van
de voogdev.
Art. 47. De voogden nemen bij afwisselingtelkens voor
zoodanigen tijd, als door de vergadering wordt bepaald, het
voorzitterschap waar. Van iederen overgang van het voorzitter
schap wordt vooraf mededeeling gedaan aan burgemeester en
wethouders.
Art. 4S. De voorzitter is dagelijks, op een door de voogden
te bepalen uurvoor de armendie ondersteuning verlangen
te spreken en hoort hunne verzoeken aan.
Hij beschikt op die verzoeken, zoover zij voor eene dade
lijke afdoening vatbaar zijn, na alvorens het vereischte onder
zoek te hebben ingesteld en neemt do noodige voorzieningen
in overleg met den 6ecretaris-boekhouder.
Spoed eischende gevallen uitgezonderdverleent hij echter
geene ondersteuningdan aan zoodanige armentot wier on
dersteuningdoor de vergaderingis besloten.
Ilij is belast met de gewone en buitengewone wekelijksclie
uitdeclingen in geld en broodbijgestaan door den secretaris-
boekhouder. Buitengewone uitdeeliugen doet hij echter niet
dan in overleg met den secretaris-boekhouder.
Hij verleent magtiging tot kostelooze genees-heel- on ver
loskundige hulphoudt van de afgegevene lastbriefjes het be
trekkelijk register aan cn ziet, met den secretaris-boekhouder,
toe op het behoorlijk bezoeken der zieken door de daartoe be
noemde genees- en heelkundigen.
Ait. 49. De voorzitter is belast met alle ontvangsten en uit
gaven, en doet daarvan, bij het einde van zijn voorzitterschap
rekening en verantwoording aan de voogden.
Hij doet echter geene uitgaven de som van tien gulden te bo
ven gaande, dan op magtiging van de vergadering. De te be
talen rekeningen worden, ten blijke dier magtiging, door twee
dier voogden voor goedgekeurd geteekend.
De groote sleutel van de ijzeren kist waarin de effecten en
daartoe betrekkelijke bescheiden worden bewaardis onder hem
berustende. De twee kleine sleutels van die kist zijn in bewa
ring van twee der andere voogdendaartoe door de vergade
ring aangewezen. Heeft de voorzitter een dier sleutels tevens
in zijne bewaring, dan geeft hij dezen gedurende zijn voorzit
terschap aan den secretaris-boekhouder.
Art. 50. De voorzitter ontvangt en opent alle aan de voog
den gerigte stukkenen brengt die in de eerstvolgende verga
dering ter tafel. De berigten op ingekomen stukken, welke
eene dadelijke behandeliug vereisclienworden door hemmet
overleg van den secretarisboekhoudergegeven; hij doet daar
van bij het ter tafel brengen der stukken tevens mededeeling.
Ilij leidt de vergaderingen van de voogden en is belast met