38 Verslag der handelingen van den gemcentera
Vergadering van Dingsdag 7 Mei 1878.
Tegenwoordig eerst 14, later 16 leden.
Afwezig de hoeren mr. H. Wiersma, A. Duparc en G. H.
Hommes met- en de heeren C. Tigler Wijbrandi en dr. J. Baart
de la Faille zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers,
burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 25 April j 1. gehouden ver
gadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt
a. een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende
vermeerdering van het getal huipondorwijzeressen aan gemeen
teschool no. 3 met één, en
b. een voordragt ter benoeming van eene hulponderwijzeres
aan genoemde inrigting.
De conclusie van het sub a omschreven voorstel strekt om
te besluiten
Het getal hulponderwijzeressen voor de vakken van gewoon
en meer uitgebreid lager onderwijs aan de gemeenteschool no.
3 te bepalen op zeven, waarvan één met aanstelling als eerste
hulponder wij zores
terwijl op de sub b vermelde voordragt zijn geplaatst
1. Alida Stevens, hulponderwijzeres te Enschedé;
2. Maria v. LessenGroningen
3. Frederika Adriana RosenveldtLeeuwarden.
Beide stukken zijn ter visie gelegd om in eene volgende ver
gadering te worden behandeld.
Aan de orde is het op den oproepingsbrief vermelde punt
Behandeling der bij gedeputeerde staten ingekomen reclames
tegen het kohier der directe belasting op het inkomendienst
1877in verband met het daaromtrent door de betrokken raads
commissie uitgebragt rapport.
De Voorzitter het noodig achtende dat eene vergadering mot
gesloten deuren worde gehoudenheft de openbare zitting op.
Bij heropening niets meer te behandelen of voorgesteld zijnde,
wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten
Vergadering van Donderdag 9 Mei 1878.
Tegenwoordig 17 leden.
Afwezig de heerea Hommes en de With met- en de heeren
Kuipers en Troelstra zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers,
burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 7 Mei j 1. gehouden verga
dering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het
adres van den eervol ontslagen waagwerker A. de Vries om
eene gratificatie.
De conclusie van dit voorstel strekt om te besluiten
Aan den eervol ontslagen waagwerker Age de Vries, naar
aanleiding van zijn adres d.d. 23 April 1878, te kennen te
geven, dat het daarbij gedaan verzoek niet voor inwilliging
vatbaar is geacht en mitsdien wordt gewezen van de hand.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het ver
zoek van den hulponderwijzer H. de Jong, om eervol ontslag.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij vooraan Hein
de Jonghulponderwijzer aan gemeenteschool no. 6 alhier, met
ingang van den len Junij 1878 eervol ontslag te verleenen uit
genoemde betrekking.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
verzoek van den hulponderwijzer A. Koster, om eervol ontslag.
De conclusie van dit voorstel strekt om aan Andries Koster,
hulponderwijzer aan gemeenteschool no. 7 alhier, met ingang
id te Leeuwarden, van don 7 en 9 Mei 1878.
van den len Junij 1878 eervol ontslag te verleenen uit ge
noemde betrekking.
Al deze voorstellen zijn ter visie gelegd om in eene volgende
vergadering te worden behandeld.
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
verzoek van den heer J. Reerink Dz.om verlonging der huur
van het gebouw „de Harlingerstal" als bewaarplaats van pe
troleum.
Wordt besloten, dit voorstel te behandelen na afdoening van
de op den oproepingsbrief vermelde punten.
5. Een adres van H. Tuininga te Bolsward om concessie
voor een beurtvcer Bolsward—Leeuwarden.
In handen gesteld van burgemeester en wethouders om prae-
advies.
IY. Wordt medegedeeld
1. Dat door gedeputeerde staten is goedgekeurd 's raads be
sluit tot onderhandsche verpachting der opkomsten van de tol
heffing op den Harlinger trekweg.
2. Eene missive van jhr. mr. I. F. van Humalda v. Eijsinga,
berigtendedat hij ontslag heeft genomen als lid der commissie
over do muziekschool van den heer M. Hageman.
3. Het berigt van F. Paesidat hij aanneemt de benoeming
tot hulponderwijzer aan gemeenteschool no. 2.
4. Dat is ingekomen en voor de leden ter vioie gelegd de
rekening van ontvangsten en uitgaven wegens de gasfabriek
over 1877.
5. Dat burgemeester en wethouders hebben benoemd tot
brugwachter
1. bij de Verwersbrug S. Pollius, thans als zoodanig in func
tie bij de Verlaat8brug
2. bij de Verlaatsbrug K. Bakkerus, thans als zoodanig in
functie bij de Wirdumerpoortsbrug
3. bij de Wirdumerpoortsbrug C. Blokmakerthans gaarder
van de veergelden wegens de pont over de Willemsgracht.
6. Dat burgemeester en wethouders hebben beslotendo
veergelden te heffen wegens het overvaren met de pont van do
Willemsgracht, publiek te verpachten.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op-
roepingbrief vermelde punten
1. Rapport eener raadscommissie over de rekening en verant
woording wegens de stads armenkamerdienst 1877.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform het
bij het rapport gedaan voorstel besloten
a. de bovenvermelde rekening en verantwoording goed te
keuren en heeren voogden 's raads dank te betuigen voor hun
ordelijk gevoerd beheer
b. heeren voogden voornoemd te ontheffen van de verpligting
om telken jare bij de rekening te voegen den zoogenaamden
staat van achterstandonder aanbeveling intusschen van de
zaak zelve en van het belang dat de gemeente daarbij heeft
in der voogden voordurende aandacht.
2. Rapport eener raadscommissie over de rekening en verant
woording wegens de stadsbank van leeningdienst 1877.
Overeenkomstig de conclusie van dit rapport wordt besloten
en wel zonder discussie en hoofdelijke stemming om:
1. de door de commissie van administratie over de stadsbank
van leening ingezonden rekening en verantwoording wegens die
instelling, over het jaar 1877 goed te keuren, en
2. die commissie 's raads dank te betuigen voor haar gehou
den beheer.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van
den heer II. Reitsmaom afstand van gemeentegrond.
De conclusie van dit voorstel strekt, om voorbehoudens goedkeu
ring van heeren gedeputeerde staten aan Hendrik Reitsma,
zilversmid alhier, in eigendom af te staan een plekje gemeente
grondter grootte van ongeveer 7 1/2 centiare, uitmakende een
attMQl
VerBlag der handelingen van den gemeent
gepeelte van het kadastrale perceel gemeente Leeuwarden
sectie A no. 820, zulks tegen betaling van een koopprijs van
^200 en verder op voorwaarden door burgemeester en wethou
ders vast te stellen.
Dienovereenkomstig wordt zonder discussie en hoofdelijke
stemming besloten.
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek
van den heer jhr. J. B. van Andringa de Kempenaer.
Hierbij stellen burgemeester en wethouders voor om te be
sluitenaan jhr. J. B. van Andringa de Kempenaer, naar aan
leiding van zijn tor zake ingezonden ingezonden adres, te ken
nen te gevendat het belang der gemeente bij de vrije be
schikking over de door Z H.W.Geb. aangevraagde plek
gemeentegrondeene overdragt in eigendom daarvan niet ver
oorlooft en mitsdien het daartoe strekkend verzoek wordt ge
wezen van de hand.
De algemeene beraadslagingen over dit voorstel geopend zijnde,
geeft de heer van Eysing? te kennen, dat, nu het blijkt
dat niemand in dezen het woord wenscht te voeren, hij zich
gedrongen gevoeltde reden kenbaar te makendie hem aan
leiding geeft zijne stem tegen dit voorstel uit te brengen, in
dien hij n.l. niet beter raogt worden ingelicht.
Op dit oogenblik en na inzage van de overgelegde situatie-
teekening kan hij zich niet vereenigen met de door burgemees
ter en wethouders voorgestelde conclusie. Als voornaamst of
liever als eenig motief voor de afwijzing van het door adressant
gedaan verzoek wordt opgegevendat do in dezen bedoelde
plek grond kan worden dienstbaar gemaakt voor eene commu
nicatie tusschen het Hofstraatje en de Zak en misschien voor
een beteren of nieuwen toegang voor het gymnasium.
Ofschoon op het oogenblik nog niet doordrongen, dat dit mo
tief werkelijk een bezwaar tegen don afstand der gevraagde
plek grond is, wil spr. toch erkennen, dat er een tijd kan komen
dat die plek voor de gemeente van nut kan zijn en is hij er
om die reden wel voor haar te reserveeren. Bij aandachtige
beschouwing van de overgelegde situatie teekening is het hem
echter gebleken, dat het gedaan verzoek niet geheel behoeft
te worden afgewezenmaar dat in dezen zoowel aan de belan
gen van adressant als aan die van de gemeente kan worden
tegemoet gekomen. Wanneer men in dezen alleen het noorde
lijk gedeelte afstaat, dan nog zal er genoegzame gelegenheid
blijven voor het maken van een doorgang. Men kan dus, zon
der de belangen der gemeente te schadenhet verzoek van
adressant althans gedeeltelijk inwilligen. Verder moet spr. op
merken, dat bij afstand van grond, ter plaatse eene verfraaijing
zal tot stand komen. Er zal een nieuw huis verrijzen, iets wat
zoowel direct als indirect in het voordeel der gemeente is.
In verband met een en ander zou spr. gaarne vernemenof
er bij burgemeester en wethouders welligt ook overwegende
bezwaren tegen bestaanom de conclusie van hun voorstel in
dier voege te wijzigendat aan adressant wordt te kennen ge
geven, dat de gemeente genegen is alleen het noordelijk gedeelte
van de in dezen bedoelde plek grond af te staan.
De Voorzitter verklaartdat hij aanvankelijk oven als de
heer van Eijsinga had gemeenddat door gedeeltelijke afstand
van het gevraagde terrein de belangen zoowel der gemeente
als van adressant zouden kunnen worden behartigd. Hij erkent,
dat de weg door den heer van Eijsinga aanbevolenzou kun
nen worden bewandeld. Men zou dan nog gelegenheid voor
een uitgang behouden. Maar tevens zal iederdie met de situ
atie bekend ismoeten toegeven dat het onraadzaam zoude zijn
om door den afstand van het aangevraagde terreinzij het dan
ook gedeeltelijk, den reeds bestaanden onregelmatige toestand nog
onregelmatiger te maken en de vele aanwezige scherpe en
stompe hoeken met eene bajonetvormige steeg te vermeerderen.
Verder wijst hij er op, dat het in dezen niet de vraag is of
men adressanten dienst zal doenmaar of de belangen der ge
meente bij eventuele afstand, ook zullen worden geschaad.
raad te Leeuwardenvan den 9 Mei 1878. 39
De heer van Eijsinga moet opmerkendat er zoo even
door den voorzitter op gewezen is, dat het hier niet de vraag
is of men adressant een dienst zal doenmaar of de belangen
der gemeente bij eventuele afstand ook zullen worden geschaad.
Ook hij erkent, dat dit laatste in dezen de vraag is en stelt
hij zich die vraag, dan meent hij daarop ontkennend te kuu-
nen antwoorden. Hij gelooft, dat, bij afstand, de toestand ter
plaatse er niet op zal verminderenmaar er in dezen door de
stichting van een nieuw huis, sprake zal kunnen zijn van ver
fraaijing. Alzoo geenszins van meening veranderd zijndeheeft
hij de eer op de conclusie van het voorstel van burgemeester
en wethouders navolgend amendement in te dienen „aan adres-
„sant te kennen te gevendat het belang der gemeente niet
„veroorlooft de afstand van de geheelo plek gemeentegrond
„doch dat de raad genegen is om op nader te bepalen voor
gaarden een gedeelte daarvan aan den adressant af te staan."
De heer Bloombergon wenscht nog iets bij te brengen tot
adstructie van het voorstel van burgemeester en wethouders.
Hij zal niet in eene herhaling treden van de argumenten door
het collegie tegen de inwilliging van het verzoek aangevoerd
maar wil alleen er op wijzen dat men reeds voor lang en wel
toen er sprake was om de burgerschool voor jongens in te rig-
ten voor g\mnasium, er groot belang ia stelde de in dezen be
doelde plek gronds ter beschikking voor do gemeente te kun
nen krijgen, omdat men begreep die ten behoeve van eenen verbe
terden toegang tot het gymnasiumin verband met eene veran
dering der leervertrekkente kunnen benuttigendoch toen
maals in de meening verkeerdedat het daaropstaande berg
hok geen eigendom der gemeente maar van een der omwonen
den was, die zich niet genegen betoonde daarvan afstand te doen.
Later is echter gebleken, dat deze het slechts tijdelijk in gebruik
bezit en dat de gemeente zelve eigenares is. Spr. heeft dit aan
gehaald om aan te toonen hoe vroeger reeds veel belang in de
in dezen bedoelde plek grond werd gesteld en hoe onraadzaam
het mag worden geacht bij de onzekerheid welk gebruik men
in de gevolgen nog van het daar aanwezige gemeentelijk school
gebouw zal willen makende bedoelde plek grondszij het ook
slechts voor een gedeelte, te vervreemden.
De Voorzitter wenscht nog aan het door hem gesprokene
toe te voegendatindien wordt besloten als door burgemeester
en wethouders is voorgesteldhet in de bedoeling ligthet ter
rein niet te laten zooals het ismaar behoorlijk te bestraten en
in te rigten.
Het amendement van den heer van Eijsinga niet ondersteund
wordende, blijft buiten behandeling, terwijl het voorstel van
burgemeester en wethoudersin stemming gebragtzonder
hoofdelijke stemming wordt aangenomen.
De heer van Eijsinga verklaarde zich tegen, doch verlangde
geen stemming.
5. Benoeming van eene hulponderwijzeres aan gemeenteschool no. 5.
Op de ten dezen aangeboden voordragt zijn geplaatst:
1 Carolina Lucia Cornelia Spandaw te Finsterwold, 2. Alida
Stevens te Enschedé, 3. Maria van Lessen te Groningen.
Eerstgenoemde werdt met algemeene (17) stemmen tot de be
doelde betrekking benoemd.
Met goedvinden der vergadering wordt alsnu in behandeling
genomen het ter vorige vergadering aangeboden
6. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende vei''
meerdering van het hulppersoneel aan gemeenteschool nc3.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt overeenkom
stig de conclusie van dit voorstel beslotenHet getal hulpon
derwijzeressen voor de vakken van gewoon en meer uitgebreid
lager onderwijs aan de gemeenteschool no. 3 te bepalen op ze
ven, waarvan één met aanstelling als eerste hulponderwijzeres,
In verband met dat besluit wordt overgegaan tot