148 Verslag der handelingen van den gemeenter
Droevendaltegen betaling van eenen koopprijsberekend naar
f 20 de Ca., en overigens op voorwaarden aoor burgemeester
en wethouders in overleg met de Hooge regering vast te stellen.
De discussiën over dit voorstel geopend zijndezegt de heer
Dirksdat zijne geachte collega's, die mei; hem reeds eenige
jaren in den raad hebben gezeten, zich zullen herinneren,
althans één van hen heeft er spr. dezen morgen nog schertsend
aan herinnerd, dat, indien dit terrein alsnu aan het rijk
wordt afgestaan, alsdan zal verloren gaan, de plek, die vroe
ger door hem zoo uitnemend geschikt is geacht voor een groen
tehal. Men zal zich herinneren, dat, spr. meent in 1874, ook
met het oog op die groentehalis afgewezen een voorstel van
burgemeester en wethoudersalthans in hoofdzaak van gelijke
strekking als het onderwerpelijke. Hij heeft zich toen uitdruk
kelijk verzet tegen den afstand van den in dezen bedoelden
grond. Nu wenscht hij dit niet zoo zeer te doen. De tijden
zegt spr.zijn veranderd. Het denkbeeld der oprigting eener
groentehal is meer en meer op den achtergrond geschoven door
andere meer noodzakelijke werkenzooals de stichting eener
handelsbeursvan een armenhuis enz.terwijl de finantieele
toestand der gemeente er niet beter op is geworden. Herinnert
spr. zich goed, dan betrof het in 1874 do stichting op den meer-
bedoelden plek grond van een ïjklocaal van gemeentewegeBe
grijpt hij het onderwerpelijk voorstel en de daarbij overgelegde
stukken, dan geldt het nu echter de stichting van een locaal
van wege het rijk dat voor den af te stanen grond eene behoor
lijke vergoeding zal geven. Een en ander noopt hemom zijn
voorliefde voor het aangewezen terrein ten behoeve van de stich
ting eener groentehal op te offeren. Hij heeft dan ook alleen
het woord gevraagdom te voorkomendat men hem van in
consequentie zou kunnen beschuldigenwanneer hij straks zijne
s em vóór het thans in behandeling zijnde voorstel zal uitbren
gen. Eén opmerking wil hij echter nog maken. Onder de over
gelegde oudere stukken heeft hii gevonden eene missive van
den directeur der gemeentewerkenwaarbij deze voorstelt
een termijnspr. meent van 10 wekente bepalenbin
nen welken met de stichting moet zijn aangevangen. Hierop
wenscht hij de aandacht te vestigen van burgemeester en wet
houders aan wienvolgens het voorstelzal worden overgela
ten omin overleg met de Hooge regeringbetreffende dezen
afstand van grondnader voorwaarden vast te stellen. Spr. zou
gaarne ziendat deze zaakdieblijkens de gewisselde stuk
ken, reeds zoo lang aanhangig is, nu zoo spoedig mogelijk tot
een goed einde kwamwaarom hij het collegie in overweging
geeft, om onder de door hen met de Hooge regering vast te
stellen voorwaarden ook op te nemen eene bepalingkrachtens
welke met de stichting binnen zekeren termijn moet zijn aan
gevangen opdat de in dezen bedoelde grond niet langer ren
teloos blijve liggen en men ook niet onbepaald door afstand aan
het rijk gebonden zij.
De Voorzitter geeft namens burgemeester en wethouders
de verzekering, dat de opmerking van den heer Dirks bij het
vaststellen der voorwaarden van overdragt niet uit het oog zal
worden verloren, terwijl hij verder opmerkt, dat de verdere
onderhandelingen met de regering geheel afhankelijk zijn van
het thans door den raad te nemen besluit.
N Iemand verder het woord over het voorstel of een der on-
deelen van de conclusie verlangende, worden die onderdee-
len successievelijk zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
9. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van
de heer en S. E. OudschansDentz en dr. M. J. Baart de la
Faille om vergunning voor het leggen van buizen enz. ten behoeve
van eene drinkwaterleiding (zie bijlage no. 22 van 's raadsverslag).
De conclusie van dit voorstel strekt om te besluiten
1. om zonder vooralsnog te beslissen op de aanvraag van de
heeren 8. E. Oudschans—Dentz en dr. M. J. Baart de la Faille
ad te Leeuwarden, van den 13 December 1877.
voornoemdom concessieen in afwachting der van regerings
wege te nemen beschikking op het verzoekom voor eene wa
terleiding gebruik te mogen maken van het water uit het Eernc-
woudster wijdde in het voorstel omschreven 31 voorwaarden,
voor zoo veel noodig gewijzigdvast te stellen
2. burgemeester en wethouders te magtigen aan de adres
santen te kennen te gevendat do raadin afwachting van uet
nader rapport van deskundigenbelast met het onderzoek naar
de hoedanigheid van het aan te voeren watervooralsnog de
beschikking op hun adres wenscht aan te houden maar ver
meent reeds nu aan hen te kennen te moeten gevendat hij
zich voorstelt aan eene eventueele te verleenen concessiede
in sub 1 bedoelde voorwaarden te verbinden.
De algemeene beraadslagingen over dit voorstel worden ge*
opend. De heer Dliparc zegt, dat hij het niet raadzaam acht,
het voorstelzooals het ligt, aan te nemen. Spr. had gewenscht,
dat in dezen een andere weg ware ingeslagenn.l. dezedat
burgemeester en wethoudersna ontvangst van het verzoek van
adressanten met dezen in overleg waren getreden. Hjj zou
gaarne gezien hebben, dat adressanten omtrent de voorgestelde
voorwaarden waren gehoordalvorens die voorwaarden bij den
raad ter behandeling waren gsbragt. Nu toch staat de raad
voor eene behandeling van 31 artikelenwaaromtrent men niet
de minste zekerheid heeftdat zij de goedkeuring van adres
santen zullen wegdragen. Spr. is het eens met burgemeester en
wethouders als zij in hun voorstel zeggen, dat het wenschelijk
ware geweest, dat adressanten hunne zaak beter hadden ge
prepareerd en met het gemeentebestuur in overleg waren ge
tredendaar bet tot stand komen van do onderneming er onge
twijfeld door zou zijn bespoedigd, terwijl de mogelijkheid zou
zijn vermedendat omtrent enkele der ontworpen voorwaarden
met adressanten nader in overleg zou moeten worden getreden.
Nu echter de adressanten in dit opzigt ten achteren zijn geble
ven had spr. gewenschtdat burgemeester en wethouders, met
het oog op de belangrijke zaakdie het hier geldthun eenig-
zins waren tegemoet gekomen. De mogelijkheid, ja de waar
schijnlijkheid is thans daar, dat adressanten verscheidene der
thaus voorgestelde voorwaarden niet zullen goedkeurenen dan
zal de raad voor de tweede maal voor de behandeling der voor
waarden komen te staan. De voorgestelde voorwaarden toch
komen spr. voor nog al bezwarend voor adressanten te zijn. Hij
vreest inderdaaddat die voorwaarden niet de goedkeuring van
adressanten zullen wegdragen. Spr. heeft tot zich zeiven de
vraag gerigt, of het misschien ook wenschelijk zou zijn, om
eene motie in te dienen, ten einde de stukken aan burgemeester
en wethouders terug te zendenopdat eerst overleg met adres
santen plaats hebbe. Dit is hem echter minder wenschelijk
voorgekomen. De zaak is reeds te lang aanhangiger is reeds
te veel tijd mede verloopenzij 't ook dat de vertraging groo-
tendeels ook aan adressanten is te wijten, dan dat spr. zou
weuschen er toe mede te werken, om de zaak op nieuw vertra
ging te doen ondergaan hetgeen van eene terugzending der
stukken zekerlijk het gevolg zou worden. Het doel van adres
santen „verschaffing aan de ingezetenen dezer gemeente van
„goed drinkwater" is wenschelijkon indien nu een aanbod
komt, om dat doel te zien verwezenlijken, dan dient men z. i.
dat aanbod met beide handen aan te grijpen. Hij weet wel,
deze zaak heeft eene lange geschiedenis. Van de regering is eerst
vergunning gevraagd, om ovor het water uit het Eernewoud-
ster-wijd te mogen beschikkenterwijl later tengevolge van een
ontvangen schrijven van de regering door den raad is besloten,
om tot bereiking van het door adressanten beoogde doel mede
te werken, mits door hen voldoende bewijzen werden geleverd
voor de deugdelijkheid van het aan te voeren water. Uit de
stukken, zegt spr., blijkt genoegzaam, dat ook de regering,
alvorens door haar concessie wordt verleendwaarborg voor
goed drinkwater wil hebben. Dit, gevoegd bjj de wanschelijk-
Verslag der handelingen van don geme.ntoraa
heid van een totstandkomen der zaak en bij de omstandig
heid dat door do regering geen concessie wordt verleendal
vorens de onderhandelingen met de betrokken gemeentebesturen
zijn afgeloopenmaakt het wenschelijkdat de raad niot een
besluit nemezooals door burgemeester en wethouders is voor
gesteld maar dat hij zegtIk geef concessiemaar onder ze
kere voorwaarden. 8pr. gelooft, dat dit de eenvoudigste wijze
iswaardoor do zaak hot meest bevorderdpartijen beide be
vredigd worden en overigens niets gepréjudicieera zal worden.
De raad besluite derhalve eenvoudigaan adressanten de ge
vraagde vergunning te verleenenmits hem vooraf voldoende
zij gebleken, dat het water uit het Eernewoudster-wijd goed
drinkwater is. Bij dat besluit, hetgeen geheel in over
eenstemming zou zijn met dat, in 1876 genomen, zou
men tevens kunnen bepalen, dat de concessie werd verleend
onder door burgemeester en wethouders te stellen voor
waarden welke voorwaarden spr. omdat liet in dezen zulk
eene belangrijke zaak geldt, aan de goedkeuring des raads wil
hebben ondorworpen. Spr. wijst op het zoo even genomen be
sluit tot afstand van gemeentegrond aan het rijk. Ook daarbij
heeft men bepaalddat de voorwaarden van overdragt door
burgemeester en wethouders in overleg met de regering zullen
worden vastgesteld, zonder zelfs zich de goedkeuring dier voor
waarden voor te behouden. Bij dat besluit is door den
raad slechts de prijs gefixeerd. De regeling der voorwaarden
is geheel aan burgemeester en wethouders overgelaten. Spr.
meent, dat er hoegenaamd geene bezwaren kunnen bestaan
tegen een besluitzooals door hem wordt bedoeld. Zekerheid
moet men altijd hebben, dat het te leveren water goed drink
water zij, dewijl men anders geijkt drinkwater zou hebben, dat
toch geen goed drinkwater zou zijn.
Spr. wil er voorts nog op wijzendat burgemeester en wet
houders zelve inzien, dat do gemeente nog uit anderen hoofde
er groot belang bij heeftdat de zaak tot stand komt. Dit
blijkt uit het bepaalde in art. 3 der concept-voorwaarden
krachtens dit art. zullen concessionarissen verpligt zijn ook
water te leveren ten behoeve van brandblusschingstraatbe-
sproeijing en het doorspoelen van riolen. Dit is voor adres
santen naar spr's. meening, neg al eene vrij bezwarende voor
waarde welligt echter stellen zij in het totstandkomen der
zaak zooveel belangdat zij al de gestelde voorwaarden aan
nemen en zelfs heen stappen zullen over nog harder voorwaar
den. In verband met het aangevoerde, dient spr. navolgend
voorstel in: „De raad besluite, aan de adressanten vergunning
te verleenen tot het leggen van buizen, standpijpen enz. binnen
deze gemeente, vereischt voor eene drinkwaterleiding, welke zij
zich voorstellen van uit het Eernewoudsterwijd naar deze ge
meente aan te leggen, na van de Hooge regering de noodige con
cessie te hebben bekomen, om te dien einde te mogen beschik
ken over het water in genoemd Wijd, mits den raad voorat vol
doende zij geblekendat de hoedanigheid van dat water waar
borgen oplevert voor goed drinkwater, en onder verdere
voorwaarden en bepalingen door burgemeester en wethouders
in overleg met de adressanten op te maken en door den raad
goed te keuren."
Spr. gelooft, dat in dit voorstel alle mogelijke waarborgen
voor dc gemeente zijn vervat. En voor de adressanten zal dan
de gelegenheid bestaan, verder met vrucht werkzaam te zijn,
om het noodige kapitaal te erlangen, daar moeijelijk een ban
kier of wie dan ook geld zal willen schietenalvorens zeker
heid bestaat, dat de vergunning zal worden verleend. Verklaart
de raad zich in den bedoelden zindan gelooft spr.dat men
een stap verder zal zijn gekomen en eene goede beëindiging
der zaak meer nabij is.
De heer Bloembergen wilin verband met de bestrijding
van het voorstel van burgemeester en wethouders door den
l te Leeuwarden, van den 13 December 1877. 149
heer Duparc, een kort woord in het midden brengen. Wanneer
men de geschiedenis dezer zaak nagaat, dan zal men moeten
erkennen datofschoon zij reeds sedert geruitnen tijd nu en
dan den raad en meer speciaal het collegie van burgemeester
en wethouders heeft bezig gehouden toch eerst voor weinige
maanden door adressanten bij wijze eener aanvraag om vergun
ning tot het leggen van pijpen formeel bij het gemeentebestuur is
gebragt. Wel is door hen bij vroegere gelegenheden, n.l. bij
de verschillende aanvragen om verlenging van den termijn voor
de aanvaarding van bouwterrein 1 bestemd voor een door hen
op te rigten zieken- en badinrigtingde onderwerpelijke zaak
ter loops ter sprake gebragt en is de raad daardoor oenigzins mot
het voornemen van adressanten in kennis gestelddoch spr.
herhaalt het, het eigenlijk aanzoek ter zako is slechts voor
weinige maanden bij den raad ingekomen. De adressanten
hebben zich intusschen eerst gewend tot de Hooge regering, om
vergunning tot vrije beschikking over het water in het Eerne-
woudsterwijdin verband waarmede van den commissaris des
konings bij het gemeentebestuur een schrijven is ontvangen,
dat de raad bevestigde in hetgeen zoo ter loops ter zijner ken
nis was gekomen. De raad heefc naar aanleiding van dat
schrijven beslotenaan den commissaris des konings te kennen
te geven, dat hij hoogon prijs stelt op eene waterleididgdie
de ingezetenen van goed drinkwater kan voorzien en daarom
alle middelendaartoe Btrekkoude, wil ondersteunendoch dat
hij, alvorens eene bepaalde meening ter zake te uiten, meer
zekerheid noodig heeft omtrent de hoedauiglieid van het water
uit het Eernewoudsterwijd. Dat besluit, zegt spr is gevallen
naar aanleiding van het aoor den commissaris des konings toe
gezonden schrijven en was dus geenszins eene beschikking op
een door adressanten aan den raad gedaan verzoek. Het ge
volg van hetgeen aan den heer commissaris des konings was
te kennen gegeven, is geweest, dat ook de minister een onder
zoek van het water uit het bedoelde wijd noodig oordeelde en
dat het gemeentebestuur werd uitgenoodigd tot dat onderzoek
medo te werken. Dit is geschied. Er is eene commissie van
deskundigen benoemd, aan wien werd opgedragen het water uit
het Eernewoudsterwijd op verschillende tijden te onderzoeken,
die commissie heeft gewerkt en werkt, naar spr. veronderstelt,
nog. Hem is althans niet bekend dat zij haar taak reeds heeft
voleindigd en haar eind-rapport heeft uitgebragt. Wel maken
adressanten in hun adres melding van de rapporten van de
heeren dr. Huizinga, van Ankum en dr. v. d Burgleden der
commissiebetreffende de uitkomsten door hen bij een eerste
onderzoek verkregenen brengen zij die rapporten in verband
met twee voorafgegane onderzoeken door deskundigen ten vori-
gen jare ingesteld, doch die niet als genoegzaam afdoende kon
den worden aangemerktmaarvan verdere onderzoekingen
van een eind rapport der aangegeven deskundigen en de slot
som van hun gemeenschappelijk onderzoek en overleg is noch
aan burgemeester en wethouders noch aan den raad iets bekend.
Men is dus in dezen nog niet naar behooren verzekerd, dat het
water uit het Eernewoudsterwijd werkelijk doorgaande van vol
doende hoedanigheid zal zijn, om, zoo noodig, na zuivering,
door eene buizenleiding herwaarts gevoerd tot goed drinkwater
te kunnen strekken. Adressanten spreken dan ook in hun adres
het vertrouwen uitdat volgende onderzoekingen geen minder
resultaat zullen opleveren en dringen in verband hiermede op
spoed aan, doch zegt spr. vertrouwen is geen zekerheid, het
resultaat zelve dient afgewacht. Intusschen zegt spr. is het
burgemeester en wethouders gebleken, dat de laad in weerwil
van het onvoorbereide en nog zwevende der zaak van zijn be
langstelling wil doen blijken. In verband hiermede en om de
onderneming, zooveel deze van het gemeentebestuur afhankelijk
is, te bevorderen, heeft het collegie van dsgelijksch bestuur
zich de moeite gegeven een voorstel te doen, is atrekkende om
aan adressanten kenbaar te maken, de voorwaarden, welke men
denkt te verbinden aan de eventuele toekenningMer vergunning