32 Verslag der handelingen van den gemeentel
dat de raad genegen is de regten der gemeente Leeuwarden op
de inkomsten der Nesserzijl en bijbehoorendo brug aan den
staat over te dragen voor eene som van ƒ11,400.
9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der
verordening regelende het meten en wegen van granen enz. (Zie
bijlage no. 5 van 1877.)
De heer Bakker:
Mijnheer de Voorzitterik kan mij niet vereenigen met het
voorstel dat thans aan de orde is gestelden reken mij verpligt
in het belang van Leeuwarden's graanhandel mijne bezwaren in
dezen kenbaar te maken.
Ik zal derhalve zoo kort mogelijk eenige motieven door bur
gemeester en wethouders voor hun voorstel aangevoerd trachten
te weerleggen.
Al dadelijk trof mij de bewering dat toepassing van de ver
ordening stagnatie zoude te weeg brengen in den handelik
geloof dat nietwel zou bijv. de eerste en misschien de tweede
week menig aanvoerder van graan eenige vertraging in de
aflevering ondervinden of zich eenige onkosten moeten getroos
ten doch dat zou zich niet herhalenwant de aanvoerders van
granen wanneer zij eenmaal weten het is ernstde gemaakte
verordening wordt uitgevoordzouden evengoed als de aanvoer
ders uit andere provinciën hunne producten aanvoeren in zakken
van 100 of 50 liter.
Dit nu zou mijns inziens zeer in het belang van den handel
zijn en dat er onder de handelaars zijn, die deze zienswijze
deelen bewijst het adres aan den raad door 26 der voornaamste
handelarenniet alleen uit deze gemeentemaar ook uit Gro
ningen Franeker en zelfs een paar uit naburige dorpen.
Het feitdat door adressanten gevraagd wordt het voorstel van
burgemeester en wethouders niet aan te nemen is de beste
weerlegging van het advies van de kamer van koophandeldat
namelijk de handelaars het beter en gemakkelijker vinden de
oude gewoonte te behouden om aan te voeren in zakken van
75 liters.
Neenmijnheer de voorzitterde graanhandelaars zijn genoeg
zaam overtuigddat de bepaling van art. 13 zeer gewenscht
isdoch de landbouwers in deze provincie vinden het gemak
kelijker in de oude sleur door te gaan en de meters-wegers
hetnaar het schijntverstandiger eene verordening door den
raad vastgesteld, op voorstel van burgemeester en wethouders
en advies van de kamer van koophandel, niet uit te voeren.
De aanvoer in zakken van 75 liters is echter in het nadeel
der landbouwers; immers uit onderscheidene oorden des lands
worden orders gegeven voor het koopen van granen en zaden
aan onze markt.
Indien nu, zooals veeltijds gebeurt, deze granen en zaden
van hier verzonden worden in zakkendan moet dit geschieden
in zakken van 100 literomdat men in andere provinciën geene
granen op eene andere wijze verzendt, en om die gereed te
krijgen moeten de handelaars de hier gekochte granen eerBt op
pakhuis laten brengen en daarna op nieuw opmeten in zakken
van 100 liters, niet eens rekenende liet omslag en tijdroovende
van dezen maatregelgaan daarmede altijd 10 cent onkosten
per hectoliter verloren en nu is het duidelijk dat deze 10 cent
eigentlijk door de landbouwers worden betaald.
In het advies der kamer van koophandel wordt opgemerkt
dat indien aan de bedoelde bepaling de hand ware gehouden
hare toepassing geene moeijelijkheid van eenig belang in het
vervolg zoude hebben opgeleverd; ik stem dit volkomen toe
doch begrijp volstrekt niet waarom dan nu zulks wel het geval
zou zijn.
Burgemeester en wethouders merken op dat aan den komman-
deur der korenmeters toon order is gegeven de handelaars en
aanvoerders van granen te bewegen de verordening stipt op te
volgenhet komt hem echter voor dathadden de meters de
verordening opgevolgddo aanvoerders wel zouden genoodzaakt
tad te Leeuwardenvan den 22 Maart 1877.
zijn zulks te doenwant in de verordening is geen spraak van
het aanvoeren in zakken van 100 of 50 liters.
Door burgemeester en wethouders wordt nog aangevoerd dat
een groot bezwaar tegen de bepaling van art. 13 der verorde
ning gelegen is in ae wijze van aanvoer van granen in deze
provincieen wordt er op gewezen dat de toestand in Gronin
gen bijv. geheel anders is dan hier; ik geloof echter dat dit I
niet veel verschiltzijn mijne informatiën juist dan is er in I
Groningen geen een kraan voor het lossen van granenook I
daar worden de zakken uit de schepen gedragen en zoo naar
de pakhuizen vervoerd.
Nu is er, geloof ik, geen enkele werkman hier die bezwaar I
heeft om hectoliters te dragenintegendeel verre de meesten
werken liever bij hectoliters omdat zij op een dag meer kun
nen doen en tegen het meerdere gewigt l/4 minder te loopen
hebben.
Opmerkelijk is het dan ook dat bij het lossen van gestort
fraan hetzelve altijd met hectoliters uit de schepen op de zol-
ers wordt gedragen en slechts bij uitzondering in zakken van
75 liters; het is dus ook in het belang van ons werkvolk dat
de bestaande bepalingen worden gehandhaafd.
Het verzenden van granen aan neringdoenden in de provin
cie geschiedt volgens het advies der kamer van koophandel in
den regel in zakken van 75 liters.
Ik heb daaromtrent informatiën genomen bij oen paar firma's,
die vele granen en zaden naar de kleinere plaatsen afzenden
en kroeg van die heeren de verzekering zulks geheel onjuist is
en bijna alles in hectoliters wordt verzonden.
Burgemeester en wethouders beweren op advies der kamer
van koophandel dat de hoofdzaakwaarbij de handel belang
heeftis dat de granen enz. gewogen en gemeten worden per
hectoliter, hetgeen dan ook inderdaad steeds plaats heeft.
Ik stem volkomen toe dat de granen steeds met '(2 hectoliters
gemeten wordenmaar zou ook nie tweteu hoe zulks anders mo
gelijk was, maar dat is hier de zaak niet; ofschoon de granen
en zaden per l/2 hectoliter worden gemeten vindt men toch op
de meetbriefjes geteekend door de korenmetersgemeten bijv.
50 zak-, hij is in het bezit van dergelijke briefjes, en nu
is voor ieder graanhandelaar hierin veel nadeel gelegen en ver
oorzaakt hem overtollig" werkwant hij moet nu al de posten
die aldus op meetbriefjes staan herleiden tot hectoliters om re
den dat de prijs der granen zonder uitzondering bepaald wordt
per hectoliter, en is dit mijns inziens een sterk bewijs dat de
handel het oude stelsel gaarne wil laten varen. Men vergete
ook niet dat de toestand in de laatste jaren eigenaardig in den
graanhandel verandering heeft gebragtsedert de communicatie
met Groningen zooveel gemakkelijker is, komen wekelijks vele
Groningsche handelaars alhier ter markt en omgekeerd vele
onzer handelaars bezoeken de bours te Groningen: hoe meer
nu in alles eenheid wordt gebragt, hoe beter voor den handel.
Het komt mij dus voormijnheer de voorzitterdat het voor
stel zooals het daar ligtm het nadeel van den handel zou
zijn, nadeelig voor de boeren, schadelijk voor onze werklieden
en zeer lastig en hoogst nadeelig voor ae graanhandelaars, maar
dat daarentegen eene strenge handhaving van art. 13 al. 2 der
verordening op het meten en wegen van granen zeer wensche-
lijk is, en zal ik dus tegen het voorstel stemmen.
De heer Brunger was ook voornemens geweest dit voorstel
te bestrijdendoch de grondendoor den heer Bakker daarte
gen aangevoerdkomen hem zoo voldoende voordat hij er
niets meer heeft bij te voegen.
Hij zal dus tegen het voorstel stemmen', tenzij hij door de
repliek worde teregt gewezen.
Do Voorzitter, ofschoon het meten en wegen van granen
niet tot zijn vak behoort, wil toch eenige opmerkingen in het
midden brengen.
Het ligt in den aard der zaak dat deze aangelegenheid onder-
Verslag der handelingen van den gemeentqr
zocht is geworden na de opmerking die daaromtrent bij de be
handeling der gemeentebegrooting voor 1877 is gemaakt.
Men heeft zich toen beklaagd dat de betrekkelijke vororde-
ning niet werd gehandhaafd en zoo is het beter die te wijzigen
dan als een bloot voorschrift te laten blijven bestaan.
Burgemeester en wethouders hebben toen het advies inge
wonnen van de kamer van koophandel en fabrieken te Leeu
warden, die toch zeker wel moet beschouwd worden als het
ligchaamwiens opiuie in dezen groot gewigt in de schaal zal
leggenen deze heeft geadviseerd de bestaande bepalingen te
schrappenzooals nu wordt voorgesteldvan oordeel zijnde dat
men den handel niet moest binden.
Hij begrijpt voorts niet welk onderscheid, welk bezwaar er
in bestaatof men 40 zak of 30 hectoliter weegt.
Dat de zakken eerst op een zolder moeten worden ge' ragt
alvorens in hectoliters te kunnen worden omgezet is hem niet
regt duidelijk, want is men zeker van het gewigt van den zak,
dan is men dit ook van den hectoliter en dan moet altijd 30
hectoliters 40 zakken uitmaken en omgekeerd.
Spreker gelooft dat hot altijd verkeerd is den handel te dwin
gen men moet dien trachten te leiden en daartoe behoort
zijns inziensin de eerste plaats dat men niet te streng vast-
houde aan beginselen waardoor de handel aan banden wordt
gelegd en waardoor dus de mogelijkheid kan ontstaan dat deze
zich verplaatst.
Het meten in zakken van 3/4 hectoliter inhoud ligt bovendien
in de menschelijke natuurmen noemt een dergelijke hoeveel
heid een loopomdat ieder mensch van gewone ligchaamskracht
zich daarmede gemakkelijk kan bewegenterwijl er eene zekere
geoefendheid toebehoort om zakken met 100 liter granen gevuld
naar boven te dragen.
Het is dus zijns inziens geene gemakzucht van de landbou
wers doch alleen de overtuiging bij ondervinding dat :i/j hecto
liter zakken veel handelbaarder zijn.
De heer Bakker heeft beweerd dat de meters-wegers het
oude stelsel gemakkelijker geoordeeld hadden en daarom de ver
ordening niet doortastend gehandhaafd hadden doch dit is vol
strekt niet het gevalop den eersten marktdag dat de nieuwe
verordening in werking trad waren de granen aangevoerd in
854 hectoliters en 20 29 zakken.
En nu vraagt spreker of er geene belangrijke stagnatie in den
handel zoude zijn tcweeggebragt zoo op dien dag met ijzeren
hand ware vastgehouden aan die nieuwe verordening?
Het komt er zijns inziens voor den handelaar al zeer weinig
op aan of de granen worden gemeten bij 100 of bij 75 liters,
maar wel of het zaaddat in die of die zakken wordt gemeten
van eene goede, van de gewenschte kwaliteit is en wat betreft
het feit dat men gemakkelijker met heele en halve hectoliters
kan rekenen, zoo gelooft Iuj dat de meeste handelaren, dank
zij de goede inrigtingen van het lager onderwijshet thans wel
zoover gebragt hebben dat zij 3/4 hectoliters tot hectoliters kun
nen herleiden.
Ook vergist de heer Bakker zich met te beweren dat er te
Groningen evenmin als te Leeuwarden kranen aanwezig zjjn
daar hij meent te weten dat er een is bij de Der-Aa-poort en
ook op meerdere plaatsen.
Spreker stelt zich in dezen geen partij dochmet het oog op
den wensch dat de verordening geen bloot voorschrift blijve
gelooft hij dat het wenschelijk is den handel geheel vrij te laten
door het voorstel aan te nemen.
De heer Wiersma vereenigt zich geheel met het voorstel
van burgemeester en wethouders en wel op grond dat de han
del vrij moet zijn.
Zoo 'het waar is wat de heer Bakker beweert dat het zoowel
voor de koopers als voor de boeren voordeeliger is te meten in
zakken van 100 liter dan twijfelt hij er niet aan of de meting
zal eerstdaags niet anders geschieden. Door den handel die vrij
heid te laten zal hij aannemen wat hem het doelmatigste en
lad te Leeuwardenvan den 22 Maart 1877. 33
beste voorkomt en daarom keurt spr. alle beperkende bepalingen af.
Hij wilde zijn stem motiveren juist omdat hij in dezen geen
man van het vak is.
De heer Duparc zegt, dat toen deze verordening in 1875
werd behandeld spr. zien zeer heeft verwonderd over de be
paling. Hij vroeg zich zelf af waartoe het noodig of nuttig
wasiemand te dwingen in de wijze waarop hij zijne waar
wil aanvoeren?
Het bleek echter dat de handel belang in de bedoelde be
paling stelde. Zij werd dan ook met algemeene stemmen aan
genomen. Geen der leden scheen dus in 1875 bezwaar in de
beperking of den dwang te zien.
Teregt is er door den Voorzitter op gewezen, dat, na het
voorgevallene in de secties, burgemeester en wethouders niet
anders konden doen dan de zaak op nieuw aan het oordeel van
den raad onderwerpen.
Ofschoon de kamer van koophandel en fabriekendoor bur
gemeester en wethouders gehoordop hunne verklaring dat dit
behoud der bepaling stagnatie in den handel kon veroorzaken
tot hare afschaffing adviseerdeis het toch in het oogvallend
dat wel tal van handelaren een adres tegen de afschaffing heb
ben ingediend, doch niet één zich in anderen zin aan den raad
heeft gewend. Men schijnt dus wel tot de conclusie te mogen
komendat de handel zich liever laat bindengelijk men het
wil moenendan vrij blijft. Spr. ziet er voor zich dus geen be
zwaar in om te stemmen tegen het voorstel van burgemeester
en wethouders.
Eene enkele opmerking nog over den eersten marktdag toen
de nieuwe verordening was in werking getreden; ware toen de
verordening dadelijk met gestrengheid toegepastdan zoude op
dien dag zeker stagnatie in den handel zijn ontstaandit zoude
echter bij doortasten op den tweeden marktdag reeds minder en
op den derden nog minder geworden zijn, en zeer waarschijnlijk
zouden wij thans niet hebben gestaan voor een voorstel tot wij
ziging der verordening.
De heer Brunger constateert dat de in 1875 vastgestelde
verordening meer bepaald een gevolg is van het toen uitgebragt
advies van de kamer van koophandel waarop het voorstel aan
den raad is gevolgd.
Dezelfde corporatie die er toen voor was adviseert er nu te
gen en dit vindt spr wel wat ondoordacht.
Het is een feit dat iedere wijziging tegenstand ontmoet en
dat er meermalen ontevredenheid door ontstaatdoch de termijn
om die reeds geheel te hebben doen ophouden is zijns inziens
nu nog te kort; ook om de uniformiteit met de andere provin
ciën te behouden is hij er tegen de in 1875 vastgestelde veror
dening nu reeds te veranderen.
De Voorzitter kan zich best de veranderde zienswijze van
de kamer van koophandel en fabrieken begrijpen.
Dit ligchaam had zich voorgesteld dat de wijziging ingang
zoude vinden bij de landbouwersdaar deze het graan aanvoeren.
De ondervinding heeft evenwel geleerd dat zij liever aanvoe
ren in zakken van 75 liter en van daar de veranderde ziens
wijze van de kamer van koophandel.
De heer Dirks heeft nog een argument voor dit voorstel.
Wil men den nieuwen maatregel blijven behouden en dien met
alle gestrengheid handhavendan zal men zich toch nog lang
moeten behelpen met de zakken die er thans zijn.
De zakken-verhuurders in geheel Friesland toch hebben al
hunne zakken ingerigt op het meten met 75 liters en die zou
den dan moeten vervallen. De oude zullen zijns inziens eerst
versleten moeten zijnoer de nieuwe van 50 en 100 ge
bruikt wordenmen zal die van 75 liter toch niet wegwerpen
De heer Kuipers verklaartdat hij ziehop grond van art.
46 der gemeentewetvan stemming over dit voorstel zal ont
houden.