80 Verslag der handelingen van den gemeenter; ling van rapporteurs ligt, dat, wanneer bij uitwerking van het plan mogt blijken, dat niet overeenkomstig dien wenk kan wor den gehandeiden dat daartegen overwegende bezwaren be staandaaraan niet meer zal worden gehecht. De heer Brilinsma wil opmerken, dat men, wat licht en lucht betreit, aan de westzijde van het te stichten gebouw toch altijd de huizen van de heeren Bolman en Jonker zal hebbeu dat, naar hij meent, in principe is uitgemaakt dat afreken- kamertjes - veVeischt wordendoch dat het voorals nog niet is uitgemaakt, waar het wenschelijkste is, die aan te brengen. De lieer Wiörsma verklaart het woord te hebben gevraagd, om hetgeen zoo even door den voorzitter is gezegd te beves tigen en om er nog op te wijzendat in het verslag niet is voorgesteld de afrekeukamertjes aan de westzijde van het gebouw te maken. Men heeft hieromtrent slechts een wenk gegeven. Het voorstel is, om 10 a 12 afrekenkamertjes te .maken en nu moet bij do bewerking van het nieuw ontwerp beoordeeld wordenwaar die kamertjes het doelmatigst kunnen worden aangebragt. De heer Bloembergen is ter zake geheel van gelijke opinie als de voorzitter. Ook hij beschouwt het dat door rapporteurs in dezen slechts een wenk is gegeven, maar juist, zegt hij, omdat het een wenk is, bestaat er grond voor het vermoeden, dat rapporteurs in het aanbrengen der voorgestelde kamertjes eenig bezwaar zien. Wanneer rapporteurs in hunne conclusie voorstellen, om een nieuw ontwerp te doen maken, gewijzigd naar de wenken en wijzigingen in hun rapport vermeldvoor zooverre die wijzigingen door den raad zijn goedgekeurd, dan gelooft hjjdat er alle redenen zijn, dat de leden van dien raad van hunne openie opzigtens die beoogde wijzigingen doen blijken opdat het blijkewelke dier wenken al of niet instemming vonden en daarop bij het maken van een nieuw ontwerp zal kunnen worden gelet. Spr. acht daarom de door den heer Bakker gemaakte opmerking allezins gepast. De heer Wiersma wenscht nog even in het lichttestellen, wat in het verslag van rapporteurs en wel op pag. 45 is te lezen. Daar staat, zegt hij, „zonder van ons denkbeeld een „voorstel te willen maken, geven wij in overweging, de west zijde der boter waag daarvoor (voor de plaatsing der afreken kamertjes) te benuttigen." Dat gezegde, merkt spr. op, is in het verslag geplaatst, opdat niet te veel gewigt aan die plaatsaan wijzing zou worden gehecht. Punt b. der conclusie van rapporteurs wordt hierna in stem ming gebragt en met algemeene stemmen aangenomen. Punt c. wordt alsnu aan de orde gesteld luidende c. burgemeester en wethouders uit te noodigen 1. „den directeur der gemeente werken op tö dragen, binnen „drie maanden na het door den raad te nemen besluit te leveren „een nieuw ontwerp voor eene handelsbeurs, vereenigd met waag, „met in acht neming der wijzigingen en wenken in liet verslag „van rapporteurs voorgesteld, vergezeld van een bestek en eene „begrooting van kosten, alles ingerigt op dien voet, dat het „werk voor circa /MGOjÓOO kan worden uitgevoerd 2. „naar aanleiding van dit nieuw ontwerp' den raad zoodra „mogelijk een bepaald plan voor de stichting eener handelsbeurs „vereenigd mot waag ter vaststelling aan te bieden 3. „den directeur der gemeentewerken op t dragen een af zonderlijk plan met bestek en specifieke begrooting van kosten ••„te vervaardigen van het eenvoudigst, goedkoopst en doelmatigst „verwarmingstoestel voor de beursruimten en naar aanleiding „hiervan den raad nadere voorstellen daaromtrent te doen 4. „te zijner tijd den raad de noodige voorstellen te doen, aan gaande de dekking der voor de stichting van het beursgebouw „vereischte kapitalen." De discussiën over dit punt der conclusie geopend zijnde, zegt de heer Rengersdat men thans is genaderd aan een punt ,ad te Leeuwardenvan den 12 Julij 1877. dat niet is opgenomen in het vooistel van burgemeester en wet houders en waarvan hij groote bezwaren tegemoet ziet. Hij wijst hier inzonderheid op den betrekkelijk korten tormijn voor de uitvoering der opdragt gesteld. Daarbij zal naar hij ver wacht, de zaak bij den directeur der gemeentewerken weiuig instemming vinden, die gehouden zal zijn niet zijne, maar denkbeelden van anderen bij het nieuw ontwerp in acht te nemen. Daarenboven zal de groote omvang zijner werkzaam heden hem vrij zeker verhinderende opdragt binnen een be trekkelijk korten tijd uit te voeren en at te doen. Het is op die grondendat spr. het navolgend amendement in dient „Punt c der conclusie van rapporteurs te doen vervallen en „daarvoor in plaats te stellen het volgende „Het ontwerpen van een definitief plan voor beurs- en waag gebouw behoudens nadere goedkeuring van den raadop te „dragen aan een door burgemeester en wethouders, in overleg „met de raadscommissie voor openbare werkenaan te wijzen „deskundige." Met het oog op de omstandigheid, dat bij de behandeling dezer zaak mede ontwerpen van anderen ter sprake zijn gebragt, acht spr. het noodig op te merken, dat zijne bedoeling geenszins is een bepaald persoon met het ontwerp te belasten, maar enkel om de zaak op geheel vrij terrein te brengen. Het amendement van den heer Rengers genoegzaam onder steund zijnde, wordt alsuu in behandeling genomen. De heer Bruinsma kan zich met dat amendement geens zins vereenigen. Hem komt het voor, dat, als men aan een ander de opdragt gaat doen, de schijn ontstaat alsof de direc teur der gemeentewerken voor de uitvoering daarvan ongeschikt is. Wel heeft de heer Rengers gezegddat deze ambtenaar reeds veel werk heeftmaarspr. wil opmerkenhij heeft ook veel adsistentie. Spr. voor zich kan niet beoordeelenof de direc teur wegens.gebrek aan tijd de bedoelde opdragt niet zal kun nen uitvoerendit wenscht hij van dien ambtenaar zelf te hooren en zegt spr. neemt hij de opdragt aanwaartoe dan thans een ander verkozen. Vroeger heeft men tot het uitschrijven eener prijsvraag be sloten en er is vooral ook op aandrang der commissie van beoordeeling eene belooning toegekend aan de vervaardi gers der drie best gekeurde ontwerpendoch ook daarmee kon spr. zich niet in principe vereenigen. Het bleek immersdat geen van de ontwerpen voor de gestelde som ad f 150,000 kon worden uitgevoerd. Laat men nu in dezen toch de zaak aan den directeur over laten en wanneer die in de uitvoering der opdragt bezwaar ziet, dan kan men nog altijd een ander kie zen. Bij hem is het de vraag of de directeur de opdragt niet binnen den gestelden termijn zal kunnen uitvoeren. De heer Duparc moet zich ook tegen het amendement van den heer Rengers verklaren. Het denkbeeld is geen oogenblik bij spr. opgekomenalsof dat lid de minste flétrissure van den heer directeur der gemeentewerken zou hebben beoogd. Maar, zegt spr.het publiek zou bij de aanneming van het voorstel alligt dat denkbeeld kunnen krijgen. Het zou er de ge volgtrekking uit makendat de directeur voor de verdere uit voering der zaak niet geschikt wordt geacht. Spr. wenscht derhalve de opdragt aan dien ambtenaar te hebben gedaan echter niet alleen daarom maar ookomdat de directeur jaren lang tot de zaak heeft medegewerkt. Hij was de man voor de opmetingen en het maken der berekeningen. Hij is bij het opmaken van het laatste plan in overleg getreden met de kamer van koophandel en de boterhandelaren, kortom, hij is van alles op de hoogte. Tegen de opmerking van den heer Rengers, als zou de directeur casu quo gehouden zijn de denkbeelden van een ander uit te werkenmoet spr. in het midden brengendat de bedoelde denkbeelden voor het moerendeel zijn van den directeur zei ven of althans in overleg met hem geformuleerd. Verslag der handelingen van den gemeenten Spr. ziet in het verstrekken der opdragt aan een ander des kundige groote bezwaren. Ofschoon hij niet gaarne zich als rigter zal aanstellen tusschen de beide bestaande plans voor de stichting van het beurs- en waag gebouwmeent hij er toch op te mogen wijzen, dat de bezwa rentegen het plan van den directeur der gemeentewerken in- gebragtvoor het meerendeel den uiterlijken vorm van het gebouw betreffendoch dat het plandoor den anderen des kundig© ingezonden bezwaren van veel meer gewigt ontmoet zij betreffeu de inrigting. En nu is spr. van meeningdat aan bezwaren wegens uiterlijken vorm gemakkelijker is tegemoet te komendan aan diewelke het inwendige van een ge bouw betreffen. Den heer Rengers doet het bijzonder leed, dat het voorstel door hem met de beste bedoeling gedaan en geenszins om kri tiek uit te spreken over een verdienstelijk ambtenaar, verkeerd is opgevat. De heer Bruinsma met wien spr. reeds verschei den jaren in het dagel. bestuur zitting heeft gehadkan toch beter dan iemand weten hoe hoog spr. de verdiensten van den directeur waardeert en zelfs nooit geaarzeld heeft zijne partij op te nemen tegenover de miskenning die hem soms ten deel viel. Hij heeft alleen het amendemeut ingediendomdat hij vreesde, dat de opdragt niet bij zulk een betrekkelijk korten termijn door den directeur zou kunnen worden uitgevoerd. Hij laat evenwel de beslissing daaromtrent gaarne aan den raad over. De heer Bruinsma geeft te kennen dat hij het in de verste verte niet heeft willen doen voorkomen alsof bij den heer Ren gers het idee zou bestaan, dat de directeur ongeschikt is voor de verdere uitvoeringmaar zegt spr. de heer Duparc heeft er reeds opge wezen bij het publiek zou dat denkbeeld al ligt kun nen ontstaan en dit is, merkt spr. op, zoer natuurlijk. Want wat zal gezegd worden, als men den bedoelden ambtenaar dit werk uit handen neemt? Al ligt dit, dat do directeur te lui of te ongeschikt is. Spr. is er daarom bepaald voor aan dezen de opdragt te doen. Zegt de directeur zelf, dat hij de opdragt niet kan uitvoerendanzegt spr. is dat wat anders. De heer Wiorsma wenscht den heer Rengers nog met een enkel woord er op te wijzen, dat de pag. 52 van het verslag de gronden zijn uiteengezet, waarom de directeur der gemeente werken in dezen de aangewezen persoon is volgons oordeel der rapporteursom een nieuw ontwerp te vervaardigen en den bouw uit te voeren. Bij het voorstel van dezen spr. is integendeel nog ge heel in het midden gelaten, aan wie de opdragt zou moeten worden verstrekt. Hij is het echter met den heer Rengers eens, waar deze spreekt van betrekkelijk korten tijd van uitvoering. Ook spr. komt het voor, dat de gestelde termijn wel wat kort is, ofschoon hjj meent, dat de directeur zeer goed zal inzien, dat voor dit werk de dageljjksche werkzaamheden eenigermate zullen moeten wijken. Die ambtenaar zal z. i. gaarne tot de afdoening der zaak mede werken en mogt het al zijn, zegt spr., dat in verband met des directeurs andere werkzaamheden de termijn voor de uitvoering der opdragt te kort is gesteldhijen naar hij vertronwt ook geen der andere rapporteurs zal tegen eene billijke verlenging zijn. De voorgestelde termijn is slechts voorgesteldom eene spoedige beëindiging der zaak'te erlangen. Alle andere zaken, zegt spr. zullen een weinig ter zijde moeten worden geschoven. De le zaak moet zijneen nieuw ontwerp van een beurs waaggebouw. Verder meent spr. nog te moeten opmerken, dat men bij aan neming van het amendement-Rengers een stap terug zou doen. Er was immers reeds een ander deskundige in dc zaak betrok ken. Burgemeester en wethouders hebben, door geen keuze- tusschen de plannen van den directeur en van dien deskundige te doende beslissing aan den raad overgedragen en deze heeft de voorkeur gegeven aan den directeur. Het zwaartepunt van dit onderdeel is hierin gelegen, dat men is teruggekomen tot den ambtenaar, die belast is met den bouw dor gemeentewerken. id te Leeuwarden, van den 12 Julij 1877. 81 Men wenscht de eischen in casu niet hooger te stellen dan bij ieder ander openbaar gebouw in de gemeente. Spr. wil echter herhalen, dat het mogelijk is, dat do voorgestelde ter mijn voor uitvoering der opdragt zal blijken te kort to zijn ge steld en dan gelooft hijdat er geen bezwaren bestaanom op dien termijn terug te komenmits steeds op den voorgrond blijve gesteld, dat de andere zaken voor de beurszaak oenigzins zullen moeten wijken en aan de verdere uitvoering dezer zaak de eerste zorg worde gewijd. Hierna wordt het amendement van den heer Rengers in stem ming gebragt en met 16 tegen 3 stemmen verworpen. Vóór stemmen de heeren Kijmraell, Jongsma en Rengers. Wordt opgemerkt, dat de heer Attema voor deze stemming plaats hadde vergadering reeds had verlaten. Onderdeden 12 en 3 van punt c der conclusie van rappor teurs worden respectievelijk zonder hoofdelijke stemming aan genomen. Bij onderdeel 4 geeft de heer Bruinsma in overweging, om hiervan 2 punten a en b te maken en bij punt b te doelen op de heffing van regten. De heer Wiorsma komt dit echter geenszins noodig voor. Hij wil die zaken van elkander gescheiden houden. Hierna wordt ook onderdeel 4 van punt c zonder hoofdelijke stemming aangenomen, terwijl het door do vergadering niet noodig wordt geacht eene stemming over dat gehcele punt te houden. Tengevolge een en ander is door den raad besloten a. aan te nemen het voorstel van burgemeester en wethou ders van den 28 December 1876, om „met intrekking van het „besluit d.d. 6 Juli 1872 te besluitenhet terreinopengevallen „door afgraving van den voormaligen Wirdumerpoortsdwinger „te bestemmen tot stichting van een beursgebouw vereenigd met de waag b. va8ttestellen als vereischten 1. wat de beurs betreft: dat die eene oppervlakte zal hebben van p.m. 1600 centiare dat daarin worden gemaakt een of twee afrekenkamersecu telegraafbureau en een vcreischt getal privaten en urinoirs 2. wat de waag betreft: dat daarbij worden gemaakt 10 a 12 afrekenkamertjes, die niet in directe verbinding staan met de waag. dat daarin worde gemaakt eene bewaarplaats voor weeke boter dat daarin worde gemaakt eene woning voor den concierge of beur8meester c. h h. burgemeester en wethouders uit te noodigen 1. don directeur der gemeentewerken op te dragen binnen drie maanden na het door den raad te nemen besluitte leveren een nieuw ontwerp voor eene handelsbeursvereenigd met waagmet inachtneming der wijzigingen en wenken in het ver slag der commissie van rapporteurs voorgesteld vergezeld van een bestek en eene begrooting van kostenalles ingerigt op dien voet, dat het werk voor circa 160,000 kan worden uitgevoerd 2. naar aanleiding van dit nieuw ontwerp den raad zoodra mogelijk een bepaald plan voor do stichting eener handelsbeurs vereenigd met waag ter vaststelling aan te bieden 3. den directeur der gemeentewerken op te dragen een afzon derlijk plan met bestek en specifieke begrooting van kosten te vervaardigen van het eenvoudigstgoedkoopst en doelmatigst ver warmings-toestel voor do beursruimten en naar aanleiding hiervan den raad nadere voorstellen daaromtrent te doen 4. ter zijner tijd aan den raad de noodige voorstellen te doen, aangaande de dekking der voor de stichting van het beursge bouw vereischte kapitalen. V. Door den voorzitter wordt ter tafel gebragt eene resolutie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1877 | | pagina 7